• No results found

Bepalingen voor het gewoon secundair onderwijs in het Voorontwerp van Onderwijsdecreet XIX

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bepalingen voor het gewoon secundair onderwijs in het Voorontwerp van Onderwijsdecreet XIX"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

FLITS-BERICHT

VVKSO 2009-03-06

Bepalingen voor het gewoon secundair onderwijs in het

Voorontwerp van Onderwijsdecreet XIX

Onderwijsdecreet XIX nadert stilaan zijn definitieve vorm. Op 19 februari hebben de vakorganisaties, de onderwijsverstrekkers en de overheid hun onderhandelingen over het voorontwerp ervan afgerond.

Hierbij bezorgen wij u een overzicht van de bepalingen die het gewoon secundair onderwijs aanbelan- gen. De wijzingen gaan in op 1 september 2009, tenzij hierna anders is vermeld.

Een van de opvallendste vernieuwingen voor het secundair onderwijs betreft de invoering van de globa- le puntenenveloppe vanaf 1 september 2009. In een afzonderlijk Flits-bericht gaan we daar nader op in.

Momenteel wordt het voorontwerp voor advies voorgelegd aan de Raad van State; nadien zal het wor- den behandeld in de Onderwijscommissie en kan het worden aanvaard door het Vlaams parlement. Tot op dat niveau kunnen er nog wijzigingen worden aangebracht of amendementen worden toege- voegd.

Wat veranderd is tegenover het overzicht dat we u begin december hadden bezorgd, is hieronder gear- ceerd.

1

Rookverbod

(art. III.2 en 3; art. III.11; art. III.28 en 29; art. IX.13)

Een doeltreffend beleid inzake het rookverbod wordt voortaan een van de voorwaarden voor erkenning en subsidiëring van een instelling. Dit rookverbod moet worden opgenomen in het school- of centrumre- glement.

2

Aanwending werkingstoelagen

(art. III.4 en 5)

De inrichtende macht is voortaan niet meer verplicht om 20 % van de werkingstoelagen te besteden aan lonen voor het meesters-, vak en dienstpersoneel. De decreetgever achtte dit niet meer opportuun, nu de werkingstoelagen sinds 2008-2009 zijn verhoogd in functie van de leerlingenkenmerken.

(2)

3

Actualisering eindtermen en wijzigingen in de basisvorming

(art. III.7 tot 10, 21 tot 26 en 30)

De actualisering van eindtermen en aanpassingen en uitbreiding van de basisvorming veroorzaken enkele belangrijke wijzigingen. Het VVKSO zal tijdig de nodige leerplannen publiceren die op nieuwe of aangepaste eindtermen en ontwikkelingsdoelen gebaseerd zijn.

1. Het project TOS21 werpt een nieuw licht op techniek als component van de basisvorming. Als gevolg daarvan vervalt de vakbenaming Technologische opvoeding . Ze wordt vanaf 1 september 2010 in de hele eerste graad vervangen door “Techniek”. De leerplannen, gebaseerd op de vernieuwde eindtermen en ontwikkelingsdoelen, worden progressief ingevoerd: ze gaan van start op 1 september 2010 in het 1ste leerjaar A en B van de eerste graad, en op 1 september 2011 in het 2de leerjaar van de eerste graad en in het BVL.

2. De herziening van de eindtermen en leerplannen Natuurwetenschappen eerste graad, met een bre- dere invulling die de verschillende wetenschappelijke disciplines integreert, heeft tot gevolg dat in de basisvorming het vak Biologie wordt vervangen door Natuurwetenschappen (vanaf 1 september 2010 in het 1ste leerjaar A en B van de eerste graad; vanaf 1 september 2011 in het 2de leerjaar van de eerste graad en in het BVL);

3. De talenbeleidsnota veroorzaakt een verzwaring van de basisvorming in de B-stroom van de eerste graad en in bso, tso en kso:

a. In de B-stroom van de eerste graad wordt Frans een verplicht vak: in het 1ste leerjaar B vanaf 1 sep- tember 2010, in BVL vanaf 1 september 2011.

b. In de tweede graad van het kso en tso worden Frans én Engels verplicht, en dit progressief vanaf 1 september 2012; in de derde graad is dat het geval vanaf 1 september 2014.

c. In de tweede graad bso, waar tot nog toe geen vreemde taal verplicht is, moet één vreemde taal, Frans of Engels, worden aangeboden als vak van de basisvorming, en dit progressief vanaf 1 sep- tember 2010. In de derde graad is dat vanaf 1 september 2012.

Opmerking bij 3.a en 3.c: : De school kan ervoor kiezen om in de B-stroom en het bso de vreemde taal te integreren in het Project algemene vakken (PAV). Dit is echter enkel mogelijk mits het betrok- ken personeelslid daarmee akkoord gaat.

4. Voor de onthaalklas anderstalige nieuwkomers worden ontwikkelingsdoelen Nederlands voor nieuw- komers vastgelegd. Dat vak vormt voor die leerlingen de basisvorming, samen met Godsdienstleer.

5. De herziene vakoverschrijdende eindtermen gaan in principe van start in het schooljaar 2010-2011.

Het concept van deze VOET'en is niet langer graadgericht, maar omvat de werking van de hele school.

De graadgeboden formulering blijft wel gelden voor Leren leren, ICT eerste graad en Technisch- technologische vorming aso. Dit noodzaakte een decreetwijziging.

6. In het deeltijds bso wordt de invoering van de vakoverschrijdende eindtermen uitgesteld tot 2010- 2011.

Hieronder een overzicht van de ingangsdata van deze eindtermen zoals het voorontwerp van de- creet ze voorziet. Voor de volledigheid nemen wij in deze tabel ook de aanpassingen aan de eind- termen talen van de basisvorming op.

(3)

Ingangsdata nieuwe vakgebonden eindtermen:

progressieve invoer vanaf 2010-2011 2012-2013 2014-2015

1ste graad A-stroom 1ste graad B-stroom

Techniek

Natuurwetenschappen Nederlands (taalbeschouwing) Frans

Engels1

2de graad aso/tso/kso Frans en Engels

3de graad aso/kso/tso Frans en Engels

2de graad bso Frans of Engels

3de graad bso Frans of Engels

3de graad, 3de lj. bso Frans of Engels

OKAN Nederlands voor nieuwkomers

4

Uitschrijving van uitgesloten niet-leerplichtige leerlingen

(art. III.12 en III.33)

Momenteel moeten scholen of centra voor deeltijds onderwijs (cdo) een leerling die ze in de loop van het schooljaar definitief uitsluiten, administratief ingeschreven houden tot wanneer hij in een andere school of cdo wordt ingeschreven.

Het decreet biedt scholen nu de mogelijkheid om dergelijke leerlingen – in zover ze niet meer leer- plichtig zijn – na 30 lesdagen toch uit te schrijven, ook wanneer ze niet in een andere school of cdo in- geschreven raken. Dit heeft gevolgen op vlak van de kinderbijslag. Deze zal namelijk, indien er geen nieuwe inschrijving volgt, vanaf de maand na de uitschrijving, niet meer uitbetaald worden.

5

Studiegebied Maatschappelijke veiligheid

(art. III.14)

Aan de lijst van studiegebieden in het secundair onderwijs wordt het studiegebied Maatschappelijke veiligheid toegevoegd. Vanaf 2009-2010 zal dit bestaan uit twee studierichtingen:

• Integrale veiligheid (tso) binnen het secundair-na-secundair onderwijs

• Veiligheidsberoepen (3de leerjaar derde graad bso).

6

De globale puntenenveloppe

(art. III.18 en III.35)

Duiding en toelichtingen betreffende de globale puntenenveloppe vindt u in een afzonderlijk Flits-bericht (2009-03-06).

1 Enkel in het tweede leerjaar van de A-stroom, voor VSKO-scholen vanaf 2011-2012.

(4)

7

Vervanging korte afwezigheden en bedrijfsstages

(art. III.20)

Voor de omkadering ter vervanging van korte afwezigheden en bij bedrijfsstages wordt in het de- creet Secundair onderwijs een decretaal kader geboden, zonder evenwel inhoudelijke wijzigingen aan te brengen.

8

Leren en werken: centra voor deeltijds bso

(art. III.27 tot 36)

In het deeltijds bso wordt de invoering van de vakoverschrijdende eindtermen uitgesteld tot 2010-2011.

Momenteel is het al zo dat een jongere niet tot een opleiding in het deeltijds beroepssecundair onderwijs of in de leertijd kan worden toegelaten indien hij al in het bezit is van een eindstudiebewijs van dezelfde opleiding, behaald in het secundair onderwijs, in het volwassenenonderwijs of in de leertijd. Vanaf 2009- 2010 zal een jongere ook niet meer kunnen worden toegelaten indien hij in het bezit is van een eindstu- diebewijs in de ondernemersopleiding.

Bij inschrijving is de screening niet meer verplicht indien het een jongere betreft die reeds gescreend werd in het kader van een eerdere inschrijving in een ander centrum of in hetzelfde centrum. In het ge- val het centrum of (voor de leertijd) de trajectbegeleider afziet van een nieuwe screening, dan blijft het resultaat van de vorige screening gelden.

9

Leerplicht

(art. III. 37)

Ouders die voor hun kinderen het recht op huisonderwijs verliezen na twee opeenvolgende negatieve evaluaties, moeten hun leerplichtig kind momenteel inschrijven in een school die erkend, gesubsidieerd of gefinancierd is door de Vlaamse Gemeenschap.

Het decreet verruimt dit naar:

• erkende scholen in de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap;

• erkende scholen in het buitenland;

• scholen die niet door de Vlaamse Gemeenschap zijn erkend maar wel onderwijs verstrekken dat door de Vlaamse Gemeenschap wordt beschouwd als gelijkgesteld met of gelijkwaardig aan het ei- gen erkend onderwijs.

10

Gesubsidieerde diensten na de pensioenleeftijd

(art. VIII.1, 22 en 25)

Tot op heden kunnen personeelsleden slechts gesubsidieerd worden tot uiterlijk het einde van het schooljaar waarin ze de leeftijd van 65 jaar bereiken.

De verplichte pensionering op die leeftijd blijft behouden, maar de Vlaamse regering zal door OD XIX gemachtigd worden om personeelsleden ook nog boven die leeftijd te subsidiëren. Deze perso- neelsleden kunnen dan niet meer als vastbenoemde of tijdelijke van doorlopende duur in dienst worden genomen of gehouden, doch enkel als tijdelijke van bepaalde duur (wervingsambten) of als tijdelijk per- soneelslid (selectie- en bevorderingsambten). Voor de concrete uitwerking van deze maatregel is het nog wachten op een besluit van de Vlaamse regering.

(5)

11

Cumulatie voor meer dan een derde van een voltijdse opdracht

(art. VIII.2 en 3)

In de regel is cumulatie beperkt tot een derde van een voltijdse betrekking. OD XIX zal de Vlaamse re- gering de volmacht geven om deze beperking op te heffen voor welbepaalde categorieën van perso- neelsleden. Ook hier is het voor verdere gegevens nog wachten op het besluit van de Vlaamse regering.

12

Taalkennis van gesubsidieerde personeelsleden

(art. VIII.21 en 35)

Een personeelslid voldoet aan de taalvereisten voor de onderwijstaal indien zijn aanwerving steunt op een bekwaamheidsbewijs dat is behaald in de onderwijstaal of op een bekwaamheidsbewijs dat be- haald is aan een onderwijsinstelling die door de Vlaamse gemeenschap erkend, gesubsidieerd of gefi- nancierd is.

Voor de taalkennis van de personeelsleden die niet over dergelijk bekwaamheidsbewijs beschikken, wordt voortaan verwezen naar het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen:

• leden van het onderwijzend personeel die uitsluitend een of meer moderne levende vreemde talen of kunstvakken onderwijzen, moeten de onderwijstaal beheersen op niveau2 B2;

• de andere leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel moeten de onderwijstaal beheersen op niveau3 C1;

• leden van de andere personeelscategorieën moeten de onderwijstaal beheersen op niveau4 B2.

Deze niveaus van taalkennis worden bewezen a.d.h.v. studiebewijzen van onderwijs dat door de Vlaamse gemeenschap erkend, gefinancierd of gesubsidieerd is die het vereiste niveau van taalkennis aantonen, of a.d.h.v. daarmee gelijkwaardige studiebewijzen die het vereiste niveau van taalkennis aan- tonen, of a.d.h.v. een getuigschrift dat behaald werd bij de taalexamencommissie die hiertoe wordt opgericht door de Vlaamse regering.

Indien een school moeilijkheden ondervindt om een kandidaat aan te werven die de vereiste taalbe- kwaamheid bezit, kan de minister voor Onderwijs een tijdelijke afwijking toestaan. Deze afwijking geldt voor een termijn van 3 jaar, te rekenen vanaf de datum van de eerste aanstelling in een gesubsidieerde of gefinancierde betrekking (in om het even welk net of onderwijsniveau). In deze periode komt het per- soneelslid niet in aanmerking voor vaste benoeming, tenzij het ondertussen voldoet aan de taalvereis- ten.

Personeelsleden die reeds beschikken over een getuigschrift dat is afgeleverd door de taalexamen- commissie en waaruit blijkt dat zij een grondige / voldoende taalkennis bezitten, kunnen op basis daar- van opnieuw worden aangesteld en voldoen aan de taalvereisten.

De overheid heeft zich ertoe geëngageerd om betreffende de taalwetgeving een verklarende omzend- brief op te stellen, o.a. over de taalvereisten en de werking van de taalexamencommissie.

2 Niveau B2: "onafhankelijk gebruiker": Kan de kerngedachten van complexe teksten over concrete en abstracte onderwerpen begrijpen, ook van technische discussies in zijn/haar specialisatie. Kan zo vlot en spontaan commu- niceren dat de regelmatige interactie met moedertaalsprekers voor geen van beide partijen lastig is. Kan duidelij- ke, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen. Kan een standpunt uiteenzetten over een bepaald thema en daarbij voor- en nadelen en verschillende opties aangeven.

3 Niveau C1: "vaardig gebruiker": Kan moeilijke, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen. Kan impliciete betekenis herkennen. Kan zichzelf vlot en spontaan uitdrukken, zonder al te duidelijk naar woorden te zoeken.

Kan de taal flexibel en efficiënt aanwenden voor sociale, academische en professionele doelen. Kan duidelijke, goed gestructureerde, gedetailleerde teksten produceren over complexe onderwerpen, met een weloverwogen tekstopbouw, een duidelijke samenhang en goed gebruik van verbindingswoorden.

4 Niveau B2 is twee voetnoten hoger omschreven.

(6)

Meer informatie over het Europees Referentiekader voor Talen vindt u in punt 7 van de Mededeling

"Een visie op het onderwijs in moderne vreemde talen", M-VVKSO-2007-062 en in bijlage 2 daarbij.

13

Terbeschikkingstelling na de leeftijd van 60 jaar

(art. VIII.29)

In de regel kan een personeelslid niet ter beschikking gesteld blijven na de leeftijd van 60 jaar indien het 30 dienstjaren telt die in aanmerking komen voor de berekening van het rustpensioen. Hierop bestaan reeds een beperkt aantal uitzonderingen, d.w.z. situaties waarin het mogelijk is om de TBS toch langer te laten dóórlopen. Aan deze uitzonderingen worden nu toegevoegd:

• TBS wegens ziekte in geval van een geschil voor de arbeidsrechtbank over de consolidatiedatum of over het niet-erkennen van een afwezigheid ten gevolge van een arbeidsongeval of beroepsziekte;

• TBS wegens ziekte in geval de procedure voor buitendienstongeval nog niet is afgesloten.

14

Overdracht van een onderwijsinstelling

(art. VIII.32)

Bij de overname van een onderwijsinstelling door een andere inrichtende macht wordt nu reeds het per- soneel overgenomen, met behoud van hun statuut (tijdelijk / vastbenoemd), de opgebouwde anciënniteit en kandidaatstelling voor TADD of voor vaste benoeming. Hieraan wordt toegevoegd dat de perso- neelsleden die vóór de overname recht hadden op TADD, dit recht behouden na de overname.

Deze regeling gaat in op 1 juni 2009.

15

Overdracht van een vestigingsplaats

(geschrapt)

De eerder voorziene maatregelen i.v.m. de overname van het personeel bij overname van een vesti- gingsplaats naar een andere inrichtende macht, werden niet behouden.

16

Re-integratie van een definitief arbeidsongeschikt personeelslid

(art. IX.2)

Een personeelslid dat definitief arbeidsongeschikt is, kan een gezondheidsbeoordeling vragen met het oordeel op zijn re-integratie. Deze regeling5 wordt met ingang van 1 september 2009 toepasbaar gemaakt voor de vastbenoemde personeelsleden van het Onderwijs.

Tot op heden moeten de vastbenoemde personeelsleden die definitief arbeidsongeschikt zijn voor hun functie, eerst hun ziekteverlof uitputten; pas na een bepaalde uitspraak van de Pensioencommissie van Medex (opvolger van de AGD) konden ze ter beschikking worden gesteld wegens ontstentenis van be- trekking, en worden wedertewerkgesteld in een andere (vaak niet-organieke) betrekking. De nieuwe procedure maakt het nu mogelijk dat vastbenoemde personeelsleden die definitief arbeidsongeschikt zijn, zelf een aanvraag doen tot re-integratie, zonder eerst hun ziektedagen te moeten uitputten.

Deze nieuwe regeling houdt in:

5 Deze regeling is vastgelegd in art. 39 tot 41 van het Koninklijk Besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezond- heidstoezicht op de werknemers.

(7)

• Indien de behandelende geneesheer die door het personeelslid is aangeduid, verklaart dat het per- soneelslid definitief ongeschikt is om het overeengekomen werk uit te voeren wegens ziekte of on- geval, heeft dit personeelslid recht op een procedure voor re-integratie.

• Het personeelslid dient bij de inrichtende macht zijn verzoek tot re-integratie in d.m.v. een aangete- kende brief, met toevoeging van het attest van de behandelende geneesheer.

• De inrichtende macht moet de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer verzoeken om het personeels- lid te onderzoeken; de arbeidsgeneesheer geeft zijn advies of neemt een beslissing6. Hij kan oorde- len dat het personeelslid voldoende geschikt is om het overeengekomen werk verder te zetten, of- wel dat het dit kan uitoefenen mits bepaalde aanpassingen, ofwel dat het voldoende geschikt is voor een andere functie (eventueel mits de nodige aanpassingen), ofwel dat het definitief onge- schikt is.

• Als de arbeidsgeneesheer beslist dat het personeelslid voldoende geschikt is om een andere func- tie uit te oefenen, desgevallend mits de nodige aanpassingen en in de voorwaarden die de arbeids- geneesheer vastlegt, moet het vastbenoemde personeelslid ter beschikking worden gesteld wegens ontstentenis van betrekking vanaf de eerste kalenderdag van de maand volgend op het advies of de beslissing van de arbeidsgeneesheer. Het ziekteverlof van het personeelslid wordt be- eindigd door deze terbeschikkingstelling.

• Na de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking wordt het personeelslid gereaffec- teerd of wedertewerkgesteld volgens de geldende reglementering.

17

Middelen voor mentorschap

(art. IX.1 en X.1)

In het decreet betreffende mentorschap en nascholing is een jaarlijks bedrag van 5 miljoen euro voor- zien voor de ondersteuning van de leraar in opleiding (LIO). Nu is gebleken dat er in 2007-2008 slechts een zeer klein aantal LIO's was, wordt het grootste gedeelte van dit budget geheroriënteerd naar de ondersteuning van de student/cursist tijdens de stage en naar aanvangsbegeleiding gedurende het eer- ste jaar van de beroepsuitoefening als leraar. Bij de aanwending van de mentor-uren hoeft evenwel nog steeds geen onderscheid te worden gemaakt tussen de uren die binnen deze verschillende deelbudget- ten verworven zijn.

Vanaf 1 januari 2009 werd een aantal bijkomende mentor-uren toegekend. Na onderhandeling in het OCSG kunnen de niet-aangewende bijkomende mentor-uren worden overgedragen naar 2009-2010, zelfs in geval van nieuwe of bijkomende TBS/OB in het onderwijzend personeel. In 2009-2010 kan slechts twee derden van dat aantal worden aangewend; de uren blijven bestemd voor mentorschap.

Vaste benoeming is niet mogelijk in de overgedragen mentor-uren.

Deze laatste alinea geeft de decretale verankering weer van de regeling die het VVKSO reeds eerder had bekendgemaakt via de Flits. Een Ministeriële omzendbrief waarin deze regeling concreet wordt uitgewerkt is (nog steeds) in voorbereiding.

18

GOK-uren

(art. IX.4 en 5)

Betrekkingen van leraar, godsdienstleraar of opvoeder die worden opgericht met uren-leraar die worden toegekend voor de tweede en derde graad komen vanaf 1 september 2009 in aanmerking voor va- cantverklaring en vaste benoeming. Tot en met 2008-2009 geldt dit enkel voor de GOK-uren die zijn toegekend voor de eerste graad en het structuuronderdeel Anderstalige nieuwkomers.

6 Beslissing te nemen overeenkomstig afdeling 6 (art. 48 tot 73) van voornoemd KB van 28 mei 2003.

(8)

Momenteel bepaalt de Vlaamse regering een maximum van de gecumuleerde gewichten van de gelijke- kansenindicatoren i.f.v. de toekenning van GOK-uren voor de eerste graad, voor het structuuronderdeel Anderstalige nieuwkomers en voor de tweede + derde graad. In de toekomst wordt een maximum niet meer bepaald voor het structuuronderdeel Anderstalige nieuwkomers.

19

Bijkomende financiering voor opleiding tot knelpuntberoep

(art. X.2)

Scholen (voltijds gewoon so, deeltijds bso, buso) die leerlingen opleiden tot een knelpuntberoep zullen hiervoor een premie van maximaal 226 euro per regelmatige leerling ontvangen (op basis van de telling van 1 oktober 2008). De uitbetaling gebeurt half 2009. De lijst van structuuronderdelen die voor deze premie in aanmerking komen vindt u in de bijlage bij het voorontwerp.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor afloop van de zittingstermijn dragen de leden van de studentengeleding van de opleidingscommissie met inachtneming van artikel 4 van elke (tot de groep van opleidingen

Voor programmatie van structuuronderdelen van de derde graad aso, bso, kso en tso van het huidige – nog niet gemoderniseerde - studieaanbod per 1 september

Op basis van je talent en interesse kies je economie, Latijn, moderne vreemde talen, creatieve & sociale vorming, STEM-technieken of STEM-wetenschappen.. Ontdek in deze

De keuze voor één (of meerdere) vakdidactiek(en) wordt bepaald door de onderwijsbevoegdheid die je verwerft op basis van je vooropleiding (diploma hoger onderwijs) en het diploma

- Productie en interactie (schrijven en spreken, mondelinge en schriftelijke gesprekken voeren): gebruiken van tekstelementen zoals structuuraanduiders, visuele

Handelen vanuit een persoonlijk kader waarin voorkeuren voor waarden, opvattingen, gedragingen, gebeurtenissen, informatie, taken, strategieën, … geïnternaliseerd zijn, maar

Dit leerplandoel van het specifieke gedeelte doorstroom van de studierichtingen Economische wetenschappen, Humane wetenschappen, Grieks-Latijn, Latijn, Moderne

Handelen vanuit een persoonlijk kader waarin voorkeuren voor waarden, opvattingen, gedragingen, gebeurtenissen, informatie, taken, strategieën, … geïnternaliseerd zijn, maar