• No results found

TITEL TITEL Werkplan grote hoefdieren 2020-2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "TITEL TITEL Werkplan grote hoefdieren 2020-2021"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TITEL TITEL Werkplan

grote hoefdieren

2020-2021

(2)

Werkplan grofwild 2020-2021

Het beheerjaar 2019-2020 kenmerkte zich door een enorm mastaanbod uit 2018 wat in 2019 niet opraakte.

Het mastaanbod van 2019 was nog altijd boven gemiddeld, maar door de hoge wilde zwijnen dichtheid onvoldoende om lang een voedselbron te zijn. In januari was de mast op veel plaatsen op, met als gevolg dat efficiënter beheerdoelen behaald konden worden. Het geeft maar weer aan dat de natuur grillig is en de mens alleen kan bijsturen in de processen die lopen. Een nieuwkomer op het toneel is de wolf. Nieuw en ook gelijk de primeur van het tweede nest jongen. De meningen over de aanwezigheid van de wolf zijn verdeeld.

Duidelijk is dat de wolf invloed heeft op het gedrag van de grote hoefdieren. De verwachting is echter niet dat de aanwezigheid van enkele roedels op de Veluwe vooralsnog veel invloed heeft op de populatie.

De voorjaarstellingen 2020 zijn als gevolg van COVID-19 niet volledig en conform het door het bestuur van de FBE vastgestelde telprotocol uitgevoerd. In veel gebieden zijn aangepaste tellingen uitgevoerd, deze hebben uitgewezen dat de aantallen dam-, edelherten en wilde zwijnen nog altijd in te grote aantallen op de Veluwe aanwezig zijn. Er wordt komend jaar dan ook stevig ingegrepen om zo snel mogelijk richting de doelstanden te komen. Beperkingen bij de uitvoering worden niet langer geaccepteerd. Dit in het verlengde van de aangenomen motie “alle partijen bij de les”

Gedurende het jaar kan het gebeuren dat geschoven wordt op de doelstanden beter te kunnen realiseren.

Daar waar meer dan 10% afwijking naar boven plaatsvindt zal dit aan de provincie worden gemeld.

Daar waar het beheer effectief is zal dan ook beoogd worden meer te realiseren dan in eerst aanleg is toegewezen. Het gaat immers om de provinciale populatie en niet de populatie zoals deze door

infrastructurele grenzen veelal is bepaald. Door de aanwezige faunapassages en ecoducten kunnen dieren over de gehele Veluwe wisselen.

In dit werkplan zijn de voorgenomen beheeractiviteiten opgenomen. Het is aan de georganiseerde

wildbeheereenheden om samen met grondeigenaren en grondgebruikers de gewenste standen te bereiken.

(3)

Tellingen en werkplan damhert seizoen 2020/2021

Algemeen

De bepaling van de voorjaarsstand is vrijwel geheel gebaseerd op waarnemingen van de jachthouders in combinatie met waarnemingen tijdens de edelhertentellingen. De inventarisatie door de jachthouders kon ondanks de Corona beperkingen gewoon plaats vinden. Waarnemingen tijdens de edelhertentelling zijn alleen op de Zuid Oost Veluwe vergaard.

De waarnemingen van de jachthouders blijken een nauwkeuriger beeld van daadwerkelijke stand op te leveren dan alleen de waarnemingen tijdens de edelherten of de wilde zwijnen tellingen.

Inmiddels ontstaat er vanuit de praktijk een variant op het registreren van waarnemingen in de maanden april en mei door de jachthouders. Op de Zuid Oost Veluwe is de periode om waar te nemen verkort tot rond de teldata van de edelherten. Op de Noord Veluwe is de WBE Vale Ouwe gestart met een jaarrond

monitoring hierin worden ook de aangrenzende jachthouders in de WBE Noord Oost Veluwe betrokken. De actuele populatiegrootte op de Veluwe is niet bepaald omdat op de Midden Veluwe geen inventarisatie onder de jachthouders heeft plaats gevonden.

Noord Veluwe

HERT SPITSE R

HINDE SMALD KALF TOTAAL

Voorjaarsstand 2020 13 7 44 16 80

Zomerstand 2020 20 8 44 8 29 109

Vermindering 2020/2021

2 2 10 1 11 26

Doelstand 2021 34 7 34 7 18 100

De aantallen zitten voor wat betreft het kaalwild op het niveau van de voorjaarsstand. De actuele stand die is bepaald ligt bijna 30 stuks lager dan verwacht. Dit is verdeeld over alle categorieën. Dit geeft nogmaals aan hoe belangrijk het is jaarlijks op dezelfde manier de voorjaarsstand te bepalen.

Voor de aanwas berekening is uitgegaan van een aanwas percentage van 55% over alle vrouwelijke dieren in de populatie.

De gewenste vermindering wordt verdeeld tussen de WBE’s Vale Ouwe en Noord Oost Veluwe. Het accent van het afschot ligt binnen de WBE Vale Ouwe. De 2 herten en 2 spitsers zijn opgenomen in het werkplan enkel en alleen voor schade afschot (verkeersveiligheid of noodzakelijk afschot in verband met uitzichtloos lijden). Dit werkplan is gebaseerd op de huidige omstandigheden en kennis niveau. Mocht tijdens het seizoen zaken drastisch veranderen kan dit aanleiding zijn voor bijstelling van het werkplan zowel naar boven als naar beneden.

(4)

Zuid Veluwe

De Zuid Veluwe kan als een samenhangend leefgebied worden beschouwd. Er leven damherten op de Midden Veluwe inclusief het gebied Stichting Huis Deelerwoud en op de Zuid Oost Veluwe. De Zuid Oost Veluwe is het oorspronkelijk brongebied van de damherten. Ze leefden in de toenmalige gesloten wildbanen van het Deelerwoud van Natuurmonumenten, het landgoed Hoog Deelen en het landgoed Deelerwoud van wijlen Jhr. Repelaer.

WBE Midden Veluwe

Het werkplan is inclusief de damherten in het gebied van de Stichting Huis Deelerwoud. Er heeft geen inventarisatie plaats gevonden. Het werkplan van het afgelopen seizoen is als uitgangspunt genomen.

HERT SPITSE R

HINDE SMALD KALF TOTAAL

Doelstand 2021 30 4 28 6 16 84

Vermindering 2020/2021 16 5 26 4 22 73

NP De Hoge Veluwe

NP De Hoge Veluwe heeft om redenen van effecten op natuurdoelen, bosontwikkeling en wildzichtbaarheid van andere soorten er voor gekozen geen damherten toe te staan. Door het sluiten van de verbinding met het brongebied Zuid Oost Veluwe en het afschot van het laatst aanwezige damhert (damspitser), leven er nu geen damherten meer op de Hoge Veluwe.

Zuid Oost Veluwe

Bij de damherten heeft conform het telprotocol een inventarisatie op jachtveldniveau plaatsgevonden. De periode van inventariseren loopt van tien dagen voor tot tien dagen na de edelhertentellingen. Elke

jachthouder heeft uit zijn of haar waarnemingen een conclusie getrokken over de daadwerkelijke stand. Door de WBE is in overleg met haar jachthouders de navolgende actuele voorjaarsstand bepaald. Een aantal jachthouders heeft de getelde damherten tijdens de edelhertentelling opgegeven als werkelijk stand. Gelet op de ervaringen in het verleden lijkt deze handelwijze tot onderschattingen van de daadwerkelijk aanwezige stand te leiden. We vragen alle jachthouders volgend jaar tijd vrij te maken voor een zo nauwkeurig mogelijk bepaling van de daadwerkelijk aanwezige aantallen damherten in de verschillende velden.

In het kader van het leefgebiedsplan is er voor het werkgebied van de WBE Zuid Oost Veluwe afgesproken dat er geen grote afschotvrije zones (AVZ) meer zijn, maar meerdere kleine. Voor het gehele gebied geldt een doelstand van 300 damherten in het voorjaar.

(5)

De actuele stand dit voorjaar is bepaald op 458 stuks.

Ruimtelijke verdeling voorjaarsstand

Totaal Doelstand Verschi l

Dichtheid doelstand Actuele voorjaarsstand 2020 458 300 158 2,3 per 100 ha Actuele voorjaarsstand voormalige

AVZ

260 126 134 5,3 per 100 ha Actuele voorjaarsstand rest

leefgebied

198 174 24 1,6 per 100 ha

HERT SPITSER HINDE SMALDIER KALF TOTAAL Actuele voorjaarsstand

2020

60 41 288 69 (34 / 35) 458

Zomerstand 101 34 288 35 226 684

Doelstand 2021 105 19 105 19 52 300

Afschottoewijzing 2020/2021

2 15 183 16 174 390

Opgemerkt moet worden dat er wel een behoorlijk verschil zat tussen de verwachte voorjaarsstand en de actuele voorjaarsstand. Het verschil zat vooral in de aanwas. Toch wordt voorgesteld uit te gaan van een aanwas van 70%. Bij een dalende stand verbeterd de conditie en lichaamsontwikkeling waardoor de aanwas weer richting het maximale niveau zal groeien.

Toelichting:

De actuele stand is verder gedaald, tot 458 damherten, dit is nog steeds meer dan de streefstand van 300 stuks. Maar het verschil wordt steeds kleiner. Net zoals bij de edelherten wordt er een ruimtelijke verdeling nagestreefd. De doelstand voor het overgrote deel van het leefgebied bedraagt 174 stuks. De actuele voorjaarsstand bedraagt in dit gebied 198 stuks wat weer lager is dan vorig jaar en een stap in de goede richting.

(6)

verder richting de doelstand. In het voormalige AVZ gebied is de actuele voorjaarsstand 260 stuks de streefstand bedraagt 126 stuks.

Binnen het leefgebied is de actuele voorjaarsstand 60 herten van 2 jaar en ouder. Binnen de doelstand van 300 stuks zijn er 105 herten gewenst voor een natuurlijke populatie opbouw van 1:1. De meesten zijn in het lage dichthedengebied waargenomen. Door het opheffen van de grote afschotvrije zones is geen

bufferbeheer meer noodzakelijk. Dit betekent ook dat een geslachtsverhouding van 1: 1 als uitgangspunt geldt. Om dit te realiseren zal er een minder rigide afschottoewijzing van spitsers en jonge damherten plaats vinden. Het is juist belangrijk meer plekken te krijgen in het leefgebied waar mannelijke damherten zich kunnen gaan settelen en daar gaan leven.

Een aandachtspunt is de concentratievorming van mannelijke damherten bij eigenaren die sturen op een lage dichtheid. Het beperkte afschot n de mannelijke lijn zal met name aan deze jachthouders worden toegekend.

(7)

Tellingen en werkplan edelhert seizoen 2020/2021

Aanpak edelherten tellingen in de Corona periode

Als gevolg van de Coronacrisis was het niet mogelijk de edelhertentelling conform het vastgestelde

telprotocol uit te voeren. Ook opties voor een gecoördineerde Coronaveilige manier van uitvoeren stuitte op praktische invullingsproblemen. In overleg is tot de navolgende aanpak besloten. Deze dient gezien te worden als een uitwerking van de volgende beleidslijn uit het Faunabeheerplan Grote Hoefdieren: In de voorliggende beheerperiode (2019-2025) zal sterk worden gestuurd op het bereiken en/of handhaven van de in voorliggend plan bepaalde doelstanden.

Geen edelhertentellingen

Er vinden dit voorjaar geen gecoördineerde gebiedsdekkende schemer- en of nachttellingen van edelherten plaats.

Er wordt derhalve ook geen werkplan gemaakt op basis van een interpretatie van gebiedsdekkende gecoördineerde schemer en of nachttellingen.

Er wordt ook geen werkplan gemaakt op basis van de zomerstand 2019 minus de bekende sterfte, omdat de berekende voorjaarsstand naar verwachting een onderschatting gaat geven van de werkelijke aantallen (ervaring Hoge Veluwe 2020 en recente waarnemingen Agrarische Enclave).

De Hoge Veluwe telt al jaren in de eerste week van maart, dit met behulp van lokvoer, de beide tellingen zijn voor de Corona beperkingen uitgevoerd. Hier is wel een werkplan opgesteld. Door een in maart en april uitgevoerde diepte analyse bleek dat de populatie daar sterk aan het groeien is. Het is een zeer belangrijk signaal dat tijdens een telling in boslandschappen nooit de werkelijke aantallen worden waargenomen.

Alleen met een interpretatie van de telgegevens door gebiedsdeskundigen in combinatie met de historische dataset zijn de werkelijke aantallen te benaderen. De diepte analyse is in het werkplan van de Hoge Veluwe nader toegelicht.

Werkplan 2020/2021

Als minimaal uitgangspunt voor de toewijzing van het aankomende seizoen geldt de toewijzing zoals deze op 15 maart 2020 in het FRS stond in combinatie met de trend van de afgelopen jaren. Dit geldt zowel voor de WBE als ook op jachtveldniveau.

Uitgangspunt is dat geen enkele jachthouder of WBE een lagere toewijzing krijgt dan het afgelopen seizoen 2019/2020.

Op jachtveldniveau zal als het afschot in een bepaalde categorie hoger is geweest dan de toewijzing dit als uitgangspunt gelden. De hoogste waarde per categorie (kalf / hindesmaldier / spitser / hert) is

richtinggevend.

Indien een jachthouder een hogere toewijzing wil, of een hogere toewijzing in een bepaalde categorie wil (kalf / hindesmaldier / spitser / hert), dan dient hij of zij dit te onderbouwen.

In de week waarin de oorspronkelijke tellingen plaats zouden vinden, kunnen jachthouders inventariseren in schemerperiode en of nacht, het doel is het verkrijgen van aanvullende waarnemingen dit ter onderbouwing van een hogere toewijzing.

De FBE Gelderland is met deze aanpak akkoord gegaan. Hierna volgen de werkplannen die door de

grofwildcoördinator Gelderland in overleg met de edelhertcoördinatoren van de WBE’s zijn vastgesteld. Deze behoeven nog wel de goedkeuring van het bestuur van de FBE Gelderland.

Algemeen

Het was de bedoeling om op de Noord Veluwe een gebiedsdekkende nachttelling te houden tezamen met het Kroondomein Het Loo. Deze is niet doorgegaan. Er zijn wel aanvullende waarnemingen gedaan, die bij de beeldvorming van de werkelijke aantallen een rol hebben gespeeld.

Op de Zuid Oost is wel op dezelfde manier een gebiedsdekkende telling gehouden, maar met maximaal 1 teller per telplek of telgebied en zonder de gebruikelijk samenkomst vooraf en achteraf aan de telling..

(8)

Aantallen in relatie tot het Faunabeheerplan 2019-2025

Met uitzondering van de Hoge Veluwe en de Zuid Oost Veluwe is er geen voorjaarsstand bepaald, maar een afschottoewijzing die er toe moet leiden dat de doelstand in het voorjaar van 2021 is bereikt.

Omgang met afschotvrije zones

Alleen binnen het leefgebied Midden Veluwe ligt nog een grotere afschotvrije zone. De doelstand van 300 edelherten geldt ook hier als uitgangspunt.

VRIJE WILDBAAN VELUWE TOTAAL

De resultaten van de deelgebieden leveren te samen de volgende aantallen op.

HERT SPITSER HINDE SMALDIER KALF TOTAAL

Afschottoewijzing 2020/2021

477 158 676 213 877 2401

Doelstand FBP 544 103 547 103 275 1572

Het nieuwe FBP is in 2019 vastgesteld, voor het werkplan 2020/2021 wordt uitgegaan van de in het FBP vastgestelde doelstanden.

Vanwege het niet doorgaan van de reguliere tellingen is er geen volledig beeld van de actuele

voorjaarsstand op de Veluwe. Hiervoor in de plaats is het overzicht van afschot, toewijzing en doelstand gebruikt.

Intensiever samenwerken zonder belemmeringen

We vragen een ieder mee te denken om zoveel mogelijk belemmering in ons grofwildbeheer op te heffen. Dit geldt voor de gehele keten van Provincie, FBE, VWV, WBE, jachthouder, jagers, jager. Overal worden belemmeringen bedacht. Benoem ze en hef ze op.

Het leefgebied van de edelherten kent grenzen, maar lang niet zoveel als wij er kennen. Eigendomsgrenzen, jachtveldgrenzen, gemeente grenzen noem maar op.

Nu veel barrières in de vorm van rasters zijn opgeheven vraagt dit om een intensievere samenwerking daar waar jachtvelden aan elkaar grenzen. Zoek de samenwerking, alleen op die manier kunnen we onze gezamenlijke grensoverschrijdende doelen uit het Faunabeheerplan realiseren.

De werkplannen worden zo goed mogelijk opgesteld. Uiteindelijk is het ook maar een hulpmiddel om de jagers in het veld het juiste te laten doen, met als hoofddoel de juiste balans te bereiken tussen die mooie

0 250 500 750 1000 1250 1500 1750 2000 2250 2500

1990/91 1991/92 1992/93 1993/94 1994/95 1995/96 1996/97 1997/98 1998/99 1999/00 2000/01 2001/02 2002/03 2003/04 2004/05 2005/06 2006/07 2007/08 2008/09 2009/10 2010/11 2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 2015/16 2016/17 2017/18 2018/19 2019/20 2020/21 2021/22

TOEWIJZING EN AFSCHOT EDELHERTEN VELUWE

Toewijzing Afschot Doelstand

(9)

dieren en alle andere planten en dieren, de belangen van boeren, bosbouwers, natuurbeheerders, bewoners, recreanten en weggebruikers. Ook hier geen belemmeringen, niet in aantallen, niet in categorieën, niet in jachtvelden, niet in WBE’s en de edelherten ook het randmeer overzwemmen niet in FBE’s. Maximale flexibiliteit, natuur is dynamisch en zet je soms op het verkeerde been.

Noord Veluwe

Noord West Veluwe / WBE Veluwe Noord West, WBE Vale Ouwe en WBE Noord West Veluwe Rand Op basis van lokale waarnemingen, maar ook op basis van aanvullende waarnemingen (435 stuks) is geconstateerd dat de aantallen edelherten in cluster E niet zijn afgenomen. Dit terwijl de minimale afschottoewijzing op de Noord West Veluwe van 474 stuks met 477 stuks afschot iets meer dan 100% is gerealiseerd. Bij een 100% realisatie mag een voorjaarsstand conform de doelstand worden verwacht.

Omdat dit niet het geval is de minimale toewijzing voor het afgelopen seizoen met 165 stuks verhoogd. Dit is het verschil tussen de doelstand 2020 van 260 stuks en de aanvullende waarneming van 425 edelherten in de Enclave (cluster E).

HERT SPITSER HINDE SMALDIER KALF TOTAAL

Doelstand 2021 71 14 71 14 35 205

Afschottoewijzing 2020/2021 minimaal

99 50 180 65 245 639

Afschottoewijzing 2020/2021 maximaal

114 59 208 75 283 739

Vanaf vorig seizoen wordt gewerkt met een minimum en een maximum afschottoewijzing. Voor dit seizoen geldt voor het gehele leefgebied Noord West Veluwe het minimale afschot van 639 stuks en het maximale afschot van 739 edelherten. Voor de toewijzing boven de 639 edelherten worden additionele wildmerken in gezet, met als doel het administratieve proces voor de WBE’s te vergemakkelijken. De FBE Gelderland faciliteert hierin de WBE’s.

Het merendeel van de verhoging van de toewijzing is bestemt voor de WBE Veluwe Noord West en dan specifiek voor de gebieden Leuvenumse Bos, landgoed Leuvenum en Staverden deel uitmakend van cluster E.

(10)

WBE Noord West Veluwe Rand

Een kleiner deel van de toewijzing gaat naar het gebied de Hierdense Poort gelegen binnen het werkterrein van de WBE Noord West Veluwe Rand. Dit gebied communiceert met het bron gebied Leuvenumse Bos.

Afhankelijk van de ontwikkelingen kan er binnen het leefgebied met toewijzing worden geschoven.

Aantallen in cluster E

In de onderstaande grafiek staan de aantallen edelherten gebaseerd op de jaarlijkse tellingen. In 2001 is er niet geteld vanwege MKZ en in 2020 is er niet geteld vanwege COVID-19

(11)

In de Agrarische Enclave zijn tijdens een nachttelling in april 425 edelherten waargenomen. Dit is hoger dan de aanvullende nachttelling van vorig jaar, die in een deel van de Agrarische Enclave 325 edelherten opleverde.

Het afgelopen seizoen is iets meer dan 100% van de toewijzing gerealiseerd, maar de doelstand is niet bereikt.

Dit duidt op een volledige onderschatting van de werkelijke aantallen in dit deel van de Noord West Veluwe.

Noord Oost Veluwe (WBE Noord Oost Veluwe en WBE IJsselvallei) Dit jaar was het afschot substantieel hoger dan in de seizoenen hiervoor.

Het WBE bestuur is van mening dat dit een uiting is van toenemende aantallen boven de afgesproken doelstand. De toewijzing van afgelopen seizoen van 250 stuks is verhoogd als gevolg van:

a) + 15 verlaging van de doelstand in het nieuwe FBP b) + 20 stuks kaalwild door lokaal toegenomen standen c) + 25 stuks toewijzing nachtelijk afschot WBE IJsselvallei

HERT SPITSER HINDE SMALDIER KALF TOTAAL

Afschottoewijzing 2019/2020

82 15 53 21 79 250

Ad a) 5 1 5 1 3 15

Ad b) 7 3 10 20

Ad c) 6 6 3 3 7 25

Afschottoewijzing 2020/2021

93 22 68 28 99 310

Doelstand 2021 77 14 77 14 38 220

Onacceptabele landbouwschade op de landbouwgronden van de WBE IJsselvallei en stukje WBE Noord West Veluwe.

Dit voorjaar zijn in het gebied tussen Vaassen / Gortel en Emst onacceptabel aantallen edelherten waargenomen op de aanwezige landbouwgronden. Deze aantallen zijn niet in lijn met de doelstanden die zijn vastgelegd in Faunabeheerplan Grote Hoefdieren van de FBE Gelderland en het Faunabeheerplan van het Kroondomein Het Loo.

Voor dit probleem is met de belanghebbenden een Plan van Aanpak opgesteld. Tot aan het begin van het 0

50 100 150 200 250 300

2006/07 2007/08 2008/09 2009/10 2010/11 2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 2015/16 2016/17 2017/18 2018/19 2019/20

Toewijzing en afschot edelhert WBE Noord Oost Veluwe

Afschot Toewijzing

(12)

afschotseizoen is de belangrijkste maatregel nachtelijke verstoring ondersteunt met afschot op de landbouwgronden binnen het probleem gebied. De aanpak tijdens het afschotseizoen staat nachtelijk afschot binnen de reguliere regels voor populatiebeheer toe. Dit betekent dat leeftijdklassenbeheer / classificatie ook hier geldt.

Doen wat er is afgesproken

Dit lokale probleem laat nogmaals zien dat het essentieel is te doen wat we met elkaar hebben afgesproken.

Dit soort noodmaatregelen zijn ongewenst, er is teveel schade bij de agrariërs, jachthouders worden hierop aangesproken terwijl ze het probleem niet kunnen oplossen, omdat de edelherten alleen ’s nachts in hun jachtveld aanwezig zijn. En overdag wanneer je er op mag jagen zitten ze bij de buurjachthouder.

Nachtelijk edelherten afschot is een ongewenste noodmaatregel. De beste oplossing is doen wat we met elkaar hebben afgesproken, dat is beter voor een ieder inclusief de edelherten.

WBE Nijkerk / Voorthuizense Poort

HERT SPITSER HINDE SMALDIER KALF TOTAAL

Actuele voorjaarsstand 2020

1 3 10 7 21

Zomerstand 4 3 10 4 8 29

Doelstand 2021 5 1 8 2 4 20

Afschottoewijzing 2020/2021

0 2 2 2 4 10

In een groot gebied met een lage dichtheid is het makkelijker om een nauwkeurig beeld van de werkelijke aantallen te krijgen.

Dat wil niet zeggen dat er geen onverwachte zaken gebeuren.

(13)

De afwezigheid van herten sinds vorig jaar blijft redelijk onverklaarbaar. Het lijkt wel of de verbinding met de Veluwe is geblokkeerd. Ook in de bronst zijn er geen waarnemingen van onbekende herten gedaan.

Of alle hindes nu door het enige jonge hertje zijn gedekt weten we niet.

Landgoed Gerven is in belangrijke mate de kern qua voorkomen.

Zuid Veluwe

Leefgebied Midden Veluwe

Als minimaal uitgangspunt voor de toewijzing van het aankomende seizoen geldt de toewijzing zoals deze op 15 maart 2020 in het FRS stond in combinatie met de trend van de afgelopen jaren. Dit geldt zowel voor de WBE als ook op jachtveldniveau.

HERT SPITSER HINDE SMALDIER KALF TOTAAL

Doelstand 2021 104 20 104 20 52 300

Afschottoewijzing 2020/2021

43 21 80 34 111 289

Op de Hoge Veluwe werd vierjaar achter elkaar veel meer geteld dan verwacht. Dit duidde op een sterke onderschatting van de stand. In de bovenstaande grafiek staat het afschot van de edelherten op de Midden Veluwe weergegeven. Vanaf het seizoen 2011/2012 neemt het afschot jaarlijks toe. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat het afschot lager is dan de aanwas, de populatie groeit. In de grafiek staat het

zogenaamde ‘Doelafschot’, dit is het afschot wat noodzakelijk is om de populatie op de Midden Veluwe op het afgesproken niveau van 300 stuks te houden.

Omdat het afschot jaarlijks toeneemt is er nog geen sprake van een ombuiging van de groei in een daling richting de afgesproken aantallen. Het is daarom gevaarlijk om dit seizoen uit te gaan van hetzelfde afschot als vorig seizoen. Dit zal leiden tot een hoog realisatie niveau maar het verschil tussen de werkelijke stand en de doelstand zal verder toenemen. Dit betekent tevens dat het nog moeilijker gaat worden de stand terug te brengen tot wat is afgesproken.

De stijgende trend is uit zich ook in een stijgend aantal aanrijdingen, extra druk op de aanwezige

landbouwgronden, een boslandschap waar de natuurlijke verjonging van planten met blaadjes (lijsterbes, ruwe berk, zachte berk, eik, vuilboom, boswilg, ratelpopulier, braam, framboos en alles wat ik niet heb gezien) volledig wordt geblokkeerd. De volgende bosgeneratie zal hierdoor uit een door naaldbomen

(14)

gedomineerd boslandschap bestaan.

Stichting Huis Deelerwoud De stand lijkt stabiel.

HERT SPITSER HINDE SMALDIER KALF TOTAAL

Doelstand 2021 31 6 31 6 16 90

Afschottoewijzing 2020/2021

27 4 40 5 42 118

Het werkplan voor de gehele Midden Veluwe inclusief het gebied van Stichting Huis Deelerwoud ziet er als volgt uit.

HERT SPITSER HINDE SMALDIER KALF TOTAAL

Doelstand 2021 135 26 135 26 68 390

Afschottoewijzing 2020/2021

70 25 120 39 153 407

Leefgebied Zuid West Veluwe (WBE Zuid West Veluwe en WBE Zuid Veluwe West)

HERT SPITSER HINDE SMALDIER KALF TOTAAL

Doelstand 2021 74 15 74 15 39 217

Afschottoewijzing 2020/2021

25 8 16 12 31 92

De afschottoewijzing is gelijk aan die van vorig jaar. De WBE geeft aan dat de stand stabiel is. De

aanwezigheid op de Reijerscamp is wisselend. De bejaging zal hierop worden afgestemd. Tussen de WBE’s kan er met toewijzing worden geschoven.

Schade landbouwgronden ten zuiden van Otterlo

Een substantieel deel van de herten benut ’s nachts de landbouwgronden ten zuiden van Otterlo. Een aantal grondgebruikers is dit zat en hebben elektrische rasters geplaats. Herten ook niet dom, lopen er om heen, maar lopen ’s ochtends vast omdat ze vanwege mensen niet meer terug kunnen. Dit levert ook weer paniek

(15)

en ongewenste situaties op.

Een raster is een makkelijke en snelle oplossing, maar zoals al gezegd herten zijn niet dom. Dan lopen ze naar de Vale Ouwe, daarom heen liggen ook landbouwgronden en via die weg zijn ook weer de

landbouwgronden van Van der Broek bereikbaar, moeten ze wel een paar keer een Provinciale weg oversteken. Dat gaat weer ten kosten van de veiligheid van de weggebruikers en de edelherten.

Dat onze herten dit doen is niet gek, hun leefgebied wordt alleen maar verder verschraald, de runderen vreten de bosbes weg, natuurlijke loofboom verjonging wordt opgegeten of door de terreinbeheerder

weggehaald. De trek naar de omliggende landbouwgronden vertelt iets over de kwaliteit van hun leefgebied.

Laten we daar gezamenlijk aan gaan werken en kiezen voor kwaliteit. Een soortendivers bos, met alle loofbomen, struiken, kruiden, bollen, knollen en klimmers die hier thuis horen. Alleen op die manier vinden alle dieren alle voedingsstoffen die ze nodig hebben. Hetzelfde geldt voor alle dieren die in de bodem leven.

Zo komt de bodem weer tot leven en alleen een levende bodem is instaat om de voorraad aan voedingstoffen die in het moedermateriaal is opgeslagen te ontsluiten.

Leefgebied Zuid Oost Veluwe

Op de Zuid Oost Veluwe zijn de schemertellingen (2 en 9 april) en de nachttelling (8 april) gebiedsdekkend op een Coronaveilige manier uitgevoerd. Ruimtelijk zijn de tellingen op dezelfde manier als voorgaande jaren uitgevoerd. De enige afwijking was dat een telploeg in de meeste gevallen uit 1 persoon bestond. De gezamenlijke start en het gezamenlijke einde kon geen doorgang vinden. Het draagvlak voor deze aanpak was groot! Ook de uitwerking heeft op dezelfde manier plaatsgevonden.

(16)

Op basis van de tellingen is in overleg met de gebiedsdeskundigen een voorjaarsstand bepaald van 638 edelherten.

In het kader van het leefgebiedsplan is er voor het werkgebied van de WBE Zuid Oost Veluwe afgesproken dat er geen grote afschotvrije zones (AVZ) meer zijn, maar meerdere kleine. Voor het gehele gebied geldt een doelstand van 600 edelherten in het voorjaar.

Ruimtelijke verdeling voorjaarsstand

Actuele voorjaarsstand

Doelstand Verschi l

Actuele voorjaarsstand 2020 638 600 +38

Actuele voorjaarsstand voormalige AVZ

85 359 -274

Actuele voorjaarsstand rest leefgebied

553 241 312

Uit dit overzicht blijkt een onhaalbare verdeling van de doelstand. In de voormalige afschotvrije zones is een leegloop proces aan de gang. En voor de rest van het leefgebied is een doelstand afgesproken van 241 edelherten. Zonder overleg met de betrokken eigenaren kan de doelstand voor hun gezamenlijke gebied, niet worden verhoogd met de edelherten die de voormalige AVZ hebben verlaten. Een en ander vraagt om een heroverweging van de ruimtelijke verdeling van de doelstand.

Voor dit seizoen wordt het volgende voorgesteld voor de bepaling van de doelstand 2021 voor de Zuid Oost Veluwe: doelstand 241 edelherten in het gebied buiten de voormalige AVZ plus de actuele voorjaarsstand in de voormalige AVZ.

Qua getallen ziet dat er als volgt uit: 241 edelherten + 85 edelherten (359 -274 = 85) = 326 edelherten HERT SPITSER HINDE SMALDIER KALF TOTAAL Actuele voorjaarsstand

2020

169 43 320 106 (48 / 58) 638

Zomerstand 212 48 320 58 265 903

Doelstand 2021 114 21 114 21 56 326

Afschottoewijzing 2020/2021

98 27 206 37 209 577

Doelstand

DOELSTAND OPPERVLAK DICHTHEID Doelstand Zuid Oost Veluwe 600 13.220 4,5 per 100 ha Doelstand voormalige afschotvrije

zone 359 2.366

15,2 per 100 ha

Doelstand rest WBE 241 10.854 2,2 per 100 ha

De doelstand is in 2014 gebaseerd op de gewenste aantallen buiten de afschotvrije zones. Dit zijn 241 edelherten. Het resterende deel van de doelstand bevond zich in de Afschotvrije Zones (359 edelherten), die 18% van de oppervlakte van het leefgebied uitmaakten. De afschotvrije zones lopen nu leeg. Het is aan Natuurmonumenten om aan te geven wat voor een streefstand ze willen hanteren in hun gebieden die in het verleden een status hadden van Afschotvrije Zone. Tezamen met de doelstand in het lage dichtheden gebied geeft dit de doelstand voor het gehele leefgebied.

(17)

De ruimtelijke veranderingen worden geïllustreerd in de navolgende grafiek. Zowel in de voormalige afschotvrije zone als in de rest van het leefgebied lopen doelstand en actuele stand uit elkaar. In de

voormalige AVZ is de doelstand 359 en een actuele voorjaarsstand van 85 edelherten, wat een verschil van – 274 edelherten betekend. En in het lage dichtheden gebied is de doelstand 241 en een actuele

voorjaarsstand van 553 edelherten wat een verschil van +279 edelherten betekend.

Het is belangrijk dat de jachthouders en de WBE tot een nieuwe gezamenlijke aanpak komen.

NP De Hoge Veluwe

Op NP De Hoge Veluwe wordt altijd in maart met lokvoer geteld, dit jaar op 4 en 6 maart. Deze tellingen vonden plaats voordat de Corona-beperkingen werden ingesteld.

Voor het vierde jaar achter elkaar leverde de uitkomsten van de tellingen een belangrijk hogere stand dan verwacht (+124 stuks).

Na de tellingen zijn er nog 42 edelherten geschoten.

HERT SPITSER HINDE SMALDIER KALF TOTAAL

Actuele voorjaarsstand 2020 maart 2020

91 33 74 31 49 (24 / 25) 278

Afschot maart – april

1 2 25 4 10 (4 / 6) 42

Actuele voorjaarsstand 2020 mei 2020

90 31 49 27 39 (20 / 19) 236

Zomerstand 121 20 76 19 76 312

Doelstand 2021 64 11 63 10 32 180

Afschottoewijzing 2020/2021

57 9 13 9 44 132

(18)

Toegevoegd op basis van nacalculatie

19 5 40 10 50 124

Afschottoewijzing 2020/2021

76 14 53 19 94 256

Als er vier jaar achter elkaar een belangrijk hogere stand wordt geconstateerd dan verwacht, dan gaat er iets mis. Gekeken is hoe met alle data die bij de VWV beschikbaar is, een diepte analyse is te maken die inzicht geeft wat er aan de hand is.

Een van de deel analyses gaf in relatie met de andere data inzicht in wat er gebeurd.

(19)

In deze grafiek staat de aanwas (Aanwas via doelstand) die hoort bij de doelstand. De aanwas (Aanwas via voorjaarsstand) die is berekend aan de hand van de actuele voorjaarsstand. En de aanwas die gebaseerd is op het gepleegde afschot. Van elk geschoten edelhert is de leeftijd bekend en kan zodoende gekoppeld worden aan het jaar waarin dit edelhert is geboren.

Zolang de drie bolletjes bij elkaar zitten is er sprake van een beheer volgens de doelstand. In 2011 lijkt er iets te veranderen. Het is inmiddels duidelijk dat in de geboortejaren 2013 tot en met 2017 er per

geboortejaar veel meer edelherten zijn geschoten dan de aanwas die berekend is op de actuele voorjaarsstand.

Conclusie: er is sprake van een onderschatting van de werkelijke stand. De actuele voorjaarsstand geeft geen nauwkeurig beeld van de werkelijke aantallen. Een verklaring is dat de nauwkeurigheid van de tellingen sterk is veranderd zonder dat dit werd opgemerkt.

Deze diepte analyse heeft ertoe geleid om op basis daarvan een na-calculatie uit te voeren en deze toe te voegen in de toewijzing waardoor het afschot tussen een minimum (132) en maximum (256) in komt te liggen. We moeten durven leren van onze fouten en daar ook daadwerkelijk op durven acteren.

Soerense Poort / WBE Brummen en Stroomgebied Voorsterbeek

HERT SPITSER HINDE SMALDIER KALF TOTAAL Actuele voorjaarsstand

2020

2 3 8 4 17

Zomerstand 5 2 8 2 7 24

Afschottoewijzing 2020/2021

1 1 3 1 4 10

Doelstand 2021 4 1 5 1 3 14

In de periode februari en maart zijn een aantal (nacht)tellingen uitgevoerd. De spreiding van de edelherten neemt verder toe. De nauwkeurigheid van de aantalsbepaling wordt hierdoor ook wat minder. In de begin periode kon vrijwel tot op het beest nauwkeurig de aantallen worden geschat. Door de slechte zichtbaarheid en de grotere spreiding wordt dit moeilijker. Samenwerking met alle mensen die met ogen en oren in het gebied leven wordt daarom steeds belangrijker.

De herten hebben hun voorkeursgebied gevonden in het noordelijke deel van de Soerense Poort. Dit is het werkgebied van de WBE Stroomgebied Voorsterbeek.

(20)

Vanwege de slechte zichtbaarheid is het afgelopen seizoen via de FBE Gelderland om ook ’s nachts te kunnen schieten. Bij twee van de drie stuks kaalwild is hiervan gebruik gemaakt.

De edelherten in de Soerense Poort leven ten oosten van het Apeldoorns-Dierens kanaal. Tussen het kanaal en het leefgebiedsraster rond de Zuid Oost Veluwe zit ten noord westen van Laag Soeren nog een stuk bos, wat inmiddels door een klein roedel wordt benut. Deze staan in contact met de edelherten op de Zuid Oost Veluwe. Ook vindt er nachtelijke benutting plaats richting het zuiden. Recent is hier een

machtiging verstrekt vanwege de schade aan gras en mais. De laatste weken zijn 2 herten geschoten.

(21)

Werkplan ree 2020-2021

Dit voorjaar is er door het uitbreken van de corona crisis geen reewild telling uitgevoerd. Dit voorjaar zijn wel benaderde werkelijke standen door de WBE’s ingeleverd. Deze benaderde werkelijke standen zijn

gebaseerd op de jaarrond waarnemingen van de jagers.

Deze gegevens zijn naar leefgebied uitgewerkt in het werkplan en geeft tot op WBE-niveau inzicht in de voorjaarsstand, de aanwas, het valwild en de afschotaanvraag. Uit deze gegevens komt een te verwachten voorjaarsstand 2020.

Leefgebieden

Reeën komen in Gelderland in alle landschappen en gebiedsdekkend voor. In Gelderland is het leefgebied voor reeën opgedeeld in Oost-Gelderland (Achterhoek), Veluwe en Rivierenland. Ieder leefgebied heeft zijn eigen specifieke eigenschappen die bepalend zijn voor de mate van rust, voedsel en dekking. De

ecologische draagkracht verschilt op regionaal en op lokaal niveau.

Een benadering van de werkelijkheid

Het is een gegeven dat nooit alle reeën worden geteld, wat maakt dat dit werkplan een benadering is van de werkelijkheid. Door ieder jaar op min of meer dezelfde wijze te tellen ontstaat er een beeld van toename, afname of stabiliteit.

Iedere WBE voert van oudsher en decennialang de tellingen uit volgens haar eigen telmethodiek waardoor inzicht wordt verkregen in het aantal reeën in het werkgebied van een WBE. Om te komen tot vergelijkbare gegevens tussen WBE’s heeft de VHR een telprotocol opgesteld voor het uitvoeren van uniforme

trendtellingen, de zogenaamde Minimum Number Alive (MNA). In Gelderland werken we sinds 2014 met deze telmethode. De telgegevens worden opgeslagen in het Faunaregistratiesysteem totdat we (statistisch gezien) over voldoende jaargangen beschikken om definitief over te gaan op de MNA-methode.

Op de Veluwe zijn de aantallen reeën gebaseerd op de jaarrondwaarnemingen van de jachthouders. In de dichte bosgebieden op de Veluwe is de MNA-methode minder goed uitvoerbaar en is gekozen voor een ander telprotocol ‘reeën in CNV’. Vanaf 2020 zouden de WBE’s in het Centraal Veluws Natuurgebied reeën volgens die methode gaan tellen. Door de corona crisis is er echter geen reeëntelling uitgevoerd. Daarom word alleen de benaderde werkelijke stand gebruikt die de WBE’s in het voorjaar hebben aangeleverd. Het nieuwe telprotocol word vanaf volgend jaar ingevoerd.

Uitwerkingen in het werkplan

De voorjaarsstand geeft aan hoeveel reeën zijn waargenomen, uitgesplitst naar geslacht en leeftijd. Het aantal niet aangesproken (NA) reeën wordt verhoudingsgewijs over de geslachten verdeeld, wat uiteindelijk resulteert in een bepaalde geslachtverhouding.

Voor alle leefgebieden wordt gerekend met een aanwas[1] van 70% van het totaal aantal waargenomen vrouwelijke dieren. Het valwild bestaat uit de in het Faunaregistratiesysteem gemelde aantal dood gevonden en aangereden reeën. Het percentage aanrijdingen wordt berekend op basis van het aantal wildaanrijdingen t.o.v. de voorjaarsstand van het vorige seizoen en dient als indicatie voor het komende seizoen. Deze gegevens gecombineerd met het toegewezen afschot resulteert in een te verwachten voorjaarsstand 2021.

Voor het bepalen van een realistische ondergrens van de populatie wil de FBE vanaf dit seizoen gaan rekenen met de aanwas=mortaliteits methode. Als een populatie stabiel is dan kan aangenomen worden dat er net zoveel dieren doodgaan als dat er bijkomen. Bij een stabiele populatie kan dus redelijk goed een minimale ondergrens van de zomerstand benaderd worden door de aanwas van de populatie gelijk te stellen aan het totale sterftegetal (mortaliteit) die geregistreerd is. Wbe’s die aangeven dat de populatie onder deze grens zitten hebben of een dalende populatie of hun telling wijkt te veel af van de werkelijkheid. Het getal van de aanwas+mortaliteits methode zal dan als ondergrens dienen.

Gelderland breed

De voorjaarsstand in Gelderland is redelijk stabiel en licht stijgend: in 2020 zijn 12.964 reeën geschat, in 2019 zijn 12.015 reeën, in 2018 12.605 reeën en in 2017 11.667 reeën. In het seizoen 2019/2020 zijn er in totaal 1364 reeën geregistreerd die door aanrijdingen om zijn gekomen. Dit is licht minder dan het jaar ervoor, maar nog niet in lijn met het doel om onder de 1.185 aanrijdingen per jaar te komen. De

[1]De werkelijke aanwaspercentage ree kan variëren tussen de 70-160% (zie Fbplan grofwild 2014-2019)

(22)

afschotaanvraag van 4.388 reeën zal 85% van de aanwas wegnemen, wat de stand zou doen toenemen.

Het valwild heeft echter ook invloed op de te verwachten voorjaarsstand. Als gevolge van voorgaande zal de populatie binnen de provincie Gelderland binnen de in het faunabeheerplan afgesproken doelstandspanne blijven van tussen de 10.030 en 14.820 dieren.

Leefgebied Oost-Gelderland

In de Achterhoek is sprake van een stijgende populatie reeën, de geschatte voorjaarsstand dit voorjaar bedraagt 6.233 reeën, ruim 700 meer dan in 2019. Ondanks deze hogere stand hebben in het afgelopen jaar 170 (521) aanrijdingen minder plaatsgevonden dan in 2018-2019. De hoge dichtheid en het intensieve gebruik van het wegennet spelen een grote rol bij het jaarlijkse aantal aanrijdingen. Gezien het causale verband tussen de dichtheid en het aantal aanrijdingen is de afschotaanvraag verhoogd met afschot van geiten, smalreeën en vrouwelijke kalveren. Dit om de stand en de daarvan afgeleide dichtheid te laten dalen waardoor het aantal aanrijdingen op langere termijn structureel zal verminderen.

Indien de regio komend seizoen weer het afschotpercentage (86%) haalt, dan zal de stand niet verder groeien en naar verwachting daarmee ook het aantal aanrijdingen. De verwachtte voorjaarsstand zal in 2021 uitkomen op ca. 5.800 reeën.

Leefgebied Veluwe

De situatie op de Veluwe is licht stijgend, de voorjaarsstand is rond de 5000 reeën, het aantal aanrijdingen is eveneens stabiel. Het aantal aanrijdingen is met 489 aanrijdingen 10% van de benaderde stand aan de hoge kant. Maar is wel stabiel en licht dalend ten opzichte van vorige seizoen. Ook in dit leefgebied zal meer aandacht moeten komen voor het verminderen van het aantal aanrijdingen. Met het aangevraagde afschot zal 77% van de aanwas worden weggenomen. De verwachting is dat hierdoor met de aanrijdingen de stand stabiel blijft of licht gaat stijgen. Voor het komende jaar wordt er voor gekozen om meer te sturen op

aanrijdingen en minder op de benaderde/getelde stand. Wij willen dat de WBE’s meer aan het stuur gaan zitten om aanrijdingen te voorkomen. In tegenstelling tot de automatische piloot waar ze nu op staan die vooral de populatie grote volgt. Ook zoeken we methoden om meer jachthouders van afschot te voorzien die nu nog niet mee doen.

Leefgebied Rivierenland

In deze regio leven beduidend minder reeën dan in de andere leefgebieden, de benaderde stand bedraagt ca 1.851 reeën. Het percentage aanrijdingen met reeën is van 6% naar 8% gestegen, in absolute zin is er sprake van een explosieve stijging van aanrijdingen. De stand is nu stijgend maar de verwachting is dat in 2021 de stand iets zal dalen tot 1.760 reeën. Met het huidige afschot van ca. 600 reeën zal minder dan de aanwas worden weggenomen. Door in het begin van het afschotseizoen het afschot te realiseren worden aanrijdingen voorkomen en kan het gebied een hogere stand aan, maar in gebieden met boomteelt wordt een lagere reeënstand gehandhaafd.

Te nemen maatregelen in Gelderland

Het oude Faunabeheerplan ‘grofwild’ is vervangen door het nieuwe Faunabeheerplan ‘grote hoefdieren’. In dit nieuwe plan richt de beheeraanpak zich op het mogelijk maken van natuurlijke bosverjonging en het terugdringen van het aantal aanrijdingen met reeën. Het aantal aanrijdingen moet statistisch significant dalen ten opzichte van het gemiddelde van de meetreeks 2014-2018. Dat komt neer op maximaal 1.185

aanrijdingen ree per jaar. Ook dit aantal ongelukken gaat gepaard met grote maatschappelijke kosten en met menselijk en dierlijk leed.

Het verminderen van het aantal aanrijdingen met reeën is de afgelopen beheerperiode niet gehaald. De opgave het aantal tot 1.185 aanrijdingen te beperken is een hele opgave en een gezamenlijke

verantwoordelijkheid van de FBE, WBE’s, jachthouders, terreineigenaren, wegbeheerders, Vereniging Wildbeheer Veluwe en Vereniging het Ree. Er zijn oorzaken waar deze stakeholders geen grip op hebben, zoals de toename van het verkeer op gemeentelijke en provinciale wegen, het gedrag van de weggebruiker, de recreatiedruk en daarmee de verstoring in het veld.

(23)

Het (lokaal) verlagen van de dichtheden zal een effect teweegbrengen. De FBE verzoekt de WBE’s de druk er op te houden, in het bijzonder in de Achterhoek. De FBE vraagt aan de WBE’s alle jachthouders van wildmerken te voorzien waar populaties van reeën voorkomen en zodoende beheer plaats zou moeten vinden ter reductie van het aantal aanrijdingen. Mochten deze jachthouders vervolgens niet willen

meewerken aan afschot dan kunnen zij dit beargumenteerd terugkoppelen aan de FBE/WBE. Voor de WBE en FBE wordt dan meetbaar welke jachthouders zich onttrekken aan de uitvoering van het

Faunabeheerplan.

Van Wildbeheereenheden wordt verwacht dat ze nader onderzoeken waar en waardoor op bepaalde wegvakken veel aanrijdingen plaatsvinden en wat zij samen met stakeholders doen om het aantal te

verminderen. De FBE neemt haar verantwoordelijkheid en zal daar waar gewenst en/of nodig ondersteuning bieden.

(24)

Werkplan wild zwijn seizoen 2020/2021 per WBE WBE Veluwe Noord West

De WBE heeft getracht de telling gebiedsdekkend met alle jachthouders uit te voeren. Dit is niet gelukt. In totaal hebben 14 jachthouders hun medewerking verleend. De waarnemingen in deze velden zijn vergeleken met de waarnemingen van vorig jaar. De conclusie is dat de aantallen wilde zwijnen onveranderd zijn. De afschot realisatie (1019 stuks) van het afgelopen seizoen is leidend geweest voor het onderstaande werkplan.

Keiler Zeug Overloper Big Totaal Gewenst

afschot

60 100 120 799 1079

Doelstand 45 45 27 63 180

Relatie 2019

Vorig jaar is een zomerstand bepaald van 940 stuks. Het afgelopen seizoen zijn er 1019 wilde zwijnen geschoten. Dit is nog exclusief afschot in 0-stand gebieden (120 stuks) die worden gevoed door zwijnen uit het leefgebied en de doodgereden zwijnen (215 aanrijdingen). Alleen op basis van het afschot blijkt het aantal biggen per getelde zeug vorig jaar 6,8 te zijn. Alles duidt op volledig onderschatting van de werkelijke aantallen.

Trend

Het verloop van het afschot laat vanaf het seizoen 2013/2014 een stijgende trend zien. Kijk ook naar de stijging van het aantal geschoten keilers en zeugen. Het afschot van het afgelopen seizoen heeft niet tot een noemenswaardig daling van de populatie gezorgd.

WBE Vale Ouwe Relatie 2019

Vorig jaar is een zomerstand bepaald van 754 stuks. Het afgelopen seizoen zijn er 865 wilde zwijnen geschoten. Dit is nog exclusief het afschot in 0-stand gebieden (28 stuks) die worden gevoed door zwijnen uit het leefgebied en de doodgereden zwijnen (71 aanrijdingen). Alleen op basis van het afschot blijkt het aantal biggen per getelde zeug vorig jaar 7,0 te zijn. Alles duidt op volledig onderschatting van de werkelijke aantallen.

Keiler Zeug Overloper Big Totaal

Gewenst afschot 31 75 82 463 671

(25)

Doelstand 20 20 13 30 83 Voorstel

doelstand

30 30 18 40 118

Tellingen

De WBE heeft besloten geen tellingen uit te voeren.

Trend

Het verloop van het afschot laat vanaf het seizoen 2013/2014 een stijgende trend zien. Het effect van het afschot van het afgelopen seizoen is vooralsnog onduidelijk.

Werkplan 2020/2021

De WBE stelt voor de doelstand van 83 zwijnen te verhogen tot 118 stuks. Dit is gebaseerd op een dichtheid van 2 wilde zwijnen per 100 hectare en het leefgebied wild zwijnen binnen het werkgebied van de WBE Vale Ouwe bedraagt 5.900 hectare.

De intentie van het bestuur is om de stand naar beneden te brengen richting de doelstanden, ze zal zich naar maximaal voor inspannen. Ze heeft als uitgangspunt de toewijzing van vorig jaar gekozen. Mocht blijken dat een hoger afschot wenselijk en haalbaar is, zal ze om bijstelling van het werkplan vragen.

WBE Noord Oost Veluwe Tellingen

De WBE heeft getracht de telling gebiedsdekkend met alle jachthouders uit te voeren. Op drie jachthouders na heeft iedereen de WBE geholpen een zo nauwkeurig mogelijk beeld van de zwijnen stand te laten krijgen.

De uitkomsten zijn vergeleken met die van vorig jaar. Op WBE niveau is 72% van de aantallen van vorig jaar geteld. Per cluster zijn er behoorlijke verschillen in 3 clusters is er sprake van een daling van de stand en in de andere 2 clusters is een vergelijkbare stand als in 2019 aanwezig.

Trend

Het verloop van het afschot laat vanaf het seizoen 2014/2015 een stijgende trend zien. Het effect van het afschot van het afgelopen seizoen is vooralsnog onduidelijk.

(26)

Keiler Zeug Overloper Big Totaal Gewenst

afschot

53 118 282 677 1130

Doelstand 41 43 23 55 162

Relatie 2019

Vorig jaar is een zomerstand bepaald van 1.111 stuks (na correctie 115%). Het afgelopen seizoen zijn er 1.027 wilde zwijnen geschoten. Dit is nog exclusief afschot in 0-stand gebieden (77 stuks) die worden gevoed door zwijnen uit het leefgebied en de doodgereden zwijnen (110 aanrijdingen). Alleen op basis van het afschot blijkt dat het aantal biggen per getelde zeug vorig jaar 4,1 te zijn. Dit is een minder grote afwijking dan in de WBE’s Vale Ouwe en Veluwe Noord West.

Werkplan 2020/2021

Het vorig seizoen feitelijk gerealiseerde afschot wild zwijn (1027) is als uitgangspunt gekozen. Het voorstel is om dit aantal met 10% (+103) te verhogen tot 1130 stuks. Het aandeel overlopers is verhoogd ten laste van de biggen. De tellingen, bevindingen van jachthouders en reguliere waarnemingen zijn daarvoor de

grondslag.

WBE Midden Veluwe Relatie 2019

Vorig jaar is een zomerstand bepaald van 736 stuks. Het afgelopen seizoen zijn er 669 wilde zwijnen geschoten. Dit is exclusief afschot in 0-stand gebieden (33 stuks) die worden gevoed door zwijnen uit het leefgebied en de doodgereden zwijnen (44 aanrijdingen). Alleen op basis van het afschot blijkt het aantal biggen per getelde zeug vorig jaar 4,2 te zijn. Dit is een minder grote afwijking dan in de WBE’s Vale Ouwe en Veluwe Noord West.

Keiler Zeug Overloper Big Totaal Gewenst

afschot

57 62 85 525 729

Doelstand 75 75 45 105 300

Tellingen

De WBE heeft besloten geen tellingen uit te voeren.

(27)

Trend

Het verloop van het afschot laat vanaf het seizoen 2013/2014 een stijgende trend zien. Kijk ook naar het verloop bij de overlopers dit lijkt minder te worden. Het afschot van de zeugen en de keilers laat een stijgende trend zien.

Werkplan

Voor de toewijzing is uitgegaan van de afschottoewijzing aan het eind van het afgelopen seizoen.

Stichting Huis Deelerwoud maakt onderdeel uit van de WBE Midden Veluwe.

Het werkplan voor de gehele WBE Midden Veluwe ziet er als volgt uit.

Keiler Zeug Overloper Big Totaal Gewenst

afschot

66 73 114 570 823

Doelstand 81 82 49 113 325

WBE Zuid West Veluwe Tellingen

De WBE heeft met haar jachthouders een gebiedsdekkende telling uitgevoerd en wel op 19 mei en 27 mei.

In het afschot vrije gebied van Natuurmonumenten is zonder lokvoer geteld, dit is nu voor 11de jaar. De 1ste telling zijn 407 en de 2de telling zijn er 452 zwijnen geteld. Na interpretatie is er een zomerstand bepaald van 512 zwijnen.

De biggen zijn dit jaar laat geboren, mogelijk dat er tijdens de telling nog zeugen waren die aan het werpen waren.

De aanwas is gebaseerd op waarnemingen tijdens de telling. Dit komt neer op 4,3 big per getelde zeug. Er heeft verder geen correctie plaats gevonden.

(28)

Keiler Zeug Overloper Big Totaal

Zomerstand 46 51 196 219 512

Gewenst afschot 8 13 174 167 362

Gewenst preventief afschot t.b.v.

verkeersveiligheid

10 10 10 10 40

Totaal gewenst afschot 18 23 184 177 402

Doelstand 38 38 22 52 150

Toelichting:

Afgelopen seizoen zijn er om redenen van verkeersveiligheid 40 zwijnen geschoten langs de N224 daar waar de Gemeente Ede jachthouder is. De WBE heeft verzocht dit aantal wederom te reserveren voor het geval dat de verkeersveiligheid weer door te intensieve aanwezigheid van zwijnen in het geding komt.

Relatie 2019

Vorig jaar is een zomerstand bepaald van 363 stuks. Het afgelopen seizoen zijn er 244 wilde zwijnen geschoten. Dit is exclusief de doodgereden zwijnen (72 aanrijdingen). Op basis van het afschot (206 biggen) en de nu aanwezige overlopers (196) is de werkelijke aanwas minimaal 402 stuks geweest. Dit komt neer op 6,9 big per getelde zeug. Alles duidt op volledig onderschatting van de werkelijke aantallen.

Trend

De voorjaarsstand bevestigt de ontwikkeling van steeds verdere toenemende aantallen zwijnen op de Veluwe.

FBP 2019-2025 / Afschot Vrije Zone (AVZ) / Gedifferentieerd beheer

In dit eerste werkplan wat onder het nieuwe FBP wordt opgesteld, blijken er nog wel wat zaken niet geheel duidelijk. Bijvoorbeeld in het nieuwe Faunabeheerplan zijn geen AVZ voor zwijnen meer opgenomen. Wel is het gedifferentieerde beheer op basis van de actuele mastsituatie benoemd. Sommige beheerders willen om redenen van bosverjonging niet zonder meer gedifferentieerd beheer toepassen.

Het hoofddoel voor het zwijnenbeheer de aankomende plan periode is het beter handhaven van de afgesproken aantallen. Indien het beheer niet toereikend is zal er gekozen worden voor een strakker getalsmatig beheer.

De groei van de aantallen, de aanwezigheid van een AVZ, de effecten op de soortendiversiteit vraagt om een gezamenlijke inhoudelijke discussie over het zwijnenbeheer op de Zuid West Veluwe.

(29)

WBE Zuid Oost Veluwe

De WBE heeft met haar jachthouders een gebiedsdekkende telling uitgevoerd en wel op 19 mei en 26 mei.

De uitvoering heeft conform het telprotocol plaatsgevonden, de afwijking zat in het aantal tellers per telplek namelijk nu 1 en er was geen gezamenlijke start en geen gezamenlijk einde. De 1ste telling zijn er 1.172 en de 2de telling zijn er 1.286 zwijnen geteld. Na interpretatie is er een zomerstand bepaald van 1650 zwijnen.

Voor de aanwas berekening is uitgegaan van 4,5 big per getelde zeug, het aantal op basis van de beide tellingen van 798 biggen is met 216 biggen na-aanwas verhoogd tot 1014 stuks.

Keiler Zeug Overloper Big Totaal

Zomerstand 103 225 314 1014 1650

Gewenst Afschot

28 150 269 909 1356

Doelstand 75 75 45 105 300

Relatie 2019

Vorig jaar is een zomerstand bepaald van 1.238 stuks. Het afgelopen seizoen zijn er 741 wilde zwijnen geschoten. Dit is exclusief het afschot in 0-stand gebieden (9 stuks) die worden gevoed door zwijnen uit het leefgebied de doodgereden zwijnen (9 aanrijdingen). Op basis van het afschot (541 biggen) en de nu aanwezige overlopers (314) is de teruggerekende aanwas minimaal 855 stuks (4,9 big per getelde zeug) geweest. Vorig jaar is de aanwas ingeschat op 794 biggen (4,5 big per getelde zeug).

De teruggerekende voorjaarsstand bedroeg 528 zwijnen, dit is 119% van de voorjaarsstand die op basis van de tellingen was bepaald.

Trend

De trend van de voorjaarsstand bevestigt de ontwikkeling van steeds verder toenemende aantallen zwijnen met in de laatste zes jaar een stand die vrij continue op een hoog niveau blijft. Het gedifferentieerde of mastvolgend beheer heeft hier volgens de WBE een bijdrage in gehad, mede omdat in de voedselarme periode die er in het seizoen 2017/2018 en seizoen 2019/2020 waren onvoldoende worden benut om de stand naar beneden te brengen.

Werkplan 2020/2021 en doelstand

Het WBE bestuur stelt daarom voor -op basis van het hoofddoel voor het zwijnenbeheer het beter handhaven van de afgesproken aantallen- te stoppen met het mastvolgende beheer, geen Afschot Vrije

(30)

Zones toe te staan die het realiseren van de doelstand onmogelijk maken en een vaste doelstand te gaan hanteren van 300 wilde zwijnen in het voorjaar. Het bestuur van de WBE Zuid Oost Veluwe vraagt de FBE Gelderland hiermee in te stemmen. De reden voor deze vraag is dat in het FBP Grote Hoefdieren een doelstand van 400 is afgesproken.

NP De Hoge Veluwe

Het NP De Hoge Veluwe heeft op 27 mei en 29 mei haar gebiedsdekkende telling uitgevoerd. De uitvoering heeft conform het telprotocol plaatsgevonden, de afwijking zat in het aantal tellers per telplek namelijk nu 1 en er was geen gezamenlijke start en geen gezamenlijk einde. Op de 1ste telling zijn er 332 en de 2de telling zijn er 243 zwijnen geteld. Na interpretatie is er een zomerstand bepaald van 391 zwijnen. Voor de aanwas berekening is uitgegaan van 4,9 big per getelde zeug. De tellingen gaven een verhouding van 3,7 big per getelde zeug. De aanwas is hierdoor met 58 biggen verhoogd.

Keiler Zeug Overloper Big Totaal

Zomerstand 41 47 73 230 391

Gewenst afschot

28 38 alle alle 341

Doelstand 13 12 5 20 50

Toelichting:

De intentie van de beheerder is alle biggen en alle overlopers te schieten. De realiteit zal zijn dat er altijd wel 5 overlopers en 20 biggen overblijven. De toewijzing van 341 (minimaal 68 overloper en minimaal 210 big) stuks moet als een minimum worden beschouwd.

Relatie 2019

Vorig jaar is een zomerstand bepaald van 410 stuks. Het afgelopen seizoen zijn er 336 wilde zwijnen geschoten. Dit is exclusief de 34 zwijnen die zijn doodgevonden. Op basis van het afschot (233 biggen) en de nu aanwezige overlopers (73) is de teruggerekende aanwas minimaal 306 stuks (6,0 big per getelde zeug) geweest. Vorig jaar is de aanwas ingeschat op 242 biggen (4,7 big per getelde zeug).

De teruggerekende voorjaarsstand bedroeg 191 zwijnen, dit is 114% van de voorjaarsstand die op basis van de tellingen was bepaald.

Trend

De voorjaarsstand vertoont een stablisatie op een voorjaarsstand die meer dan 3x zo hoog is als de

doelstand. Opgemerkt dient te worden dat de Hoge Veluwe de laagste doeldichtheid van de Veluwe hanteert namelijk 1 zwijn per 100 hectare.

(31)

Mastsituatie

JAAR I.EIK BEUK A. EIK VERKLARING

2003 - 0 -

2004 +++ +++ +

2005 + 0 ++

2006 +++ + +-

2007 + + +

2008 +- 0 ++ +++ extreme volmast

2009 + + +- ++ volmast

2010 - 0 ++ + redelijke mast

2011 ++ ++ + +- plaatselijke mast

2012 +- 0 + - geen mast van

betekenis

2013 + + + 0 = niets

2014 +- ++ ++ I.EIK = inlandse eik

2015 + + - A.EIK= Amerikaanse

eik

2016 ++ +++ +

2017 + - +

2018 +++ +++ +-

2019 + + ++

2020 ++ +++ +

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

bepalingen, maar enkel naar richtlijnen die het gebruik van aankorrelplaatsen optimaler maken (bv. wisselen van aankorrelplaatsen in de tijd, stoppen met aankorrelen

Twee belangrijke opmerkingen hierbi j zijn dat dit o nmogelijk is zonder goede kennis van de leeftijd - vandaar h et belang van de onderkaken in te zame len -

Met die kennis kunnen per gebied instandhoudingsdoelstel- lingen opgesteld worden, die op hun beurt concreet vertaald kunnen worden naar maatregelen om lokale populaties te

15 Stuur dit formulier binnen een maand na afloop van het kwartaal waarin het dier geschoten werd, naar de bevoegde dienst van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) van de

In het Vast Bureau werd beslist dat de middelen voor 2021-2025 voor Vereniging Spoor niet werden overgedragen naar het OCMW en jaarlijks voorzien blijven in het budget van Stad..

– Binnen het project 'Ecoscore voertuigen' werd er ook een gids uitgewerkt rond milieu- vriendelijke voertuigen.. De finale afwerking van de gids zal door AMINAL gebeuren in

Het is vandaag een historische dag in het Nederlandse politieke leven, maar het zal aan ons zijn om het in verdere samenwerking te doen worden een dag met grote en goede gevolgen

van der Donk EMIA; RO; EMITA.. van