• No results found

Willy Geysen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Willy Geysen"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tot de toenmalige rector Roger Dillemans hem in 1990 naar het rectoraat riep om er zijn adviseur te worden en woordvoerder van de K.U.Leuven, passeerde iedere student burgerlijk ingenieur bij Willy Geysen. Toch kent de goegemeente hem allereerst als voorzitter van Caritas Vlaanderen dat dit jaar haar vijfenzeventigste verjaardag viert. Een volbloed academicus met een opmerkelijk parcours.

‘Iets betekenen voor zwakkeren in de samenleving’

LLE Limburgers trage praters?

Na een gesprek met Willy Geysen denk je daar wel even anders over! Betrokke- ne is geboeid door de mens en heeft een enorme bewondering voor de vrijwilliger. „Onze Vlaam- se samenleving staat vandaag waar ze staat dankzij de onbaat- zuchtige inzet van zo vele vrijwilli- gers. In de caritassector historisch vooral getrokken door religieuze congregaties.”

– Een ingenieur met een bijzon- dere aandacht voor de menselijke factor in de samenleving lijkt me niet vanzelfsprekend.

Als ingenieur zijn we inderdaad allereerst technisch gevormd. Bij mij groeide die aandacht voor het humane en het sociale geleidelijk doorheen mijn carrière. Een belangrijke wending was de vraag van wijlen rector Piet De Somer om aan onze faculteit een aanvul- lende opleiding voor veiligheids- ingenieurs uit te bouwen. De toen- malige minister van Arbeid en Tewerkstelling A. Califice wilde immers voorrang geven aan de voorkoming van arbeidsongeval- len. Ik kreeg de opdracht om die opleiding vorm te geven. Vrij snel was duidelijk dat veiligheid niet enkel een technische component, maar ook een humaan-menselijk aspect inhield. Dat laatste was toen nieuw voor mij. In het pro- gramma kregen beide aspecten elk vijftig procent van de aandacht in de vakkenverdeling.

Ik merkte bovendien dat veilig- heid in wezen zeer sterk regle- menteringsgebonden is. Daarom ging ik in mijn vrije tijd rechten studeren. Tussen 1975 en 1980 was dat om zo te zeggen mijn hobby.

– Van de veiligheidswetgeving naar het woordvoerderschap van de universiteit lijkt me toch een grote stap.

Toen Roger Dillemans in 1990 als rector werd herkozen, zocht hij iemand als adviseur en woord- voerder die alle aspecten van de universiteit kon overzien. En door mijn dubbele belangstelling en vorming kwam hij wellicht bij mij terecht. Het woordvoerderschap werd een boeiende ervaring.

Bovendien was ik adviseur voor externe zaken, een opdracht die daarna nog tien jaar bleef doorlo- pen bij Dillemans’ opvolger André Oosterlinck.

Bij dat internationale aspect van de universiteit is de sociale gevoe- ligheid erg belangrijk. We hadden toen een drieduizend buitenland- se studenten. Met alle problemen van dien: visa, verblijfsvergunnin- gen, problemen in de thuislanden die hier hun weerslag hadden en ten slotte de onvermijdelijke menselijke problemen.

– Meteen was u gewapend om voorzitter van Caritas te worden?

Hoe men daarvoor bijna elf jaar geleden bij mij is terechtgeko- men, is me nog altijd een raadsel.

Op zeker ogenblik kreeg ik het bezoek van een afvaardiging onder wie Jan Dumon, die ik ken- de als pastor van de Universitaire Parochie. Ze zochten iemand die de uitdagingen van de koepel wat van op afstand kon bekijken om een aantal zaken te reorganise- ren. Het werd me voorgesteld als een relatief kleine werklast, zo’n dag in de week. Achteraf gezien

was dat een duidelijk understate- ment.

Het werd uiteindelijk een vrij tijdrovende job, maar uiterst inte- ressant. Meebouwen aan dat mid- denveld geeft een enorme voldoe- ning. Waar je als ingenieur meest- al bezig bent met materie, kun je hier iets betekenen voor gewone mensen en vooral voor de zwak- keren in de samenleving.

– U moest Caritas leiden in een turbulente periode.

De gezondheids- en wel- zijnssector zijn, samen met het onderwijs, voorbeelden bij uit- stek om duidelijk te maken dat de overheid niet alles zelf moet doen. En het zijn precies secto- ren die de overheid heeft over- gelaten aan het vrije initiatief, die bij een wereldwijde verge- lijking hoger scoren dan deze die de overheid zelf in handen heeft gehouden. De overheid moet hier ondersteunend wer- ken, maar niet operationeel worden. Dat verdedigen was iets wat mijn voorzitterschap boeiend heeft gemaakt. We kwamen uit een periode waar-

in Caritas opereerde in een con- text van een zogenaamde bevriende politieke cultuur. Met het aantreden van de eerste paar- se regering was het voor ons wel even zoeken.

De traditionele zwakte van onze christelijke organisaties is toch wel het gebrek aan samenhang en samenwerking. Doordat we in het verweer kwamen, ondervonden we de nood aan meer slagkracht en modern professioneel werken.

Dat werd mogelijk door een gron- dige reorganisatie met twee krachtige verbonden. Van- daag is de Caritas- koepel niet langer een hiërarchisch, maar veeleer een associatief verband tussen het Verbond van Verzorgingsin- stellingen VVI, het Vlaams Welzijns- verbond, Caritas Internationaal en ACC/Partezis.

De grote veran- dering die we mee- maakten was die

van een zuilgebonden organisatie naar een vrije middenveldorgani- satie. Die periode heeft ons de kans gegeven om te evolueren.

Politiek vrijer zonder onze strate- gie of onze eigenheid op te geven en gesteund op de evangelische waarden.

De politieke tegenwerking maakte ons krachtiger, al moes- ten we leren omgaan met onder andere de euthanasiewet. Toch was het niet allemaal kommer en kwel. Er bleven mensen in de federale regering die rationeel met ons mee wilden denken en voor wie het welzijn van de zwak- kere mens voorop stond, maar vooral ook in de nieuwe Vlaamse regering.

– Zijn de evangelische waarden waarnaar u geregeld verwijst, voor u zelf ook belangrijk?

Zonder meer. Je zou dit waar- schijnlijk moeilijk kunnen, als je zelf niet overtuigd bent. Ik stelde in onderhandelingen met gelijk wie altijd duidelijk dat ik een pra- tikerend katholiek ben. Met grijze stof ben je niet veel, tenzij met grij- ze hersenstof. Het leven is zo com- plex dat het zonder basisprincipes niet vol te houden is. Spirituele voeding is daarbij erg belangrijk, en dat geldt voor heel veel men- sen in de samenleving.

Bij mij speelt de Universitaire Parochie daarin een grote rol, en meer bijzonder de wekelijkse eucharistieviering, meestal nog in een volle kerk. We hebben in onze parochie het geluk dat de homilie elke week opnieuw een pareltje is.

We kunnen immers terugvallen op voorgangers en pastores van hoog niveau. Als je het daar niet vindt, dan zul je het nergens vin- den.

Daarnaast is er een heel goede verbondenheid. Je ervaart er bij collega’s ook facetten die elders niet meteen aan bod komen of die je anders niet ziet. En ten slotte, maar eigenlijk in de eerste plaats:

we krijgen zo enorm veel in dit leven, dat ik het niet meer dan vanzelfsprekend vind om weke- lijks een uurtje vrij te maken om overwegend dank u te kunnen zeggen.

Voor de uitgebreide versie, surf naar de web- site www.kerknet.be/geysen.

© Elisabeth Bayley

Het leven is zo complex dat het zonder basisprincipes niet vol te houden is K L A P S T O E L

7

K E R K + L E V E N - 2 1 N O V E M B E R 2 0 0 7

WILL Y GEYSEN

K

A

To o n O s a e r

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie Beleidscel en

Het gebied is, onverminderd de wettelijke mogelijkheden van de beheerder of het Agentschap voor Natuur en Bos, hierna het Agentschap te noemen, om het geheel

Het zich bevinden in of nabij bos of met bomen begroeide plaatsen bij krachtige wind, het betreden van het gebied van een half uur na zonsondergang tot een

Overwegende dat artikel 11 §3 van het Besluit Vlaamse Regering van 5 december 2008 betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten, vooropstelt dat de

Het zich bevinden in of nabij bos of met bomen begroeide plaatsen bi j krachtige wind, betreding van een half uur na zonsondergang tot een half uur voor

Overwegende dat artikel 11 §3 van het Besluit Vlaamse Regering van 5 december 2008 betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten, vooropstelt dat

Het gebied is, onverminderd de wettelijke mogelijkheden van de eigenaar om het geheel of gedeeltelijk, voor alle of bepaalde categorieën bezoekers ontoegankelijk te