• No results found

INHOUDSOPGAVE. Protocollen en procedures Pestprotocol Informatie gescheiden ouders... 15

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "INHOUDSOPGAVE. Protocollen en procedures Pestprotocol Informatie gescheiden ouders... 15"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Groningen, februari 2016

(2)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 1

INHOUDSOPGAVE

Inhoudsopgave ... 1

Missie ... 2

Visie op leerling ondersteuning en begeleiding ... 2

Intakeprocedure H.N. Werkman Stadslyceum ... 2

Uitgangspunten van de leerling ondersteuning en begeleiding ... 3

Randvoorwaarden ... 4

Ondersteuning en begeleidingsstructuur ... 5

Rollen, taken en verantwoordelijkheden ... 6

Als de school haar grens bereikt ... 10

Speerpunten schooljaren 2014-2016 ... 11

Protocollen en procedures ... 12

1. Pestprotocol ... 13

2. Informatie gescheiden ouders ... 15

(3)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 2

MISSIE

Het Stadslyceum is een ambitieuze school waar we in onze unieke open, toegankelijke sfeer

respectvol met elkaar om gaan. Werkend vanuit gezamenlijke ambitieuze, heldere doelen geven wij elkaar de ruimte talenten optimaal in te zetten en succesvol te zijn. We waarderen elkaar en hebben vertrouwen in elkaars kwaliteiten en handelen. We geven een coachende begeleiding en feedback is gericht op vooruitgang.

We hechten naast kennisoverdracht grote waarde aan het ontwikkelen van creatief en kritisch denken. We stimuleren een onderzoekende houding en willen het probleemoplossend

(denk-)vermogen van onze leerlingen maximaal bevorderen. Een Stadslyceum leerling is zelfbewust, zelfredzaam en is zichzelf. Hij/zij haalt een diploma minimaal op het niveau van het schooladvies van de basisschool en is bij het verlaten van onze school klaar voor een vervolg in onze dynamische samenleving. Leerlingen en medewerkers zijn trots op hun school.

VISIE OP DE LEERLINGONDERSTEUNING EN BEGELEIDING

Op het H.N Werkman Stadslyceum staat het leren van leerlingen centraal onder zo optimaal mogelijke omstandigheden.

Schoolsucces wordt niet alleen bepaald door kennisoverdracht, maar ook in hoge mate door het welzijn en welbevinden van de leerlingen.

Dit betekent dat het Werkman Stadslyceum:

 een begeleidingsverantwoordelijkheid heeft.

 de begeleiding en ondersteuning volgens een overzichtelijke structuur organiseert, die bekend is bij alle deelnemers in de school.

 een zichtbaar aanbod van ondersteuning kent.

 dit ondersteuningsaanbod in overeenstemming brengt met de (veranderende) hulpvragen van leerlingen. Dit vraagt een continue ijking van het aanbod.

 de route in zorg (van signaleren in het primaire proces tot en met uitvoering van begeleiding) tussen de verschillende partners goed communiceert, zodat dit het primaire proces ten goede komt.

In het schooljaren 2012-2014 is er een visie geformuleerd m.b.t. de wet Passend Onderwijs. Gekeken wordt welke zorg en begeleiding het H.N Werkman Stadslyceum kan bieden. De extra ondersteuning van leerlingen moet verschuiven van curatief naar preventief. Voor de schoolplan periode 15-19 is dit een aandachtspunt. Doorlopend maken wij daarbij de balans op wat nodig is en wat we kunnen hanteren op de HAVO/VWO school die wij nu zijn.

Naast de zorg en begeleiding verdient ook de deskundigheidsbevordering en het pedagogisch/onderwijskundig klimaat aandacht.

Intakeprocedure H.N Werkman Stadslyceum

Zie procedure op de website, dit document wordt jaarlijks aangepast.

(4)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 3

UITGANGSPUNTEN VAN DE LEERLING ONDERSTEUNING EN BEGELEIDING

1. Leerlingenondersteuning is gedeelde ondersteuning en begeleiding op school- en Samen- werkingsverband (SWV) 2.03-niveau.

2. De ondersteuning en begeleiding voor leerlingen richt zich op 3 te onderscheiden ondersteuning en begeleidingsvelden, te weten:

a) leren leren (gericht op leerresultaten)

b) leren leven (gericht op sociaal-emotionele ontwikkeling) c) leren kiezen (gericht op het toekomstperspectief).

3. Ondersteuning en begeleiding kan onderscheiden worden in reguliere ondersteuning en

begeleiding of basisondersteuning en begeleiding, de extra ondersteuning en begeleiding (in het VMBO-onderwijs) en speciale ondersteuning en begeleiding (specifieke bovenschoolse

voorziening), Orthopedagogisch en didactisch centrum (OPDC).

4. Ondersteuning en begeleiding staat ten dienste van de ondersteuning van leerlingen in hun onderwijs- en ontwikkelingsproces. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de school primair een onderwijsinstelling is.

5. Ondersteuning en begeleiding voor leerlingen heeft meer en meer een preventief karakter dan een curatief accent, waarbij docenten en mentoren een duidelijke signaalfunctie hebben.

6. Ondersteuning en begeleiding moet bijdragen aan de ontwikkeling van leerlingen: van geleid naar begeleid naar zelfstandigheid van de leerling.

7. Ondersteuning en begeleiding wordt gezien vanuit een geïntegreerd ondersteuning en begeleidingsperspectief, d.w.z. dat alle medewerkers in de school nadrukkelijk betrokken en verantwoordelijk zijn vanuit hun taakstelling voor de ondersteuning en begeleiding van leerlingen.

8. De mentor is het eerste aanspreekpunt (de spil) voor de ondersteuning en begeleiding van leerlingen en de klas.

9. Onderwijs op maat, in de vorm van recht doen aan verschillen in het onderwijs, dient bij te dragen aan de ondersteuning en begeleiding voor leerlingen. Hier hebben docenten een bijzondere taakstelling.

10. De organisatie van ondersteuning en begeleiding maakt onderscheid tussen eerste-, tweede- en derdelijns functionarissen c.q. instanties, die ieder hun eigen taakstelling hebben.

11. Onze school kent een ondersteuning en begeleidingsteam. De ondersteuningscoördinator coördineert de ondersteuning en begeleiding in brede zin.

12. Voordat leerlingen extern geplaatst worden (bv gedragsproblematiek), is er de mogelijkheid gebruik te maken van de bestuur brede voorziening.

(5)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 4

RANDVOORWAARDEN

Binding en aandacht

In een school waar binding ervaren wordt en aandacht is voor elkaar, ervaart iedere leerling respect en belangstelling voor zijn persoon en kent hij de mogelijkheid om - indien nodig - hulp te vragen.

Om dit te realiseren zijn de volgende zaken van belang:

 een uitgesproken en breed gedragen visie op de pedagogische opdracht van de school;

 functionarissen met duidelijke taakomschrijvingen, die makkelijk toegankelijk zijn voor leerlingen bij sociaal-emotionele- en/of leerproblematiek;

 leerlingenparticipatie;

 ouderparticipatie;

 een helder overzicht voor leerlingen en hun ouders met betrekking tot de ondersteuning en begeleiding die de school biedt.

Goed contact met de ouders

Leerlingen brengen een aanzienlijk deel van hun tijd door op school. Voor ouders is het van belang te weten wat de opvattingen van de school zijn over verantwoordelijkheden en opvoeding.

Het vroegtijdig inschakelen van ouders is daarom van groot belang: “wij doen het samen!”.

 waar mogelijk en noodzakelijk intakegesprekken bij aanmelding;

 drempelverlagende activiteiten/ouderavonden;

 betrokkenheid van ouders bij school vergroten door hen uit te nodigen bij activiteiten van hun leerlingen (projecten, presentaties, etc.).

Toerusting van de medewerkers

Alle medewerkers die werken met leerlingen dienen geschoold te zijn op het terrein van signaleren van sociaal-emotionele problematiek. De volgende competenties zijn daarbij van belang:

 signaleren en op tijd doorverwijzen;

 individuele gesprekken voeren met leerlingen;

 zelf veiligheid ervaren;

 gemotiveerd zijn om zichzelf te verbeteren;

 (willen) investeren in leerlingen (en hun ouders);

 voldoende kennis van leer- en ontwikkelstoornissen.

Professionaliteit

Voor docenten (en functionarissen), maar ook voor de leerlingen die ze begeleiden, is het van belang te reflecteren op hun eigen betrokkenheid. Middelen daartoe zijn:

 trainingen en studiedagen;

 intervisie;

 collegiale consultatie.

Samenwerking met (interne) specialisten (intern ondersteuning en begeleidingsoverleg)

Er is een toenemende noodzaak en behoefte aan kennis op het gebied van leer-, ontwikkelings- en gedragsproblematiek. Docenten zijn niet in de eerste plaats opgeleid in het begeleiden van leerlingen met leerproblematiek of sociaal-emotionele hulpvragen. Door veranderende opvattingen en de wet Passend Onderwijs worden zij in toenemende mate geacht om te kunnen gaan met deze leerlingen.

Ook de soms moeilijke gezinssituaties maken aanvullende ondersteuning noodzakelijk. De adviezen van bijvoorbeeld orthopedagoog, intern begeleider of RT-er kunnen de professionaliteit van de docent verhogen. Van belang daarbij is dat de lijnen kort zijn en dat vaste functionarissen gemakkelijk bereikbaar zijn.

Samenwerking bovenschools

Vanuit het SWV 2.01 wordt bovenschools begeleiding aangeboden. Gezamenlijk met de diverse schoolleiding en ondersteuningsfunctionarissen oefenen we invloed uit op de vorm hiervan.

(6)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 5

ONDERSTEUNING EN BEGELEIDINGSTRUCTUUR

Algemeen (eerste lijn)

 mentor

 mentorenteam

 decaan (Stadslyceum)

 meldkamer

 OOP (signaalfunctie/aanspreekfunctie o.a. kantine)

Extra ondersteuning en begeleiding en ondersteuning (tweede lijn)

 ondersteuning en begeleidingscoördinator

 ondersteuning en begeleiding adviesteam (ZAT)

 intern begeleider

 orthopedagoog

 decaan

 Remedial Teaching

 huiswerkbegeleiding

 ambulante begeleiding

 vertrouwenspersonen

 teamleider

 decaan (onderbouwleerlingen)

 rector

Externe ondersteuning en begeleiding (derde lijn)

 Orthopedagoog; Logopedist

 Psychiatrie; Gezinshulpverlening etc.

 Schoolmaatschappelijk Werker; Maatschappelijke en Juridische Hulpverlening; MJD

 Schoolarts; Gemeentelijke en Geneeskundige Dienst (GGD)

 ZJG (Ondersteuning en begeleiding voor Jeugd); Verwijsindex

 Leerplicht

 Jeugdagent/wijkagent (op afroep)

(7)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 6

ROLLEN,TAKEN,VERANTWOORDELIJKHEDEN

De mentor

De algemene taken van de mentor

- controleert regelmatig alle voor de begeleiding relevante informatie (resultaten, absentie, gedrag, persoonlijke omstandigheden).

- voert regelmatig gesprekken met leerlingen zowel individueel als in groepsverband.

- informeert collega’s wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden bij een of meerdere leerlingen.

- schrijft indien nodig, samen met de ondersteuningscoördinator, handelingsplannen.

- onderhoudt een zo goed mogelijk contact met de ouders.

- voert gesprekken met ouders op school. Hij/zij voert geen discussies per mail.

- houdt het logboek in Magister bij (zie bijlage).

- de mentor is bij leerlingbespreking verantwoordelijk voor de inhoudelijke informatie over de leerlingen, terwijl de afdelingsleider verantwoordelijk is voor de procedures en de juiste afhandeling van de besluiten.

Begrenzing van de taak van de mentor De mentor:

- kent zijn grenzen en schakelt tijdig afdelingsleider en/of het ondersteuningsteam in, als de problemen de schoolse zaken overstijgen. De mentor is geen hulpverlener!

- straft niet, maar informeert leerling en/of ouders bij risicovol gedrag. De teamleider sanctioneert. Bij ernstig grensoverschrijdend gedrag wordt de sanctie bepaald door de directeur.

De studieresultaten van de leerlingen zijn de basis voor de begeleiding De mentor:

- laat leerlingen individueel, als in groepsverband (mentorlessen) reflecteren over de aanpak van het werk en de daaruit voortvloeiende resultaten.

- besteedt in mentorlessen en in gesprekken aandacht aan de houding van de leerlingen t.a.v. de schoolverplichtingen (op tijd komen, omgang met huiswerk etc.).

De mentor besteedt aandacht aan het welzijn van leerlingen in zijn/haar mentorgroep Hij/zij:

- kent de voor school relevante aspecten betreffende de huiselijke situatie van leerlingen en informeert, waar nodig, collega’s.

- hanteert expliciete normen en waarden in contact met leerlingen (“hier wordt niet gepest”, “je komt niet ongevraagd aan iemands spullen”) en op grond hiervan stuurt zij/hij het groepsproces (sfeer, respect, samen verantwoordelijk, afspraken).

De rol van de mentor in het keuzeproces ( sector-, profiel- en beroepskeuze etc.) De mentor:

- houdt zicht op de vorderingen van de leerlingen in dit proces en stuurt bij als dat nodig is.

- betrekt in de mentorgesprekken ook vragen over LOB. Hij/zij kan daarin algemene feedback geven op sterke en zwakke kanten van een leerling.

- stimuleert leerlingen om regelmatig contact te onderhouden met de decaan en in het bijzonder als een leerling dreigt vast te lopen in het keuzeproces.

- hoeft geen bijzondere kennis te hebben van opleidingen en/of beroepen.

Een mentoren team bestaat uit een groep mentoren en staat onder leiding van een mentoren voorzitter die gekoppeld is aan de schoolleiding. Binnen het team wordt de voortgang van de leerlingen besproken en afspraken gemaakt omtrent mogelijke interventies.

De teamleider houdt, naast zijn verantwoordelijkheden van de organisatie in zijn team, het zicht op en de verantwoordelijkheid voor de voortgang van het mentoren overleg. Hij is verantwoordelijk voor de uitvoering en bijstelling van het vastgestelde programma, draagt mede verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid in zijn team en staat de mentoren terzijde bij de uitvoering van de vastgestelde begeleidingstaken.

(8)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 7 De decaan naast de algemene, permanente begeleiding door mentoren vindt ook nog gericht begeleiding plaats door decanen. Het gaat hierbij voornamelijk om de volgende aspecten:

a) ondersteuning van de mentoren b) wie ben ik

c) hoe kies ik.

Studie-coaching wordt in de onderbouw voor begeleiding van alle leerlingen ingezet en als vak als zodanig in het rooster opgenomen. In de bovenbouw bieden we individuele studie-coaching aan.

Extra ondersteuning begeleiding en ondersteuning

Het hoofd Ondersteuning heeft zicht op de ondersteuning en begeleidingsaspecten van het hele H.N.

Werkman Stadslyceum. Het hoofd Ondersteuning en begeleidingscentrum signaleert, onderneemt actie, initieert en coördineert als er overlap is en/of gaten zijn in de ondersteuning en

begeleidingsorganisatie. Het hoofd Ondersteuning is eindverantwoordelijk voor wat er op het gebied van ondersteuning en begeleiding gebeurt. Voor de totale school ligt de eindverantwoordelijkheid bij de rector

Het hoofd Ondersteuning :

 heeft zicht op doorgaande ondersteuning en begeleidingslijnen op de vestigingen en heeft nauw overleg hierover met het management van de verschillende locaties;

 levert informatie, die verzameld is op grond van evaluaties, aan de directie voor de beleidsontwikkeling van de leerlingenondersteuning en begeleiding op school;

 stuurt alle medewerkers van het ondersteuning en begeleidingscentrum aan;

 is voorzitter van het Interne Ondersteuning Team;

 is verantwoordelijk voor de aanmeldingsprocedure richting extra ondersteuning;

 is verantwoordelijk voor de contacten met de REC’s;

 is verantwoordelijk voor het Intakeprotocol aanname leerlingen;

 is verantwoordelijk voor het dyslexiebeleid/een eenduidig protocol;

 neemt deel aan bijeenkomsten van het Samenwerkingsverband 2.03;

 is medewerker van het ondersteuning en begeleidingscentrum.

De ondersteuning en begeleidingscoördinator

 is binnen de school en voor externe instanties het aanspreekpunt op het gebied van beleid en organisatie van de ondersteuning en begeleiding;

 is verantwoordelijk voor de coördinatie, communicatie en informatie inzake de ondersteuning en begeleiding die leerlingen geboden wordt;

 is lid van het ondersteuning en begeleidingscoördinatorenoverleg van Samenwerkingsverband 2.03;

 is uit hoofde van zijn/haar functie de voorzitter van het kleine ondersteuning en begeleidingsteam.

(9)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 8 Het Interne Ondersteunings Team (IOT)

Het IOT is een team van interne en externe deskundigen dat 1 keer in de week op een vast tijdstip bij elkaar komt om te overleggen over begeleidingsvragen van leerlingen, docenten en soms ook ouders.

Het team bestaat uit:

- de ondersteuning en begeleidingscoördinator (voorzitter) - de intern begeleider

- ECT medewerker vanuit het SWV - een orthopedagoog

- een schoolmaatschappelijk werker MJD - teamleider (facultatief).

Aanmelding vindt plaats middels een intakeformulier dat door de mentor is ingevuld. In eerste instantie geeft het IOT adviezen voor de begeleiding of over te nemen actie. In tweede instantie kan één van de teamleden tijdelijk worden ingeschakeld bij de aspecten van de begeleiding die

problematisch zijn. Terugkoppeling naar de mentor behoort tot de taak van de ondersteuning en begeleidingscoördinator.

Functie van het IOT

Het IOT wordt ingeschakeld vanwege hun deskundigheid en actiemogelijkheden. Het handelen van de ondersteuning en begeleidingsteam verloopt volgens de cyclus van handelingsplanning:

 signaleren

 diagnosticeren

 bepalen

 uitvoeren

 evalueren.

De primaire functie van het IOT is adviseren. Wanneer zich een hulpvraag omtrent een leerling voordoet en de mentor en/of het mentoren team is niet in staat deze vraag op te lossen, kan de vraag voorgelegd worden aan het IOT. In eerste instantie geeft het IOT dan adviezen voor de begeleiding of over te nemen actie. In tweede instantie kan één van de IOT-leden tijdelijk worden ingeschakeld bij de aspecten van de begeleiding die problematisch zijn.

Daarnaast kan het IOT een leerling doorverwijzen naar de interne ondersteuning en

begeleidingsstructuur; dat wil zeggen naar de orthopedagoog, interne begeleiding, schoolarts, etc.

Het is de taak van de ondersteuning en begeleidingscoördinator om de informatie terug te koppelen aan de mentor.

De intern begeleider

De intern begeleider heeft de onderstaande taken:

 Adviseert bij leerling besprekingen en draagt mede ondersteuning en begeleiding voor uitvoering van afspraken.

 Ondersteunt waar nodig bij het maken van handelingsplannen.

 Observeert leerlingen of groepen leerlingen en geeft advies aan ondersteuning en begeleidingsteam en docententeams.

Orthopedagoog

De orthopedagoog kan op afroep worden ingezet bij kortdurende ondersteuning van een leerling op sociaal-emotioneel gebied. Ook ondersteunt de orthopedagoog bij aanvragen voor arrangementen via het SWV, en verzorgt dyslexieonderzoeken.

Dyslexie/RT

Aan het begin van klas 1 vindt een algemene dyslexiescreening plaats. Voor het vervolg zie het dyslexieprotocol.

(10)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 9 Pest protocol

Zie blz. 37, de coördinatie ligt bij de intern begeleider.

Huiswerkbegeleiding

Leerlingen die in de mentor les en bij studie-coaching onvoldoende hebben geleerd op het gebied van algemene studievaardigheden, zoals plannen en organiseren kunnen individuele begeleiding krijgen van een daarvoor aangestelde docent. Dit op advies van de mentor.

Vertrouwenspersonen

Leerlingen die in hun contacten op school ongewenste intimiteiten ervaren kunnen dit voorleggen aan één van de vertrouwenspersonen. In de schoolgids worden ieder schooljaar de namen en telefoonnummers van de betreffende personen vermeld.

Opmerking

Er kan een beroep worden gedaan op peermediation.

Bij peermediation bemiddelen leerlingen uit hogere leerjaren (vanaf leerjaar 3) in conflicten tussen medeleerlingen onderling. Deze peermediators zijn hiervoor getraind en hebben het vertrouwen van hun medeleerlingen. Conflictbemiddeling richt zich in eerste instantie op de leerlingen in klas 1 en 2.

Elke klas heeft twee eigen peermediators. Om de leerlingen vertrouwd te maken met elkaar gaan deze peermediators mee op brugklaskamp en nemen zij actief deel aan allerlei activiteiten zoals projecten en festiviteiten.

Externe ondersteuning en begeleiding (derde lijn)

Vertegenwoordigers van GGD, MJD, Lentis en leerplicht geven met regelmaat en op afroep advies en ondersteuning.

(11)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 10

ALS DE SCHOOL HAAR GRENS BEREIKT

Het H.N. Werkman Stadslyceum ondersteunt leerlingen als zich problemen voordoen bij het leren.

De school kan veel, maar ook aan de mogelijkheden van de school zit een grens. Wanneer de school handelingsverlegen is, kan deze er voor kiezen om externe voorzieningen in te zetten, binnen de bekostiging, in het belang van de leerling, docent en school. Te denken valt dan aan Rebound of een Renn4 school. Leerlingen met ASS problematiek of beperkt belastbare leerlingen vormen binnen ons SWV op Havo/VWO scholen een knelpunt. De ontwikkeling van een passend antwoord voor deze leerlingen trachten we met elkaar binnen het SWV vorm te geven.

Ondersteuning en begeleidingsplicht O2G2

We zien voor het schoolbestuur O2G2 een taak weggelegd om samen een afweging te maken om de leerlingen die extra ondersteuning behoeven binnen de Gemeente Groningen evenredig te verdelen over de scholen van het voortgezet onderwijs. Op dit moment is er een commissie (“Tussen wal en schip”) samengesteld met vertegenwoordigers vanuit O2G2, CSG en leerplicht in gezamenlijkheid de leerlingen op de juiste onderwijsplek te krijgen.

(12)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 11

SPEERPUNTEN SCHOOLJAREN 2014-2016

Het H.N. Werkman Stadslyceum heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in ondersteuning en begeleiding. Door veranderende wetgeving vallen meer taken van de ondersteuning en begeleiding onder de verantwoordelijkheid van de scholen. In het kader van de wet Passend Onderwijs is er een ondersteuningsprofiel opgesteld. Het is van belang de interne ondersteuning en

begeleidingsstructuur tegen het licht te houden en verder te professionaliseren. Hiertoe hebben wij de komende jaren de volgende speerpunten geformuleerd:

Visie ontwikkeling op de ondersteuning en leerlingbegeleiding van de school in de huidige situatie. Aansluitend bij de onderwijskundige ontwikkeling van de school.

Het uitvoeren van een onderzoek naar de behoefte en de kwaliteit van de ondersteuning en begeleiding. Het streven is om dit onderzoek één keer per jaar uit te voeren en daarmee de ondersteuning en begeleiding te evalueren.

Deskundigheidsbevordering op het gebied van ondersteuning en begeleiding voor alle

medewerkers door middel van themamiddagen en gerichte trainingen, hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld een mentoren cursus/pesttraining/specifiek ASS-leerlingen/opbrengstgericht werken/recht doen aan verschillen tussen de leerlingen in de les.

Het ontwikkelen van een evaluatiemodel ten aanzien van de ondersteuning en begeleiding zowel intern als extern.

Het ontwikkelen van een Incidentenprotocol.

(13)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 12

PROTOCOLLEN EN PROCEDURES

1. Pestprotocol

2. Informatie gescheiden ouders

(14)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 13

1. PROTOCOL PEST- EN CONFLICTSITUATIES H.N. WERKMAN STADSLYCEUM

Betrokkenen Aanpak Ouders

geïnformeerd?

Wanneer? Actie Door Wanneer Melding bij/

Verslaglegging aan

Niveau I Mentor/

Peermediators

Pestgesprek Nee Evt. wel op

ouderspreekavond

Notitie magister Mentor Direct Mentor/ Teamleider

Niveau II Mentor Pestgesprek Ja (Bij begin en ) na

afloop

Notitie magister Verslag Straf

Mentor

Mentor/counselor Mentor

Z.s.m.

Direct Direct

Mentor Teamleider

Niveau III Teamleider Gesprek in aanwezigheid van Teamleider

Ja Direct Notitie magister

Verslag Straf/ Time out

mentor

Counselor/Teamleider Mentor/Teamleider

Z.s.m.

Direct Direct

Mentor Teamleider

Niveau IV Ondersteuning en begeleidingsteam Teamleider Schoolleiding Evt. raadplegen of externen

Eerst Time out.

Dan gesprek in aanwezigheid van teamleider en ouders.

Evt. raadplegen of melden bij externen

Ja Direct Notitie magister

Inf. schoolleiding Straf/ Schorsing Verslag

mentor Schoolleiding Schoolleiding

Ondersteuning en begeleidingsteam

Direct Direct Z.s.m.

Direct

Mentor Teamleider/

Schoolleiding

(15)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 14 Niveau l

Peermediation:

 Als er een kleine ruzie is waar niet meer dan twee personen bij betrokken zijn.

 Betrokken leerlingen hebben geen gedragsstoornis.

 Er is enigszins spraken van norm- en grensoverschrijdend gedrag.

Voorbeeld leerlingen hebben/dreigen ruzie te krijgen door irritatie, onenigheid over afspraken, spullen “lenen” zonder te vragen, zijn de dupe van roddelen, voelen zich aan de kant geschoven etc. De mentor beoordeelt of er peermediation ingezet wordt.

Wanneer er meerdere leerlingen bij betrokken zijn of een van de betrokkenen heeft een gedragsstoornis of de leerlingen zijn ouder dan de peermediators, gaat de gespreksbegeleiding naar Sandra.

Voor Niveau ll, lll, en lV geldt:

 ll en lll: Norm- en grensoverschrijdend gedrag.

 lV: Norm- en grensoverschrijdend gedrag en/of wet overschrijdend gedrag

 Er zijn evt. meerdere leerlingen bij betrokken en evt. leerlingen met een gedragsstoornis Niveau ll

Voorbeeld: Duwen, schelden, roddelen, digipesten, bemoeien met ruzie van een ander, “opkomen” voor elkaar, opstoken van elkaar etc.

Niveau lll

Voorbeeld: Schelden, schoppen, slaan, digipesten, bemoeien met ruzie van een ander, “opkomen” voor elkaar, opstoken van elkaar, bedreiging, intimidatie etc.

Niveau lV

Voorbeeld: Lichamelijke- of psychische mishandeling, stelen, digipesten, intimidatie, bedreiging, overhalen tot grens- en wet overschrijdend gedrag (seks, gebruik van alcohol/drugs of helen van gestolen goederen) etc

(16)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 15 2.INFORMATIEVOORZIENING GESCHEIDEN OUDERS/VERZORGERS

ONDERSTEUNING EN BEGELEIDING VAN SCHOOL

Informatievoorziening gescheiden ouders/verzorgers

De informatievoorziening van de school betreffende het kind geldt voor beide ouders/verzorgers, ook als zij niet samenwonen. Uitgangspunt daarbij is de wettelijke verplichting zoals die in boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is vastgelegd.

De met het gezag belaste ouder

De ouder die is belast met het ouderlijk gezag, heeft de verplichting om de andere ouder (niet belast met het ouderlijk gezag) op de hoogte te houden van gewichtige aangelegenheden die het kind betreffen (art. 377b). Het is dus de bedoeling dat de ouder die niet met het gezag is belast, de informatie krijgt van de andere ouder. Gegevens over schoolresultaten zouden dus ook via de met het gezag belaste ouder verstrekt moeten worden.

Als echter in de communicatie tussen ouders/verzorgers storingen ontstaan, kan dat voor de school problemen opleveren. De vraag rijst dan welke taak de school heeft betreffende de

informatieverstrekking.

Bij co-ouders die geen informatie uitwisselen met elkaar gaat de informatie in eerste instantie naar de ouder waar het kind stat ingeschreven. De andere ouder kan dan de school verzoeken om hem of haar te informeren, de school is daar toe verplicht.

Alleen als nadrukkelijk in en gerechtelijk bevel is vastgelegd dat de informatie niet verstrekt mag worden of als de school aannemelijk kan maken dat het niet in het belang van het kind is, dan kan de school besluiten de informatie niet te verstrekken.

Als het kind 18 jaar is heeft het zelf de zeggenschap over wie er wel en niet geïnformeerd wordt.

De niet met het gezag belaste ouder

Verstrekking van schoolinformatie vindt voor de niet met het gezag belaste ouder alleen plaats, indien hij of zij daartoe verzoekt. Het moet dan gaan over belangrijke feiten en omstandigheden die het kind treffen. De school is niet verplicht die informatie te verschaffen, als deze informatie ook niet aan de met het gezag belaste ouder zou worden verschaft of het belang van het kind zich tegen het verschaffen van informatie verzet (art. 377c).

Beperkingen

Rechterlijke uitspraak

De school hoeft niet aan het informatieverzoek van de niet-verzorgende ouder te voldoen als de rechter heeft bepaald dat het belang van het kind zich tegen het verschaffen van informatie verzet.

Het is in een dergelijk geval verstandig om een kopie van de rechterlijke uitspraak in het dossier van de leerling op te nemen.

Eigen onderzoek

Na eigen onderzoek kan de school weigeren om informatie te geven aan de niet verzorgende ouder als dat in gaat tegen het belang van het kind. Weigering om informatie te verstrekken kan dus alleen indien:

• de situatie door de school zelf is onderzocht;

• de weigering schriftelijk is gemotiveerd.

(17)

Zorgplan H.N. Werkman Stadslyceum 2015-2016 16 Dat het kind of de verzorgende ouder niet wil dat de niet-verzorgende ouder informatie krijgt of een therapeut of advocaat stelt dat het geven van informatie strijdig is met het belang van het kind, is voor de school onvoldoende om te weigeren aan het informatieverzoek van de niet-verzorgende ouder te voldoen.

Als de school schriftelijk en beargumenteerd weigert aan het informatieverzoek van de niet- verzorgende ouder te voldoen, is er sprake van een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit. De school doet er goed aan zich bij het formuleren van een weigeringsbesluit te laten bijstaan door een jurist.

N.B.

1. verzoeken om geen informatie te verstrekken moeten door school zelf worden afgewogen.

2. voor het geven van informatie is het mogelijk de niet met het ouderlijk gezag belaste ouder/verzorger te ontvangen op de ouderspreekavond, mits daardoor de sociale veiligheid voor de overige aanwezigen gewaarborgd blijft. Via de mentor kunnen twee afspraken worden gemaakt.

3. deze schoolgids: via de mentor kunt u een tweede exemplaar ontvangen.

Bij eventuele wijzigingen in de gezinssituatie vragen wij u contact op te nemen met de mentor.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1) Als de ouders beide ouderlijk gezag hebben en de leerling bij één van de ouders woont, dan kan het contact tussen de ouders en de school verlopen via de ouder bij wie de

• De school houdt zich het recht voor om in situaties waarbij het belang van het kind geschaad wordt, na zorgvuldige afweging, de ouder die niet met het ouderlijk gezag is belast

In de week van maandag 8 maart, onder voorbehoud, zullen leerlingen van havo4 en vwo4 een bezoek brengen aan

Als een sessie binnen 24 uur wordt afgezegd of niet wordt geannuleerd, dan brengt Voor gescheiden ouders 100% van het tarief bij Opdrachtgever in rekening... Artikel 7:

Wanneer als gevolg van een scheiding één of beide ouders geen ouderlijk gezag meer heeft, dan zijn ouders verplicht om afschriften van de officiële stukken waarin dit is vastgelegd,

Klasgenoten, leerkrachten en ouders kunnen dit onbewust versterken, bijvoorbeeld door agressief gedrag goed te keuren (“mep maar terug”), té veel medelijden te tonen of kwaad

Wordt in het belang van het kind door de cycli van oudergesprekken geoordeeld dat de gevraagde informatie niet aan een niet met het ouderlijk gezag belaste ouder moet worden

● helderheid geven over het vervolgtraject bij herhaling van pesten. In het contact met de gepeste wordt gekeken of hij bepaald gedrag vertoont, waardoor hij een gemakkelijk