• No results found

Memo ontwikkelingen consultatiebureau voor ouderen/preventieve ouderenzorg;

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Memo ontwikkelingen consultatiebureau voor ouderen/preventieve ouderenzorg;"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

M M E E M M O O

AAN : Commissie Burgers

VAN : Sandy Hendriks-Jansen/afd. maatschappelijke ontwikkeling, team welzijn

DATUM : 03-08-09

BETREFT : Ontwikkelingen consultatiebureau voor ouderen/preventieve ouderenzorg

Inleiding

De preventie van gezondheidsproblemen bij ouderen krijgt steeds meer aandacht. Onze samenleving vergrijst de komende jaren sterk, steeds meer mensen hebben een ongezonde leefstijl, wonen langer zelfstandig en het aantal ouderen met een chronische ziekte zal stijgen. Daarnaast wordt de gezondheidszorg steeds duurder en benadrukt de overheid de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Bovengenoemde ontwikkelingen onderstrepen het belang om zowel op lichamelijk, geestelijk als sociaal niveau gezondheidsproblemen bij ouderen te voorkomen of de effecten ervan te verminderen door preventieve activiteiten.

De overheid heeft in artikel 5a van de Wet publieke gezondheid (okt. 2008, voorheen Wet collectieve preventie volksgezondheid) de gemeenten verantwoordelijk gemaakt voor de preventieve gezondheidszorg ten behoeve van personen boven de 65 jaar.

De preventie van gezondheidsproblemen kan op verschillende manieren vorm worden gegeven, een vorm is het consultatiebureau voor ouderen.

In de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid gemeente Asten 2008-2011 wordt het consultatiebureau voor ouderen als speerpunt genoemd.

Artikel 5a van de Wet publieke gezondheid (Wpg)

Bij inwerkingtreding van de Wpg is besloten dat artikel 5a op een nader te bepalen tijdstip in werking treedt. Op dit moment is het artikel nog steeds niet in werking getreden.

Hiervoor zijn meerdere redenen aan te wijzen:

1. Gemeenten moeten zich kunnen voorbereiden op hun nieuwe rol. Zij hebben ruimte nodig om plannen te ontwikkelen en in gesprek te gaan met de betrokken

beleidsterreinen en partijen.

2. De minister beraadt zich op een eventuele Algemene maatregel van bestuur.

Volgens de minister is het niet zo zeer een kwestie van het ontwikkelen van nieuw aanbod als wel dat gemeenten bestaande voorzieningen en structuren beter op elkaar moeten laten aansluiten, waarbij gemeenten vanuit een regierol de betreffende partijen beter met elkaar verbinden. Het Rijk heeft hierbij een meer ondersteunende, faciliterende rol. Om aan deze rol van het Rijk uitvoering te kunnen geven laat de minister op dit moment een quickscan uitvoeren. In de quickscan staat de vraag centraal welke voorzieningen er reeds zijn in het kader van gezondheidszorg en welke witte vlekken. Vooral de kwetsbare ouderen staan hierin centraal. De uitkomst van dit onderzoek (wordt verwacht in augustus/september 2009) wil de minister afwachten voordat hij de invulling van artikel 5a Wpg definitief maakt.

(2)

-2- Consultatiebureau voor ouderen (CbO)

Het CbO is geen standaardvoorziening. De CbO’s variëren in opzet, bereik en omvang, waardoor men niet kan spreken van hét CbO. De minister heeft geen sturing op het

werkproces van CbO’s, aangezien het opzetten van een CbO een initiatief van lokale partijen is. Het is wel van belang dat lokale partijen preventieve ouderengezondheidszorg zo

effectief mogelijk organiseren. In hoeverre een CbO daarvoor een geschikt instrument is, valt in de eerste plaats onder de verantwoordelijkheid van de lokale partijen zelf. Het is van belang dat vooral kwetsbare ouderen worden bereikt door preventieve activiteiten.

Stand van zaken in Asten

De stuurgroep lokaal gezondheidsbeleid gemeente Asten heeft in 2008 onderzoek verricht naar de haalbaarheid van een CbO in Asten. Uit het onderzoek is gebleken dat er voldoende aanbod voor ouderen is op het gebied van leefstijl en somatische gezondheid. Bestaande voorzieningen en structuren dienen wel beter op elkaar te worden afgestemd. Op het gebied van psychosomatische gezondheid ontbreekt nog de nodige zorg. Hiervoor is het niet

noodzakelijk om een CbO in brede zin te realiseren. Bovendien is het vrij kostbaar om een CbO te ontwikkelen. De Stichting Verankering Asten Ouderenproof was van plan om het overgehouden subsidiegeld te investeren in een CbO in brede zin. De stichting is geen voorstander voor een CbO in afgeslankte vorm en zal de subsidiegelden hiervoor niet inzetten. De commissie Burgers is hierover al in november 2008 geïnformeerd.

Op basis van de uitslag van het onderzoek heeft de gemeente overleg gevoerd met de GGZ Oost-Brabant, GGD Brabant Zuidoost, De Zorgboog en Fast (Fast houdt zich bezig met ondersteuning van professionals in de eerste lijnszorg). De bedoeling was dat ook de huisartsen bij dit overleg aanwezig zouden zijn, maar door omstandigheden binnen de huisartsenpraktijk was het niet mogelijk een afgevaardigde te leveren. Aan de deelnemers van het overleg is gevraagd hoe zij denken over preventie en vroegsignalering bij ouderen in een lokale situatie. Uit het overleg zijn de volgende conclusies getrokken:

• De deelnemers zijn het er over eens dat er brede aandacht moet zijn voor preventie en vroegsignalering bij ouderen. Alleen aandacht voor GGZ-problematieken is te beperkt.

• Dat preventie en vroegsignalering een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van alle partijen en dat gestreefd moet worden naar een gesloten keten van zorg.

• De gemeente heeft de regie en dient duidelijke doelen en resultaten te formuleren.

• Er bestaat nog veel onduidelijkheid over de nieuwe taak in de Wet publieke gezondheid. De minister dient eerst met duidelijke informatie te komen over de uitwerking en financiering van de omschreven taak. Tot die tijd heeft het de voorkeur om pas op de plaats te maken.

• Deelnemers zijn wel bereid om de intentie uit spreken om gezamenlijk kansen en draagvlak te creëren.

Om toch het standpunt van de huisartsen te peilen heeft de wethouder nog afzonderlijk een gesprek gevoerd met de huisartsen. De huisartsen zijn geen voorstander van een CbO in brede zin. Zij geven daarvoor o.a. als reden aan dat de praktijkondersteuners bij de huisartsen al veel ouderen in beeld hebben.

In afwachting van de definitieve invulling van artikel 5a Wpg door de minister zal de gemeente terughoudendheid betrachten m.b.t. de ontwikkeling van de preventieve

ouderenzorg. Zodra meer duidelijkheid is verkregen zal de draad weer worden opgepakt en de partijen weer bij elkaar worden geroepen.

College van B&W, Wethouder Huijsmans Namens deze,

Afdeling maatschappelijke ontwikkeling, Sandy Hendriks-Jansen

s.hendriks@asten.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat de aanwijzing van de GGD Groningen en GGD Rotterdam-Rijnmond ook na deze data relevant is, wordt met onderhavig besluit het TbDCC gewijzigd en worden de genoemde

maar om de verplichting aan haar als een regel van de gehoorzaamheid vast te stellen, heeft "Hij Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid,

− mandaat te verlenen voor het geven van een schriftelijke aanwijzing op grond van artikel 58k van de Wet publieke

De nu voorgestelde regionale missie en visie Participatiewet passen in de lijn die in Bergen lokaal is vastgesteld voor het brede sociale domein.. Belangrijke elementen

“gelet op de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de Wet collectieve preventie volksgezondheid” wordt vervangen door: "gelet op de

Ingevolge artikel 67 Wet kinderopvang stelt het college jaarlijks een verslag op van het door de gemeente uitgevoerde toezichts- en handhavingsbeleid.. Toezicht geschiedt door de

Dit betekent in de eerste plaats dat niet de claim beoordeeld zal worden, maar dat gekeken wordt hoe de beperkingen gecompenseerd kunnen worden om er daarmee voor te zorgen dat

Het CbO werkt voor ouderen in de gemeente Losser tussen 65 en 75 jaar die behoefte hebben aan advies, informatie en/of ondersteuning op het gebied van gezondheid, welzijn en