• No results found

Vandaag heb ik weer hardgelopen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vandaag heb ik weer hardgelopen"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vandaag heb ik weer

hardgelopen

(2)

Ik wil beginnen met een dagboekfragment, geschreven vlak nadat ik weer thuis was van een crisisopname:

Vandaag heb ik weer hardgelopen

13

Saskia Bos

‘Vandaag heb ik weer hardgelopen, de eerste keer sinds heel lange tijd. Ik durfde nog niet alleen de stap te zetten om naar buiten te gaan en te gaan rennen. Ik wist zeker dat ik aan het einde van de straat alweer in paniek zou raken en terug zou gaan naar huis. Papa heeft mij daarom samen met mijn hond naar het bos gereden en ons op zo’n vijf kilometer van ons huis afgezet.

Ik hoefde alleen het lange, rechte zandpad te volgen om weer thuis te komen.

Heel voorzichtig begon ik te rennen. Echt lekker ging de eerste kilometer niet, want mijn lijf was verkrampt van angst en mijn passen waren onzeker. Mijn hond had nergens last van, die huppelde vrolijk met

mij mee, blij dat hij weer kon rennen met de baas. Na een kilometer begon ik ook te ontspannen, mijn schouders gingen omlaag, mijn benen werden soepel en mijn ademhaling diep en regelmatig.

Heel langzaam komt de opluchting en het vertrouwen, ik kan dit nog! In de twee maanden dat ik opgenomen was, waarvan drie weken in de separeer, ben ik nauwelijks buiten geweest en heb ik haast geen beweging gehad. En ondanks de vele pillen die ik nu nog slik, zijn mijn benen niet vergeten hoe het is om te rennen. Mijn hoofd was het wel vergeten, maar nu weet ik het weer. In het bos rennen, samen met mijn hond, is het fijnste wat er is!’

(3)

Ik heb altijd veel gesport. Ik heb lang gevoetbald en loop regelmatig hard. Drie keer in de week sporten is voor mij eerder regel dan uitzondering.

Op mijn elfde kreeg ik psychotische klachten en op mijn zestiende werd ik voor het eerst opgenomen en kreeg ik medicijnen. Van mijn zestiende tot mijn 22ste ben ik elf keer opgenomen geweest, in zeven verschillende instellingen.

Ik heb in die tijd zowat alle antipsychotica geprobeerd die er zijn, en omdat deze vaak niet genoeg hielpen, werden die gemixt met antidepressiva en benzodiazepines.

Door opnames kon ik soms maanden niet voetballen of rennen, want waar ik op de ene opnameafdeling gestimuleerd werd om te blijven sporten, werd het op een andere afdeling door regels en gebrek aan vrijheden onmogelijk gemaakt.

Op sommige afdelingen zat sport in het weekprogramma, maar op de meeste afdelingen waren er weinig tot geen mogelijkheden om te bewegen.

Met name op de afdelingen die ik later in mijn ggz­carrière tegenkwam, de zogenaamde langdurige zorg, werd het aanbod in sport steeds minder. Het hoogst haalbare was een ommetje met een verpleegkundige. Ik had al snel in de gaten dat je de meeste kans maakte op een wandeling als je een verpleegkundige vroeg die rookte, zodat hij of zij tijdens het rondje meteen een sigaretje kon opsteken.

Ik rook niet en daarmee heb ik mezelf tijdens opnames flink tekortgedaan, want roken leek bij veel van mijn opnames toch een belangrijk onderdeel van de dagbesteding van zowel patiënt als

verpleegkundige. Tenminste, dat heb ik in mijn jaren in de psychiatrie zo ervaren. Ik hoop dat het beeld van een patiënt en een verpleegkundige die gezellig samen een kankerstokje staan te roken binnenkort niet meer bestaat.

Niet alleen opnames beperkten mij in mijn mogelijkheden om te sporten, maar ook de bijwerkingen van de antipsychotica.

Elk medicijn dat ik slikte had bijwerkingen.

Bij elk medicijn voelde mijn lijf in het begin anders, en steeds opnieuw moest ik uit­

vinden hoe en of ik daarmee kon voetballen en hardlopen. Met sommige medicijnen kon ik blijven sporten, van andere middelen werd ik zo passief dat mijn bed uitkomen en eten mijn enige vorm van lichaams­

beweging was.

Maar de grootste factor die mij beperkt om te sporten is mijn ziekte, de schizofrenie.

Door mijn angsten, door de stemmen en door de slechte nachten is het lastig om iets te ondernemen en om de deur uit te gaan. Tegelijkertijd is schizofrenie ook mijn grootste drijfveer, want als ik regelmatig sport is mijn ziekte beter te hanteren. Sport ontspant mij. Het houdt de stemmen een paar uur in het gareel. Het vermindert mijn angsten. Het geeft mij zelfvertrouwen, en het houdt mij mentaal sterk en licha melijk gezond. Sport is mijn beste medicijn.

Om met schizofrenie te kunnen leven moet ik in topconditie zijn. Om met deze ziekte te kunnen omgaan moet ik zo fit zijn als een topsporter en zo sober en gedisciplineerd leven als een non. Rust, regelmaat en ren nen, dat zijn de belangrijkste dingen in mijn leven.

(4)

Naast voldoende beweging eet ik elke dag gezond en lukt het om regelmatig te douchen en mijn huis schoon te houden.

Ik heb zelf, met hulp van mijn ouders, een leefstijl gecreëerd waardoor ik schoon, gevoed en gezond door het leven kan, maar ik had daar graag hulp bij gehad.

Ik heb jarenlang gesprekken gevoerd met psychiaters, psychologen en verpleeg­

kundigen. Eindeloos vaak ben ik overhoord over hoe het gaat, hoe ik mij voel, wat ik denk en vooral over wat de stemmen zeggen.

Op mijn achttiende was al duidelijk dat mijn prognose niet heel gunstig was en dat ik zou moeten leren leven met schizofrenie.

Ik had graag gezien dat er toen al aandacht was besteed aan hoe je je dagelijks leven met schizofrenie leidt. In plaats van al die gesprekken over stemmen en wanen had ik liever kookles gehad, dan had ik toen al kunnen leren hoe ik eenvoudig kan koken, ook op slechte dagen. We hadden toen al routines kunnen bedenken met betrekking tot lichamelijke verzorging, dan had ik dat niet allemaal alleen hoeven doen.

De meeste mensen willen altijd maar praten over mijn psychoses, over mijn stemmen, over mijn hallucinaties. Maar niemand vraagt of het lukt om te slapen, te koken, naar buiten te gaan om te sporten of om boodschappen te doen. Misschien is dat maar goed ook, want deze vraag zou ik nog vaker dan mij lief is met ‘nee’ moeten beantwoorden.

Als het goed genoeg met mij gaat, dan douch ik regelmatig, eet ik elke dag gezond, wandel ik twee keer per dag met mijn hond en sport ik drie keer per week.

Maar de schizofrenie gaat daardoor niet weg; het blijft een zware dobber om met deze ziekte te leven. Toch maakt het hebben van een goede leefstijl een enorm verschil. Rust, regelmaat en rennen helpen mij om een gestructureerd leven te leiden en om de dag door te komen. Maar hoe trouw ik ook ben in het toepassen van de leefstijlregels, meneer schizofrenie is niet zodanig onder de indruk dat hij de aftocht blaast.

Maar leven met één ziekte is wat mij betreft genoeg. Ik baal ervan dat er iets mis is in mijn hoofd, maar ik ben dol geluk kig dat mijn lijf en met name mijn benen uitstekend werken. Als mijn lijf ook gebre ken zou verto nen, dan zou ik het echt niet volhouden.

Ik ben niet vaak ziek, gelukkig, maar ik heb ook weleens een griepje of verkoud heid, en op zulke dagen heb ik geen controle meer over de stemmen en angsten. De keren dat ik een zelfmoord poging heb gedaan, was dat ook altijd op een dag dat ik ook lichamelijk ziek of ongesteld was.

Op die dagen automutileer ik meer en zijn de hallucinaties veel erger. En hoewel het voor mij glashelder is dat mijn lichamelijke gezondheid heel veel invloed heeft op mijn psychische gesteld heid, is er weinig tot geen aandacht voor.

Ik loop regelmatig aan tegen het feit dat er niet tot nauwelijks wordt samengewerkt tussen de psychiatrie en de somatiek.

Vandaag heb ik weer hardgelopen

15

(5)

Mijn droom is dan ook dat in de toekomst lichamelijke zorg, psychische hulp en leefstijlcoaching tegelijkertijd verleend kunnen worden, zodat de enorme kloof die er nu nog is tussen psychiatrie en somatiek verdwijnt.

Je bent pas echt gezond als lijf én geest in goede conditie zijn, toch?

Jeroen Deenik, Wiepke Cahn en Jentien Vermeulen

Het belang van

leefstijlpsychiatrie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat ouders dit niet kunnen op- brengen, er niet aan denken dat hun kind best havo of vwo kan doen of omdat bijles geen optie is.. Kinderen die in armoede leven, bouwen

Zodra ik voel dat het niet lang meer kan duren, zodra ik voel dat mijn lever niet lang meer zal functioneren, kan ik terecht bij Wim Distelmans in het ziekenhuis van Jette.. Dat is

Niet het leven is heilig, maar de  kwaliteit ervan: als die ontbreekt, mag de trekker overgehaald en het gif verdeeld. Bij

Bij patienten met psychotische aandoeningen toename in fysieke activiteit/conditie vermindert de psychiatrische symptomen en verbetert de cognitie.. Verandering in de

We verwachten dat je echt afstand neemt en de tijd en plek gebruikt om na afloop gelouterd en geïnspireerd de terugreis te aanvaarden en dat je antwoord kunt geven op de vraag:

Maar Harold had zijn hart ook aan Layla verpand en besloot op een dag de stoute schoenen aan te trekken en de koning om haar hand te vragen.. ‘Hoe haal je het in je hoofd!’ riep

Het zal niet altijd makkelijk zijn, maar anderen kunnen je helpen door hier aandacht voor te hebben en er tijd voor te maken?. Deze brochure werd geschreven en nagelezen door

Kijk naar Kijk mij nou op het digibord en vertel dat er heel veel verschillende woorden of namen zijn voor de lichaamsdelen die we meestal bedekken.. Zoals we een hoofd ook wel