Participatie internationals in stadsdeel Zuid
Op basis van gegevens van de enquête De Staat van de Stad Amsterdam 2018 kunnen uitspraken gedaan worden over de participatie van internationals in de stad en (in beperkte mate) voor stadsdeel Zuid. Het gaat daarbij om Amsterdammers van 18 jaar en ouder en om de volgende groepen:
eerste generatie afkomstig uit een westers land buiten Nederland
eerste generatie afkomstig uit een niet-westers land
zonder migratie-achtergrond (ter vergelijking).
Daarnaast is gekeken naar de participatie van statushouders in Amsterdam waarvan er 170 zijn ondervraagd in Staat van de Stad enquête.
De aantallen respondenten zijn te klein om betrouwbare afzonderlijke uitspraken te kunnen doen voor de verschillende groepen in stadsdeel Zuid. Wel kijken we of de participatie in dat stadsdeel afwijkt van het gemiddelde in de stad (in termen van trends, niet in exacte
percentages).
1.1 Sociaal isolement en sociale contacten
Sociaal isolement (percentage sterk sociaal geïsoleerd)1
Veertien procent van de volwassen Amsterdammers met een westerse migratieachtergrond van de eerste generatie is sterk sociaal geïsoleerd. Dat is meer dan bij de tweede generatie (westerse en niet-westerse) migranten en minder dan bij de eerste generatie met een niet-westerse migratieachtergrond (zie figuur 1). Inwoners van stadsdeel Zuid zijn ongeveer even vaak sterk geïsoleerd als gemiddeld voor de stad (12% en 13%).
Zoomen we in op de inwoners van Zuid met een westerse migratieachtergrond en van de eerste generatie, dan wijken deze niet significant af van het algemene beeld voor Zuid (en ook niet van Amsterdam gemiddeld).
1Sociaal isolement is het ontbreken van ondersteunende relaties in het persoonlijke leven. Het gaat dan om persoonlijke relaties met familie, vrienden en bekenden waar mensen in geval van nood op terug kunnen vallen.1 De Sociale-Isolatie-Index is een maat die beschrijft hoe sociaal geïsoleerd iemand zich voelt. Met behulp van zes stellingen als ‘Ik maak deel uit van een groep vrienden’, ‘Mijn sociale contacten zijn
oppervlakkig’ en ‘Ik voel me van andere mensen geïsoleerd’ wordt een score bepaald die aangeeft of iemand sterk sociaal geïsoleerd is (score tussen 6 en 13 op de index), gemiddeld geïsoleerd (score 14-17) of niet-
Figuur 1 Percentage sterk sociaal gesoleerd, 2018
Bron OIS/De Staat van de Stad enquête:
Contacten met familie, vrienden of kennissen en met andere bevolkingsgroepen Eerste generatie migranten hebben minder vaak contacten met hun familie dan andere herkomstgroepen en dan gemiddeld; zo heeft 70% van deze generatie met een westerse achtergrond wekelijks of vaker contact met hun familie (versus 76% gemiddeld). Alleen statushouders hebben nog minder vaak contact met familie (54% wekelijks of vaker).
Met vrienden/kennissen hebben eerste generatie westerse migranten ongeveer even vaak contact dan andere Amsterdammers. Wel hebben ze vaker contact met vrienden/kennissen dan hun generatiegenoten van niet-westerse herkomst. Verder hebben ze vaker contact met mensen uit andere bevolkingsgroepen dan Amsterdammers zonder migratieachtergrond (34% ‘vaak’
versus 24%).
Relatief weinig contact met buren en overige buurtgenoten en ervaren sociale cohesie Amsterdammers met een westerse migratieachtergrond van de eerste generatie hebben minder vaak contact met hun buren dan gemiddeld (36% versus 44%) en ook iets minder met overige buurtgenoten (17% versus 20% gemiddeld, zie figuur 2). Statushouders hebben ook weinig contact met hun buren en buurtgenoten (resp. 30% en 16%).
Zoomen we in op de inwoners van Zuid met een westerse migratieachtergrond en van de eerste generatie, dan zien we dat zij relatief vaak contact hebben met buurtgenoten ten opzichte van
0 5 10 15 20 25 30 35
totaal A'dam Zuidoost Noord Oost Zuid Nieuw-West West Centrum geen statushouder statushouder geen migratieachtergrond tweede generatie nietwesters tweede generatie westers eerste generatie nietwesters eerste generatie westers
%
gemiddeld in Zuid. Inwoners van stadsdeel Zuid hebben overigens in het algemeen wat minder vaak wekelijks contact met buren en buurtgenoten dan gemiddeld genomen in Amsterdam.
Figuur 2 Percentage met frequent contact met buren en overige buurtgenoten, 2018
bron OIS/De Staat van de Stad enquête:
Op het gebied van de ervaren sociale cohesie in de buurt zien we soortgelijke trends:
Amsterdammers met een westerse migratieachtergrond van de eerste generatie ervaren dat minder dan gemiddeld (rapportcijfer 5,7 versus 6,0) dan de tweede generatie met die
achtergrond (6,0) en andere herkomstgroepen. Alleen statushouders ervaren nog minder vaak sociale cohesie in de buurt (5,4). In Zuid ervaren diegenen met een westerse
migratieachtergrond ook iets minder dan gemiddeld sociale cohesie.
1.2 Participatie
Maatschappelijke participatie; minder vaak inzet voor buurt of stad, wel vaak vrijwilligerswerk
Westerse migranten van de eerste generatie zijn even vaak als gemiddeld in de stad lid van een vereniging (52%). Wel zijn ze minder vaak lid dan Amsterdammers zonder migratieachtergrond (60%), maar vaker dan de eerste generatie met een niet-westerse migratieachtergrond (34%). In stadsdeel Zuid zijn de bewoners gemiddeld wat vaker lid van een vereniging dan gemiddeld over heel Amsterdam gezien (58% versus 52%).
0 10 20 30 40 50
gemiddeld A'dam geen migratieachtergrond
tweede generatie nietwesters tweede generatie
westers eerste generatie
nietwesters eerste generatie
westers
%
min. 1x p.w contact buren
min. 1x per week contact met buurtgenoten
Amsterdammers kunnen lid zijn van verenigingen of organisaties maar er verder niet actief in zijn (bijvoorbeeld van Amnesty International), daarom is ook gevraagd of ze de afgelopen maand actief deel hebben genomen aan activiteiten van een vereniging. De doelgroep,
Amsterdammers met een westerse migratieachtergrond van de eerste generatie, is even vaak actief in een vereniging (33%) en zet zich even vaak in voor een kwestie in de stad of buurt als gemiddeld in de stad (23%). En ook hierin zijn ze actiever dan migranten met een niet-westerse achtergrond.
De westerse migranten van de eerste generatie in stadsdeel Zuid hebben zich echter minder vaak ingezet voor een kwestie in stad of buurt dan gemiddeld genomen in Zuid. Wel zetten ze zich vaker in als vrijwilliger dan bewoners gemiddeld in Zuid. Dat geldt ook voor de groep in heel Amsterdam (45% doet vrijwilligerswerk versus 39% gemiddeld in de stad). Eenzelfde trend zien we bij statushouders, die zetten zich ook niet zo vaak in voor een kwestie in de buurt of stad, maar wel als vrijwilliger.
Veel sportdeelname
Amsterdammers met een westerse migratieachtergrond van de eerste generatie sporten iets vaker dan gemiddeld (65% de afgelopen 12 maanden versus 61%) en veel vaker dan hun niet- westerse generatie migranten (39%). In stadsdeel Zuid wordt iets meer gesport dan gemiddeld in Amsterdam (73% versus 61% gemiddeld), ook door de westerse migranten.
1.3 Conclusies
In de nu volgende tabel is de positie van de onderzochte doelgroep, westerse migranten van de eerste generatie, te zien in vergelijking met andere groepen in Amsterdam. De doelgroep heeft relatief weinig contact met buren en buurtgenoten en ervaart relatief weinig sociale cohesie in de buurt. Ze hebben wat minder vaak contact met familie dan gemiddeld maar lijken voor hun verdere contacten veel op ‘de gemiddelde Amsterdammer’ en zijn dan ook niet vaker sociaal geïsoleerd.
Westerse migranten van de eerste generatie zijn relatief vaak actief als vrijwilliger en lijken vooral in stadsdeel Zuid niet zo vaak actief te zijn voor de stad of buurt. Verder doen ze relatief vaak aan sport.
In zijn algemeenheid doen bewoners van stadsdeel Zuid vaker aan sport dan gemiddeld in Amsterdam. Verder hebben inwoners van Zuid minder vaak contact met buren of buurtgenoten en zijn iets vaker lid van een vereniging dan gemiddeld in de stad.
Tabel 3 Positie van eerste generatie westerse migranten in Amsterdam, procenten, 2018
Amsterdam Zuid
eerste generatie westers
eerste generatie niet-
westers statushouder
geen migratie-
achtergrond totaal totaal
sterk sociaal geïsoleerd 14 19 33 11 13 13
min. 1x per week contact buren 36 42 30 47 44 37
idem met ov. buurtgenoten 17 18 16 21 20 14
ervaren sociale cohesie in buurt 5,7 5,9 5,4 6,0 6,0 5,9
min. 1x per week contact familie 70 72 54 76 76 77
idem vrienden 79 66 65 78 76 76
vaak contact met andere bevolkingsgroepen 34 39 33 24 33 26
soms 39 36 33 44 39 40
lid van vereniging 52 34 45 60 52 58
afgelopen 12 maanden gesport 65 39 53 69 61 73
afgelopen 12 maanden actief in vereniging 33 22 37 39 33 36
afgelopen 12 maanden ingezet buurt of stad 23 19 18 28 24 21
afgelopen 12 maanden vrijwilliger 45 36 61 40 39 38
bron OIS/De Staat van de Stad enquête