Uitgebreid beheerplan van het domeinbos
Vagevuurbos
te Wingene – Beernem
Houtvesterij Brugge 2007
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ... 3
1 Identificatie van het bos ... 1
1.1 Eigendom, zakelijke en persoonlijke rechten... 1
1.1.1 Aankopen ... 1
1.1.2 Overheveling op 21 april 1995 van 17 ha 48 a 78 ca van het domeinbos Lippensgoed- Bulskampveld... 1
1.2 Kadastraal overzicht... 1
1.3 Situatieplan (schaal 1/10.000 tot 1/25.000)... 6
1.4 Situering... 6
1.4.1 Algemeen - administratief... 6
1.4.2 Relatie met andere groene domeinen ... 6
1.5 Statuut van de wegen en waterlopen ... 7
1.6 Bestemming volgens het geldende plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan ... 7
1.7 Ligging in speciale beschermingszones ... 7
1.7.1 Internationale beschermingszones... 7
1.7.2 Nationale beschermingszones en regionale aandachtsgebieden... 8
1.8 Erfdienstbaarheden... 8
2 Algemene beschrijving... 9
2.1 Cultuurhistorische beschrijving... 9
2.1.1 Historiek... 9
2.1.2 Kenmerken van het vroegere beheer ... 11
2.2 Beschrijving van de standplaats ... 11
2.2.1 Reliëf en hydrografie... 11
2.2.2 Bodem en geologie... 11
2.3 Beschrijving van het biotisch milieu ... 14
2.3.1 Bestandskaart ... 14
2.3.2 Bestandsbeschrijving en dendrometrische gegevens... 15
2.3.3 Flora ... 32
2.3.4 Fauna... 52
2.4 Opbrengsten en diensten ... 57
3 Beheerdoelstellingen... 59
3.1 Beheerdoelstellingen m.b.t. de economische functie ... 59
3.2 Beheerdoelstellingen m.b.t. de ecologische functie ... 59
3.3 Beheerdoelstellingen m.b.t. de sociale en educatieve functie ... 60
3.4 Beheerdoelstellingen m.b.t. de milieubeschermende functie ... 61
3.5 Beheerdoelstellingen m.b.t. de wetenschappelijke functie... 61
4 Beheermaatregelen... 63
4.1 Bosverjonging ... 63
4.2 Bosomvorming... 63
4.3 Bebossingswerken... 67
4.4 Bosbehandelings- en verplegingswerken ... 67
4.5 Kapregeling... 67
4.6 Bosexploitatie... 71
4.7 Brandpreventie ... 71
4.8 Open plekken ... 71
4.9 Gradiënten en bosrandontwikkeling... 72
4.10 Specifieke maatregelen ter bescherming van flora en fauna ... 72
4.11 Dood hout en oude bomen ... 73
4.12 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de toegankelijkheid... 73
4.12.1 Plan wegennet - opengestelde boswegen ... 73
4.12.2 Speelzones... 74
4.12.3 Recreatieve infrastructuur ... 74
4.13 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de jacht ... 74
4.14 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de visserij... 74
4.15 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. gebruik niet-houtige bosproducten ... 74
4.16 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. cultuurhistorische elementen ... 75
4.17 Beheermaatregelen en richtlijnen m.b.t. de milieubeschermende functie ... 83
4.19 Werken die de biotische of abiotische toestand van het bos wijzigen... 83
4.20 Planning van de beheerwerken... 83
5 Bijlagen... 91
Bijlage 1 Kaarten ... 91
Bijlage 2 Overzicht van Bestandstype, leeftijdsklasse, sluitingsgraad, mengingsvorm en bedrijfsvorm per bestand ... 115
Bijlage 3 Waargenomen soorten in Vagevuurbos... 115
Bijlage 4 Samenvatting per bestand van de bosbouw-opnames... 115
Bijlage 5 Samenvatting per bestand van de vegetatie-opnames... 115
Bijlage 6 Toegankelijkheidsreglement... 116
Bijlage 7 Verslag van het openbaar onderzoek ... 117
Bijlage 8 Verslag informatieve wandeling 25 januari 2006... 117
Bijlage 9 Ingediende opmerkingen/bezwaren ... 120
Referenties ... 122
1 Identificatie van het bos
1.1 Eigendom, zakelijke en persoonlijke rechten
Heel het Vagevuurbos is eigendom van de Vlaamse Gewest. Tussen 1992 en 2001 werd door aankoop en overheveling een oppervlakte verworven van 205 ha 92 a 84 ca:
1.1.1 Aankopen
Datum aankoop oppervlakte vorige eigenaar
8 december 1992 25 ha 54 a 90 ca familie De Clercq (3 mede-eigenaars) 25 januari 1994 65 a 60 ca familie Van der Bruggen (naakte en volle eigendom) 25 januari 1994 6 ha 67 a 15 ca " (idem voor gronden in de gemeente Beernem)
21 april 1995 20 ha 07 a 17 ca Van Praet d'Amerloo Anne (1ste verkoop) 21 april 1995 1 ha 24 a 00 ca " (idem voor gronden in de gemeente Beernem)
6 april 1995 0 ca Devooght Daniel (verzaking recht van opstal) 22 oktober 1998 1 ha 28 a 70 ca Van Praet d'Amerloo Anne (2de verkoop)
22 oktober 1998 23 ha 02 a 21 ca familie Papeians de Morchoven (4 mede-eigenaars) 22 oktober 1998 47 ha 74 a 76 ca familie Van der Bruggen (3 mede-eigenaars) 22 oktober 1998 14 ha 94 a 28 ca familie Van der Bruggen (6 mede-eigenaars) 22 oktober 1998 7 ha 41 a 67 ca Van der bruggen Pierre
22 oktober 1998 25 ha 17 a 62 ca Van der Bruggen Yolande 22 oktober 1998 13 ha 88 a 65 ca Van der Bruggen Sabine
22 oktober 1998 20 a 74 ca Papeians de Morchoven dit van der Strepen 17 oktober 2001 56 a 61 ca Rooryck Walter
1.1.2 Overheveling op 21 april 1995 van 17 ha 48 a 78 ca van het domeinbos Lippensgoed- Bulskampveld
De Beernemse Steenweg wordt als scheiding tussen de domeinbossen Vagevuurbossen en Lippensgoed- Bulskampveld beschouwd. Hierdoor werden enkele vroeger gekochte percelen overgeheveld van Lippensgoed- Bulskampveld naar Vagevuurbossen.
Datum aankoop oppervlakte vorige eigenaar
14 augustus 1981 17 ha 36 a 33 ca familie Lippens (4 mede-eigenaars) 9 november 1981 12 a 45 ca familie Lippens (2de verkoop)
Het beheer is in handen van het Agentschap voor Natuur en Bos, Ministerie voor Leefmilieu, Natuur en Energie.
1.2 Kadastraal overzicht
Het domein is gelegen op volgende kaartbladen :
• Gemeente Wingene, 1ste afdeling, sectie D (1ste, 2de, 3de en 6de blad)
• Gemeente Beernem, 1ste afdeling, sectie E (1ste blad)
De link met de bestandsindeling is te zien op kaart 1.1.Kadastraal overzicht, in Bijlage 1.
Tabel 1-1 Kadastraal overzicht
afd,sectie Nummer oppervl. (are) aard bestand
Wingene, * = deel van
1, D 13k 180,50 bos 22a
1, D 13c2 78,30 weiland 22x
1, D 15y2 84,60 bos 9b*
1, D 15a4 240,18 weiland 22y
1, D 15d4 129,80 bos 4b*
1, D 15e4. 42,60 bos 9a
1, D 15k4 207,00 bos 11t*,11y*
1, D 15L4 308,97 bouwland 10a
1, D 15m4 236,49 bouwland 21y*
1, D 15p4 105,36 bouwland 21y*
1, D 15r4 54,00 weiland 21y*
1, D 15t4 40,71 huis 11t*,11y*
1, D 15v4 4,29 magazijn 11t*
1, D 15w4 150,71 bos 20a
1, D 15y4 180,72 bouwland 20y
1, D 16f2 125,65 weiland 19y
1, D 17k3 193,30 bouwland 8b
1, D 17L3 258,30 bos 8a*
1, D 17m3 133,70 bos 8a*
1, D 17n3 348,10 bos 13a*,13b*
1, D 17p3 243,73 bos 19a,19b
1, D 17r3 98,00 bos 5a*
1, D 17s3 114,90 bos 6a*
1, D 17t3 78,65 bos 6a*
1, D 17v3 97,35 bos 4a*
1, D 17w3 215,65 bos 3a*
1, D 17z3 102,85 bos 7a
1, D 17a4 94,40 bos 7b
1, D 17f4 23,40 bos 12a*
1, D 17v4 11,25 bos 1a*,1b*
1, D 17x4 1,20 bos 1b*
1, D 17b5 191,00 bos 3a*
1, D 17c5 105,30 bos 14a
1, D 17g5 92,00 bos 5b*
1, D 17h5 186,25 bos 4a*
1, D 17L5 267,00 bos 13a*,13b*
1, D 17v5 22,64 weg 13a*,19a/b/y*
1, D 17w5 89,57 bos 12a*
1, D 28g 110,30 bos 16a*,17a*
1, D 28h 123,90 bos 17a*,17b
1, D 28L 124,75 bos 15a*
1, D 29b 188,25 bos 16a*,18a*,18b
1, D 29h 89,78 bos 16a*,18a*
1, D 29L 137,72 bos 15a*
1, D 30c 181,60 bos 23a
1, D 30d 342,70 bos 23b
1, D 31a 326,20 bos 24a,24b
1, D 31c 55,10 weiland 24y*
afd,sectie Nummer oppervl. (are) aard bestand
Wingene, * = deel van
1, D 31e 81,35 bouwland 24y*
1, D 32e 153,60 bouwland 25y*
1, D 32f 287,90 bos 26a*
1, D 32g 6,10 bos 26a*
1, D 32k 41,90 weiland 25y*
1, D 32L 21,85 bos 25a*
1, D 32m 107,95 bos 25a*
1, D 32n 22,30 bos 25a*
1, D 40b 157,75 bos 30a
1, D 53f 34,59 grond (bos) 48a*
1, D 53g 22,02 bos 48a*
1, D 69a 138,00 bos 37a,37b*
1, D 69b 170,00 bos 37b*
1, D 70a 97,55 bouwland 31y*
1, D 70b 96,20 weiland 31y*
1, D 70e 104,60 bos 31a*
1, D 70f 88,40 bos 32b*
1, D 70h 89,90 bos 32b*
1, D 70k 105,05 bos 32b*
1, D 70L 82,80 bos 32a*,32b*
1, D 70m 58,40 bos 32a*
1, D 70r 91,50 bos 32a*
1, D 70t 350,65 bos 31a*
1, D 70w 185,20 bos 32b*
1, D 70x 56,20 bouwland 31y*
1, D 70z 144,20 bouwland 31y*
1, D 70a2 47,10 weiland 31y*
1, D 70b2 204,00 bos 32b*
1, D 70c2 145,57 bos 32a*
1, D 71b 117,65 bos 27a*
1, D 71c 150,10 bos 27a*
1, D 71d 122,15 bos 27a*
1, D 71e 157,20 bos 27a*
1, D 71f 32,60 bos 27a*
1, D 71g 104,40 bos 28d
1, D 71h 272,80 bos 28a,28b,28c*
1, D 71m 84,80 bos 28c*
1, D 71n 27,80 bos 28c*
1, D 71p 206,86 bos 28c*
1, D 72e 179,83 bos 29a
1, D 74e 193,08 bos 34a
1, D 76b 189,53 bos 33a
1, D 78c 209,70 bos 34b*
1, D 79c 128,50 bos 34b*,34c
1, D 79f 74,18 bos 35a
1, D 79g 198,76 bos 36a
1, D 79h 59,67 bos 36b
1, D 80a 175,70 bos 33b,33c
1, D 82a 236,45 bos 33d
afd,sectie Nummer oppervl. (are) aard bestand
Wingene, * = deel van
1, D 84b 32,36 bos 39c*
1, D 84c 71,30 bos 39b,39c*
1, D 85b 110,00 bos 38a
1, D 85c 81,80 bos 38b
1, D 85d 102,15 bos 39a*
1, D 85e 85,20 bos 39a*,39d*
1, D 86e 36,64 bos 39a*
1, D 87b 256,38 bos 40a,40b
1, D 87c 41,00 bouwland 40y*
1, D 87d 101,59 weiland 40y*
1, D 351r3 403,38 weiland 47y
1, D 370f 144,22 weiland 41y*
1, D 370g 80,47 weiland 41y*
1, D 370h 89,49 weiland 41y*
1, D 373c 90,76 bouwland 45y
1, D 375b 55,48 weiland 46y
1, D 377c 84,60 bos 47a*
1, D 377d 25,90 bos 47a*
1, D 377e 223,00 bos 46a
1, D 377f 92,30 bos 45b*
1, D 377g 41,90 bos 45b*
1, D 377h 26,80 bos 45a*,45b*
1, D 377k 49,57 bos 45a*,45b*
1, D 383b 838,31 bos 44a,44b
1, D 385b 293,80 bos 43a,43b,43c
1, D 386b 213,45 weiland 42y*
1, D 387e 149,75 weiland 44y
1, D 387f 476,00 weiland 42y*
1, D 393c 112,31 bos 41y*
1, D 394f 344,75 weiland 43y*
1, D 395t 119,30 bos 39d*
1, D 395v 82,15 bos 39d*
1, D 395w 104,70 bos 39d*
1, D 395y 78,50 bos 39d*
1, D 396g 354,83 bouwland 35y
1, D 397h 59,02 bouwland 43y*
1, D 397k 116,64 bouwland 43y*
afd,sectie Nummer oppervl. (are) aard bestand
Beernem, * = deel van
1, E 107/2f 164,30 bos 2a*,2b*
1, E 107/2g 306,75 bos 2a*,2b*,2c*
1, E 127d 5,65 weg 1a*,2a*,2b*
1, E 129a 233,30 bos 1a*
1, E 131a 5,75 bos 1a*
1, E 135a 44,20 bos 1a*
1, E 136d 108,25 bos 1a*
1, E 137f 3,10 weg 1a*
1, E 144/2 17,00 bos 1a*
1, E 144k 133,88 bos 1b*
afd,sectie Nummer oppervl. (are) aard bestand
Beernem, * = deel van
1, E 144m 94,45 bos 1b*
1, E 145e 32,20 bos 1a*
1, E 145f 1,90 bos 1a*
1, E 148a 17,50 bos 1a*
1, E 149d 0,40 bos 1a*
1, E 149e 18,30 bos 1a*
1, E 151c 549,40 bos 2c*,2d
1, E 151f 124,00 bos 3a*
1, E 151k 41,90 bos 4a*,5a*
1, E 151L 23,70 bos 5b*
Aard van perceel volgens kadasterplan totale oppervlakte % van totale oppervlakte
Bos 154 ha 64 a 86 ca 75,10 %
Bouwland 22 ha 54 a 58 ca 10,95 %
Weiland 27 ha 97 a 01 ca 13,58 %
Wegen 0 ha 31 a 39 ca 0,15 %
Gebouwen 0 ha 45 a 00 ca 0,22 %
Totaal 205 ha 92 a 84 ca 100,00 %
1.3 Situatieplan (schaal 1/10.000 tot 1/25.000)
De bosbestanden zijn gelegen binnen de topografische kaarten 13/6 en 21/2 (Kaart 1.2 Situatieplan 1/25.000 in Bijlage 1).
1.4 Situering
1.4.1 Algemeen - administratief
Het Vagevuurbos valt onder de bevoegdheid van de Houtvesterij Brugge met als verantwoordelijke houtvester :
ir. Danny Maddelein
Agentschap voor Natuur en Bos houtvesterij Brugge
Zandstraat 255 bus 3 8000 Brugge tel. 050/45.41.50 GSM : 0479/67.95.73 fax. 050/31.94.58
email : Danny.Maddelein@lne.vlaanderen.be verantwoordelijke boswachter :
Frans Van Nevel Kloosterveld 43
8200 Sint-Andries (Brugge) tel./fax. 050/39 13 72 GSM. 0479/67 95 70
Email : Frans.vannevel@lne.vlaanderen.be
Arbeidersploeg – ploegbaas Eddy Cogghe GSM : 0479/67.95.81
Het Vagevuurbos ligt voor 186 ha 66 a 91 ca in de gemeente Wingene en voor 19 ha 25 a 93 ca in de gemeente Beernem. Het domein is gelegen in de driehoek Aanwijs, Wildenburg en Sint-Pietersveld.
Het Vagevuurbos bevindt zich tussen de coördinaten : 3° 18' 40" en 3° 20' 2" OL
51° 04' 40" en 51° 06' 40" NB
De Lambertcoördinaten van het Vagevuurbos zijn : O-W : van 75 km 800m tot 77 km 700m N-Z : van 197 km 000m tot 200 km 300m 1.4.2 Relatie met andere groene domeinen Kaart 1.2 Situatieplan 1/25.000 in Bijlage 1
De Vagevuurbossen liggen centraal in de groene bosgordel van de Brugse Veldzone. In de onmiddellijke omgeving liggen het Lippensgoed-Bulskampveld (deels domeinbos, deels provinciaal domein), Hulstlobos (eigendom Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening), de Gulke Putten (eigendom Ministerie Defensie – beheer Natuurpunt) en nog vele kleinere en grotere bosdomeinen.
1.5 Statuut van de wegen en waterlopen
De Torenweg, de Vagevuurstraat en de Bruggesteenweg vormen de noordoostelijke en de as Beernemsteenweg en Reigerlostraat de westelijke scheiding van het domeinbos. De Blauwhuisstraat, de Boskapeldreef en Beukendreef doorsnijden het gebied.
De Reigerlostraat-Beernemsesteenweg is een gewestweg. Het beheer van de Torenweg berust bij de gemeente Beernem. Alle overige hierboven vermelde wegen worden door de gemeente Wingene beheerd, inclusief de Vagevuurstraat, het verlengde van de Torenweg, maar dan op grondgebied Wingene (zie Kaart 1.3. in Bijlage 1).
Waterlopen zijn beperkt aanwezig in het Vagevuurbos. Drie beektrajecten (bovenlopen Blauwhuisbeek) in het Vagevuur zijn als waterloop van derde categorie geklasseerd. Enkel deze waterloopjes zijn permanent waterhoudend (zie Kaart 1.4.).
1.6 Bestemming volgens het geldende plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan
Zie Kaart 1-5 Gewestplan
De Vagevuurbossen situeren zich op het gewestplannen Roeselare-Tielt en Brugge-Oostkust.
Het Vagevuurbos bevindt zich in verschillende bestemmingszones :
a) De meeste bossen zijn gelegen in natuurgebied en in natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of Natuurreservaten. De noordelijke tip van het bos is als bosgebied bestemd.
b) Na de herziening van het gewestplan Roeselare-Tielt van 15 december 1998 is de bestemming van de landbouwgronden ten zuiden van de Boskapeldreef agrarisch gebied met ecologisch belang en ten noorden van de Boskapeldreef natuurgebied.
c) Enkel een deel van bestand 41y behoudt de bestemming agrarisch gebied, landschappelijk waardevol.
1.7 Ligging in speciale beschermingszones
1.7.1 Internationale beschermingszones
Zie Kaart 1-6 Afbakening Europees Habitatgebied rond Vagevuurbossen
Het Vagevuurbos bevindt zich niet in een Europees vogelrichtlijngebied of een Water(vogel)gebied van internationale betekenis.
Het domein is wel gelegen in een Europees habitatrichtlijngebied, behalve de percelen en bestanden 11, 20, 21, 22, 35y aan de westzijde van het bos en 41y (deel), 45, 46 en 47 in het zuidelijke deel van het bos. Het betreft het gebied nr. BE2000004 (Bossen, heiden en valleigebieden van zandig Vlaanderen: westelijk deel).
In het Vagevuurbos (soms fragmentair) aanwezige en door de Habitatrichtlijn beschermde habitats zijn droge heide (Code 4030),
Noordatlantische vochtige heide met Erica tetralix (Code 4010), soortenrijke heischrale graslanden op arme bodems (6230),
oude zuurminnende bossen met Quercus robur (zomereik) op zandgronden (9190) alluviale bossen met zwarte els en gewone es (91E0).
1.7.2 Nationale beschermingszones en regionale aandachtsgebieden 1.7.2.1 Beschermd landschap
Zie Kaart 1-7 Beschermd landschap “Sint Pietersveld”
De percelen 40 (y), 41, 42, 43 en 44 zijn gelegen in het gerangschikt landschap "Sint Pietersveld", definitief beschermd op 24 juni 2002.
1.7.2.2 Landschapsatlas
Zie Kaart 1-8 Ankerplaatsen en relictzones
Op de Vlaamse Landschapsatlas situeren de Vagevuurbossen zich in de Relictzone “Oude Veldgebieden Hoogveld, Blekkersbos, Bulskampveld”. Het bos ligt tevens in de Ankerplaats “Bulskampveld – Sint- Pietersveld”.
1.7.2.3 Vlaams Eclogisch Netwerk Zie Kaart 1-9 Vlaams Ecologisch Netwerk
De Vagevuurbossen werden tevens integraal opgenomen in de afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk.
Ze maken deel uit van het VEN-gebied “valleien, bossen en heiderelicten van de oostelijke Brugse Veldzone”
(code 120). Een natuurrichtplan voor dit gebied is nog niet in opmaak.
1.7.2.4 Beschermingszone waterwinning Hulstlo Zie Kaart 1-10 Bescherminfszone waterwinning
Het noordelijk deel van het Vagevuurbos is gelegen in zone III van de waterwinning Hulstlobos (Vlaamse Maatschappij voor Waterwinning). Dit impliceert dat in deze zone geen stortplaatsen mogen ingericht worden of specifieke stoffen kunnen geloosd worden. Normale bemesting van landbouwgronden is nog mogelijk. Het Mestdecreet verbiedt de uitspreiding van mengmest van 2 november tot 15 februari binnen deze beschermingszone.
1.8 Erfdienstbaarheden
Zie Kaart 1-11 Erfdienstbaarheden
In de praktijk bestaat er een erfdienstbaarheid van recht van doorgang voor 1 woning naar de Vagevuurstraat en voor een woning en een landbouwbedrijf naar de Blauwhuisstraat.
Tevens dient een recht van doorgang verleend te worden aan de eigenaar van een 1.5 ha grote bosenclave in het domeinbos. Het betreft het kadastraal perceel 17n5 dat ingesloten ligt tussen percelen 7, 12 en 13.
Er is nog een erfdienstbaarheid ten voordele van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW), Trierstraat 21, 1000 Brussel betreffende een toevoerleiding. In het domeinbos bevinden zich 5 brandkranen (apart gekadastreerd voor 10 m² ) en diverse merktekens.
Doorheen de percelen 1,2, 12, 17, 18, 23 en 24 loopt een waterleiding van de TMVW. Het tracé van deze leiding is eigendom van de TMVW en wordt door deze maatschappij zelf beheerd.
2 Algemene beschrijving
2.1 Cultuurhistorische beschrijving
2.1.1 HistoriekHet noordelijk gedeelte van de zandstreek, bestaande uit lemig zand- en zandgronden, behoorde voor het grootste gedeelte tot het voormalige Bulskampveld, een groot heidegebied dat zich uitstrekte over de gemeenten Wingene, Beernem, Hertsberge, Aalter en St.-Joris-ten-Distel. Dit heidegebied kende, als gevolg van ontginning en begrazing van het oorspronkelijke loofwoud, haar grootste uitbreiding tijdens de middeleeuwen (12e tot 14e eeuw). Tegen het einde van die periode werd echter reeds regelmatig loofhout aangeplant aan de rand van de heide. Het resultaat was een heidekern omgeven door loofbossen. Deze streek correspondeert met de droge, weinig vruchtbare zandgronden van de Rug van Aalter.
Deze situatie ondergaat weinig wijzigingen tot het einde van de 18e eeuw, het ogenblik waarop de systematische ontginning van deze marginale zandgronden een aanvang neemt. De centrale heide wordt beplant met naaldhout, de bosgordels worden tot landbouwland omgezet. Vandaag correspondeert dit nog steeds met een landschap bestaande uit een centrale rug van aaneengesloten naaldhoutbossen, die zich uitstrekt van Bellem tot Loppem en alleen ter hoogte van Aalter onderbroken is. Deze bossen zijn omgeven door akkerland met een regelmatig patroon van grote kavels, van elkaar gescheiden door dreven, restanten van het vroegere loofbos. De streek is weinig bewoond.
Een ander element van de heidevelden waren de vijvers. Deze leverden de vrijdagse vis voor de inwoners van Gent. In de 17e eeuw, met de voltooiing van het kanaal Gent-Brugge, raakten deze vijvers in onbruik, werden drooggelegd en eventueel bebost. Van deze vijvers rest nu nog enkel de Kranepoel.
De bossen rond het toponiem Hendriksberg behoorden aan de heerlijkheid van Wildenburg, met als zetel het Blauwhuis, nabij de parochiekerk van Wildenburg. Deze heerlijkheid was 250 jaar eigendom van de familie Weyts de la Boucharderie tot 1727. Toen kwam de heerlijkheid in eigendom van Johannes van Hoenacker, advocaat te Brugge. In 1821 werd Jacob van Caeneghem, textielproducent in Gent, eigenaar van het domein.
Zijn kleindochter trad in het huwelijk met Frederik van der Bruggen. Deze familie behield het domein tot de verkoop aan het Vlaams Gewest.
Tijdens beide wereldoorlogen werd het gebied zwaar getroffen. De meeste oude bestanden werden gekapt. In WOII werd een munitiedepot ingericht nabij de Hendriksberg (huidig perceel 36) (uit beheerplan bosgroepering Wildenburg, 1995).
De naam Vagevuurbos verwijst naar de Vagevuurkapel die langs de Blauwhuisstraat opgetrokken werd. De huidige kapel dateert van 1962 en vervangt vroegere beelden en prenten die op deze locatie geplaatst werden. De oudste bron gaat terug tot 1756.
Het kapelletje situeert zich bij een depressie waar vroeger een veldvijver aanwezig was. Dergelijke “vagevuren”
of zelfs “hellen” nabij hellingen vindt men ook elders in Vlaanderen terug.
2.1.1.1 Ferrariskaart (1778) Zie Kaart 2-1 in Bijlage 1
Op deze kaart zijn de Beernemse steenweg en de Torenweg/Vagevuurstraat, die actueel de ruwe begrenzing van het domeinbos vormen, reeds aanwezig. Het huidige bos maakte toen deel uit van het heidegebied Bulskampveld. Geen enkel bestand van het actuele bos was als bos gekarteerd.
Opvallend zijn de grote oppervlakten ingenomen door grote veldvijvers. Deze komen voor in de zone ten zuiden van de Hendriksberg. Rond de vijvers komt een uitgestrekt moeras, struweel en heidegebied voor.
Het noordelijk deel is grootschalig heidegebied met enkele kleinere vijvers.
Rondom het huidige bos lagen eind 18e eeuw uitgestrekte bosgebieden.
2.1.1.2 Kaart Vandermaelen (1854) Zie Kaart 2-2 in Bijlage 1
Op deze kaart is de ontginning van het gebied duidelijk aangevangen. De oostelijke zone van het bos is in rechthoekige kavels ingedeeld en reeds grotendeels bebost. Het westelijk deel is nog heidegebied. De veldvijvers zijn verdwenen. De Blauwhuisstraat is als nieuwe weg te onderscheiden op het plan.
Enkele boerderijen zijn nieuw ontstaan in het gebied.
2.1.1.3 MGI 1884 Zie Kaart 2-3 in Bijlage 1
De bebossing van het Vagevuurbos is in het zuiden en centrale deel reeds zeer ver gevorderd. Het gebied heeft dan reeds de allures van een groot aaneengesloten boscomplex.
In het noorden van het gebied zijn ten opzichte van de vorige kaart enkele bossen verdwenen. Daar en in het huidige Bulskampveld werd het jonge bos terug gerooid of was het om andere redenen (vb bosbrand) verdwenen.
Het actuele drevenpatroon van het gebied is in 1887 reeds quasi volledig aanwezig.
2.1.1.4 MGI 1911 Zie Kaart 2-4 in Bijlage 1
De noordelijke tip van het Vagevuurbos is net als het Bulskampveld volledig bebost.
In de centrale zone is weinig veranderd. In het westen en zuiden van het gebied zijn enkele bospercelen terug verdwenen. Het handelt onder andere over de huidige bestanden 35, 36, 37, 39d, 41, 45, 46y, 47y.
2.1.1.5 MGI 1960 Zie Kaart 2-5 in Bijlage 1.
Op de kaart van 1961 is de bosaanwezigheid in het Vagevuurbos quasi identiek als de huidige situatie. Enkel op bestand 41y is een stukje bos aanwezig dat actueel verdwenen is, net als een boszoom op perceel 20y.
In vergelijking met 1895 zijn de bestanden 5b, 8b, 31y, 40y, 43y en een deel van 42y ontbost. Bestand 20a is als nieuw bos aanwezig. Perceel 37 en bestand 39d werden herbebost.
2.1.1.6 Huidige situatie
In vergelijking met de situatie in 1960 is weinig gewijzigd. Sinds de aankoop van het domein werd aan bosuitbreiding gedaan op bestanden 5b, 8b, 10a. Enkel een bosje op het huidige bestand 41y is verloren gegaan.
2.1.2 Kenmerken van het vroegere beheer
De twee wereldoorlogen hebben een vernietigende invloed gehad op de bossen van de streek. Hierdoor was het beheer na beide oorlogen gericht op herstel en hebben we te doen met bosbestanden van jonge leeftijd.
De actuele bossamenstelling van het Vagevuurbos getuigt van een gedegen kennis van de vorige eigenaars. De betere bodems zijn bijna allemaal ingenomen door de zomereikenbestanden. Op de armste zandgronden werden naaldbomen aangeplant. De laatste dertig jaar werd lork als snel en goed groeiende soort massaal ingeplant ter vervanging van waarschijnlijk Grove den. Andere achteraf minder succesvol blijkende soorten als fijnspar en sitkaspar werden heel beperkt aangeplant. De bossen kenden een geregeld beheer met een, voor die tijd, normale dunningsintensiteit.
De boswegen (dreven) waren zeer goed onderhouden, wat de bosexploitatie erg vergemakkelijkt.
Heel plaatselijk werden bestanden diep ontwaterd om bosgroei mogelijk te maken (o.a. 33b). Over het algemeen was dit gezien de droge terreinomstandigheden niet nodig.
In het recente verleden was voor het privé-bos (percelen 27 tot 47) een beheerplan opgesteld zoals dit door het bosdecreet van 1990 verplicht was.
2.2 Beschrijving van de standplaats
Het Vagevuurbos situeert zich in de Zandstreek op de zogenaamde rug van Aalter, een zacht hellende strook (cuesta van Hertsberge – Lotenhulle) tussen de depressie van Beernem en de Zandleemstreek. Het Vagevuur maakt deel uit van het vroegere Bulskampveld, dat op zich een onderdeel was van het Oude veldgebied van Aalter.
Het klimaat is een gematigd en vochtig zeeklimaat met een gemiddelde luchttemperatuur van ongeveer 10°C en een jaarlijkse gemiddelde neerslag van 800 mm.
2.2.1 Reliëf en hydrografie Zie Kaart 2-6 in Bijlage 1.
Het is een vlak tot zwak golvend gebied. De hoogte schommelt tussen de 10 à 25 meter. Het kwartair dek is op de lagergelegen delen dikker dan op de hoger gelegen delen.
De hoogteligging van het Vagevuurbos varieert tussen de 16 meter in het zuidelijkste deel en een goede 25 meter in het noorden en op de Hendriksberg.
De hoger gelegen zandgronden typeren zich meestal door de aanwezigheid van een grondwatertafel op grote diepte. De lagergelegen gronden hebben een ondiepe, permanente grondwatertafel die de oppervlaktelagen beïnvloedt. Sommige hoger gelegen gronden hebben een tijdelijke stuwwatertafel. Er zijn ook gronden met hellingwater.
Als gevolg van een verticale afwisseling van kleiige en zandige lagen in het tertiair substraat zijn sommige zandlagen watervoerend. Wanneer een watervoerende laag op een helling dagzoomt, zal hieruit voortdurend water komen en kan een reeks bronnen ontstaan op een zgn bronniveau. Dergelijke bronnen komen voor in een smalle strook op de helling van de tertiaire opduiking ten zuiden van Oostkamp.
De ontwatering gebeurt via beken en kunstmatige watergangen. Het gebied behoort tot het verzamelgebied van de Rivierbeek.
De afwatering van het Vagevuurbos gebeurt via de bovenlopen van de Blauwhuisbeek, die verder uitmondt in de Ringbeek. Het water van de Ringbeek komt dan via de Hertsbergebeek terecht in de Rivierbeek, die zelf uitmondt in het kanaal Gent-Brugge.
2.2.2 Bodem en geologie 2.2.2.1 Geologie
Het geologisch substraat wordt gevormd door subhorizontale, mariene lagen van het Tertiair, nl. het Eoceen : Ieperiaan (heel weinig)(klei en zand) en Paniseliaan (klei en zand met plaatselijk platte zandsteen). Deze tertiaire formaties hellen naar het noorden. Het Paniseliaan komt over grote oppervlakten op minder dan 1m voor en dagzoomt op talrijke plaatsen. Op de Tertiair Geologische kaart ligt het volledige bos in de Formatie van Gent, Lid van Vlierzele. De ondergrond in het Vagevuurbos bestaat dus uit zandig materiaal.
Tijdens het Kwartair (Pleistoceen, Würmijstijd) werden door overheersende NW-winden, niveo-eolische zanden
leemhoudend. De hogergelegen tertiaire delen (15-20m) zijn bedekt door een dunne, zandige of lemig-zandige deklaag; deze deklaag moet toegeschreven worden aan lokale verstuivingen van hoofdzakelijk reeds aanwezig tertiair zand en vooral aan solifluctieverschijnselen, die zich tijdens het Pleistoceen hebben voorgedaan. Ook de top van het tertiair substraat is sterk aan solifluctie en kryoturbatie onderhevig geweest. Tijdens het Laatglaciaal en het Holoceen hadden nog zandverstuivingen en -afzettingen plaats. Uit de holocene periode dateert ook de veenvorming en de lemige en kleiige oppervlakte-afzettingen in depressies, langs waterlopen en op hellingen (recent alluvium en colluvium).
2.2.2.2 Bodem Zie Kaart 2-7 in Bijlage 1
2.2.2.2.1 Algemeen
Het gros van de bodems in het Vagevuurbos zijn te klasseren als zand- of lemige zandgronden (textuursymbool resp. Z en S). Zandgronden zijn hierbij nog duidelijk in de meerderheid. Enkel in de vallei van de Blauwhuisbeek, gelegen in het zuidelijk deel van het bos, komen plaatselijk wat rijkere licht zandleembodems (textuursymbool P) voor.
De drainageklasse varieert van zeer droog (symbool a) tot nat (e). De zandgronden zijn grotendeels als matig droog tot zeer droog te beschouwen (drainageklassen a tot c); de lemige zandbodems en de licht zandleembodems zijn meestal natter (drainageklassen d en e).
De meeste zandbodems hebben een profielontwikkeling tot podzol (symbool g) doorlopen; de nattere bodems vertonen geen profielontwikkeling (p).
In het zuidelijk deel van het bos wordt een kleizandsubstraat op geringe (20 tot 80 cm) of matige (80-125cm) diepte aangetroffen (symbool w voor textuursymbool in bodemserie). Zeldzamer wordt een zandsubstraat aangetroffen (symbool s).
Het moedermateriaal is meestal geel- of groenachtig, wat door de letter d na het kernsymbool wordt aangegeven.
De meeste loofboombestanden en de landbouwgronden situeren zich op de betere (en nattere) gronden.
Naaldbossen domineren de droge en arme zandgronden.
2.2.2.2.2 Classificatie Zandgronden
Zagd: zeer droge zandgronden met duidelijke humus of/en ijzer B horizont, moedermateriaal geel- of groenachtig.
Zbgd: droge zandgronden met duidelijke humus of/en ijzer B horizont, moedermateriaal geel- of groenachtig.
Zcgd: matig droge zandgronden met duidelijke humus of/en ijzer B horizont, moedermateriaal geel- of groenachtig.
Zdgd: matig natte zandgronden met duidelijke humus of/en ijzer B horizont; moedermateriaal geel- of groenachtig.
w-ZdPd: matig natte zandgrond met complex van gronden met en zonder profielontwikkeling; kleizandsubstraat op matig tot geringe diepte; moedermateriaal geel- of groenachtig
w-Zepd: natte zandgrond zonder profielontwikkeling; kleizandsubstraat beginnend op matig tot geringe diepte;
moedermateriaal geel- of groenachtig Lemig-zandgronden
Sch: matig droge lemige zandgrond met verbrokkelde humus en/of ijzer B horizont
ScP: matig droge lemige zandgrond met een complex van gronden met en zonder profielontwikkeling Sdp: matig natte lemig-zandgronden zonder profielontwikkeling
Sdpd: matig natte lemig-zandgronden zonder profielontwikkeling; moedermateriaal geel- of groenachtig Sdg: matig natte lemig-zandgronden met duidelijke humus of/en ijzer B horizont
wSdg: matig natte lemig-zandgronden met duidelijke humus of/en ijzer B horizont; kleizandsubstraat beginnend op geringe diepte
Sdgd: matig natte lemig-zandgronden met duidelijke humus of/en ijzer B horizont; moedermateriaal geel- of groenachtig
w-Sdgd: matig natte lemig-zandgronden met duidelijke humus of/en ijzer B horizont; moedermateriaal geel- of groenachtig en kleizandsubstraat beginnend op geringe of matige diepte
w-Sdhd: matig natte lemig-zandgronden met verbrokkelde humus of/en ijzer B horizont; moedermateriaal geel- of groenachtig en kleizandsubstraat beginnend op geringe of matige diepte
w-SdP: matig natte lemig-zandgronden met een complex van gronden met en zonder profielontwikkeling;
kleizandsubstraat beginnend op geringe of matige diepte
w-SdPd: matig natte lemig-zandgronden met een complex van gronden met en zonder profielontwikkeling;
kleizandsubstraat op geringe tot matige diepte; moedermateriaal geel- of groenachtig
SePd: natte lemig-zandgronden met een complex van gronden met en zonder profielontwikkeling;
moedermateriaal geel- of groenachtig
Sep: natte lemig-zandgrond zonder profielontwikkeling
Sepd: natte lemig-zandgronden zonder profielontwikkeling; moedermateriaal geel- of groenachtig
w-Sepd: natte lemig-zandgronden zonder profielontwikkeling; moedermateriaal geel- of groenachtig;
kleizandsubstraat beginnend op geringe of matige diepte Licht zandleemgronden
w-Pepd: natte licht zandleemgronden zonder profielontwikkeling; kleizandsubstraat beginnend op matig tot geringe diepte; moedermateriaal geel- of groenachtig
s-Pepd: natte licht zandleemgronden zonder profielontwikkeling; zandsubstraat beginnend op matig tot geringe diepte; moedermateriaal geel- of groenachtig
Pep: natte licht zandleemgrond zonder profielontwikkeling.
2.3 Beschrijving van het biotisch milieu
2.3.1 Bestandskaart
Kaart 2-8 Bestandskaart Vagevuurbos
Het Vagevuurbos is onderverdeeld in 48 percelen, die op hun beurt onderverdeeld zijn in bestanden, 99 in totaal.
De vroegere perceel- en bestandsindeling werd bij de opmaak van dit plan gewijzigd. Een vergelijkende tabel is bijgevoegd als tabel 2.1.
Tabel 2-1 Vergelijking oude en nieuwe bestandsnummers Oud bestandsnr Nieuw nr
1a, 2a 1a
1b 1b
3a, 3c 2a
3b 2b
4a, 7a 2c
5a, 6a, 8a 2d
9a 3a
10a 4a
11a 5a
11b 5b
12a 6a
13a 7a
13b 7b
14a 8a
14c 8b
15a 9a
15b 9b
16a 10a
17t 11t
17y 11y
18a 12a
19a 13a
19b 13b
21a 14a
22a 15a
23a 16a
24a 17a
24b 17b
27a 18a
27b 18b
28a 19a
28b 19a of b
28y 19y
29a 20a
Oud bestandsnr Nieuw nr
29y 20y
30y 21y
31a 22a
31y 22y
31x 22x
32a 23a
32b 23b
33a 24a
33b 24b
33y 24y
34a 25a
34b 25a
34y 25y
35a 26a
36a 27a
37a 28a
37b 28b
37c 28c
37d 28d
38a 29a
39a 30a
40a 31a
40y 31y
41a 32a
41c 32b
42a 33a
42b 33b
42c 33c
42d 33d
43a 34a
43b 34b
43c 34c
44a 35a
44y 35y
Oud bestandsnr Nieuw nr
45a 36a
45b 36a
45c 36b
46a 37a
46b 37b
47a 38a
47b 38b
48a 39a
48b 39b
48c 39c
48d 39d
49a 40a
49b 40b
49y 40y
50y 41y
51y 42y
51x 42x
51a 44a
52y 43y
52a 43a
52b 43b
52c 43c
53a 44b
53y 44y
54y 45y
54a 45a
54b 45b
55a 46a
55y 46y
56a 47a
56y 47y
- 48a
De verdeling van de percelen en bestanden zijn op basis van de volgende definities gebeurd:
Een perceel is een grondoppervlakte, afgebakend door duidelijk cartografische grenzen zoals wegen en grachten.
Een bestand is een beheersoppervlakte, een oppervlakte met een gelijke (boomsoorten)samenstelling en leeftijd en die een uniform beheer krijgt.
2.3.2 Bestandsbeschrijving en dendrometrische gegevens
In de bestandsbeschrijving, die in bijlage 4 is opgenomen, zijn gegevens verzameld in de periode herfst 2001- lente 2002 verwerkt. Een samenvatting van de bestandskarakteristieken is te vinden in tabel 2.2.
Tabel 2-2 Bestandskarakteristieken voor het Vagevuurbos Bestand Opp. Bestands-
type Boom-
soorten (>10% V)
Leeftijd Sluitings-
graad Mengings-
vorm Volume
(m³/ha)
1a 4,87 N Ps 1920/29 1/3-2/3 Homogeen 268
1b 2,09 N Do 1934 1/3-2/3 Homogeen 309
2a 2,42 N Ps 1920/49 1/3-2/3 Homogeen 195
2b 1,11 N Pc 1933 1/3-2/3 Homogeen 535
2c 2,39 N Pc 1933 1/3-2/3 Homogeen 525
2d 4,74 N Ps 1920 1/3-2/3 Homogeen 340
3a 5,31 N Ps 1950 1/3-2/3 Homogeen 371
4a 2,92 N Ps 1920/33 1/3-2/3 Homogeen 370
5a 1,17 N Ps, L 1920 1/3-2/3 Stamsgewijs 230
5b 1,05 L zE 1995 > 2/3 Homogeen
6a 2,04 N Ag 1991 > 2/3 Homogeen
7a 1,23 N Ps 1950 > 2/3 Homogeen 408
7b 0,99 N L 1960 1/3-2/3 Homogeen 214
8a 8,66 N Ps, Be 1945 1/3-2/3 Homogeen 224
8b 1,90 L zE 1998 < 1/3 Homogeen
9a 0,47 N L 1970 1/3-2/3 Homogeen 214
9b 2,22 N Ps 1965 1/3-2/3 Homogeen 186
10a 2,96 L zE 1998 1/3-2/3 Homogeen
11t Woning Nvt / / / /
11y Weiland Nvt / / / /
12a 1,21 N L, Ep 1970 1/3-2/3 Homogeen 185
13a 3,79 N L 1980 > 2/3 Homogeen 120
13b 2,63 N + L L, Be 1980 > 2/3 Stamsgewijs 110
14a 1,12 N Ep 1970 > 2/3 Homogeen 251
15a 2,53 N Ps 1947 1/3-2/3 Homogeen 265
16a 1,32 L zE 1995/99 < 1/3 Homogeen
17a 0,7 N Ps 1947 1/3-2/3 Groepsgewijs 265
17b 0,8 N Pc 1960 1/3-2/3 Homogeen 322
18a 1,25 N Do, L, Ep 1960 > 2/3 Stamsgewijs 297
18b 0,76 N + L L, zE, Do 1960 1/3-2/3 Groepsgewijs 209
19a 1,76 N + L L, aE, Be 1997 1/3-2/3 Homogeen
19b 0,74 L B, Be, Ps 1997 1/3-2/3 Homogeen
19y Akker Nvt / / / /
20a 1,42 N Ep 1975 > 2/3 Homogeen 251
20y Akker Nvt / / / /
21y Akker Nvt / / / /
22a 1,97 L xPo, Be 1970 1/3-2/3 Homogeen 175
22x Weiland Nvt / / / /
22y Weiland Nvt / / / /
23a 1,71 N + L Ps, Be 1947 1/3-2/3 Stamsgewijs 210
23b 3,01 L + N zE, L 1918 > 2/3 Stamsgewijs 170
24a 2,57 N Ps 1947 1/3-2/3 Homogeen 286
Bestand Opp. Bestands-
type Boom-
soorten (>10% V)
Leeftijd Sluitings-
graad Mengings-
vorm Volume
(m³/ha)
24y Weiland Nvt / / / /
25a 1,48 N + L Ep, Be 1950/75 > 2/3 Groepsgewijs 178
25y Akker Nvt / / / /
26a 2,99 N Ps 1947 1/3-2/3 Homogeen 289
27a 5,68 N Ps 1/3-2/3 Homogeen 178
28a 2,12 N L, Ps 1980 > 2/3 Homogeen 180
28b 0,6 N Do, Ep, Cham 1980 > 2/3 Stamsgewijs 178
28c 3,08 N Ps 1968/70 1/3-2/3 Homogeen 164
28d 0,99 N Do, L, Ep 1970 > 2/3 Stamsgewijs 360
29a 1,73 L zE, Be 1900/1950 1/3-2/3 Stamsgewijs 180
30a 1,61 N Ps, zE 1947 1/3-2/3 Homogeen 269
31a 4,44 N Ps 1970 1/3-2/3 Homogeen 204
31y Akker Nvt / / / /
32a 2,95 L zE 1900/1950 1/3-2/3 Stamsgewijs 137
32b 7,45 N Ps, zE 1955 1/3-2/3 Homogeen 208
33a 1,7 N L 1985 1/3-2/3 Homogeen 155
33b 0,79 N Ep 1992 > 2/3 Homogeen
33c 1,08 N L, Be 1992 1/3-2/3 Homogeen 35
33d 2,33 N Ps 1970 1/3-2/3 Homogeen 203
34a 1,85 L zE 1900/1950 1/3-2/3 Stamsgewijs 73
34b 2,21 N L 1992 > 2/3 Homogeen 35
34c 1,2 N L 1970 1/3-2/3 Groepsgewijs 182
35a 0,75 L zE, tKa, Be 1992 < 1/3 Homogeen
35y Akker Nvt / / / /
36a 1,75 N L 1988 1/3-2/3 Homogeen 174
36b 0,64 L zE 1999 < 1/3 Homogeen
37a 0,85 N Ep, Be 1985 > 2/3 Homogeen 91
37b 2,11 N L 1965 1/3-2/3 Homogeen 257
38a 1,09 L + N Be, B, L, aE 1980 1/3-2/3 Stamsgewijs 122
38b 0,82 L zE 1950 1/3-2/3 Homogeen 133
39a 1,9 N Ps 1960 1/3-2/3 Homogeen 261
39b 0,66 L zE 1950 1/3-2/3 Homogeen 143
39c 0,42 N Ep 1950 1/3-2/3 Homogeen 35
39d 4,66 N L 1975 < 1/3 Homogeen 111
40a 1,3 N L 1975 > 2/3 Homogeen 235
40b 1,28 L + N Be, L 1980 1/3-2/3 Stamsgewijs 90
40y Weiland Nvt / / / /
41y Weiland Nvt / / / /
42y Akker Nvt / / / /
43a 0,68 L xPo, Es, Be 1950 1/3-2/3 Homogeen 180
43b 1,11 N Ps 1950 1/3-2/3 Homogeen 208
43c 1,38 N + L Do, zE 1950 1/3-2/3 Groepsgewijs 185
44a 4,1 L zE 1900 1/3-2/3 Stamsgewijs 221
44b 3,96 L zE, aE, B 1900 1/3-2/3 Stamsgewijs 169
45a 0,69 L zE 1999 < 1/3 Homogeen
45b 1,45 N L, Be 1968 1/3-2/3 Groepsgewijs 79
46a 2,23 L zE 1900 1/3-2/3 Homogeen 239
47a 1,01 L + N Be, L 1980 1/3-2/3 Stamsgewijs 83
48a 0,57 N Do 1980 > 2/3 Homogeen 100
23% van de totale oppervlakte betreft akker- en weiland.
Wat het bosgedeelte van het domein betreft is 76 procent bedekt met naaldbos en 24 procent met loofbos.
Grove den is de belangrijkste boomsoort (41% van de oppervlakte). Lork en zomereik nemen beiden ongeveer 20% van de beboste oppervlakte in. Fijnspar en Corsicaanse den hebben verder nog een relatief belangrijk aandeel met resp. 5,2 en 4,5 procent.
2.3.2. Bestandsbeschrijving en dendrometrische gegevens 2.3.2.1. Bestandskenmerken
De meeste bestanden zijn homogeen en gelijkjarig. Gemengd naaldbos (N+L) of gemengd loofbos (L+N) komen slechts sporadisch voor. Oude bomen (>100 jaar) zijn zeldzaam (bijna afwezig) in het bos. De meeste bestanden zijn gesloten, behalve de zones waar windval opgetreden is en de jonge aanplanten.
Alle bestanden worden momenteel als hooghout beheerd.
In onderstaande tabellen en figuren worden de verschillende bestandskenmerken op niveau van het bos weergegeven
Tabel 2-3 Verschillende bestandskenmerken op bosniveau
Bestandstype Oppervlakte (ha) Oppervlakte (%)
Loofhout 28,51 14
Loofhout + naaldhout 9,77 5
Naaldhout 109,18 53
Naaldhout + loofhout 9,63 5
Open ruimte 48,28 23
Infrastructuur 0,56 0
Totaal 205,93 100
Leeftijdsklasse Oppervlakte (ha) Oppervlakte (%)
1 - 20 jaar 24,82 12
21 - 40 jaar 41,74 20
41 - 60 jaar 52,75 26
61 - 80 jaar 7,78 4
81 - 100 jaar 4,79 2
101 - 120 jaar 1,94 1
121 - 140 jaar 2,25 1
Ongelijkjarig 21,02 10
Niet van toepassing 48,84 24
Totaal 205,93 100
Sluitingsgraad Oppervlakte (ha) Oppervlakte (%)
< 25 % 10,35 5
25 % - 50 % 41,63 20
50 % - 75 % 78,26 38
> 75 % 26,85 13
Niet van toepassing 48,84 24
Totaal 205,93 100
Mengingsvorm Oppervlakte (ha) Oppervlakte (%)
Stamsgewijs 30,46 15
Groepsgewijs 7,11 3
Homogeen 119,51 58
Niet van toepassing 48,84 24
Totaal 205,93 100
Bedrijfsvorm Oppervlakte (ha) Oppervlakte (%)
Hooghout 157,09 76
Niet van toepassing 48,84 24
Totaal 205,93 100
Figuur 2-1 Oppervlakteverdeling (%) van Vagevuur volgens bestandstype.
Figuur 2-2 Oppervlakteverdeling (%) van Vagevuur volgens leeftijdsklasse.
Figuur 2-3 Oppervlakteverdeling (%) van Vagevuur volgens sluitingsgraad.
Figuur 2-4 Oppervlakteverdeling (%) van Vagevuur volgens mengingsvorm.
Figuur 2-5 Oppervlakteverdeling (%) van Vagevuur volgens bedrijfsvorm.
!
"
# "
$
$
"
2.3.2.2. Boomsoortensamenstelling Zaailingen
Tot de zaailingen worden alle exemplaren gerekend met een hoogte lager dan 2 m. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het gemiddeld aantal zaailingen per ha, per boomsoort en per hoogteklasse, dat werd waargenomen in het domeinbos Vagevuur.
Zaailingen komen eerder beperkt voor in het bos (gemiddeld 1343 exemplaren per hectare). Eén derde daarvan wordt door Amerikaanse vogelkers (32%) ingenomen. Ook de berk is sterk vertegenwoordigd bij de zaailingen (28%). Verder komen grove den (12%), lijsterbes (7%), zomereik (7%) en Amerikaanse eik (7%), spork, douglasspar en een zeldzame essenzaailing voor.
Het grootste aantal zaailingen werd aangetroffen van volgende boomsoorten: Amerikaanse vogelkers (32%), berk (28%),
Tabel 2-4 Boomsoortensamenstelling zaailingen
Gemiddelde hoogte (cm) Boomsoort Stamtal (/ha)
0-49 Amerikaanse vogelkers 368
Berk 193
Grove den 170
Lijsterbes 41
Europese vogelkers 25
Esdoorn 25
Zomereik 11
Douglasspar 11
Amerikaanse eik 8
Sporkehout 6
50-99 Amerikaanse vogelkers 17
Lijsterbes 13
Zomereik 13
Es 8
100-149 Zomereik 69
Amerikaanse eik 56
Amerikaanse vogelkers 50
Lijsterbes 30
Berk 18
150-199 Berk 172
Lijsterbes 17
Sporkehout 15
Amerikaanse eik 13
Europese vogelkers 8
Amerikaanse vogelkers 8
Totaal 1364
Struiklaag
Tot de struiklaag behoren alle exemplaren met een hoogte hoger dan 2 m en een omtrek kleiner dan 20 cm. Een overzicht van alle boomsoorten die in de struiklaag werden geïnventariseerd, wordt gegeven in onderstaande tabel.
In de struiklaag komen gemiddeld 900 exemplaren per hectare voor (plus 95 dode exemplaren, voornamelijk behandelde Amerikaanse vogelkers). Twee derden daarvan betreffen berken (70%) die duidelijk dominant zijn in de struiklaag. Zomereik, lijsterbes (11%) en Amerikaanse eik (7%) zijn goed vertegenwoordigd in de struiklaag (30-100 ex/ha); zeldzamer zijn tamme kastanje, beuk, grove den, esdoorn, zwarte els, gewone es, lork en douglasspar. De Amerikaanse vogelkers is, ingevolge het lopende behandelingsplan, heel beperkt aanwezig in de
Wat betreft de dode bomen in de struiklaag, zijn de meest voorkomende soorten: berk (43%), Amerikaanse vogelkers (19%), Amerikaanse eik (13%), lijsterbes (8%) en zomereik (8%).
Tabel 2-5 Boomsoortensamenstelling struiklaag
Gemiddelde hoogte (cm) Boomsoort Stamtal levend
(/ha) Stamtal dood (/ha)
200-400 Berk 407 9
Lijsterbes 41 4
Zomereik 16 0
Amerikaanse eik 7 0
Esdoorn 5 0
Europese vogelkers 3 0
Grove den 3 0
Amerikaanse vogelkers 2 3
Tamme kastanje 4 2
400-600 Berk 130 11
Lijsterbes 48 2
Zomereik 21 0
Zwarte els 3 1
Douglasspar 3 0
Amerikaanse vogelkers 0 4
Beuk 10 0
Tamme kastanje 9 2
Larix 7 0
600-800 Berk 94 18
Amerikaanse eik 55 12
Lijsterbes 13 1
Larix 5 4
Berk 4 4
Es 4 0
Zomereik 4 7
Europese vogelkers 2 0
Amerikaanse vogelkers 1 11
Beuk 2 0
Totaal 902 96
Boomlaag
De boomlaag bestaat uit alle exemplaren met een omtrek groter dan 20 cm. Op basis van het gemiddeld bestandsgrondvlak zijn de meest voorkomende boomsoorten in de boomlaag: grove den (47%), Larix (15%), zomereik (13%) en Corsikaanse den (12%).
Op niveau van het bosdomein nemen de inheemse boomsoorten 67% van het gemiddeld bestandsgrondvlak in en de exoten 33%.
Een volledig overzicht van alle voorkomende boomsoorten in de boomlaag wordt gegeven in onderstaande tabel.
Tabel 2-6 Boomsoortensamenstelling boomlaag
Boomsoort Stamtal Grondvlak Volume
(/ha) (%) (m²/ha) (%) (m³/ha) (%)
Grove den 181 32,3 10,6 47,8 91,1 46,8
Larix 103 18,4 3,4 15,3 28,5 14,6
Zomereik 47 8,4 2,7 12,3 25,2 12,9
Corsikaanse den 20 3,6 1,8 8,3 22,9 11,8
Berk 125 22,3 1,1 5,1 5,4 2,8
Douglasspar 9 1,7 0,8 3,6 9,6 4,9
Fijnspar 20 3,5 0,7 3,2 6,1 3,1
Amerikaanse eik 26 4,7 0,4 1,7 2,1 1,1
Beuk 4 0,7 0,2 0,9 1,5 0,8
Populier 3 0,5 0,2 0,8 1,7 0,9
Tamme kastanje 5 1,0 0,0 0,2 0,1 0,1
Lijsterbes 6 1,1 0,0 0,2 0,1 0,1
Es 1 0,2 0,0 0,2 0,3 0,2
Amerikaanse vogelkers 2 0,4 0,0 0,1 0,1 0,0
Zwarte els 3 0,5 0,0 0,1 0,1 0,0
Grauwe abeel 1 0,2 0,0 0,1 0,1 0,0
Europese vogelkers 2 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0
Esdoorn 1 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0
Totaal 562 100,0 22,1 100,0 194,9 100,0
In Tabel 2-7 wordt voor de verschillende bestanden de leeftijdsklasse, de hoofdboomsoort, het aandeel aan inheemse boomsoorten en de mengvorm weergegeven. Een gedetailleerde beschrijving van de boomsoortensamenstelling per bestand is terug te vinden in bijlage 4.
Een hoofdboomsoort wordt gedefinieerd als een boomsoort die minstens 20% van het bestandsgrondvlak inneemt.
Bij de mengvorm wordt enerzijds rekening gehouden met het aandeel inheemse boomsoorten in het bestandsgrondvlak en anderzijds met het aantal waargenomen boomsoorten. Hierbij worden volgende definities gehanteerd:
- inheems: een bestand is inheems wanneer de inheemse boomsoorten minstens 90% van het bestandsgrondvlak innemen,
- exoot: een bestand is exoot wanneer de exoten meer dan 70% van het bestandsgrondvlak innemen, - inheems/exoot: 50% < aandeel inheemse boomsoorten in het bestandsgrondvlak < 90%,
- exoot/inheems: 50% < aandeel exoten in het bestandsgrondvlak < 70%,
- homogeen: een bestand is homogeen wanneer 1 boomsoort meer dan 80% van het bestandsgrondvlak inneemt,
- gemengd: een bestand is gemengd zodra er minstens 2 verschillende boomsoorten aanwezig zijn en 1 boomsoort 80% of minder van het bestandsgrondvlak inneemt, of 80% van het totale stamtal bij bestanden jonger dan 30 jaar.
Tabel 2-7 Leeftijdsklasse, de hoofdboomsoort, het aandeel aan inheemse boomsoorten en de mengvorm per bestand
Bestands- Leeftijds- Hoofd- Volume Mengvorm
nummer klasse boomsoort Inheems (%) inheems/gemengd aantal soorten
1a 41-60 Ps 100 inheems homogeen
1b 41-60 Do 0 exoot homogeen
2a 41-60 Ps 100 inheems homogeen
2b 41-60 Pc 0,3 exoot homogeen
2c 41-60 Pc 0 exoot homogeen
2d 41-60 Ps 100 inheems homogeen
3a 41-60 Ps 98,4 inheems homogeen
4a 61-80 Ps 99,1 inheems homogeen
5a 41-60 Ps 79,6 inheems/exoot gemengd
5b 1-20 zE / inheems homogeen
6a 1-20 Abies grandis / exoot homogeen
7a 41-60 Ps 100 inheems gemengd
7b 41-60 L 1,6 exoot homogeen
8a Ongelijkjarig Ps 100 inheems homogeen
8b 1-20 zE / inheems homogeen
9a 41-60 L 1,6 exoot homogeen
9b 21-40 Ps 100 inheems homogeen
10a 1-20 zE / inheems homogeen
11t nvt woning Nvt nvt nvt
11y nvt weiland Nvt nvt nvt
12a 21-40 L 0,2 exoot homogeen
13a 1-20 L 0,9 exoot homogeen
13b 21-40 L/Be 22,0 exoot gemengd
14a 21-40 Ep 0 exoot homogeen
15a 41-60 Ps 100 inheems homogeen
16a 1-20 zE / inheems homogeen
17a Ongelijkjarig Ps 100 inheems homogeen
17b 21-40 Pc 0 exoot homogeen
18a 41-60 Do 8,3 exoot gemengd
18b Ongelijkjarig L/zE 30,4 exoot gemengd
19a 1-20 L / exoot homogeen
19b 1-20 B / inheems homogeen
19y nvt akker Nvt nvt nvt
20a 41-60 Ep 0 exoot homogeen
20y nvt akker Nvt nvt nvt
21y nvt akker Nvt nvt nvt
22a 21-40 xPo/Be 18,8 exoot/inheems gemengd
22x nvt weiland Nvt nvt nvt
22y nvt weiland Nvt nvt nvt
23a 21-40 Ps/Be 100 inheems/ gemengd
23b Ongelijkjarig zE/L 67,4 inheems/exoot gemengd
Bestands- Leeftijds- Hoofd- Volume Mengvorm
nummer klasse boomsoort Inheems (%) inheems/gemengd aantal soorten
24a 41-60 Ps 100 inheems homogeen
24b 21-40 Be/Ep / inheems/exoot gemengd
24y nvt weiland Nvt nvt nvt
25a 21-40 Ep/B 21,8 exoot gemengd
25y nvt akker Nvt nvt nvt
26a 41-60 Ps 92,7 inheems/exoot homogeen
27a 21-40 Ps 100 inheems/ homogeen
28a 21-40 L/Ps 20,5 exoot gemengd
28b Ongelijkjarig Do/ Ep/ Cham 20,5 exoot gemengd
28c 41-60 Ps 100 inheems homogeen
28d 41-60 Do 0 exoot homogeen
29a Ongelijkjarig zE/Be 100 inheems gemengd
30a 61-80 Ps 100 inheems homogeen
31a 41-60 Ps 100 inheems homogeen
31y nvt akker Nvt nvt nvt
32a Ongelijkjarig zE 98,2 inheems stamsgewijs
32b 21-40 Ps 90,8 inheems gemengd
33a 21-40 L 0 exoot homogeen
33b 1-20 Ep / exoot homogeen
33c 1-20 L 0 exoot homogeen
33d 21-40 Ps 100 inheems homogeen
34a 101-120 zE 97,2 inheems homogeen
34b 1-20 L 0 exoot homogeen
34c 41-60 L 0 exoot homogeen
35a 1-20 zE / inheems/exoot gemengd
35y nvt akker Nvt nvt nvt
36a 1-20 L 0,5 exoot homogeen
36b 1-20 zE / inheems/exoot gemengd
37a Ongelijkjarig Ep 18,1 exoot homogeen
37b 41-60 L 0,2 exoot homogeen
38a 21-40 B/Be/L/aE 58,5 inheems/exoot gemengd
38b Ongelijkjarig zE 99,6 inheems homogeen
39a 61-80 Ps 92,1 inheems/exoot gemengd
39b 81-100 zE 100 inheems homogeen
39c 41-60 Ep / exoot homogeen
39d 21-40 L 0,3 exoot homogeen
40a 21-40 L 0 exoot homogeen
40b Ongelijkjarig Be 77,0 inheems/exoot homogeen
40y nvt weiland Nvt nvt nvt
41y nvt weiland Nvt nvt nvt
42y nvt akker Nvt nvt nvt
43a 21-40 Be 100 inheems gemengd
43b 41-60 Ps/zE 83,2 inheems/exoot gemengd
43c 61-80 Do/zE 34,6 exoot/inheems gemengd
43y nvt weiland Nvt nvt nvt
44a Ongelijkjarig zE 98,1 inheems homogeen
44b 81-100 zE/aE 81,8 inheems/exoot gemengd
44y nvt weiland Nvt nvt nvt
Bestands- Leeftijds- Hoofd- Volume Mengvorm
nummer klasse boomsoort Inheems (%) inheems/gemengd aantal soorten
45b 41-60 L/Be 12,3 exoot gemengd
45y nvt weiland Nvt nvt nvt
46a 121-140 zE 100 inheems homogeen
46y nvt weiland Nvt nvt nvt
47a 1-20 Be/La 69,4 inheems/exoot gemengd
47y nvt weiland Nvt nvt nvt
48a 21-40 Do / exoot homogeen
nvt = niet van toepassing,
/ = In deze bestanden zijn geen metingen uitgevoerd waardoor het exacte aandeel inheemse boomsoorten in het gemiddeld bestandsgrondvlak niet gekend is. De mengvorm is bepaald op basis van de algemene bestandsbeschrijving.
Tabel 2-8 Samenvatting
Inheems/exoot Gemengd/homogeen Opp. (ha) Opp. (%)
inheems gemengd 1 ,01 8
homogeen %" 44
inheems/exoot gemengd %& 10
homogeen % 3
exoot gemengd 10,48 7
homogeen 41,38 26
exoot/inheems gemengd 3,24 2
Uit Tabel 2-8 kan afgeleid worden dat Vagevuur momenteel bestaat uit 8% gemengde, inheemse bestanden en voor 44% uit homogene, inheemse bestanden. Overeenkomstig de beheervisie van de afdeling Bos & Groen wordt op (lange) termijn gestreefd naar 80% gemengde, inheemse bestanden op basis van standplaatsgeschikte boomsoorten.
Daarnaast komen 33% bestanden van exoten voor. In deze exotenbestanden moet 30% inheems loofhout worden ingebracht.
2.3.2.3. Dendrometrische gegevens Bosbestanden
Vagevuur wordt gekenmerkt door een gemiddeld stamtal van 562/ha, een gemiddeld bestandsgrondvlak van 22,1 m²/ha en een gemiddeld bestandsvolume van 195,0 m³/ha.
Naar stamtal zijn Grove den, berk en lork de belangrijkste boomsoorten. Zij nemen respectievelijk 32, 22 en 18 procent van het totale stamtal in. Andere boomsoorten nemen minder dan 10% van het stamtal in. Hierbij zijn Zomereik (8%), Amerikaanse eik (5%), Corsicaanse den (4%), Fijnspar (4%) en Douglasspar (2%) de belangrijkste soorten. Populier, beuk, lijsterbes en kastanje nemen elk nog ongeveer 1% van het stamtal in. Het aandeel van de Beuk is hiermee wat onderschat daar deze soort heel vaak in de dreven voorkomt en de dreven niet meegerekend werden in de bosinventaris.
In de grondvlak- en voorraadverdeling is de Grove den opnieuw de belangrijkste soort met een aandeel van een kleine 50% in het totaal. Lork, zomereik en Corsicaanse den nemen respectievelijk 14, 13 en 12 procent van de totale voorraad in. De berk is slechts goed voor een aandeel van drie procent in de voorraad; Douglasspar voor vijf procent en Fijnspar eveneens drie procent.
Het Vagevuurbos telt 4,7 m³ staand dood hout per hectare, een 2,5 procent van de voorraad. Het staand dood hout heeft een gemiddeld stamtal van 30/ha, een gemiddeld bestandsgrondvlak van 0,6 m²/ha en een gemiddeld bestandsvolume van 4,7 m³/ha. Het dood hout bestaat voor een derde uit dode stammetjes van chemisch behandelde Amerikaanse vogelkers. Van groter belang zijn de dikke dode zomereiken, beuken en grove dennen die de rest van de voorraad dood hout innemen.
Bij het berekenen van de bestandsparameters zijn de open ruimte (bestand 11y, 19y, 20y, 21y, 22x, 22y, 24y, 25y, 31y, 35y, 40y, 41y, 42y, 43y, 44y, 45y, 46y en 47y) en de infrastructuur (bestand 11t) buiten beschouwing gelaten.
Tabel 2-9 Stamtal, grondvlak en volume van levende en staande dode bomen per bestand
Bestands- Opp. Levende bomen Staande dode bomen
nummer (ha) Stamtal
(ha) Grondvlak
(m²/ha) Volume
(m³/ha) Stamtal
(ha) Grondvlak (m²/ha) Volume (m³/ha)
1a 4,89 663 30,7 272,5 20 0,1 0,3
1b 2,10 138 23,0 305,9 0 0,0 0,0
2a 2,38 600 25,3 207,2 0 0,0 0,0
2b 1,06 354 39,7 535,5 0 0,0 0,0
2c 4,69 442 42,1 551,1 0 0,0 0,0
2d 2,38 630 39,5 366,4 0 0,0 0,0
3a 5,23 668 32,2 271,2 0 0,0 0,0
4a 2,91 690 37,0 370,5 0 0,0 0,0
5a 1,17 629 28,5 229,7 0 0,0 0,0
5b 1,09 / / / / / /
6a 2,09 / / / / / /
7a 1,21 737 27,3 222,7 0 0,0 0,0
7b 0,99 609 20,8 204,0 0 0,0 0,0
8a 3,64 776 27,1 227,0 0 0,0 0,0
8b 1,96 / / / / / /
9a 0,46 609 20,8 214,0 0 0,0 0,0
9b 2,20 668 23,6 185,8 0 0,0 0,0
10a 3,03 / / / / / /
11t 0,56 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
11y 2,06 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
12a 1,23 1061 23,9 184,5 0 0,0 0,0
13a 3,69 982 17,5 119,4 0 0,0 0,0
13b 2,64 1140 17,9 110,7 0 0,0 0,0
14a 0,97 501 26,9 261,5 0 0,0 0,0
15a 2,59 708 33,2 264,8 0 0,0 0,0
16a 1,37 / / / / / /
17a 0,80 707 33,2 264,5 0 0,0 0,0
17b 0,83 865 39,6 321,8 0 0,0 0,0
18a 1,41 511 32,2 355,0 0 0,0 0,0
18b 0,77 295 22,4 208,8 0 0,0 0,0
19a 1,80 / / / / / /
19b 0,70 / / / / / /
19y 1,27 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
20a 1,42 501 26,9 261,5 0 0,0 0,0
Bestands Opp Levende bomen Staande dode bomen nummer (ha) Stamtal
(ha) Grondvlak
(m²/ha) Volume
(m³/ha) Stamtal
(ha) Grondvlak (m²/ha) Volume (m³/ha)
20y 1,76 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
21y 4,07 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
22a 1,84 1454 24,9 174,8 0 0,0 0,0
22x 0,80 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
22y 2,35 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
23a 1,90 747 26,9 209,7 79 2,5 22,1
23b 3,34 629 23,1 195,1 39 0,4 2,1
24a 2,66 865 32,2 285,8 0 0,0 0,0
24b 0,60 / / / / / /
24y 1,42 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
25a 1,51 531 21,4 177,6 59 5,3 65,2
25y 2,01 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
26a 2,96 560 33,2 288,0 79 2,3 19,5
27a 5,84 452 21,9 177,4 0 0,0 0,0
28a 2,12 826 25,5 180,3 0 0,0 0,0
28b 0,60 828 25,5 181,0 0 0,0 0,0
28c 3,24 592 22,6 164,7 0 0,0 0,0
28d 0,98 344 33,1 360,2 0 0,0 0,0
29a 1,78 776 21,4 179,5 39 0,2 0,6
30a 1,56 757 35,0 268,9 0 0,0 0,0
31a 4,54 511 25,6 203,6 0 0,0 0,0
31y 4,40 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
32a 2,96 373 16,1 143,2 39 1,8 16,4
32b 7,45 521 25,9 207,0 20 0,9 8,1
33a 1,78 393 18,8 154,5 0 0,0 0,0
33b 0,79 / / / / / /
33c 1,08 629 6,8 35,1 0 0,0 0,0
33d 2,32 708 27,8 203,0 0 0,0 0,0
34a 1,94 187 7,5 72,7 0 0,0 0,0
34b 2,20 629 6,8 35,1 0 0,0 0,0
34c 1,20 275 18,8 181,7 0 0,0 0,0
35a 0,75 / / / / / /
35y 3,48 nvt nvt nvt nvt nvt nvt
36a 1,81 1062 26,3 173,4 0 0,0 0,0
36b 0,70 / / / / / /
37a 0,88 825 17,9 91,0 0 0,0 0,0
37b 2,16 364 24,2 256,6 0 0,0 0,0
38a 1,09 1493 21,2 121,5 0 0,0 0,0
38b 0,82 393 17,1 166,2 0 0,0 0,0
39a 1,90 993 32,1 260,5 0 0,0 0,0
39b 0,66 216 14,4 143,0 0 0,0 0,0
39c 0,42 / / / / / /
39d 4,88 354 11,8 111,1 0 0,0 0,0
40a 1,29 550 24,6 234,3 0 0,0 0,0
40b 1,30 1454 16,1 89,7 79 0,4 2,9