• No results found

De effectiviteit van conservatieve behandeling bij patiënten met een cervicale radiculopathie.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De effectiviteit van conservatieve behandeling bij patiënten met een cervicale radiculopathie."

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De effectiviteit van

conservatieve behandeling bij

patiënten met een

cervicale radiculopathie.

Clin

J Pain, 2013

EJ Thoomes, GGM Scholten-Peeters, BM Koes, D Falla, AP Verhagen

(2)

“serious”

1e lijns Triage bij Nekklachten (Waddell 1998)

5-15% Specifiek 85-95% A-specifiek

“non-serious”

Cluster van testen

(Wainner 2003; Rubinstein 2007;

Bono 2010)

Onderzoek gericht op verklarende disfuncties Verdere

diagnostiek.

Vanwaar mijn interesse?

(3)

Diagnostiek: cluster van testen voor in- / exclusie

Spurling (A of B...) Spec+

Rotatie <60° Sens+

Tractie / distractie Sens+

(Valsalva)

ULTT n. medianus (Sens+, Spec-)

Wainner 2003; Rubinstein 2007; Bono 2010

(4)

Positief cluster: niveau &

ernst

• Kennspieren

▫Dynamometer (Persson et al., 1997)

▫Behandelbare parameter?

• Sensibiliteit

▫Monofilamenten (Dros et al., 2009)

• Reflexen

▫?

(5)

Cervicale radiculopathie

Spondylose

Herniatie

(6)

Cervicale

radiculopathie

Meest aangedaan:

1.C7 (70%),

2.C6 (19-25%) 3.C8 (4-10%)

Wilbourn et al., 1988

(7)

Epidemiologie

• Incidentie & prevalentie:

▫ ?

• Leeftijd gecorrigeerde incidentie :

▫83.2 per 100,000 personen (107.3 voor mannen en 63.5 voor vrouwen)

▫Piek incidentie tussen 50e en 60e levensjaar

(Radhakrishnan et al., 1990; Salemi et al., 1996)

▫USA Leger meldt incidentie van 179 per 100.000

(Schoenfeld et al.,2012)

(8)

Doel:

• Inzicht krijgen in de effectiviteit van conservatieve behandelingen voor patiënten met CR.

• Chirurgie niet méér effectief

29% 2e operatie volgend segment < 1 jaar

▫ Bono et al., 2010; van Middelkoop et al., 2013

(9)

Natuurlijk beloop

•51 patiënten werden 2 tot 19 jaar gevolgd

43% had niet echt symptomen meer na 6 mnd.

29% had milde of intermitterende symptomen

27% had méér pijn

(Lees and Turner, 1963)

•Recente studies laten een gunstiger

natuurlijk beloop van CR zien; gemiddelde van 6 maanden

(Bush et al., 1997; Maigne et al., 1994; Saal et al., 1996; Vinas et al., 2001)

(10)

603

15 Studies geïncludeerd in kwalitatieve synthese (van 11 RCTs)

4 Dubbele records

verwijderd n=573

Screenen op titel n=50

Mogelijk n=32

(11)

Risk of Bias

LAGE

RoB

(12)

Primaire Uitkomstmaten:

• Pijn Intensiteit (VAS, NPRS; 4x); grote variatie!

% verbeterd in 4 weken

Tijd nodig voor 50% reductie van originele VAS

Vermindering in VAS gedurende follow-up periode

VAS van armpijn en nekpijn

VAS van huidige en ergste pijn

• Globaal Ervaren Verbetering (GPE)

• Beperkingen (NDI, NRS)

• Werkhervatting

(13)

Secundaire Uitkomstmaten:

• Uitslag van lichamelijk onderzoek

▫ROM,

▫spinale flexibiliteit,

▫spierkracht,

▫ULNT (“zenuw-rek provocatie”)

• Psycho-sociale uitkomsten (bv. angst, depressie, pijngedrag).

• Medicijngebruik

• Nevenwerkingen (slaap stoornissen)

(14)

Interventies &

vergelijkingen

Intervention Comparison Comparison Compariso n

Author

Halskraag Tractie Nep Tractie Placebo Interventie

BAPM 1966

Halskraag Fysiotherapie Chirurgie Persson 1997

Halskraag Fysiotherapie “Wait & See” Kuijper 2009

Halskraag Injecties Fukusaki 1995

Tractie Placebo

Tractie

Klaber Moffet 1990, Shakoor 2002

Intermitterend e tractie

Continue Tractie

Elnaggar 2009, Jellad 2009, Wong 2009

Tractie+

MT

+Oefenther.

(nep tractie)

MT + Oefenth.

Young 2009

Manuele

Therapie Oefenther. Manuele Ther. + Oefenther.

Ragonese 2009

(15)

Follow up

• Follow-up tijd varieerde van:

▫ Direct ná de interventie

(Klaber Moffet et al., 1990)

▫Eén jaar follow-up

(Fukusaki et al., 1995; Persson et al., 1997a)

12 mnd…..natuurlijk beloop?

(16)

Resultaten –

•Laag niveau bewijs:

dat een kraag en fysiotherapie effectief zijn op beperkingen op korte termijn follow up.

< 3 &6 wk: Kuijper 2009; < 12 wk Persson 1997, t.o.v. Chirurgie

dat intermitterende tractie niet méér effectief is dan continue tractie.

•Zeer laag niveau bewijs:

dat tractie niet méér effectief is dan placebo tractie.

dat een kraag niet méér effectief is dan tractie.

Grading of Recommendations Assessment, Development and Evaluation

(17)

Conclusie

• Er is een tekort aan RCTs van hoge kwaliteit.

• Gebaseerd op laag tot zeer laag niveau bewijs, lijkt niet één enkele interventie superieur of consistent meer effectief dan een andere.

 Multi-modale therapie is nog niet goed onderzocht maar lijkt voorkeur

 (Moore & Jull, 2006; Hurwitz et al., 2008; Hodges et al., 2013)

(18)

Veelbelovende resultaten?

•Eén studie met low risk of bias gaf aan dat bij de follow-up na 3 weken, een kraag méér effectief is op nekpijn en beperkingen dan fysiotherapie en een afwachtend beleid.

En:•Bij de follow-up na 6 weken, zijn zowel

een kraag als fysiotherapie méér effectief op nek- & armpijn dan een afwachtend beleid.

▫Logisch, gezien patho-fysiologie?

(19)

Implicaties voor de dagelijkse praktijk

Effectiviteit van gebruik van een kraag of

fysiotherapie op korte termijn (<6 wkn.) lijkt veelbelovend t.o.v. een afwachtend beleid.

•Multimodale therapie (gericht op disfunctie i.p.v. op pathologie) lijkt effectief.

▫ Moore & Jull, 2006; Cleland, 2007; Hurwitz ,2008; Forbush, 2011; Boyles, 2011; Salt, 2011; Hodges, 2013

•Onafhankelijk van welke interventie lijken patiënten langzaam te verbeteren,

indicatief voor een gunstig natuurlijk beloop.

(20)

Vragen? Of Best Evidence

Practice?

(21)

Acute stadium (<6 weken)

• UITLEG & gericht advies

• Relatieve rust; symptomen NIET provoceren

I.T.T. Richtlijn a-specifieke nekpijn!

• EFFECTIEVE vroege pijn beheersing

▫NSAIDs - ontstekingsreactie (Diclofenac)

▫Opioïden - zenuwpijn (Tramadol, Lyrica)

• Zachte halskraag

(Kuijper et al., 2009)

• Hands-off; initieel...

Neuromechanosensitiviteit?

(22)

Sub-acute stadium (6 -12 weken)

• Diepe Ventrale Nekflexoren

▫Pijn inhibitie

(Falla, Jull, O’Leary, Cagnie, e.v.a...)

RCTs: Cleland 2007; Frobush 2011, e.a.

• Neuro-mechanosensitiviteit

▫Neurodynamische Openers & Sliders (Shacklock, Coppieters)

▫“Ontplooien” van zenuw en radix (Dilley; Ellis 2008, 2012)

(23)

Sub-acute stadium (6 -12 weken)

• Rustige mobilisatie cervicale wervelkolom

Miller 2010, Gross 2010

• Manipulatie Thoracale WK

Cleland 2004; González-Iglesias 2009

• Axio-scapulaire musculatuur

Johnston 2008, Wegner 2010, Zakharova-Luneva 2012

(24)

Lange termijn management

• Gedreven door Patiënt Specifieke Klachten (PSK)

• Beperkingen in Activiteiten en Participatie (NDI)

• Klinisch Redeneren!

(25)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Achtergrond: Voorgaande studies laten een positief effect zien van een Cognitive Bias Modification (CBM) Alcohol Avoidance Training, waarbij gebruik wordt gemaakt van een

De normogrammen, zowel voor de spontane regressie van hCG na een molazwangerschap als voor de vroeg- tijdige detectie van resistentie tegen MTX en EMA/CO, zijn gemaakt op basis

Het team probeert verder zoveel mogelijk te doen om deze periode voor u en uw naasten zo goed mogelijk te laten verlopen.. Indien nodig betrekken zij ook uw

Bij elke breuk (fractuur) hebt u pijn, ontstaat er een zwelling door de bloeduitstorting bij de breuk en zijn normale bewegingen vaak niet meer mogelijk?. Bij een bekkenfractuur is

 bij de Trombosedienst of bij de afdeling Bloedafname in het ziekenhuis. U belt de INR-waarden zo snel mogelijk door naar de polikliniek Kaakchirurgie, tel. Als u niet met

Huiden van vossen, wasberen, chinchilla en vele andere dieren worden geïmporteerd uit andere landen.. De die- ren worden daar in kleine kooien gehouden zonder bewegingsvrijheid

Twee sectoren weten welk percentage van de eigen organisaties beschikt over een specifieke norm ten aanzien van agressie en geweld en het percentage werknemers binnen de sector

Deze enkelvoudige startvraag wordt al snel gecompli- ceerder als we ons bedenken dat we bij het beantwoorden van die vraag zouden moeten weten welke eisen er in het lopende