Liturgie voor de dienst waarin het huwelijk bevestigd wordt van
Jan de Boer
&
Marleen van Loon
Datum en tijd: vrijdag 4 september 2020 – 14.30 uur
Predikant: ds. W.J. van Gent te Ouderkerk aan de Amstel (CGK)
Kerk: Hersteld Hervormde Gemeente ’s-Grevelduin-Vrijhoeve-Capelle Organist: A.P. van Dongen
2
Orgelspel
Binnenkomst bruidspaar en kerkenraad (iedereen gaat staan) Stil gebed
Votum en groet
Zingen: Psalm 92: 2
2. ‘t Voegt ons met blijde klanken, door 't voorbedachte lied, Hem, Die het al gebiedt, op harp en luit te danken.
Gij hebt door Uw vermogen, o HEER’, mijn hart verheugd!
Ik zal, verrukt van vreugd’, Uw grote daân verhogen.
Apostolische Geloofsbelijdenis
Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde;
en in Jezus Christus Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere; Die ontvangen is van de Heiligen Geest, geboren uit de maagd Maria;
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle. Op de derde dag wederom opgestaan van de doden; opgevaren ten hemel, zittend aan de rechterhand van God de almachtige Vader; vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heiligen Geest.
Ik geloof een heilige, algemene Christelijke Kerk, de gemeenschap der heiligen.
Ik geloof de vergeving van de zonden;
ik geloof de wederopstanding van het vlees (het lichaam);
en ik geloof een eeuwig leven.
Amen.
3
Zingen: Psalm 25: 2
2. HEER’, ai, maak mij Uwe wegen door Uw woord en Geest bekend.
Leer mij, hoe die zijn gelegen, en waarheen G' Uw treden wendt.
Leid mij in Uw waarheid, leer ijv'rig mij Uw wet betrachten.
Want Gij zijt mijn heil, o HEER’, 'k Blijf U al de dag verwachten.
Schriftlezing Johannes 2: 1-11
1. En op de derden dag was er een bruiloft te Kana in Galilea; en de moeder van Jezus was aldaar.
2. En Jezus was ook genood, en Zijn discipelen, tot de bruiloft.
3. En als er wijn ontbrak, zei de moeder van Jezus tot Hem: Zij hebben geen wijn.
4. Jezus zei tot haar: Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijn ure is nog niet gekomen.
5. Zijn moeder zei tot de dienaars: Zo wat Hij ulieden zal zeggen, doet dat.
6. En aldaar waren zes stenen watervaten gesteld, naar de reiniging van de Joden, elk houdende twee of drie metreten.
7. Jezus zei tot hen: Vult de watervaten met water. En zij vulden ze tot boven toe.
8. En Hij zei tot hen: Schept nu, en draagt het tot den hofmeester;
en zij droegen het.
9. Als nu de hofmeester het water, dat wijn geworden was, geproefd had (en hij wist niet, van waar de wijn was; maar de dienaren, die het water geschept hadden, wisten het), zo riep de hofmeester de bruidegom.
10. En zei tot hem: Alle man zet eerst de goede wijn op, en wanneer men wel gedronken heeft, alsdan de mindere; maar gij hebt de goede wijn tot nu toe bewaard.
11. Dit beginsel der tekenen heeft Jezus gedaan te Kana in Galilea, en heeft Zijn heerlijkheid geopenbaard; en Zijn discipelen geloofden in Hem.
4
Gebed en voorbede
Zingen: Psalm 62: 1 en 4
1. Mijn ziel is immers stil tot God;
van Hem wacht ik een heilrijk lot;
Hij immers zal mijn rotssteen wezen, mijn heil, mijn hulp in mijn gebrek, mijn toevlucht en mijn hoog vertrek:
Ik zal geen grote wank'ling vrezen.
4. Doch gij, mijn ziel, het ga zo 't wil, stel u gerust, zwijg Gode stil;
ik wacht op Hem; Zijn hulp zal blijken.
Hij is mijn rots, mijn heil in nood, mijn hoog vertrek; Zijn macht is groot;
ik zal noch wank'len, noch bezwijken.
Preek
Tekst: Johannes 2: 2a
“En Jezus was ook genood.”
Zingen: Psalm 121: 1 en 4
1. 'k Sla d' ogen naar 't gebergte heen, vanwaar ik dag en nacht
des Hoogsten bijstand wacht.
Mijn hulp is van de HEER’ alleen, Die hemel, zee en aarde
eerst schiep, en sinds bewaarde.
4. De HEER’ zal u steeds gadeslaan, opdat Hij in gevaar,
uw ziel voor ramp bewaar';
de HEER’, 't zij g' in of uit moogt gaan, en waar g' u heen moogt spoeden, zal eeuwig u behoeden.
5
Formulier voor de huwelijksbevestiging in de gemeente van Christus
Aangezien ook de gehuwden gewoonlijk veel tegenspoed en kruis vanwege de zonde overkomt, zo zult u ook in uw hart verzekerd zijn van de gewisse hulp van God in uw kruis.
Opdat u, bruidegom Jan Zegert de Boer en u, bruid Hendrina Elisabeth van Loon, die uw huwelijk in Gods Naam in het openbaar hier in de kerk wilt laten bevestigen, zo hoort uit het Woord van God, hoe eerbaar het huwelijk is, en dat het een inzetting van God is, die Hem behaagt; waarom Hij ook de getrouwden wil zegenen, en hen bijstaan, gelijk Hij beloofd heeft;
daarentegen de hoereerders en overspelers wil Hij oordelen en straffen.
Allereerst zult u weten, dat God, onze Vader, nadat Hij hemel en aarde, en alles wat daarin is, geschapen had, de mens schiep, naar Zijn beeld en Zijn gelijkenis; opdat hij heerschappij zou hebben over de dieren van de aarde, over de vissen van de zee, en over de vogels in de lucht. En nadat Hij de mens geschapen had, sprak Hij:
Het is niet goed, dat de mens alleen zij. Ik zal hem een hulpe maken, die als tegen hem over zij. Toen deed de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen, en hij sliep, en Hij nam één van zijn ribben, en sloot die plaats toe met vlees. En de HEERE God bouwde de rib, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam. Toen zei Adam: deze is ditmaal been van mijn benen, en vlees van mijn vlees; men zal haar Manninne heten, omdat zij uit de man genomen is. Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot één vlees zijn.
(Genesis 2: 18b, 21-24)
Daarom zult u niet twijfelen, of het huwelijk behaagt aan God de Heere;
aangezien Hij Adam zijn huisvrouw geschapen, Zelf toegebracht, en hem tot een vrouw gegeven heeft; daarmee betuigende, dat Hij nog heden ten dage aan een ieder zijn vrouw als met Zijn hand toebrengt. Daarom heeft ook de Heere Jezus Christus die zo hoog geëerd, met Zijn tegenwoordigheid, giften en wondertekenen te Kana in Galilea, om daarmee te betuigen dat het huwelijk behoort eerbaar gehouden te worden door allen, en dat Hij de getrouwden Zijn hulp en Zijn bijstand altijd wil bewijzen, ook wanneer men zulks allerminst verwacht.
6
Maar opdat u in deze staat godzalig leven zult, zo zult u ten tweede weten de oorzaken waarom God het huwelijk heeft ingezet.
- De eerste oorzaak is, opdat de één de ander trouw zou helpen en bijstaan in alle dingen, die tot het tijdelijke en eeuwige leven behoren.
- De tweede oorzaak is, opdat zij hun kinderen (als zij die krijgen zullen) in de waarachtige kennis en vreze Gods, tot Zijn eer, en tot hun zaligheid opvoeden.
- De derde oorzaak is, opdat een ieder alle onkuisheid en boze lusten vermijdende, met een goed en gerust geweten zal leven; want om hoererij te vermijden, zal een iedere man zijn eigen vrouw hebben, en een iedere vrouw haar eigen man. Alzo dat allen, die tot hun jaren gekomen zijn, en de gave van onthouding niet hebben, naar het bevel van God, verbonden en schuldig zijn, zich tot het huwelijk, naar christelijke instelling, met weten en wil van hun ouders (of voogden en vrienden) te begeven; opdat de tempel van God, dat is ons lichaam, niet verontreinigd zal worden; want zo iemand de tempel van God schendt, die zal God schenden.
Daarna zult u, ten derde ook weten, hoe de één zich ten opzichte van de ander, naar Gods Woord behoort te gedragen.
Allereerst zult u, man, weten dat God u gezet heeft tot een hoofd van de vrouw; opdat u haar naar uw vermogen, verstandig zal leiden, zult onderwijzen, troosten en beschermen, gelijk het hoofd het lichaam regeert, ja zoals Christus het Hoofd, de Wijsheid, Troost en Bijstand van Zijn gemeente is. Bovendien zult u uw vrouw liefhebben als uw eigen lichaam, zoals Christus Zijn gemeente liefgehad heeft. U zult niet bitter tegen haar zijn, maar bij haar wonen met verstand, en aan uw vrouw, als
het zwakkere vat, haar eer geven; als die ook mede-erfgenamen van de genade van het leven bent, opdat uw gebed niet verhinderd worde. En zoals het Gods opdracht is, dat de man in het zweet van zijn aangezicht zijn brood eten zal, zo zult u getrouw en naarstig in uw Goddelijk beroep arbeiden;
opdat u uw gezin met God en met eer zult onderhouden en ook daarnaast iets hebt, om aan de behoeftige mee te delen.
Ten tweede, zult u, vrouw, weten hoe u zich, naar het Woord van God, zult gedragen ten opzichte van uw man. U zult uw wettige man liefhebben, eren en vrezen, ook hem gehoorzaam zijn in alle dingen, die recht en billijk zijn, als uw heer; zoals het lichaam aan het hoofd, en de gemeente aan Christus onderdanig is. U zult geen heerschappij gebruiken over uw man, maar stil zijn; want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva, Adam tot hulp. En na de
7
zondeval heeft God tot Eva, en in haar persoon tot het hele vrouwelijke geslacht gesproken:
Tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben. (Genesis 3: 16b)
Deze instelling van God zult u niet tegenstaan, maar veel meer het gebod van God gehoorzaam zijn, en het voorbeeld van de heilige vrouwen navolgen, welke op God hoopten, en aan hun mannen onderdanig waren;
zoals Sara gehoorzaam is geweest aan haar man Abraham, hem noemende haar heer. U zult ook uw man in alle goede en oprechte dingen behulpzaam zijn, op uw huishouding goede acht hebben, en in alle zedigheid en eerbaarheid, zonder wereldlijke pracht wandelen, opdat u anderen een goed voorbeeld van zedigheid zult geven.
Het bruidspaar gaat staan en beantwoordt de voortgangsvraag:
Daarom, u bruidegom Jan Zegert de Boer en bruid Hendrina Elisabeth van Loon nadat u verstaan hebt, dat God het huwelijk ingezet heeft, en wat u daarin van Hem bevolen is, bent u bereid om in dit huwelijk zo te leven, zoals u hier voor de Christelijke gemeente verkondigt, en begeert u dat uw huwelijk bevestigd zal worden?
Wat is hierop uw beider antwoord? Ja.
Daarna spreekt de dienaar tot de gemeente:
Ik neem u allen, die hier verzameld bent tot getuigen, dat er geen wettige verhindering tegen dit huwelijk is ingebracht.
Vervolgens spreekt de dienaar tot de gehuwden:
En nu het dan recht en behoorlijk is, dat dit huwelijk bevestigd zal worden, zo moge onze Heere God uw voornemen, dat Hij u gegeven heeft bevestigen; en uw beginsel zij in de Naam des Heeren, Die hemel en aarde geschapen heeft.
Bruidegom en bruid, ik verzoek u elkaar de rechterhand te geven en te antwoorden op de vragen die u gesteld zullen worden.
Allereerst u, bruidegom Jan Zegert de Boer, bekent u hier voor God en deze Zijn heilige gemeente, dat u genomen hebt, en neemt, tot uw wettige vrouw Hendrina Elisabeth van Loon, hier tegenwoordig? Belooft u dat u haar nooit zult verlaten; dat u haar zult liefhebben, en trouw zult onderhouden, zoals een getrouw en godvrezend man aan zijn vrouw
8
schuldig is; dat u heilig met haar zult leven, haar trouw en geloof in alle dingen zult houden, naar het uitwijzen van het heilig Evangelie?
Broeder Jan Zegert de Boer, wat is hierop uw antwoord? Ja.
Vervolgens u, bruid Hendrina Elisabeth van Loon, bekent u hier voor God en deze Zijn heilige gemeente, dat u genomen hebt, en neemt, tot uw wettige man Jan Zegert de Boer, hier tegenwoordig? Belooft u dat u hem gehoorzaam zult zijn, hem zult dienen en helpen, hem nooit zult verlaten, heilig met hem zult leven, hem trouw en geloof in alle dingen zult houden, zoals een vroom en getrouw vrouw aan haar man schuldig is, naar het uitwijzen van het heilig Evangelie?
Zuster Hendrina Elisabeth van Loon, wat is hierop uw antwoord? Ja.
Dan spreekt de dienaar:
De Vader der barmhartigheid, Die u door Zijn genade tot deze heilige staat van het huwelijk geroepen heeft, verbinde u met oprechte liefde en trouw, en geve u Zijn zegen.
Amen.
Zingen: Psalm 134: 2
2. Heft uwe handen naar omhoog, slaat naar het heiligdom uw oog,
en knielt eerbiedig voor Hem neer. (Het bruidspaar knielt.) Looft, looft nu aller heren HEER’.
Terwijl het bruidspaar geknield ligt, bidt de dienaar:
Almachtige God, U bewijst Uw goedheid en wijsheid in al Uw werken en ordeningen. U hebt van de beginne gesproken dat het niet goed is, dat de mens alleen zou zijn. U hebt hem daarom een hulp geschapen die als tegenover hem is. U hebt verordend dat zij die twee waren één zouden zijn en ook alle onreinheid straft. Wij bidden U: Wil deze twee mensen, die U tot het heilig huwelijke staat geroepen en samen verbonden hebt, Uw Heilige Geest geven, opdat zij in een waarachtig en vast geloof heilig leven naar Uw Goddelijke wil, en tegen alle kwaad strijden.
Wil hen dan ook zegenen, zoals U de gelovige vaderen, Uw vrienden en trouwe dienaren Abraham, Izak en Jakob gezegend hebt, opdat zij als mede-
9
erfgenamen van het verbond dat U met die vaderen hebt opgericht, de kinderen, als het U behaagt hun die te geven, Godzalig mogen opvoeden.
Dit alles tot eer van Uw heilige Naam, tot stichting van Uw gemeente en tot verbreiding van Uw heilig Evangelie. Wil ons verhoren, o Vader van alle barmhartigheid, door Jezus Christus, Uw geliefde Zoon, onze Heere, in Wiens Naam wij onze gebeden besluiten:
Onze Vader, Die in de hemelen zijt!
Uw Naam worde geheiligd.
Uw Koninkrijk kome.
Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.
Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in eeuwigheid.
Amen.
Zingen: Psalm 134: 3
3. Dat ’s HEEREN zegen op u daal’!
Zijn gunst uit Sion u bestraal’!
Hij schiep ’t heelal, Zijn naam ter eer.
Looft, looft dan aller heren HEER’!
Overhandiging huwelijksbijbel ds. J.W. Baan
Schriftlezing uit de huwelijksbijbel Psalm 128 1. Een lied Hammaäloth. Welgelukzalig is een iegelijk, die de HEERE vreest, die in Zijn wegen wandelt.
2. Want gij zult eten de arbeid van uw handen; welgelukzalig zult gij zijn, en het zal u welgaan.
3. Uw huisvrouw zal wezen als een vruchtbare wijnstok aan de zijden van uw huis; uw kinderen als olijfplanten rondom uw tafel.
4. Ziet, alzo zal zekerlijk die man gezegend worden, die de HEERE vreest.
10
5. De HEERE zal u zegenen uit Sion, en gij zult het goede van Jeruzalem aanschouwen al de dagen van uw leven;
6. En gij zult uw kindskinderen zien. Vrede over Israël!
Onze lieve Heere God vervulle u met Zijn genade en geve u, dat u in alle godzaligheid, liefde en eenheid, lang en heilig samen leven mag.
Amen.
Vervolg huwelijksformulier:
Hoort nu uit het Evangelie, hoe sterk de band van het huwelijk is, zoals wij lezen in Mattheüs 19:3-9:
3. En de Farizeeën kwamen tot Jezus, verzoekende Hem, en zeggende tot Hem: Is het een mens geoorloofd zijn vrouw te verlaten, om allerlei oorzaak?
4. Doch Hij, antwoordende, zei tot hen: Hebt gij niet gelezen, Die van het begin de mens gemaakt heeft, dat Hij hen gemaakt heeft man en vrouw?
5. En gezegd heeft: Daarom zal een mens vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn?
6. Alzo dat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.
7. Zij zeiden tot Hem: Waarom heeft dan Mozes geboden een scheidbrief te geven en haar te verlaten?
8. Hij zei tot hen: Mozes heeft vanwege de hardigheid van uw hart u toegelaten uw vrouwen te verlaten; maar van het begin is het alzo niet geweest.
9. Maar Ik zeg u, dat wie zijn vrouw verlaat, anders dan om hoererij, en een ander trouwt, die doet overspel, en die de verlatene trouwt, doet ook overspel.
Gelooft deze woorden van de Heere Christus, en wees daarvan verzekerd en gewis, dat onze Heere God u samengevoegd heeft tot deze heilige, huwelijke staat, en daarom zult u ook alles, wat u daarin overkomt, met geduld en dankzegging aannemen, als van de hand van de Heere; zo zal het u ook alles ten beste en ter zaligheid toekomen. Amen.
11
Dankgebed
Slotzang: Psalm 68: 10 (staande)
10. Geloofd zij God met diepst ontzag!
Hij overlaadt ons, dag aan dag, met Zijne gunstbewijzen.
Die God is onze zaligheid;
wie zou die hoogste Majesteit dan niet met eerbied prijzen?
Die God is ons een God van heil;
Hij schenkt, uit goedheid, zonder peil, ons 't eeuwig, zalig leven.
Hij kan, èn wil, èn zal in nood, zelfs bij het naad'ren van de dood, volkomen uitkomst geven.
Zegen
Er zal tijdens de dienst niet worden gecollecteerd. Bij de uitgang krijgt u de gelegenheid om uw gave te geven aan de kerkvoogdij.
