• No results found

Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt. Augustus 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt. Augustus 2021"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Augustus 2021

WERK.FOCUS

18 augustus 2021

Niet enkel de vaccinatiecampagne draaide de afgelopen maanden op volle toeren. Ook de Vlaamse economie en arbeids- markt zetten gedwee hun herstelpad verder door. Zowel bij ondernemers, als bij consumenten bereikt het vertrouwen nieuwe recordhoogten. Terwijl er ook nooit eerder meer vacatures werden ontvangen of openstonden en het aantal op- richtingen de vrije vlucht neemt. Bovendien neemt het aantal werkzoekenden zonder werk sinds maart in snel tempo af en neemt het aantal tijdelijk werklozen, na een maandenlange stabilisatie, eindelijk af.

Toch zijn er, zoals in onze vorige kwartaalberichten, opnieuw enkele kanttekeningen te plaatsen. Hoewel de afname van de werkzaamheidsgraad (voorlopig) lijkt te zijn gestuit, blijft deze wel onder haar precrisisniveau. Jongeren, personen die buiten de EU-28 werden geboren en kortgeschoolden kennen de sterkste terugval. Ook het aantal langdurige werkzoeken- den zonder werk, en de uitzendarbeid bevinden zich nog steeds niet op precrisisniveau. Bovendien blijven er ondanks een duidelijke afname toch nog veel tijdelijke werklozen aanwezig in Vlaanderen.

Conjunctuur

Volgens de flashramingen van de NBB tekende de Bel- gische economie in het tweede kwartaal van 2021 een kwartaalgroei op van 1,4%. De verdere afbouw van de beperkende maatregelen geven dus een duidelijke posi- tieve stimulans aan de economische groei. Vooral de dienstensector (+1,4%) en industrie (+1,1%) kennen een sterke verdere groei (perscommuniqué NBB).

In vergelijking met één jaar eerder is er zelfs een toename van het BBP met +14,5% te constateren. Het tweede kwartaal van 2020 was uiteraard ook wel het moment waarop de impact van de COVID-19-crisis ten volle tot uiting kwam (−14,0% op jaarbasis). Ondanks dit sterk economisch herstel blijft het BBP nog steeds −2,5% lager dan in het vierde kwartaal van 2019. Volgens de economi- sche projecties van juni 2021 zou het nog tot eind dit jaar duren voordat het precrisisniveau wordt bereikt en tot 2023 voor het groeipad van voor de crisis terug wordt bijgebeend (A1).

Het ondernemersvertrouwen is zowel in het Vlaams Gewest als in België sinds december 2020 aan een sterke heropleving bezig. In de maand juni bereikte de conjunc- tuurbarometer zo een historisch maximum: +6,7 in het Vlaams Gewest en +9,8 in België. Terwijl in België het

ondernemersvertrouwen nagenoeg stabiliseert op het historisch maximum (+10,1) in juli, is er een lichte daling (van het nog steeds erg hoge) Vlaamse ondernemersver- trouwen (+4,3). Deze daling is het meest uitgesproken in de dienstverlening, maar zelfs in deze sector blijft het ver- trouwen op een erg hoog niveau. Enkel in de handel is de conjunctuurbarometer net iets minder positief in vergelijking met zijn gemiddelde over de periode 2000- 2019.

Ook de indicator van het Belgisch consumenten- vertrouwen stabiliseert op haar historisch maximum (+8).

Het Vlaamse consumentenvertrouwen, dat in mei al haar historisch hoogtepunt bereikte (+12), stijgt nog verder van +16 in juni naar +17 in juli. De afgelopen maanden werd men vooral optimistischer over de algemene economische situatie in België en de toekomstige ontwikkeling van de arbeidsmarkt. Deze laatste komt zelfs bijna terug op het- zelfde lage niveau van voor de COVID-19-crisis (A2).

Het in mei 2020 ingezette herstel van het aantal uren uitzendarbeid kende in het afgelopen half jaar een ietwat wisselend vervolg. In het eerste kwartaal van 2021 was er sprake van een tijdelijke plafonnering, met zelfs een lichte terugval ten opzichte van het vierde kwartaal van 2020 (−3,0%). In april en mei werd echter een nieuw elan

(2)

ingezet, met een toename van de Federgon-index met respectievelijk +2,1% en +1,6% op maandbasis. In juni stokte de groei echter opnieuw, met zelfs een lichte af- name ten opzichte van mei (−0,7%). Terwijl de uitzendar- beid zich dus in een duidelijk betere situatie bevindt dan een jaar eerder (+18,1%), is het precrisisniveau nog lang niet bereikt. De Federgon-index blijft −5,2% onder het niveau van februari 2020 en −8,3% lager dan juni 2019 (A3).

Ten gevolge van het coronavirus werd beslist om de pro- cedure tot aanvraag van tijdelijke werkloosheid sterk te vereenvoudigen. In juni besliste de federale regering om deze vereenvoudigde procedure te verlengen tot en met 30 september 2021.

Nadat het aantal tijdelijk werklozen in het Vlaams Gewest maandenlang rond de 230 000 stabiliseerde, lijkt deze op basis van de voorlopige cijfers in mei en juni een sterke daling te kennen. Voorlopig telt de RVA 115 000 tijdelijke werklozen in Vlaanderen ingevolge COVID-19, ook de cijfers voor België tonen een duidelijke terugval (van 409 000 in april tot 208 000 in juni). Desalniettemin blijft het aantal tijdelijk werklozen wel nog steeds ruim boven het niveau van voor de aanvang van de coronacrisis. Op basis van het aantal tijdelijk werklozen volgens fysieke eenheden en indienmaand in België kunnen we zelfs net niet over een verdrievoudiging (2,9 maal) spreken ten opzichte van juni 2019.

Niet enkel loopt het aantal personen in tijdelijke werk- loosheid terug, ook de intensiteit van de tijdelijke werk- loosheid daalt. Terwijl in april nog 27,9% van de tijdelijk werklozen 13 dagen of meer met tijdelijke werkloosheid werd geconfronteerd, zijn dat er in juni nog slechts 17,7%.

Het gemiddeld aantal dagen per werknemer valt hierbij terug van 9,2 tot 7,4.

In vergelijking met april is voornamelijk het aandeel van de sectoren handel (−4,1 ppt), menselijke gezond- heidszorg en maatschappelijke dienstverlening (−2,0 ppt) en administratieve en ondersteunende diensten (−1,5 ppt) afgenomen. Het aandeel van de bouwsector (+1,9 ppt) en vooral de industrie (+6,6 ppt) namen daaren- tegen wel toe. Het aantal tijdelijk werklozen in de indus- trie en bouw nam dus minder sterk af in vergelijking met de andere sectoren. Hierdoor is ondertussen 26,9% van het aantal tijdelijk werklozen in Vlaanderen afkomstig uit de industrie, 1,4 maal hoger dan we zouden verwachten op basis van het aandeel in de totale tewerkstelling. On-

danks dat het aandeel van de administratieve en onder- steunende diensten de afgelopen maanden afnam, blijft deze sector sterk oververtegenwoordigd (1,3 maal hoger in vergelijking met het aandeel in de totale tewerk- stelling). De horeca (4,1 maal hoger) en kunst, amusement en recreatie (3,8 maal hoger) blijven echter het sterkst oververtegenwoordigd. (A4).

In juni zien we nog steeds het beperkend effect van de verschillende overheidsmaatregelen op het aantal fail- lissementen. Na een stijging van het aantal faillissementen in de maanden april (+69,9% op jaarbasis) en mei (+22,9%), zijn er in juni weer 61 faillissementen minder tegenover juni vorig jaar (−16,7%) en 134 minder tegeno- ver juni 2019 (−30,6%). Met 304 faillissementen in totaal blijft deze indicator in juni op een erg laag peil staan.

In het tweede kwartaal van 2021 stellen we dan weer een positieve jaarevolutie (+13,2%) vast, de eerste jaargroei sinds het uitbreken van de coronacrisis. We dienen hierbij echter wel rekening te houden dat in het tweede kwartaal van 2020 reeds een hele reeks beschermingsmaatregelen van kracht waren. In een langetermijnperspectief blijft het aantal faillissementen in het tweede kwartaal van 2021 op een erg laag niveau (−37,9% ten opzichte van twee jaar eerder). Deze faillissementscijfers zijn dan ook nog steeds sterk onderhevig aan heel wat bijkomende over- heidsmaatregelen op verschillende niveaus – federaal, gewestelijk en lokaal. Zo werden twee pijlers van de hervorming van de procedure van gerechtelijke reorgani- satie (deze werd versoepeld naar aanleiding van de COVID -19-crisis) recent verlengd van 30 juni 2021 tot 16 juli 2022. Daarnaast kende de RSZ minnelijk afbetalingsplan- nen toe met een duur van maximaal 24 maanden voor de afbetaling van alle bijdragen en bedragen voor het jaar 2020. Deze maatregel werd eerder dit jaar verlengd voor de eerste twee kwartalen van 2021 en recent ook voor het derde kwartaal. Naast deze maatregel die in het leven is geroepen om de economische gevolgen van de COVID- 19-crisis te beperken, bestaat er ook nog steeds het klassieke minnelijke afbetalingsplan waar bedrijven beroep op kunnen doen. Tot slot, in de maanden juli en augustus vindt er een gerechtelijk zomerreces plaats waardoor er minder zittingen zijn. Ook dit kan een impact hebben op de toekomstige faillissementscijfers.(A5).

Het aantal oprichtingen in België kende een wisselvallig verloop in het eerste kwartaal van 2021, met een terugval op jaarbasis in januari (−6,6%), gevolgd door een

© Steunpunt Werk

(3)

hervatting van het oprichtingstempo in februari (+4,9%).

Met een verdere toename in maart, werd het kwartaal uiteindelijk met een positieve balans afgesloten. In België waren er uiteindelijk 32 945 oprichtingen (+5,3% op jaar- basis), waarvan er 67,3% in Vlaanderen plaatsvonden (22 164 oprichtingen). De groei in het aantal oprichtingen was dan ook nog sterker in het Vlaams Gewest (+9,7%

t.o.v. eerste kwartaal van 2020). Deze sterke groei in oprichtingen zette zich ook in april en mei door. Met een jaargroei van respectievelijk +90,2% en +42,3% in het Vlaams Gewest werden recordcijfers opgetekend. Deze groei kan niet volledig geattribueerd worden aan het reeds aanwezige crisisklimaat gedurende deze maanden in 2020.

Zelfs ten opzichte van twee jaar eerder is er een sub- stantiële groei in april (+26,7%) en mei (+14,7%) (A6).

Werkzaamheid & werkloosheid

De cijfers voor de Vlaamse en Belgische werkzaamheid- en werkloosheidsgraden in het eerste kwartaal van 2021 moeten met de nodige voorzichtigheid worden geïnter- preteerd. De vragenlijst van Enquête naar de Ar- beidskrachten (EAK) werd immers grondig hervormd en hanteert vanaf heden een gewijzigde definitie met betrek- king tot werkgelegenheid en werkloosheid, met een tijdreeksbreuk in de cijfers als gevolg. Zo worden onder andere personen die reeds langer dan drie maanden on- onderbroken tijdelijk werkloos zijn niet langer tot de werkenden gerekend. Gezien het hoge aantal tijdelijk werklozen (zie supra) heeft dit een negatieve impact op de werkzaamheids- en werkloosheidsgraad. Deze methodolo- gische wijzing resulteert bij de 15- tot 64-jarigen tot 10 000 extra werklozen en 70 000 extra niet- beroepsactieven, ten koste van 80 000 werkenden. De sterke toename in de niet-beroepsactieven is te verklaren doordat de meeste tijdelijke werklozen niet zullen zoeken naar nieuw werk of zich niet beschikbaar zullen stellen voor nieuw werk, bijvoorbeeld omdat ze erop rekenen nog bij de huidige werkgever aan de slag te kunnen. Hierdoor worden ze niet tot de werklozen gerekend (zij die zoeken naar werk én zich ervoor beschikbaar stellen), maar wel tot de niet-beroepsactieven. Dit verklaart ook waarom we weinig effect constateren op de werkloosheidscijfers van deze methodologische wijziging (zie verder).

Het trendniveau van de werkzaamheidsgraad valt in Vlaanderen verder terug tot 74,4%, dat is −1,4 ppt lager dan een jaar geleden en het laagste niveau sinds het derde

kwartaal van 2018. Ook op Belgisch niveau vinden we een negatieve evolutie terug van 70,0% tot 69,7%, zij het minder uitgesproken. Het effect van de methodologische wijzigingen van de EAK mogen hierbij echter niet onder- schat worden. Indien we tijdelijke werklozen op dezelfde manier zouden alloceren als voorheen, zou de werkzaam- heidsgraad in België en Vlaanderen stabiel gebleven zijn (op respectievelijk 70,0% en 74,7%). Op kwartaalbasis is het verschil tussen de werkzaamheidsgraad met of zonder deze methodologische aanpassing nog groter (1,1 ppt voor zowel Vlaanderen als België), waardoor we het effect van deze wijziging nog enige tijd in de trendcijfers zullen voelen.

Net als in het vorige kwartaal is de sterkste terugval terug te vinden bij de 20- tot 24-jarigen (−8,1 ppt), personen die buiten de EU-28 werden geboren (−4,8 ppt) en kort- geschoolden (−2,4 ppt). Zelfs zonder de methodologische wijziging zouden deze groepen met een duidelijke terugval geconfronteerd worden (respectievelijk met −7,7 ppt,

−4,3 ppt en −2,1 ppt). De werkzaamheidsgraad van de 55- plussers gaat nog steeds tegen de algemene tendens in en neemt verder toe (+0,7 ppt of +0,9 ppt zonder methodolo- gische aanpassing) (B1).

Bij het trendniveau van de werkloosheidsgraad treedt an- dermaal een gelijkaardig scenario op. Zowel in Vlaanderen (+0,6 ppt), als in België (+0,7 ppt) is er een toename van de werkloosheidsgraad vast te stellen tot respectievelijk 3,8% en 6,0%. Ook hier is de wijziging het sterkst bij de 15- tot 24-jarigen (+3,7 ppt), personen die buiten de EU-28 werden geboren (+2,3 ppt) en kortgeschoolden (+1,2 ppt).

Het effect van de wijziging in allocatie van de tijdelijke werklozen is hier beperkt: +0,0 ppt voor Vlaanderen en +0,1 ppt voor België (B2).

In de vorige kwartaalberichten gaven we telkens toelichting over de niet-werkende werkzoekenden (nwwz). VDAB hanteert sinds juni 2021 een nieuwe werkzoekendenindeling. Meer bepaald ligt nu de focus op de rapportering van alle burgers die ingeschreven zijn bij de VDAB (werkzoekenden zonder werk, maar bijvoorbeeld ook werkenden en studenten). Deze wijziging heeft als gevolg dat ook de rubriek over nwwz aangepast is. Vanaf dit kwartaalbericht rapporteren we over de evolutie van het totaal aantal werkzoekenden zonder werk (wzw) en de drie subcategorieën in het Vlaams Gewest, namelijk perso- nen in bemiddeling, in opleiding of in voortraject en zij die niet inzetbaar zijn op lange termijn.

© Steunpunt Werk

(4)

Sinds het uitbreken van de coronacrisis was er een continue positieve jaargroei van het aantal werkzoekenden zonder werk. Na een forse opwaartse schok in de maanden april tot en met juni, werd deze jaar- groei stelselmatig kleiner. Enkel de tweede lockdown zorgde in het najaar voor een tijdelijke kentering van deze evolutie. Vanaf maart 2021 kent het aantal wzw enkel maar een krimp. Ten opzichte van een jaar eerder zijn er in juli 2021 ruim 30 000 minder wzw, een daling van

−13,6%.

In juli 2021 is 77,3% van de in totaal 194 412 wzw in be- middeling bij de VDAB, 11,0% volgt een opleiding of een voortraject en 11,7% is niet inzetbaar op lange termijn.

Voor de COVID-19-pandemie kende de jaargroei van het aantal personen in bemiddeling een stelselmatige daling, maar daar bracht corona verandering in: in mei 2020 waren er 11,4% meer personen in bemiddeling in vergelijking met een jaar eerder. Deze stijging was maar van korte duur. In juli 2021 zijn er alweer ongeveer 33 000 mensen in bemiddeling minder in vergelijking met een jaar eerder (−18,0%). Het aantal wzw in opleiding of voor- traject kende vooral tijdens de maanden februari t.e.m.

mei (+18,1%) van dit jaar een forse opwaartse schok. Hun aandeel in het totaal is met 2,2 ppt gestegen tegenover een jaar geleden. Tot slot, het aantal personen die niet inzetbaar zijn op lange termijn vertoonde al voor de start van de coronacrisis een periode van positieve jaargroei.

Tijdens de eerste maanden van de COVID-19-pandemie stabiliseerde deze groei, waarna ze stelselmatig afnam.

Met bijna 23 000 niet inzetbare personen (+4,5% op jaar- basis), oftewel 11,7% van de totale wzw, neemt ook deze groep een iets groter aandeel in in vergelijking met een jaar eerder (+2,0 ppt).

Opvallende uitschieters binnen de totale groep wzw zijn de min-25-jarigen (−13,1% op jaarbasis) en personen die minder dan een jaar werkloos zijn (−17,0%). Daartegeno- ver staan de langdurige wzw. Zeker de wzw die tussen de 1 en 2 jaar werkloos zijn nemen sterk toe (+13,4%), maar ook diegene die reeds langer dan 2 jaar werkloos zijn ken- nen een toename (+2,1%).

Met een uitstroompercentage van 10,0% in juni gaat de indicator uitstroom naar werk op haar positief elan van de voorbije maanden verder. Ten opzichte van een jaar eerder stromen er +0,8 ppt meer wzw uit naar werk. Het zijn vooral de wzw die reeds één tot twee jaar werkloos zijn (+3,2 ppt) en personen van allochtone origine (+2,3

ppt) die meer uitstromen in vergelijking met een jaar eerder. Ook de min-25-jarigen (+1,6 ppt) en kort- geschoolden (+1,3 ppt) kennen een toename op jaarbasis.

Tewerkstelling & sectoren

In het eerste kwartaal van 2021 wist de Vlaamse loon- trekkende tewerkstelling voor het eerst terug het pre- corona niveau te bereiken. Ten opzichte van het vorige kwartaal (2020-IV) kwamen er zo’n 15 300 werknemers bij (+0,6%). De jaar-op-jaar vergelijking met het eerste kwartaal van 2020 toont een stijging met zo’n 24 200 per- sonen (+1,0%). De tewerkstelling uitgedrukt in voltijdse- quivalenten is daarentegen nog niet hersteld. Ten opzich- te van het eerste kwartaal van 2020 – toen er al een duidelijk effect was van de coronacrisis – ligt het aantal VTE nog steeds −0,6% lager. Het contrast tussen de evo- lutie uitgedrukt in koppen enerzijds en in VTE anderzijds heeft alles te maken met het stelsel van tijdelijke werk- loosheid, waarbij de band tussen werknemer en werkgever behouden blijft maar er geen of slechts gedeel- telijke prestaties verricht worden (C1).

De administratieve tewerkstellingscijfers op sectorniveau lopen een kwartaal achter op de algemene tewerk- stellingscijfers van hierboven. Bekijken we sectorevoluties uitgedrukt in koppen, dan observeren we voor de secun- daire sector (industrie, bouw en energie) een daling van de loontrekkende tewerkstelling met −0,3% in het vierde kwartaal van 2020 ten opzichte van het vierde kwartaal van 2019. In de tertiaire sector (commerciële diensten) spreken we van een daling met −1,7% op jaarbasis, terwijl de tewerkstellingsgroei in de quartaire (publieke diensten) sector standhoudt (+1,1%).

In een aantal subsectoren kwam de corona-crisis sterk tot uiting. Dan spreken we vooral over horeca en toerisme (−18,1% loontrekkenden op jaarbasis in het vierde kwartaal van 2020) en de uitzendsector (−4,6%). Zoals steeds beperken we ons tot de sectoren met meer dan 20 000 werknemers in het Vlaams Gewest. Daardoor ne- men we de zwaar getroffen sector 'cultuur en recreatie' niet op in onze analyse Ook bij de vervaardiging van transportmiddelen (−2,6%) en van (elektrische) apparaten (−2,3%) zagen we een sterke tewerkstellingskrimp, net zoals bij het garagewezen (−1,7%), groothandel (−1,4%) en transport (−1,1%).

© Steunpunt Werk

(5)

© Steunpunt Werk Doordat de postsector de kaap van de 20 000 werknemers

wist te ronden, wordt ze voor het eerst mee opgenomen in de analyse. Ze is meteen (verhoudingsgewijs) de sterkst groeiende subsector (+5,7%). Daarna volgen de informati- casector (+3,9%), de ‘overige zakelijke diensten’ (+2,2%) en de gezondheidszorg (+2,0%). De grootste subsector, het onderwijs, kende een tewerkstellingsgroei van +1,9%.

In de sector ‘onderhoud van gebouwen, tuinen en land- schapsverzorging’ (waaronder ook de dienstenchequet- ewerkstelling valt) (+1,9%) en de chemie (+1,5%)nam het aantal loontrekkenden eveneens significant toe (C2 & C3).

Vacaturemarkt & krapte

De Vlaamse arbeidsbemiddelingsdienst VDAB telde in juni nooit meer ontvangen vacatures. Met 33 760 vacatures werd een recordniveau bereikt. Ter vergelijking: ten opzichte van juni 2020 zijn dat er 12 405 vacatures (+58,1%) meer en ten opzichte van twee jaar eerder 12 346 (+57,7%). In juli zijn er 28 262 vacatures ontvangen, een flink stuk minder dan de maand ervoor maar het gaat nog steeds over een erg hoog niveau met een bijhorende jaargroei van +11 098 vacatures. Het aan- tal ontvangen vacatures zet zijn groeipad dus verder, met een jaargroei in juli (+64,7%) die in lijn ligt met de groei van de vorige maanden (+69,2% in maart, +124,3% in april, +75,9% in mei en +58,1% in juni).

Zeker de vacatures die ervaring vereisen (+56,8%) groeien sterk aan. De vacatures betreffen nog vaker vaste con- tracten (+44,9%) en hooggeschoolde jobs (+46,3%). De tien grootste sectoren genieten allemaal van de sterke opmars van vacatures: alle tien melden ze een toename.

De sterkste groei vinden we terug bij de dienstverlening (+66,3%) en de openbare besturen (+56,0%).

Ook het aantal openstaande vacatures heeft sinds het begin van de meting in 2000 nog nooit zo hoog gestaan.

De aanhoudende vacaturegroei zorgt voor een record- niveau van het aantal openstaande vacatures (64 498).

Voor een vijfde maand op rij noteert het aantal open- staande vacatures nu een positieve jaargroei (+73,1%).

Ondanks het toegenomen aantal wzw in bemiddeling in juli, constateren we onder invloed van het stijgend aantal openstaande vacatures toch een toenemende krapte op de Vlaamse arbeidsmarkt (3,0). Vorig maand bereikte de ratio een niveau van 3,1 (D1 & D2).

Ruben De Smet Boie Neefs Sarah Vansteenkiste Ines Penders Steunpunt Werk

(6)

F

IGUREN

&

TABELLEN

A. Conjunctuur ... 2

A1. Economische groei ... 2

A2. Ondernemers- & consumentenvertrouwen ... 3

A3. Uitzendarbeid ... 4

A4. Tijdelijke werkloosheid ... 5

A5. Faillissementen ... 7

A6. Oprichtingen ... 8

B. Werkzaamheid & werkloosheid ... 9

B1. Trendniveau werkzaamheidsgraad... 9

B2. Trendniveau werkloosheidsgraad ... 10

B3. Werkzoekenden zonder werk (wzw) ... 11

B4. Aandeel wzw dat in de loop van een maand uitstroomt naar werk ... 13

C. Tewerkstelling & sectoren ... 14

C1. Loontrekkende tewerkstelling ... 14

C2. Loontrekkende tewerkstelling naar hoofdsector ... 14

C3. Loontrekkende tewerkstelling naar sector ... 15

D. Vacaturemarkt & krapte ... 16

D1. Ontvangen & openstaande vacatures ... 16

D2. Spanningsratio ... 17

(7)

Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt | STEUNPUNT WERK | AUGUSTUS 2021 2/17

A. C

ONJUNCTUUR A1. Economische groei

Procentuele groei van het bruto binnenlands product

2019-II 2019-III 2019-IV 2020-I 2020-II 2020-III 2020-IV 2021-I 2021-II

BELGIË

groei op jaarbasis (%) +1,7 +1,9 +1,6 −2,0** −14,0** −4,3** −4,9** −0,5** +14,5**

groei op kwartaalbasis (%) +0,3 +0,5 +0,6 −3,3** −11,9** +11,8** −0,1** +1,1** +1,4**

EUROGEBIED

groei op jaarbasis (%) +1,4 +1,5 +1,0 −3,2 −14,4 −4,0 −4,6 −1,3 +13,7

groei op kwartaalbasis (%) +0,2 +0,2 +0,0 −3,6 −11,4 +12,4 −0,6 −0,3 +2,0

EU-28

groei op jaarbasis (%) +1,7 +1,8 +1,2 −2,6 −13,6 −3,9 −4,3 −1,3 +13,2

groei op kwartaalbasis (%) +0,3 +0,3 +0,1 −3,2 −11,1 +11,6 −0,4 −0,1 +1,9

* Raming

** Voorlopig

Gegevens werkdag -en seizoengezuiverd Bron: NBB.Stat (bewerking Steunpunt Werk)

Procentuele groei van de bruto toegevoegde waarde per sector (België; kettingeuro's met referentiejaar 2015)

2019-II 2019-III 2019-IV 2020-I 2020-II 2020-III 2020-IV 2021-I 2021-II

Totale economie

groei op jaarbasis (%) +1,7 +1,9 +1,6 −2,0** −14,0** −4,3** −4,9** −0,5** +14,5**

groei op kwartaalbasis (%) +0,3 +0,5 +0,6 −3,3** −11,9** +11,8** −0,1** +1,1** +1,4**

Landbouw en bosbouw en

visserij

groei op jaarbasis (%) −0,2 +2,0 +0,2 +4,8** +4,9** +11,5** +18,3** +12,0 groei op kwartaalbasis (%) +3,6 −0,4 −1,8 +3,5** +3,6** +5,8** +4,2** −2,0**

Nijverheid en energie

groei op jaarbasis (%) +2,0 +3,3 +2,5 −0,2** −13,1** −4,0** +0,7** +4,7**

groei op kwartaalbasis (%) +0,1 +1,2 +0,2 −1,7** −12,9** +11,9** +5,1** +2,2**

Bouwnijverheid

groei op jaarbasis (%) +3,7 +3,5 +4,4 −1,8** −15,0** −1,2** −1,2** +5,1**

groei op kwartaalbasis (%) −0,1 +1,4 +2,2 −5,2** −13,5** +17,8** +2,2** +0,9**

Diensten

groei op jaarbasis (%) +1,7 +1,6 +1,2 −1,9** −13,6** −4,7** −5,7** −2,0**

groei op kwartaalbasis (%) +0,4 +0,3 +0,5 −3,0** −11,5** +10,6** −0,6** +0,8**

** Voorlopig

Gegevens werkdag -en seizoengezuiverd Bron: NBB.Stat (bewerking Steunpunt Werk)

 http://stat.nbb.be

(8)

A2. Ondernemers- & consumentenvertrouwen Conjunctuurenquête bedrijven

Algemene synthetische curve (seizoengezuiverd)

feb/21 mrt/21 apr/21 mei/21 jun/21 jul/21

VL −8,1 −4,2 +0,3 +3,0 +6,7 +4,3

BE −4,4 −1,0 +4,4 +6,5 +9,8 +10,1

Langetermijntrend (jan. ’11 tot jul. ’21) | Vlaams Gewest

Bron: NBB.Stat (bewerking Steunpunt Werk)

Sector evolutie (seizoengezuiverd, jul. ’19 tot jul. ’21) | Vlaams Gewest

Bron: NBB.Stat (bewerking Steunpunt Werk)

Consumentenenquête

Indicator van het consumentenvertrouwen

feb/21 mrt/21 apr/21 mei/21 jun/21 jul/21

VL −1 +4 +0 +12 +16 +17

BE −9 −4 −6 +4 +8 +8

Langetermijntrend (jan. ’11 tot jul. ’21) | Vlaams Gewest

Bron: NBB.Stat (bewerking Steunpunt Werk)

Onderliggende componenten (jul. ’19 tot jul. ’21) | Vlaams Ge- west

Bron: NBB.Stat (bewerking Steunpunt Werk)

De conjunctuurenquête is gebaseerd op een panelbevraging van 6000 bedrijfsleiders over de huidige situatie en de ver- wachtingen voor de komende drie maanden. De antwoorden op een selectie van vragen leiden tot de synthetische curve (seizoengezuiverde bruto conjunctuurindicator en afgevlakte indicator die de fundamentele tendens weergeeft).

De consumentenenquête is gebaseerd op een representatief staal van 1850 bevraagde personen over het macro-economi- sche verloop, de financiële positie en het mogelijke beste- dingspatroon. De antwoorden op een selectie van vragen wor- den samengevoegd tot de indicator van het consumentenver- trouwen.

 www.nbb.be/nl/statistieken/opinie-enquetes -40

-30 -20 -10 0 10

jan/11 aug/11 mrt/12 okt/12 mei/13 dec/13 jul/14 feb/15 sep/15 apr/16 nov/16 jun/17 jan/18 aug/18 mrt/19 okt/19 mei/20 dec/20 jul/21

Seizoengezuiverd

-80 -60 -40 -20 0 20 40

jul/19 okt/19 jan/20 apr/20 jul/20 okt/20 jan/21 apr/21 jul/21

Nijverheid Bouw Dienstverlening Handel

-25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20

jan/11 okt/11 jul/12 apr/13 jan/14 okt/14 jul/15 apr/16 jan/17 okt/17 jul/18 apr/19 jan/20 okt/20 jul/21

-50 0 50 100

jul/19 okt/19 jan/20 apr/20 jul/20 okt/20 jan/21 apr/21 jul/21 Vooruitzichten economische situatie

Vooruitzichten werkloosheid

Vooruitzichten financiële situatie van de gezinnen Vooruitzichten spaarvermogen van de gezinnen

(9)

Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt | STEUNPUNT WERK | AUGUSTUS 2021 4/17 A3. Uitzendarbeid

Evolutie van het aantal uren uitzendarbeid (seizoengezuiverd)

VLAAMS GEWEST 2019-I 2019-II 2019-III 2019-IV 2020-I 2020-II 2020-III 2020-IV 2021-I

groei op jaarbasis (%) −4,5 −3,9 −3,1 −5,4 −11,2 −32,4 −14,6 −5,5 −0,7

groei op kwartaalbasis (%) −1,8 −0,8 −0,8 −2,1 −7,7 −24,5 +25,1 +8,4 −3,0

Aangepaste reeks in vergelijking met voorgaande kwartaalberichten door aanpassingen in de Federgon-dataset Bron: Federgon (bewerking Steunpunt Werk)

Evolutie aantal uren uitzendarbeid | VLAAMS GEWEST 2013-I tot 2021-I | Groei op jaarbasis (%)

Bron: Federgon (bewerking Steunpunt Werk)

Federgon-index | BELGIË

Januari ’14 tot juni ’21 | Index jan.’07=100

Index gecorrigeerd voor seizoensinvloeden Bron: Federgon (bewerking Steunpunt Werk)

 federgon.be/het-kenniscentrum -35

-30 -25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15

60 70 80 90 100 110 120

jan/14 jul/14 jan/15 jul/15 jan/16 jul/16 jan/17 jul/17 jan/18 jul/18 jan/19 jul/19 jan/20 jul/20 jan/21

(10)

A4. Tijdelijke werkloosheid

Ten gevolge van COVID-19 werd beslist de procedures met betrekking tot tijdelijke werkloosheid sterk te vereenvoudigen om zo een snelle betaling van de getroffen werknemers te verzekeren.

Hierdoor besliste de RVA om de update van de gewone betaalstatistieken van de tijdelijk werklozen tijdelijk op te schorten. In plaats daarvan werden enkel gegevens ter beschikking gesteld betreffende tijdelijke werkloosheid ingevolge COVID-19. Deze gegevens heb- ben betrekking op de refertemaand (en niet op de indieningsmaand) en worden ze uitgedrukt in o.a. aantal werknemers (niet fysieke eenheden). Bijgevolg moeten deze volledig los gezien worden van de tijdreeks rond tijdelijke werkloosheid die we tot het uitbreken van het COVID-19 virus publiceerden. De gegevens per refertemaand zijn niet definitief en zullen geactualiseerd worden bij elke nieuwe beschikbare indieningsmaand.

Tijdelijke werkloosheid ingevolge COVID-19 per gewest | Referentiemaanden (met uitbetaling voor 10 juli)

n per maand okt/20 nov/20 dec/20 jan/21 feb/21 mrt/21 apr/21 mei/21 jun/21

Vlaams Gewest 206 187 261 262 201 271 223 068 230 709 246 208 233 547 162 030 115 252 Waals Gewest excl. Duitstalige Gemeenschap 96 315 110 317 82 610 86 184 87 656 96 657 93 233 66 685 49 314

Brussels H. Gewest 68 919 87 497 64 542 68 353 70 035 77 244 77 085 53 112 41 290

Buitenland 2 825 3 820 2 460 2 515 2 613 3 144 3 272 2 162 1 582

Duitstalige Gemeenschap 2 101 2 211 1 920 1 831 1 726 1 729 1 749 1 360 884

% per maand

Vlaams Gewest 54,8 56,2 57,0 58,4 58,7 57,9 57,1 56,8 55,3

Waals Gewest excl. Duitstalige Gemeenschap 25,6 23,7 23,4 22,6 22,3 22,7 22,8 23,4 23,7

Brussels Hoofdst. Gewest 18,3 18,8 18,3 17,9 17,8 18,2 18,9 18,6 19,8

Buitenland 0,8 0,8 0,7 0,7 0,7 0,7 0,8 0,8 0,8

Duitstalige Gemeenschap 0,6 0,5 0,5 0,5 0,4 0,4 0,4 0,5 0,4

Bron: RVA (bewerking Steunpunt Werk)

Tijdelijke werkloosheid ingevolge COVID-19 volgens aantal vergoede dagen per referentiemaand (met uitbetaling voor 10 juli) | Vlaams Gewest

okt/20 nov/20 dec/20 jan/21 feb/21 mrt/21 apr/21 mei/21 jun/21

Minder dan 6 dagen 50,9 42,2 46,7 44,1 44,2 50,7 47,2 55,1 54,1

Tussen 6 en 12 dagen 32,6 26,1 24,5 24,6 28,9 22,8 24,9 24,0 28,2

Tussen 13 en 20 dagen 8,8 15,6 13,0 11,2 10,3 9,4 10,8 8,8 8,2

Tussen 20 en 26 dagen 3,8 16,2 8,1 12,7 16,6 7,0 8,4 8,9 4,2

26 dagen en meer 3,9 0,0 7,6 7,4 0,0 10,1 8,7 3,2 5,2

Bron: RVA (bewerking Steunpunt Werk)

Tijdelijke werkloosheid ingevolge COVID-19 per sectora| Vlaams Gewest Referentiemaand juni 2021 (met uitbetaling voor 10 juli)

Noten:

a. Enkel de zes sectoren met het grootste aandeel in de tijdelijke werkloosheid ingevolge het coronavirus worden weergeven

b. De cijfers hebben betrekking op alle tewerkstelling in het vierde kwartaal van 2018 en zijn exclusief de tewerkstelling bij Provinciale en Plaatselijke besturen.

Bron: RVA, RSZ (bewerking Steunpunt Werk) 18,8

12,4

17,2

3,2 7,2 6,4

26,9 (+ 4.9 ppt)

16,6

(−0,8 ppt) 14,6

(−0,4 ppt) 12,9

(−4,4 ppt)

7,8

(+ 0,9 ppt) 5,3

(+ 0,2 ppt)

0 5 10 15 20 25 30

Industrie Administratieve en ondersteunende

diensten

Groot- en detailhandel;

reparatie van auto's en motorfietsen

Verschaffen van accommodatie en

maaltijden

Bouwnijverheid Vervoer en opslag Aandeel in totale tewerkstelling b Aandeel in totale tijdelijke werkloosheid (evolutie t.o.v. vorige referentiemaand)

(11)

Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt | STEUNPUNT WERK | AUGUSTUS 2021 6/17 Evolutie tijdelijke werkloosheid ingevolge COVID-19 | Referentiemaanden (met uitbetaling voor 10 juli)

De gegevens per refertemaand zijn niet definitief en zullen geactualiseerd worden bij elke nieuwe beschikbare indieningsmaand. Doorgaans zijn de cijfers na 3 maanden definitief te noemen.

Bron: RVA, RSZ (bewerking Steunpunt Werk) 562 839

690 764 541 998

327 846

193 969 178 648 139 158 206 187 261 262

201 271 223 068 230 709 246 208 233 547 162 030

115 252 929 714

1 145 571

916 569

560 765

339 898 310 214 246 707

376 347 465 107

352 803 381 951 392 739 424 982 408 886 285 349

208 322

0 200 000 400 000 600 000 800 000 1 000 000 1 200 000 1 400 000

mrt/20 apr/20 mei/20 jun/20 jul/20 aug/20 sep/20 okt/20 nov/20 dec/20 jan/21 feb/21 mrt/21 apr/21 mei/21 jun/21 Vlaams Gewest België Voorlopige cijfers

(12)

A5. Faillissementen

Evolutie van het aantal faillissementen

2019-II 2019-III 2019-IV 2020-I 2020-II 2020-III 2020-IV 2021-I 2021-II

VLAANDEREN

aantal (n) 1 278 1 051 1 287 1 307 703 858 876 808 796

evolutie op jaarbasis (n) +221 +131 +37 +3 −575 −193 −411 −499 +93

evolutie op jaarbasis (%) +20,9 +14,2 +3,0 +0,2 −45,0 −18,4 −31,9 −38,2 +13,2

BELGIË

aantal (n) 2 912 2 296 2 700 2 664 1 238 1 595 1 698 1 549 1 567

evolutie op jaarbasis (n) +673 +233 −169 −26 −1 674 −701 −1 002 −1 115 +329

evolutie op jaarbasis (%) +30,1 +11,3 −5,9 −1,0 −57,5 −30,5 −37,1 −41,9 +26,6

Bron: Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium) – be.STAT / cijfers gebaseerd op het bedrijvenregister van de Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium en de aangiften van de rechtbanken van Koophandel (bewerking Steunpunt Werk)

Evolutie aantal faillissementen | VLAAMS GEWEST 2019-II tot 2021-II | Groei op jaarbasis (%)

Bron: Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium) (be- werking Steunpunt Werk)

Trendindex faillissementen | VLAAMS GEWEST Januari ’08 tot juni ’21 | Index jan.’08=100

Trendindex = index van het trendniveau, d.i. het voortschrijdend gemiddelde van de voorbije twaalf maanden

Bron: Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium) (be- werking Steunpunt Werk)

 https://statbel.fgov.be/nl/themas/ondernemingen/faillissementen -50

-40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40 50

60 80 100 120 140 160

(13)

Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt | STEUNPUNT WERK | AUGUSTUS 2021 8/17 A6. Oprichtingen

Evolutie van het aantal oprichtingen

2019-I 2019-II 2019-III 2019-IV 2020-I 2020-II 2020-III 2020-IV 2021-I

VLAAMS GEWEST

aantal (n) 19 463 15 893 15 416 16 619 20 208 12 884 18 510 18 654 22 164

evolutie op jaarbasis (n) +2 439 +2 184 +1 660 +542 +745 −3 009 +3 094 +2 035 +1 956

evolutie op jaarbasis (%) +14,3 +15,9 +12,1 +3,4 +3,8 −18,9 +20,1 +12,2 +9,7

oprichtingsgraad 3,3 2,6 2,5 2,7 3,3 2,1 2,9 2,9 3,4

BELGIË

aantal (n) 30 447 25 438 24 050 26 434 31 278 19 274 27 494 28 605 32 945

evolutie op jaarbasis (n) +2 294 +2 270 +2 174 +611 +831 −6 164 +3 444 +2 171 +1 667

evolutie op jaarbasis (%) +8,1 +9,8 +9,9 +2,4 +2,7 −24,2 +14,3 +8,2 +5,3

oprichtingsgraad 3,2 2,6 2,5 2,7 3,1 1,9 2,7 2,8 3,2

Bron: Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium) – be.STAT o.b.v. Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) (bewerking Steunpunt Werk)

De oprichtingen worden geoperationaliseerd als het aantal nieuwe btw-plichtige en wederonderwerpingen van btw-plichtige onder- nemingen, zoals opgenomen in de Kruispuntbank Ondernemingen (KBO). De oprichtingsgraad wordt berekend als het aantal nieuwe btw-plichtige en wederonderwerpingen van btw-plichtige ondernemingen, ten opzichte van het gemiddelde aantal actieve btw-plich- tige bedrijven in de beschouwde periode.

Gezien de bestuurlijke oorsprong van de gegevens kunnen evoluties (deels) het gevolg zijn van administratieve veranderingen, waar- door de cijfers met de nodige voorzichtigheid dienen te worden geïnterpreteerd.

Evolutie aantal oprichtingen | VLAAMS GEWEST 2019-I tot 2021-I | Groei op jaarbasis (%)

Bron: Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium) (be- werking Steunpunt Werk)

Trendindex oprichtingen | VLAAMS GEWEST Januari ’08 tot mei ’21* | Index jan.’08=100

*Vanaf januari 2021 wordt een fotovergelijking tussen twee maanden toegepast.

Trendindex = index van het trendniveau, d.i. het voortschrijdend gemiddelde van de voorbije twaalf maanden

Bron: Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium) (be- werking Steunpunt Werk)

 https://statbel.fgov.be/nl/themas/ondernemingen/btw-plichtige-ondernemingen -25

-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25

60 80 100 120 140 160 180 200

jan/08 jan/09 jan/10 jan/11 jan/12 jan/13 jan/14 jan/15 jan/16 jan/17 jan/18 jan/19 jan/20 jan/21

(14)

B. W

ERKZAAMHEID

&

WERKLOOSHEID

B1. Trendniveau werkzaamheidsgraad

Trendniveau werkzaamheidsgraad | 20- tot 64-jarigen

2019-I 2019-II 2019-III 2019-IV 2020-I 2020-II 2020-III 2020-IV 2021-I

VLAAMSGEWEST

werkzaamheidsgraad (%) 74,7 75,1 75,2 75,5 75,8 75,3 75,0 74,7 74,4

groei op jaarbasis (ppt) +1,3 +1,3 +0,8 +0,8 +1,1 +0,3 −0,2 −0,7 −1,4

BELGIË

werkzaamheidsgraad (%) 69,9 70,3 70,5 70,5 70,6 70,3 70,2 70,0 69,7

groei op jaarbasis (ppt) +0,9 +1,2 +1,0 +0,8 +0,8 −0,0 −0,3 −0,5 −1,0

EU-27 (2020)

werkzaamheidsgraad (%) 72,5 72,7 72,9 73,1 73,1 72,7 72,5 72,4 72,1

groei op jaarbasis (ppt) +1,0 +0,9 +0,8 +0,8 +0,6 +0,0 −0,4 −0,7 −1,1

Werkzaamheidsgraad uitgedrukt in een trendniveau; d.i. het gemiddelde van de voorbije vier kwartalen

Er is een breuk in de resultaten in het eerste kwartaal van 2021 omwille van een herziening van de EAK vragenlijst en een gewijzigde definitie met betrekking tot werkgelegenheid en werkloosheid. Zo worden onder andere personen die reeds langer dan drie maanden ononderbroken tijdelijk werk- loos zijn niet langer tot de werkenden gerekend. Deze methodologische wijzing resulteert bij de 15- tot 64-jarigen tot 10 000 extra werklozen en 70 000 extra niet-beroepsactieven, ten koste van 80 000 werkenden. Daarnaast worden personen die meer dan 3 maanden met ouderschapsverlof zijn en een RVA uitkering ontvingen en sommige seizoenarbeiders vanaf heden tot de werkenden gerekend (samen ongeveer 6600 personen).

Bron: Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium), EAK; Eurostat, LFS (bewerking Steunpunt Werk)

Trendniveau werkzaamheidsgraad (%) | 20- tot 64-jarigen 2019-I tot 2021-I | Vlaams Gewest, België, EU-27 (2020)

Bron: Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium) - EAK, Eurostat - LFS (Bewerking Steunpunt Werk)

Naar achtergrondkenmerken | Vlaams Gewest

Er is een breuk in de resultaten in het eerste kwartaal van 2021 omwille van een herziening van de EAK vragenlijst en een gewijzigde definitie met betrekking tot werkgelegenheid en werkloosheid. Zo worden onder andere personen die reeds langer dan drie maanden ononderbroken tijdelijk werk- loos zijn niet langer tot de werkenden gerekend. Deze methodologische wijzing resulteert bij de 15- tot 64-jarigen tot 10 000 extra werklozen en 70 000 extra niet-beroepsactieven, ten koste van 80 000 werkenden. Daarnaast worden personen die meer dan 3 maanden met ouderschapsverlof zijn en een RVA uitkering ontvingen en sommige seizoenarbeiders vanaf heden tot de werkenden gerekend (samen ongeveer 6600 personen).

Bron: Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium) - EAK, Eurostat - LFS (Bewerking Steunpunt Werk) 66

68 70 72 74 76 78

Vlaams Gewest België EU-27 (2020)

75,8 79,7

71,8

52,7

86,3

55,5

62,7

55,1

46,4

74,4 78,2

70,5

44,5

85,3

56,2 57,9

52,6

46,0

30 40 50 60 70 80 90

TOTAAL Man Vrouw 20-24 jaar 25-54 jaar 55-64 jaar Geboorteland

buiten EU28

Kortgeschoolden (25-64)

PMAH 2020-I 2021-I

(15)

Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt | STEUNPUNT WERK | AUGUSTUS 2021 10/17 B2. Trendniveau werkloosheidsgraad

Trendniveau werkloosheidsgraad | 15- tot 64-jarigen

2019-I 2019-II 2019-III 2019-IV 2020-I 2020-II 2020-III 2020-IV 2021-I

VLAAMSGEWEST

werkloosheidsgraad (%) 3,4 3,4 3,4 3,3 3,2 3,1 3,4 3,5 3,8

groei op jaarbasis (ppt) −0,6 −0,5 −0,2 −0,2 −0,2 −0,2 +0,0 +0,3 +0,6

BELGIË

werkloosheidsgraad (%) 5,9 5,7 5,5 5,4 5,3 5,2 5,5 5,6 6,0

groei op jaarbasis (ppt) −0,9 −0,8 −0,6 −0,6 −0,6 −0,5 −0,1 +0,2 +0,7

EU-27 (2020)

werkloosheidsgraad (%) 7,2 7,1 6,9 6,8 6,7 6,7 7,0 7,2 7,5

groei op jaarbasis (ppt) −0,8 −0,8 −0,6 −0,6 −0,5 −0,3 +0,1 +0,4 +0,8

Werkloosheidsgraad uitgedrukt in een trendniveau; d.i. het gemiddelde van de voorbije vier kwartalen

Er is een breuk in de resultaten in het eerste kwartaal van 2021 omwille van een herziening van de EAK vragenlijst en een gewijzigde definitie met betrekking tot werkgelegenheid en werkloosheid. Zo worden onder andere personen die reeds langer dan drie maanden ononderbroken tijdelijk werk- loos zijn niet langer tot de werkenden gerekend. Deze methodologische wijzing resulteert bij de 15- tot 64-jarigen tot 10 000 extra werklozen en 70 000 extra niet-beroepsactieven, ten koste van 80 000 werkenden. Daarnaast worden personen die meer dan 3 maanden met ouderschapsverlof zijn en een RVA uitkering ontvingen en sommige seizoenarbeiders vanaf heden tot de werkenden gerekend (samen ongeveer 6600 personen).

Bron: Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium), EAK; Eurostat, LFS (bewerking Steunpunt Werk)

Trendniveau werkloosheidsgraad (%) | 15- tot 64-jarigen 2019-I tot 2021-I | Vlaams Gewest, België, EU-27 (2020)

Naar achtergrondkenmerken | Vlaams Gewest

Er is een breuk in de resultaten in het eerste kwartaal van 2021 omwille van een herziening van de EAK vragenlijst en een gewijzigde definitie met betrekking tot werkgelegenheid en werkloosheid. Zo worden onder andere personen die reeds langer dan drie maanden ononderbroken tijdelijk werk- loos zijn niet langer tot de werkenden gerekend. Deze methodologische wijzing resulteert bij de 15- tot 64-jarigen tot 10 000 extra werklozen en 70 000 extra niet-beroepsactieven, ten koste van 80 000 werkenden. Daarnaast worden personen die meer dan 3 maanden met ouderschapsverlof zijn en een RVA uitkering ontvingen en sommige seizoenarbeiders vanaf heden tot de werkenden gerekend (samen ongeveer 6600 personen).

Bron: Statbel (Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium) - EAK, Eurostat - LFS (Bewerking Steunpunt Werk) 0

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Vlaams Gewest België EU-27 (2020)

3,2 3,2 3,2

8,7

2,6 2,9

8,3

4,6

5,7

3,8 3,8 3,8

12,5

3,1 3,1

10,7

5,7 5,9

0 2 4 6 8 10 12 14

TOTAAL Man Vrouw 15-24 jaar 25-54 jaar 55-64 jaar Geboorteland

buiten EU28

Kortgeschoolden (25-64)

PMAH 2020-I 2021-I

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De toename van het aantal faillissementen in België en het Vlaams Gewest werd ook in het tweede kwartaal van 2019 verdergezet, met een sterke groei ten opzichte van het

In 2017 werd de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) grondig hervormd (omschakeling naar roterend panel, verschillende data- verzamelingsmodi en herziene weegmethode) (voor meer

In 2017 werd de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) grondig hervormd (omschakeling naar roterend panel, verschillende data- verzamelingsmodi en herziene weegmethode) (voor meer

In 2017 werd de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) grondig hervormd (omschakeling naar roterend panel, verschillende data- verzamelingsmodi en herziene weegmethode) (voor meer

In 2017 werd de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) grondig hervormd (omschakeling naar roterend panel, verschillende data- verzamelingsmodi en herziene weegmethode) (voor meer

In 2017 werd de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) grondig hervormd (omschakeling naar roterend panel, verschillende data- verzamelingsmodi en herziene weegmethode) (voor meer

In 2017 werd de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) grondig hervormd (omschakeling naar roterend panel, verschillende data- verzamelingsmodi en herziene weegmethode). Dit zorgt

In 2017 werd de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) grondig hervormd (omschakeling naar roterend panel, verschillende data- verzamelingsmodi en herziene weegmethode). Dit zorgt