• No results found

B In artikel 4, eerste lid, onderdelen a en b vervalt “of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte”

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "B In artikel 4, eerste lid, onderdelen a en b vervalt “of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte”"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voorstel van wet

tot wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten in verband met het opheffen van discriminatoir onderscheid tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gelet op het arrest van de Hoge Raad van 8 december 2017 (ECLI:NL:HR:2017:3081) wenselijk is het discriminatoir

onderscheid op te heffen tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte en daartoe de Participatiewet en enige andere wetten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE PARTICIPATIEWET De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, tweede lid, onderdeel a, wordt “aanverwant in de eerste graad, een bloedverwant in de eerste graad” vervangen door “aanverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de eerste graad” en vervalt “of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van

zorgbehoefte”.

B

In artikel 4, eerste lid, onderdelen a en b vervalt “of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte”.

C

Na artikel 78cc wordt in hoofdstuk 7a een artikel toegevoegd:

(2)

2 Artikel 78dd. Overgangsrecht bloedverwanten in tweede graad met

zorgbehoefte

1. De artikelen 3, tweede lid, onderdeel a, en 4, eerste lid, onderdelen a en b, zoals die luidden op de dag voor inwerkingtreding van de Wet van PM tot wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten in verband met het opheffen van discriminatoir onderscheid tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte (Stb. PM), blijven gedurende twaalf maanden na die dag van toepassing op een aanvraag van bijstand die uiterlijk op de dag voor inwerkingtreding van die wet is ingediend.

2. Op een bezwaar- of beroepschrift ingesteld tegen een beslissing op een aanvraag van bijstand als bedoeld in het eerste lid, blijven de voorschriften van deze wet van toepassing, die golden op het tijdstip waarop de aanvraag werd ingediend.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE GEWEZEN ZELFSTANDIGEN

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 3, tweede lid, onderdeel b, en 4, eerste lid, onderdeel a, vervalt

“of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte”.

B

Na artikel 63e wordt in hoofdstuk 7 een artikel toegevoegd:

Artikel 63f

1. De artikelen 3, tweede lid, onderdeel b, en 4, eerste lid, onderdeel a, zoals die luidden op de dag voor inwerkingtreding van de Wet van PM tot wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten in verband met het opheffen van

discriminatoir onderscheid tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte (Stb. PM), blijven gedurende twaalf maanden na die dag van toepassing op een aanvraag van een uitkering die uiterlijk op de dag voor inwerkingtreding van die wet is ingediend.

2. Op een bezwaar- of beroepschrift ingesteld tegen een beslissing op een aanvraag van een uitkering als bedoeld in het eerste lid, blijven de voorschriften van deze wet van toepassing, die golden op het tijdstip waarop de aanvraag werd

ingediend.

ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE WERKLOZE WERKNEMERS

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:

(3)

3 A

In de artikelen 3, tweede lid, onderdeel b, en 4, eerste lid, onderdeel a, vervalt

“of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte”.

B

Na artikel 63k wordt in hoofdstuk 7 een artikel toegevoegd:

Artikel 63l

1. De artikelen 3, tweede lid, onderdeel b, en 4, eerste lid, onderdeel a, zoals die luidden op de dag voor inwerkingtreding van de Wet van PM tot wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten in verband met het opheffen van

discriminatoir onderscheid tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte (Stb. PM), blijven gedurende twaalf maanden na die dag van toepassing op een aanvraag van een uitkering die uiterlijk op de dag voor inwerkingtreding van die wet is ingediend.

2. Op een bezwaar- of beroepschrift ingesteld tegen een beslissing op een aanvraag van een uitkering als bedoeld in het eerste lid, blijven de voorschriften van deze wet van toepassing, die golden op het tijdstip waarop de aanvraag werd

ingediend.

ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE WERKLOZEN

In artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen vervalt “of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte”.

ARTIKEL V. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

(4)

4 Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle

ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

T. van Ark

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het wordt niet wenselijk geacht een eerder verstrekte individuele inkomenstoeslag in aanmerking te nemen als inkomen, omdat dit het ongewenst effect kan hebben dat een persoon

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de

Artikel II regelt dat de aanbieder van bedrijfsmatig personenvervoer, voor zover sprake is van vervoer met een luchtvaartuig als bedoeld in artikel 8 van de Luchtvaartwet BES of

De verplichting, bedoeld in het eerste lid, onder b, geldt niet indien de subsidieontvanger de nieuwe emissieloze vrachtauto vervangt door een andere nieuwe emissieloze vrachtauto

waarmee langer dan vier dagen zonder onderbreking van de haven en/of kade gebruik gemaakt wordt, is opnieuw haven- en/of kadegeld verschuldigd voor elk volgend tijdvak van

In artikel 1b, eerste en tweede lid, wordt telkens “artikel 1a, vierde lid, onderdeel n” vervangen door “artikel 1a, vierde lid, onderdeel m”D. Artikel 1d, eerste lid, onderdeel

Indien de schuldbemiddeling niet heeft geleid tot totstandkoming van een overeenkomst tot schuldregeling met alle bekende schuldeisers, mag geen vergoeding worden bedongen,

De zorgaanbieder stelt de zorgverleners die zorg verlenen aan zijn cliënten, in de gelegenheid invloed uit te oefenen op zijn beleid ter uitvoering van het eerste lid, voor zover