Schriftelijke vragen (art. 39 Reglement van Orde) aan de voorzitter van Provinciale Staten van Gelderland
datum : 29-10-2021
van : Janneke Slingerland en Wouter Kamp, ChristenUnie; Celine Berserik, Groen Links; Jan Daenen PvdA; René Westra, VVD
onderwerp : Warmtetransitie in Kleine kernen
Inleiding
Gemeenten hebben de opdracht van het Rijk gekregen om eind 2021 de Transitievisie warmte vast te stellen. In deze visies wordt vermeld welke wijken en buurten per gemeente als eerste van het gas af gaan. Dit is het moment dat deze transitievisies zijn opgesteld en worden vastgesteld. Ook de provincie heeft de afgelopen tijd en aandacht besteed aan dit onderwerp middels het programma Wijken van de Toekomst en het Expertteam Warmte namens de provincie. Naast een aantal grotere steden hebben onder andere Laren (Lochem) en Angerlo (Zevenaar) als kleine kern meegedaan aan dit programma. Naast deze kleine kernen is er in Gelderland nog groot aantal andere kleine kernen.
Voor veel kleine kernen in het buitengebied is een alternatieve warmtebron voor een collectieve aanpak niet voorhanden. Ze lijken daarom afhankelijk van een individuele oplossing, zoals all electric.
Vragen
1. Kent het college het aantal Gelderse buurten dat als opzichzelfstaande kern in het buitengebied ligt? Om welk aantal gaat dit?
2. Voor hoeveel van deze kernen is de all electric-oplossing de voorgestelde oplossingsrichting in de gemeentelijke transitievisies?
3. Om hoeveel huishoudens gaat dit in absolute en procentuele zin in Gelderland?
4. Hoeveel van deze kernen werken de komende jaren aan een wijkuitvoeringsplan en in welk verband doen zij dit (zelf of in samenwerking met anderen)?
5. In welke mate is de netbeheerder Liander in staat om voldoende netcapaciteit tbv elektrisch verwarmen huishoudens in alle Gelderse buitengebieden te garanderen en wat betekent dit in financiële zin voor de inwoners in het betreffende gebied?
6. Op welke wijze ondersteunt de provincie de transitie naar een all electric-oplossing in kleine kernen?
7. Is te verwachten dat er naast all electric-oplossingen nog andere opties voorhanden zijn om de warmtetransitie vorm te geven in buitengebieden? Zo ja, welke opties zijn dit?
8. Hoe beziet de provincie haar rol in de transitie van deze kleine kernen?
o Is er potentie voor efficiëntie door als provincie gemeenten procesmatig te ondersteunen?
o Is bij de provincie bekend op welke onderwerpen de kleine kernen belemmeringen ervaren in de uitvoering van de transitievisie (netwerk, schaalgrootte, afstand tot potentiële warmtebronnen, onderlinge afstanden tussen woningen, …) en welke rol kan de provincie hierin vervullen?
o Welke kansen zijn er voor de provincie om de kennis en ervaring van individuele gemeenten bij de warmtetransitie van kleine kernen met een all electric-oplossing te borgen en te delen?
o Is GS van mening dat de sociale samenhang in kleine kernen een groot potentieel is om de warmtetransitie te doen slagen?
o Welke rol zien de partners van de leefbaarheidsalliantie in de warmtetransitie van kleine kernen?