‘Op Eigen Benen Vooruit!´
Transities in zorg
Onderzoeksverslag Amphia Ziekenhuis
Bachelor of Nursing Hogeschool Rotterdam
Instituut voor verpleegkunde en verloskunde
Jiska Bakker 0787076
Annemieke van den Berg 0784146 Corine van der Linden 0814195 Mandy Voorwinden 0787038 Sabine Westhoff 0784947 Opleiding: Verpleegkunde Coach: Jannie Haitsma
Inhoudsopgave
Inleiding blz. 3
Hoofdstuk 1 Enquête ‘Op Eigen Benen Vooruit!’
1.1 Uitslag enquête blz. 4
1.2 Conclusie blz. 8
1.3 Aanbevelingen blz. 9
Hoofdstuk 2 Statusonderzoek Amphia ziekenhuis
2.1 Analyse statusonderzoek blz. 10
2.2 Resultaten statusonderzoek blz. 13
Literatuur blz. 17
‘Op Eigen Benen Vooruit!’ Amphia ziekenhuis Inleiding
‘Op Eigen Benen Vooruit!’ is een project die zich richt op het invoeren van verbeteringen op het gebied van de inhoud en de organisatie van de zorg voor jongeren met chronische, somatische aandoeningen. De belangrijkste uitdaging is om jongeren met chronische aandoeningen, in de leeftijd van 12 tot 25 jaar, beter te ondersteunen bij het verwerven van zelfmanagement en zelfredzaamheid in hun transitie (overgang) naar volwassenheid.
(Transities in zorg 2009)
De kenniskring Transities in Zorg van de Hogeschool Rotterdam en het CBO
(kwaliteitsinstituut voor gezondheidszorg) heeft ons de mogelijkheid gegeven deel te kunnen nemen aan het project ‘Op Eigen Benen Vooruit!’.
In samenwerking met het Amphia ziekenhuis te Oosterhout hebben wij, door middel van telefonische enquêtes en statusonderzoek, een nulmeting uitgevoerd voor transities in zorg bij jongeren met Diabetes mellitus type 1.
In dit verslag treft u de uitslag van de telefonische enquêtes en het statusonderzoek, inclusief de conclusies en aanbevelingen.
Wij hopen door middel van dit onderzoek dat de transities in zorg in het Amphia ziekenhuis een verbetering opleveren.
Rotterdam, mei 2009
‘Op Eigen Benen Vooruit!’ Amphia ziekenhuis
Hoofdstuk 1 Enquête ‘Op Eigen Benen Vooruit!’
In dit hoofdstuk wordt de enquête van het project ‘Op Eigen Benen Vooruit!’ uitgewerkt en beschreven. Het hoofdstuk bestaat uit drie paragrafen. In de eerste paragraaf is de uitwerking van de enquête te vinden. In de tweede paragraaf wordt er een conclusie beschreven van de enquête en in de derde paragraaf worden er aanbeveling beschreven naar aanleiding van de enquête.
1.1 Uitslag enquête
1. Bij de internist mochten je ouders niet meer mee naar de poli. Wat vond je hier van?
Geen probleem (10)
Vervelend (1)
Regelde zelf alles al bij kinderarts (6)
2. Wat was er goed aan de overgang naar de internist?
Niet van toepassing (2) Niets (1)
Weinig verschil/ging soepel (8) Afspraken werden achter elkaar gepland (1)
Contact beter (1)
Klikte niet met kinderarts (1) Gegevens compleet (1) Als volwassene behandeld (1) Zeggen waar het op staat (1)
3. Wat zou beter kunnen aan het overgangsproces?
Niet van toepassing (2)
Niets (5)
Afspraken nakomen vanuit Amphia (2)
Internist wist minder als kinderarts (1)
Bereikbaarheid/toegankelijkheid (2)
Leeftijd (1)
Moest zelf een internist zoeken (1)
Meer sturing (1)
Meer in jou verplaatsen/meedenken (1)
Kortere wachttijden (1)
Toelichting: Leeftijd Ging pas op 20e over naar de internist, voelde zich al ruime tijd te oud voor kinderarts.
4. Hoe is de bereikbaarheid van de internist / diabetesverpleegkundige ten opzichte van de kinderarts en kinderdiabetesverpleegkundige?
Beter (2)
Slechter (5)
Gelijk (10)
5. Was de internist goed op de hoogte van de behandeling tot dan toe door de kinderarts?
Ja (16) Nee (1)
6. Vond je dat je zelf voldoende kennis en inzicht had in je ziekte om de overstap te maken naar de internist?
Voldoende Kennis (16)
Onvoldoende Kennis (1)
Toelichting: Onvoldoende kennis was er over het gebruik van alcohol en spuitplaatsen.
7. Welke tips / verbeterpunten heb je nog om het overgangsproces te verbeteren?
Niet van toepassing (1)
Niets (7)
Afspraken nakomen vanuit Amphia (2)
Kinderarts moet meer betekenen in overgang (1)
Juiste leeftijd overstap maken (1)
Kinderarts moet vertellen welke internisten beschikbaar zijn (1)
Betere bereikbaarheid (3)
Internist en diabetesverpleegkundige moeten meer samenwerken (1)
‘Op Eigen Benen Vooruit!’ Amphia ziekenhuis Uitval
Nog niet bij internist geweest (1)
Onbereikbaar (7)
Verkeerd nummer (2)
Niet mee willen doen (1)
In buitenland (1)
‘Op Eigen Benen Vooruit!’ Amphia ziekenhuis
1.2 Conclusie
De enquête bestond uit een zevental vragen. Uit al deze vragen kan er een conclusie getrokken worden. Hieronder staat voor elke vraag de conclusie benoemd.
• Het merendeel van de jongeren (10) vond het geen probleem dat hun ouders niet meer mee mochten naar de internist. Zes jongeren gaven aan alles al zelf te regelen bij de kinderarts.
• De meeste jongeren (8) vonden de transitie van kinderarts naar internist goed verlopen. Zij bemerkten weinig verschil. De overige jongeren hadden ieder een eigen aspect waarvan zij aangaven dat de overgang goed verlopen was.
• Vanuit de jongeren die deel hebben genomen aan de enquête zijn een aantal verbeterpunten doorgegeven, waarop gelet zou moeten worden tijdens het overgangsproces. Dit zijn duidelijk individuele punten van 10 jongeren.
• Over de bereikbaarheid van de internist ten opzichte van de kinderarts is het merendeel van de jongeren (10) tevreden. Vijf jongeren hebben aangegeven dat de bereikbaarheid van de internist slechter is.
• De overdracht van de gegevens en situatie van de jongeren verloopt goed. Zestien jongeren gaven aan dat de internist goed op de hoogte was van de behandeling, zoals de kinderarts die had opgezet.
• De kennis van de jongeren over het ziektebeeld dat zij hebben werd door de jongeren met een voldoende beoordeeld.
• Een zevental jongeren had geen verbeterpunten voor het overgangsproces. Eén jongere gaf aan dat het niet van toepassing was, omdat hij nog niet op controle was geweest bij de internist. De rest van de jongeren hadden individuele punten voor een verbetering van het overgangsproces. De nadruk lag vooral op een betere
bereikbaarheid en het nakomen van afspraken vanuit de interne poli.
De overige jongeren hadden geen verbeterpunten voor het overgangsproces, zij vonden de transitie van kinderarts naar internist goed verlopen.
Uitval
In totaal zijn er 29 jongeren benaderd om mee te werken aan de enquête. Uiteindelijk zijn 17 jongeren geënquêteerd. Er zijn verschillende redenen waarom er twaalf jongeren uitgevallen zijn.
Een zevental jongeren was niet bereikbaar, ook niet na diverse pogingen gebeld te hebben.
Er was één jongere die de overstap nog niet gemaakt had. Hij moest nog een afspraak maken bij de kinderarts. Hierdoor kon deze jongere de enquête niet invullen.
Eén jongere bevond zich in het buitenland. Van twee jongeren was er sprake van een verkeerd of onbruikbaar telefoonnummer, waardoor wij hen niet konden bereiken. Eén jongere wilde niet meewerken aan de telefonische enquête. Hij wilde zijn argumenten hiervoor niet verder toelichten.
1.3 Aanbevelingen
Vanuit de conclusies die getrokken zijn vanuit de enquêtes, kunnen wij twee aanbevelingen doen naar het Amphia Ziekenhuis. Bij de aanbevelingen zal er ook een voorstel beschreven worden om zo de aanbevelingen te kunnen verbeteren.
• De telefonische bereikbaarheid van de internist / diabetesverpleegkundige moet verbeterd worden.
Voorstel om dit te verbeteren:
Het invoeren van twee telefonische spreekuren per week, waarop de jongeren direct contact kunnen hebben met de internist / diabetesverpleegkundige. Hierdoor zijn jongeren er zeker van dat zij de internist / diabetesverpleegkundige kunnen bereiken en hun vragen of problemen kunnen voorleggen.
• De gemaakte afspraken die vanuit de internist / diabetesverpleegkundige komen moeten (beter) nagekomen worden.
Voorstel om dit te verbeteren:
De gemaakte afspraken duidelijk en leesbaar in de status van de jongeren noteren.
Hierdoor is het voor de internist / diabetesverpleegkundige duidelijk dat er afspraken zijn gemaakt. Ook zal hierdoor de samenwerking tussen internist /
diabetesverpleegkundige beter verlopen.
Hoofdstuk 2 Statusonderzoek Amphia ziekenhuis
In dit hoofdstuk wordt de analyse weergegeven van het statusonderzoek wat uitgevoerd is over 29 statussen. Hierbij is gekeken naar de standaard controlebezoeken en de HbA1C- waarde.
Allereerst worden de gegevens van de statussen één voor één weergegeven, waarna er conclusies zijn getrokken. De conclusies worden ondersteund door tabellen en cirkeldiagrammen.
Bij de conclusies is er uitgegaan van een standaard controlebezoek van viermaal per jaar voor zowel de kinderarts als de internist. Voor de HbA1C-waarde werd een bovengrens van 8% aangehouden.
Wanneer een patiënt, om welke reden ook, niet meer behandeld wordt in het Amphia ziekenhuis, wordt er melding van gemaakt.
2.1 Analyse statusonderzoek
• Patiënt kwam in 2007 tweemaal bij de kinderarts op controle. In 2008 eenmaal bij de kinderarts en driemaal bij de internist. In 2009 werden twee polibezoeken gevonden bij de internist.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 9.0% - 10.8%.
Bij de internist zijn deze waarden niet gemeten.
• Patiënt is in 2005 viermaal bij de kinderarts geweest. In 2006 eenmaal bij de kinderarts en viermaal bij de internist. In 2007 werd de patiënt tweemaal door de internist gezien.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 10,3% - 11,5%.
Bij de internist lag deze waarde tussen 9,3% - 11,0%.
• Patiënt kwam in 2005 tweemaal bij de kinderarts op controle. In 2006 volgde nog driemaal een controle bij de kinderarts, waarna er eenmaal een controle volgde bij de internist. In 2007 stonden twee controlebezoeken genoteerd in de status en in 2008 één.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 7.6% - 10.4%.
Bij de internist lag deze waarde tussen 9.2% - 9.5%.
• Patiënt kwam in 2004 driemaal bij de kinderarts op controle. In 2005 werden nog twee bezoeken bij de kinderarts genoteerd, waarna de patiënt datzelfde jaar nog eenmaal bij de internist is geweest. In 2006 stond er viermaal een afspraak bij de internist gepland, waarbij de patiënt maar bij één afspraak kwam opdagen.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 8.5% - 12.1%.
Bij de internist lag deze waarde tussen 9.0% - 10.2%.
• Patiënt kwam in 2004 tweemaal bij de kinderarts op controle. In 2005 volgde weer tweemaal. Patiënt verhuisde in 2005 naar een andere provincie en bezoekt hier nu de internist.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 9.2% - 10.9%.
• Patiënt kwam in 2005 driemaal bij de kinderarts op controle. In 2006 kwam deze patiënt tweemaal bij de kinderarts. Deze patiënt is naar België verhuisd en gaat nu in België naar de internist.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 7.4% - 9.6%.
• Patiënt is in 2006 driemaal bij de kinderarts geweest. In 2007 eenmaal bij de kinderarts en eenmaal bij de internist. In 2008 werd de patiënt tweemaal bij de
‘Op Eigen Benen Vooruit!’ Amphia ziekenhuis De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 9.8% - 10.6%.
Bij de internist is deze waarde maar één keer gemeten, deze was toen 11.7%.
• Patiënt kwam in 2006 viermaal bij de kinderarts op controle. In 2007 volgde eenmaal een controle bij de kinderarts en tweemaal een controle bij de internist. In 2008 stond driemaal een afspraak gepland voor deze patiënt, bij deze afspraken is de patiënt niet komen opdagen. Patiënt zou eenmaal terugbellen voor een nieuwe afspraak, dit is niet gedaan. In 2009 stond nog eenmaal een afspraak gepland bij de internist, ook hier kwam de patiënt niet opdagen.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 8.7% - 10.0%.
Bij de internist is deze waarde maar een keer gemeten, deze bedroeg toen 12.8 %.
• Patiënt had in 2004 tweemaal een afspraak voor controle bij de kinderarts. Hiervan kwam de patiënt eenmaal niet opdagen. In 2005 werden nog twee bezoeken bij de kinderarts afgesproken, waarvan de patiënt weer eenmaal niet kwam opdagen.
Over een bezoek bij de internist is niets bekend. Patiënt is in 2007 eenmaal opgenomen geweest in verband met alcoholintoxicatie.
Er zijn geen HbA1C-waarde bekend van deze patiënt.
• Patiënt kwam in 2006 viermaal bij de kinderarts op controle. In 2007 volgde eenmaal een controle bij de internist.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 8.0% - 9.1%.
Bij de internist lag deze waarde tussen 7.8% - 8.9%.
• Patiënt is in 2006 driemaal bij de kinderarts op controle. Daarna is hij 2,5 jaar niet gezien bij de internist en heeft nu in 2009 één afspraak gemaakt bij de internist.
De HbA1C-waarde tijdens de controle bij de kinderarts waren tussen de 11.4% en 11.8% en nu in 2009 10.2% bij de internist.
• Patiënt is in 2006 viermaal bij de kinderarts geweest voor controle. Daarna is hij twee keer in 2007 geweest bij de internist. In 2008 ook tweemaal geweest bij de internist.
De HbA1C-waarde waren bij de kinderarts waren tussen de 7.2% - 7.7%. Bij de internist tussen de 7.4% - 8.4%.
• Patiënt is in 2006 viermaal bij de kinderarts geweest. Patiënt bezoekt nu een internist in een ander ziekenhuis.
De HbA1C-waarde zitten tussen de 9.1% -10.1%.
• Patiënt is in 2007 driemaal bij de kinderarts op controle geweest. Hij is nog niet bij de internist geweest. De HbA1C-waarde bij de kinderarts waren tussen de 8.0% - 8.9%.
• Patiënt is in 2006 driemaal op controle geweest bij de kinderarts. Daarna is hij overgegaan naar een ander ziekenhuis, waar hij nu de internist bezoekt.
De HbA1C-waarde zitten tussen de 6.9% - 7.8%.
• Patiënt heeft drie afspraken bij de kinderarts gehad in 2008 waarvan één keer niet verschenen. Bij de internist in 2009 is hij twee keer gezien.
De HbA1C-waarde bij de kinderarts waren tussen de 11.0% - 11.7%. Bij de internist bedroeg deze waarde 11.5%.
• Patiënt is door de kinderarts in 2006/2007 twee maal gezien. In 2007 is hij driemaal gezien door de internist en in 2008 tweemaal.
De HbA1C-waarde tijdens de controle bij de kinderarts was 7.5%. Bij de internist lag deze waarde tussen de 7.1% - 7.4%.
‘Op Eigen Benen Vooruit!’ Amphia ziekenhuis
• Patiënt is in 2007 driemaal door de kinderarts gezien. Bij de internist in 2008 ook driemaal. De HbA1C-waarde bij de kinderarts zitten tussen de 10.6% - 10,7% en bij de internist tussen de 11.6% - 12.6%.
• Patiënt heeft in 2008 drie afspraken gehad bij de kinderarts, waarbij hij één keer niet kwam opdagen. Bij de internist is de patiënt één keer in 2008 geweest.
De HbA1C-waarde bij de kinderarts zitten tussen de 5.9% - 6,6% en bij de internist tussen de 6.2% - 6.6%.
• Patiënt kwam in 2006 viermaal bij de kinderarts op controle. In 2007 drie bij de kinderarts en eenmaal bij de internist. In 2008 werden twee polibezoeken gevonden bij de internist.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 7.1% - 7.8%.
Bij de internist lag deze waarde tussen 7.0% -7.6%.
• Patiënt is in 2007 viermaal bij de kinderarts geweest. In de status werd melding gemaakt van één ‘now-show’, waarna de patiënt gebeld is voor een nieuwe afspraak.
In 2008 werd de patiënt driemaal door de internist gezien.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 8.9% - 9.4%.
Bij de internist lag deze waarde tussen 8.8% - 9.9%.
• Patiënt kwam in 2006 viermaal bij de kinderarts op controle. In 2007 volgde nog eenmaal controle bij de kinderarts, waarna er drie controles volgde bij de internist.
Ook in 2008 stonden vier controlebezoeken genoteerd in de status.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 7.9% - 9.1%.
Bij de internist lag deze waarde tussen 7.9% - 9.1%.
• Patiënt kwam in 2004 viermaal bij de kinderarts op controle. In 2005 werden nog twee bezoeken bij de kinderarts genoteerd, waarna de patiënt datzelfde jaar nog eenmaal bij de internist is geweest. In 2006 volgen er vier controlebezoeken bij de internist. Er werd in de status melding gemaakt dat de patiënt, na 2006, over is gegaan naar een andere internist in verband met onbegrip.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 10.3% - 11.4%.
Bij de internist lag deze waarde tussen 9.3% - 9.9%.
• Patiënt kwam eenmaal in 2004 en eenmaal in 2006 bij de kinderarts. In 2007 werd een afspraak genoteerd bij de internist waarbij de patiënt niet is geweest. In 2009 werd ook een afspraak genoteerd waarbij de patiënt niet is geweest. Ook staat er een afspraak in 2009 waarbij de patiënt bij de internist op controle is geweest.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 11,1% - 11,3%.
De HbA1C-waarde van de laatste controle bij de internist zou nog volgen.
• Patiënt kwam in 2005 driemaal bij de kinderarts op controle. In 2006 werden nog twee bezoeken bij de kinderarts genoteerd, waarna de patiënt datzelfde jaar nog eenmaal bij de internist op controle is geweest. In 2007 volgde driemaal een controlebezoek bij de internist.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 8.7% - 9.9%.
Bij de internist lag deze waarde tussen 7.7% - 8.4%.
• Patiënt kwam in 2007 vijfmaal op controle bij de kinderarts. In 2008 werd driemaal een bezoek gebracht aan de internist. In 2009 staat één bezoek genoteerd aan de internist.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 8.0% - 9.4%.
Bij de internist lag deze waarde tussen 7.9% - 9.4%.
• Patiënt werd in 2006 viermaal door de kinderarts gezien. In 2007 werd driemaal een bezoek gebracht aan de internist.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 6.4% - 6.9%.
Bij de internist lag deze waarde tussen 6.5 % - 6.9%.
• Patiënt werd in 2007 driemaal gezien door de kinderarts. Patiënt heeft tweemaal de internist bezocht in 2008.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 8.7% - 9.9%.
Bij de internist lag deze waarde tussen 11.5% - 12.9%.
• Patiënt werd in 2007 vijfmaal door de kinderarts gezien. In 2008 stonden drie afspraken genoteerd bij de internist, waarvan de patiënt eenmaal niet is geweest.
De HbA1C-waarde tijdens de controle van de kinderarts bedroeg 9.7% - 11.0%.
Bij de internist lag deze waarde tussen 9.7% - 10.6%.
2.2 Resultaten statusonderzoek
In tabellen zijn de gegevens het statusonderzoek weergegeven. De gegevens zijn omgezet in percentages. Bij de HBA1C waarden zijn de percentages uitgerekend uitgegaan van het totaal aantal statussen en uitgegaan van het totaal aantal patiënten waarbij de HBA1C waarden zijn gemeten.
Controles bij de kinderarts
niet
één keer per jaar twee keer per jaar drie keer per jaar vier keer per jaar meer dan 4 keer per jaar
Controles Aantal
patiënten Percentage
Niet 0 0%
Één keer per jaar 1 3%
Twee keer per jaar 4 14%
Drie keer per jaar 6 21%
Vier keer per jaar 7 24%
Meer dan vier keer per jaar 11 38%
Bij de kinderarts kwam 38% van de patiënten minder dan vier keer per jaar op controle.
Controles bij de internist
Geen contole bij de internist Niet
één keer per jaar
twee keer per jaar
drie keer per jaar
vier keer per jaar
meer dan vier keer per jaar
Controles Aantal
patiënten Percentage Geen controles bij internist in
verband met andere reden* 4 14%
Niet 4 14%
Één keer per jaar 2 7%
Twee keer per jaar 5 17%
Drie keer per jaar 6 20%
Vier keer per jaar 4 14%
Meer dan vier keer per jaar 4 14%
Bij de internist kwam 72% van de patiënten minder dan vier keer per jaar op controle.
‘Op Eigen Benen Vooruit!’ Amphia ziekenhuis HBA1C waarden bij de kinderarts
Geen HBA1C waarden gemeten Gemiddeld tussen de 6 en 7
Gemiddeld tussen de 7 en 8
Gemiddeld tussen de 8 en 9
Gemiddeld tussen de 9 en 10
Gemiddeld tussen de 10 en 11 Gemiddeld tussen de 11 en 12
Gemiddelde HBA1C waarden Aantal
patiënten Percentage van 29
patiënten Percentage van 28 patiënten
Geen HBA1C waarden gemeten 1 3% -
Gemiddeld tussen de 6 en 7 2 7% 7%
Gemiddeld tussen de 7 en 8 5 17% 18%
Gemiddeld tussen de 8 en 9 5 17% 18%
Gemiddeld tussen de 9 en 10 6 21% 21%
Gemiddeld tussen de 10 en 11 7 24% 25%
Gemiddeld tussen de 11 en 12 3 11% 11%
Bij de kinderarts waren 75% van de HBA1C waarden boven de 8 (van het percentage van 28 patiënten).
‘Op Eigen Benen Vooruit!’ Amphia ziekenhuis
HBA1C waarden bij de internist
Geen contoles Geen HBA1C waarden
Gemiddeld tussen de 6 en 7
Gemiddeld tussen de 7 en 8
Gemiddeld tussen de 8 en 9
Gemiddeld tussen de 9 en 10
Gemiddeld tussen de 10 en 11
Gemiddeld tussen de 11 en 12
Gemiddeld tussen de 12 en 13
Gemiddelde HBA1C waarden Aantal
patiënten Percentage Percentage van 21 patiënten Geen controles bij internist in
verband met andere reden* 4 14% -
Geen HBA1C waarden gemeten 4 14% -
Gemiddeld tussen de 6 en 7 2 7% 10%
Gemiddeld tussen de 7 en 8 4 14% 19%
Gemiddeld tussen de 8 en 9 3 10% 14%
Gemiddeld tussen de 9 en 10 4 14% 19%
Gemiddeld tussen de 10 en 11 3 10% 14%
Gemiddeld tussen de 11 en 12 3 10% 14%
Gemiddeld tussen de 12 en 13 2 7% 10%
Bij de internist waren 71% van de HBA1C waarden boven de 8 (van het percentage van 21 patiënten).
* Twee patiënten verhuisden tijdens de overgang van kinderarts/internist naar een andere stad, en zijn in een nieuw ziekenhuis naar de internist gegaan.
* Twee patiënten zijn na de kinderarts naar een internist in een ander ziekenhuis gegaan. De reden hiervan zijn onbekend.
Één patiënt is na vijf controles bij de internist, overgegaan op een andere internist in verband met onbegrip.
Literatuur
Transities in zorg. 2009. Start Actieprogramma Op Eigen Benen Vooruit! [Internet].
[Aangehaald op 18-05-2009]. Bereikbaar op:
http://www.transitiesinzorg.nl/programmas/jeugd/op-eigen-benen-vooruit/
