• No results found

OH DOKTER,...MIJN HOND DOET ZO RAAR! GRATIS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OH DOKTER,...MIJN HOND DOET ZO RAAR! GRATIS"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OH DOKTER, ...MIJN HOND DOET ZO RAAR! GRATIS

Auteur: J. Kuipers Aantal pagina's: 166 pagina's

Verschijningsdatum: none Uitgever: none EAN: 9789071144110

Taal: nl Link:

Download hier

(2)

Willem van Oranje

(3)

En ik deed nog meer: ik gaf haar postzegels uit de verste landen. Mijn vader reisde namelijk voor zijn werk de hele wereld over, en stuurde mij brieven met de mooiste postzegels. Mijn juf hield minutieus de reizen van mijn vader bij. Met elke postzegel die ik haar gaf vertelde ze in de klas een prachtig verhaal over dat land. Dan zag ik geen oude juf meer, maar was zij een Arabische prinses, een Braziliaanse buikdanseres of de beklimster van de Kilimanjaro. Op een dag moest ik in de pauze naar de w. Ik stak mijn hoofd om de deur en zag mijn juf aan haar bureau zitten.

Haar handen hielden haar hoofd vast om te voorkomen dat deze eraf zou vallen. Ik wist het gelijk: onze juf was aan het doodgaan. Geschrokken liep ik weer naar buiten, de vragen van mijn klasgenoten ontwijkend Wat is er met je? Waarom bleef je zo lang weg? Ik liep naar een hoekje van het schoolplein, want ik moest een plan bedenken.

Opeens herinnerde ik die ene postzegel, vergeten in het kleine borstzakje van mijn donkerblauwe blazer die ik die dag aan had. Opgelucht rende ik met de postzegel in mijn hand naar binnen. En toen lachte ze weer. Ik had haar leven gered. Niemand mocht weten dat ze bijna dood was gegaan, anders werd ze misschien naar huis gestuurd en dan kon ik haar niet meer helpen. Mijn tweede geheim was geboren. Ik droeg mijn geheimen stilletjes en alleen. Het liefst zat ik in mijn tentje op het grasveld bij onze flat en las ik boeken. Dan vergat ik alles en iedereen en was ik gelukkig.

Toen leerde ik op school hoe je moet tellen als je geld in de winkel terug krijgt. Nog nooit had een rekenles voor zoveel opluchting gezorgd. En toen ik in de 3 e klas een andere juf kreeg, zag ik dat mijn oude juf het ook zonder mij redde. Zo losten mijn geheimen op door het verstrijken van de tijd.

Ik had het geluk slechts kindergeheimen te hebben. Hoe ondraaglijk is een geheim dat niet geheeld wordt door de tijd? Dan komt het aan op moed verzamelen, wat soms een heel leven duurt. Totdat het genoeg is om het zwijgen te doorbreken. Nu ik een hond heb begrijp ik opeens waarom mensen roken. Het kwam doordat ik tijdens een wandeling met mijn hond moest denken aan een verstokte rookster die ik ooit in behandeling had.

Ze rookte al 30 jaar en kreeg na de diagnose longemfyseem van haar dokter het dwingende advies te stoppen met roken. Vastberaden bande ze de sigaret uit haar leven, maar met iedere dag die zij niet rookte raakte ze allengs depressiever. Ik snapte dat niet: hoe kun je nu somber worden als je je doel bereikte? Ze begreep het zelf ook niet, want ze deed nog dezelfde dingen als voorheen: met de trein naar het Kröller-Muller Museum, wandelen op het strand, snuffelen op rommelmarkten in afgelegen dorpjes. Zo had ze heel veel mensen ontmoet, want sociaal was ze.

Maar sinds zij de sigaret liet liggen waren haar uitjes niet meer dezelfde: stil liep zij op het strand, over rommelmarkten en door al die dorpjes. Ze vertelde over haar uitjes door het hele land, over haar vriendinnen die haar steunden in haar strijd met de sigaret en ze was blij met haar herwonnen gezondheid. Toch er haperde iets, iets wat met het verbannen van de sigaret uit haar leven verloren was. En terwijl ze vertelde werd haar langzaam duidelijk waar het aan schortte. Overal en altijd had zij een aanleiding gehad om een gesprekje met een wildvreemde aan te knopen: de vraag om een vuurtje of het samen opsteken van een sigaret.

Zo had zij elke dag vele spontane ontmoetingen, en altijd een praatje met een medemens. De sigaret was haar houvast geweest. Ze zag nu dat ze de gesprekjes met al die onbekende mensen, van allerlei pluimage, miste. Ze werd er somber van, en bovendien onzeker. Hoe kon ze zonder sigaret een praatje aanknopen met Jan en Alleman? Haar pogingen strandden keer op keer, want iedereen had haast. Het deed haar zelfs concluderen dat rokers gezelliger en socialer zijn dan mensen zonder sigaret. En ook al bestreed ik haar conclusie met psychologische verve, ze bleef erbij. En gisteren, tijdens mijn wandeling, begreep ik pas echt wat zij bedoelde. Ik betrapte mezelf op de gedachte dat hondenliefhebbers socialer zijn dan mensen zonder hart voor honden. Want overal waar ik ga met mijn hond blijft men staan en praten.

Ook mensen van wie ik het niet verwacht. De norse vrouw krijgt een glimlach op haar gezicht bij het zien van mijn hond die heftig staat te kwispelen. De zakenman in pak laat zijn koffertje in de sneeuw vallen om mijn hond te knuffelen. En het wankelende oude echtpaar veert op bij het zien van mijn stuiterende hond. Ik hou hem kort aan de riem, bang om hen te laten vallen. De man kijkt mij verbaasd aan en vraagt of de hond hen niet begroeten mag. Zo spreek ik op een dag meer mensen op straat dan voorheen gedurende een jaar. Ik leer mensen kennen die al jaren bij mij om de hoek wonen, maar die ik nooit zag. Blijkbaar had ik een hond nodig om mensen om mij heen te zien.

Sinds kort verzamel ik stiltes. Het is begonnen na het lezen van het boek Schroder van Aimy Gaige. De hoofdpersoon noteert tijdens een lange autorit de stiltes om zich heen: het zwijgen van zijn dochtertje op de achterbank, de stilte die volgt op zijn sms-jes aan zijn ex, het moment tussen het overgaan van de telefoon en het opnemen van de ander. De stiltes probeert hij te verklaren met gedachten over wat deze zouden kunnen betekenen. Zo krijgt hij grip op de wereld om zich heen. Ik stond versteld van al die stiltes die hij opmerkt. Het leek wel of er in mijn leven niet zoveel stiltes waren. Maar blijkbaar hebben stiltes aandacht nodig om gehoord te worden.

Het gekke was namelijk dat ze me sinds het lezen van dat boek gingen opvallen. Aanvankelijk verzette ik me ertegen, want tja, ik wilde niet zoals de hoofdpersoon in Schroder zijn: gegijzeld in zijn wereld van hersenspinsels. Maar zoals het onmogelijk is om NIET aan een roze olifant te denken als je wanhopig probeert het plaatje ervan uit je hersenen te bannen, zo drongen de stiltes zich aan me op. Ze vulden zich met gevoelens en gedachten die ik nooit eerder had. Dus kan ik niet anders dan er over schrijven: die stiltes moet ik kwijt.

Zoals de stilte in de nacht. Nooit eerder had ik die ervaren, omdat ik bezig was met mijn zorgen als ik niet kon slapen, met het voeren van gesprekken tot diep in de nacht, met kinderen die me wakker hielden. Maar vannacht hoorde ik het: op de scheidslijn van de oude en de nieuwe dag gonsde de stilte in mijn oren. Een moment waarin ik leek te verdrinken, alsof hoofd en lichaam niet bestaan. Ik kende het alleen van diepe concentratie. In dit vacuüm van geluid was het ook stil in mij. En dat was een vreemd gevoel. Omdat stilte voor mij altijd iets was geweest om niet te willen: de dreigende stilte in de klas voordat mijn juf losbarstte in een preek, de beklemmende stilte in een gesprek als ik niet wist wat te zeggen, de gespannen stilte tijdens een examen. Die stiltes dwongen mij te zwijgen of juist te spreken als ik het niet wou. Er woedde dan een strijd in mij, niet wetend hoe de stilte te verdragen.

Maar nu zijn het die andere stiltes die ik opmerk. De stiltes die je dragen, zoals die in de nacht. En ook die van de liefde die geen woorden nodig heeft. Het zijn de stiltes, die ons wezenlijk verbinden. Opeens realiseer ik mij hoe ik jaren terug een goede vriend heb kunnen troosten na het dodelijk ongeluk van zijn kleine broer. Elk woord leek te licht voor zijn immense verdriet. Het haperde in mij: ik wist niet wat te zeggen. Maar in de woordeloosheid gebeurde meer dan in alle woorden bij elkaar. Vandaag is mijn Penselenman in het zonnetje komen te staan. Het verhaal over hem is uitgekozen als 1 van de 10 kanshebbers op het winnen van de Debuatantenschrijfwedstrijd. Op 7 februari horen we op het Debutantenbal

(4)

of zijn verhaal ook een plekje in de krant verdient….

De wereld is angstaanjagend groot voor mijn puppy. Opeens zat hij —amper 8 weken oud- moederziel alleen in een stad vol rare geluiden, aparte geuren en vreemde vogels. En dat terwijl hij de eerste weken van zijn leven alleen maar hond hoefde zijn: drinken bij zijn moeder, ravotten met zijn broertjes en zusjes, plassen waar hij wilde. Nu moet hij luisteren naar de naam Charlie, op commando zitten en is bijten uit den boze.

En het ergste is het lopen aan de riem — totdat hij een plasje heeft gedaan. Want dat laatste kan Charlie niet: hij kan pas zijn behoefte doen als hij ontspannen is. Alles is nieuw en vreemd: geluiden, geuren, en heel veel dat beweegt. Charlie heeft al zijn aandacht nodig om dit alles te verwerken.

Een plasje zit er dus niet in. Als psycholoog zou ik het wel weten: een ademhalingsoefening om te ontspannen, geruststellende gedachten om de angst te beteugelen en een stappenplan om situaties te trotseren. Maar als baas sta ik aan de grond genageld: mijn hond verstaat mij niet. Hoe ik hem ook probeer te helpen —een zacht rukje aan de riem, een verleidelijk brokje voor zijn neus, lieve woordjes in zijn oor- het werkt niet. De wereld blijft Charlie overweldigen. Dus zit er voor mij niks anders op dan met hem mee te wachten. Wachten tot de storm is geluwd. Zo doorstaan we vele stormen. De ergste zijn de Kliko-bakken en opgevoerde brommertjes. Dan raakt Charlie volledig in paniek: eerst rukt hij aan de riem alsof hij wordt vermoord, vervolgens staat hij hard te piepen en kijkt mij smekend aan, en tenslotte gaat hij zitten en wacht.

Hij wacht totdat de storm in zijn lijf gaat liggen. Zo doet Charlie het werk en wacht ik aan zijn zijde. Zodra hij weer kwispelend mijn brokje accepteert weet ik dat het goed is. En dat is mooi om te zien. Want ik zie mijn puppy stoerder worden: hij blaft nu tegen Kliko-bakken en treedt de jongens op brommertjes met opgeheven staart tegemoet. En schrikken van een auto doet hij allang niet meer; hij is immers puppy-af. Charlie heeft nu zelfs tijd om intensief te snuffelen en sporen te doorkruisen met zijn eigen spoor: zijn plasjes hebben een bestemming gevonden.

Als baas doet mij dit zeker goed. En als psycholoog heb ik in Charlie een rolmodel voor mijn cliënten gevonden. Want toen ik dit vertelde aan een cliënt die met paniekaanvallen vecht, viel bij hem opeens het kwartje. Hij besefte dat hij dat puppy was met een baas die alleen maar aan zijn riem trok, dwars door alle angsten heen. Hij zag nu hoe het anders kon. Ik zie hoe de vechtlust in deze man stapje voor stapje plaats maakt voor zelfverzekerde kalmte. Hij sleurt zichzelf niet meer door zijn paniekaanvallen heen. Nu blijft hij staan als angst hem overvalt, en observeert wat er in zichzelf en om hem heen gebeurt. Pas als hij rustig is geworden vervolgt hij zijn weg. Stap voor stap krijgt hij zijn leven terug.

Ergens onderweg raken we als mens die aangeboren wijsheid kwijt. Ons denken neemt het over, onze intuïtie laat ons in de steek. En niet altijd is dat erg, alleen als emoties overweldigend zijn. Charlie wordt vast en zeker een goede therapeut. Hij weet het alleen zelf nog niet. En eigenlijk maakt het hem ook niet uit. Hij wil de wereld leren kennen, die eindeloos groot aan zijn voeten ligt. Als kind al wilde ik een hond.

Ik geloof dat ik met die wens geboren ben. Zodra ik kon schrijven zette ik bovenaan mijn verlanglijstje: H O N D. Mijn ouders dachten dat het wel over zou gaan, dat het net zoiets was als met alle andere kinderwensen: het ene jaar zijn Barbies in, het andere jaar Ministeck, en het jaar daarna is alles stom. En inderdaad, mijn verlanglijstjes wisselden elk jaar heftig van wensen, maar de hond bleef er trouw op staan. Na 10 jaar begrepen mijn ouders dat het toch een Echte Wens van mij moest zijn.

En binnen een week was er een hond, een Dalmatiër, want áls er een hond moest komen moest het wel een mooie zijn. Jerry was de hond van ons gezin, maar ik was uitverkoren als baasje. Hij volgde mij overal, hij sliep op de stoel in mijn kamer als ik studeerde, hij lag aan mijn voeten als ik televisie keek. Hij volgde ook mijn wel en wee op de voet. En dat was er veel in mij als puber. Het leven van mijn hond viel niet mee. Op mijn 19 e ging ik op kamers voor mijn studie in Leiden. En ook al kon ik mijn hond niet missen, het moest: op en neer reizen was geen optie. Bij Jerry drong dit allemaal niet meteen door: elke middag om half 4, het tijdstip waarop ik altijd uit school kwam, stond hij met zijn poten op de het tafeltje bij het raam naar buiten te kijken. Eerst verwachtingsvol, na een uur ongeduldig, en na nog een uur droop hij verdrietig af naar zijn mand. Met blik op oneindig en hoop op mij stond hij drie maanden lang op wacht. Toen gaf hij op en werd mijn moeder de gelukkige baas.

Jerry werd 9 jaar oud, maar mijn verlangen naar een hond werd ouder. Maar het kon niet, met een full-time studie en daarna een nog vollere baan.

Later, als ik in een echt huis zou wonen, later, als we kinderen zouden hebben, later kon het altijd nog. Ik trouwde en kreeg kinderen. Maar de hond kwam er niet, vanwege allergie. Met de komst van de Australische Labradoodle , een hypo-allergene hond, laaide mijn wens hoog op. De werkelijkheid smoorde haar in de kiem: nog steeds een full-time baan en de kinderen heel de dag op school. Mijn pensioen leek mij een mooie gelegenheid. Zo had ik de hond uit mijn hoofd gezet. Maar in mijn hart bleef hij opspelen. En toen ik vorig jaar in China ging wonen was er geen houden meer aan. Ik dacht dat er geen honden in China zouden zijn, immers, honden staan daar op het menu.

Maar het wemelde daar van de honden, als huisdier en als zwerver. En ik zag ze allemaal. En toen was daar die foto in de lokale supermarkt:.

Buddha was zijn naam. Het had een haartje gescheeld of Buddha was bij ons gekomen. Maar in ons hart was de wens een voornemen geworden.

En die ging mee naar Nederland. Daar zit hij dan: mijn langgekoesterde wens. Een Australische Labradoodle die nog niet luistert naar de naam Charlie.

Maar Charlie moest hij heten, zo is in ons gezin democratisch beslist: grappig, vrolijk en gemakkelijk te roepen. In stilte noem ik hem Buddha, als eerbetoon aan zijn bijna-voorganger in China. Maar mijn gezin heeft gelijk: Charlie is geen Buddha. Charlie is op en top hond, die je begroet alsof hij je jarenlang niet gezien heeft, die zijn eten luidruchtig naar binnen schrokt, die gasten ongegeneerd op plekken besnuffelt waar ik niet eens naar durf te kijken, die door alle plassen spettert en stinkt naar hond. Niks boeddhistisch-spiritueels aan. Hij kwam er niet zomaar. Daar gingen hier in huis heel wat gesprekken aan vooraf. Want kinderen worden zelfstandig, maar honden blijven afhankelijk. Other editions. Enlarge cover. Error rating book. Refresh and try again. Open Preview See a Problem? Details if other :. Thanks for telling us about the problem.

Return to Book Page. Preview — De kleine Covey by Jan Kuipers. De kleine Covey by Jan Kuipers ,. Ben Tiggelaar. Get A Copy. Hardcover , 80 pages. More Details Other Editions 1. Friend Reviews. To see what your friends thought of this book, please sign up. To ask other readers questions about De kleine Covey , please sign up. Lists with This Book. This book is not yet featured on Listopia. Add this book to your favorite list ». Community Reviews. Showing Average rating 3. Rating details. Sort order. Start your review of De kleine Covey. Jun 01, Martijn Euyen rated it really liked it Shelves: vakinhoudelijk-management , psychologie , klassiekers , communicatie. Niet zo goed als het origineel, maar wel heel

(5)

fijn als opfrisser.

Dat het origineel me meer inspireerde was waarschijnlijk vooral omdat ik het gedachtengoed van Covey toen voor het eerst las. Maar beide schrijvers hebben met deze verkorte versie zeker puik werk geleverd: lekker kort en bondig en heel overzichtelijk. Aanrader voor wie de dikke variant liever links laat liggen. Feb 27, Lucas Berghuis rated it it was ok Shelves: brainfood. Te kort voor een goede uitwerking en te lang voor een snelle samenvatting. Dit boek is niet bondig genoeg voor een sneller opfrisser en leest door de samenvattende schrijfstijl niet prettig. Daarnaast is er door de aard van het boek namelijk de samenvattende aard per definitie geen ruimte voor verdieping. Het zal nieuwkomers niet warm laten lopen voor het echte gedachtegoed van Covey en de ingewijden onder ons zullen niets ontdekken wat zij niet tegen zullen komen wanneer ze 5 minuten door het Te kort voor een goede uitwerking en te lang voor een snelle samenvatting. Het zal nieuwkomers niet warm laten lopen voor het echte gedachtegoed van Covey en de ingewijden onder ons zullen niets ontdekken wat zij niet tegen zullen komen wanneer ze 5 minuten door het origineel bladeren.

Pijn bij honden

Hij stopt het briefje in zijn kont en wacht op zijn beurt. Een man schaamt zich voor zijn geslacht en ziet een advertentie van een sexuologe. Dit lijkt hem wel wat en hij maakt een afspraak. Op die dag gaat hij langs en de sexuologe vraagt wat er nu precies scheelt. De man schaamt zich en wil liever niet. Maar de sexuologe verzekert hem dat ze erg professioneel is en al zowat alles heeft gezien. De man is gerustgesteld en begint zich uit te kleden terwijl zij hem wat privacy gunt en de kamer verlaat. De man is klaar met uitkleden en roept de sexuologe terug. Als ze binnenkomt valt ze pardoes flauw. Vier chirurgen zitten in de pauze aan de koffie en bespreken hun werk. Je maakt ze open en van binnen is alles genummerd. Je maakt ze open en vanbinnen zit alles op alfabetische volgorde. Je maakt ze open en vanbinnen is alles met kleuren gecodeerd. Een man vertelde zijn huisarts dat hij niet meer in staat was om de gebruikelijke dingen in en rond het huis te doen. Wat mankeer ik? Geef me dan nu maar de medische term die ik zo meteen thuis aan mijn vrouw kan vertellen.

Een mooie, goedgevormde vrouw, ging naar de gynaecoloog. De dokter wierp een blik en vergat waar hij ooit voor had gestudeerd. Hij vroeg haar onmiddellijk om uit te kleden. Nadat zij daar naakt stond, begon hij haar dijbenen te strelen. Hij vroeg haar:Weet je waar ik nu aan het doen ben? Later begint hij te voelen aan haar borsten. Weer vraagt hij of zij weet wat hij aan het doen is.

Wat ben ik nu aan het doen? U krijgt op dit moment Herpes, waar ik uiteindelijk voor kwam! Een oud paar krijgt de raad van de dokter om regelmatig de voeten van de vrouw te dompelen in zeewater. Nu willen deze oudjes onder-tussen ook eens genieten van zee en strand want ze zijn er nog nooit naar toe geweest. Ze huren een appartementje op de dijk en hebben een mooi uitzicht op de Noordzee. Hij schept twee emmertjes zeewater en komt terug. Hier is 5 euro. Hij doet het zeewater in een kommetje, laat zijn vrouw rustig baden en geniet van het mooie weer. Na een tijdje vraagt de vrouw om nieuw water. Hier 5 euro. Na een tijdje moet Pierre voor de derde keer water halen voor zijn vrouw, maar nu moet hij uiteraard een heel eind lopen voordat hij bij het zeewater komt. Een pasgetrouwd stelletje weet niet goed hoe ze kinderen moeten maken en gaan daarom naar de huisarts om raad te vragen. Allebei tevreden naar huis, want nu wisten ze het wel. Ik had geen onderzoekstafel, daarom hebben we de strijkplank genomen.

Ik had ook niemand die mijn zak omhoog kon houden daarom heb ik een touwtje aan mijn zak en aan het plafond vastgeknoopt. Dat ging goed.

Zijn we lekker bezig, breekt de strijkplank! Een psychiater tekent op een papiertje een vierkant en vraagt aan de patiënt wat het is. Vervolgens tekent hij twee vierkanten en weer vraagt hij wat het voorstelt. Een vrouw gaat naar de tandarts en weet dat een kies gevuld moet worden. Op het moment dat de tandarts, met de boor in de hand, zich voorover buigt grijpt de vrouw hem in zijn kruis. Een vrouw komt bij de dokter klagen over de sekdrift van haar man. Als uw man toch dronken is dan zal hij het verschil niet merken en kunt u rustig in de logeerkamer doorslapen! Een vrouw merkt dat haar buik dikker wordt. Ze is er niet gerust op en gaat naar de dokter. Als hij haar onderzocht heeft, zegt de dokter dat ze zich geen zorgen hoeft te maken. Dat gaat vanzelf weer over. Als de dokter enkele maanden later door een drukke winkelstraat loopt, ziet hij ineens de vrouw achter een kinderwagen lopen.

Hij loopt naar de vrouw toe, kijkt in de kinderwagen en ziet een tweeling liggen. Een vrouw zit in de wachtkamer van het ziekenhuis. Daarom ben ik zo nerveus. Maar u ziet er ook opgewonden uit. Een wanhopig vrouwtje heeft steeds last van rare gevoelens in haar buik en gaat naar de dokter. Er zit namelijk een vliegje in uw buik. Waarschijnlijk tijdens het vrijen binnengeraakt maar dat is niet zo erg. Ik geef u enkele pillen en dan moet het vliegje binnen de twee dagen weg zijn. Ik denk dat die medicatie niet heeft geholpen! De dokter maakt weer een foto en moet inderdaad bekennen dat het vliegje er nog steeds zit. Je moet aan je man vragen of hij wat jam op zijn penis wil strijken. Hij gaat dan traag in en uit bij u en hij moet kijken of het vliegje niet op de jam gaat zitten. Hij moet het wel traag doen!

Na enkele dagen staat het vrouwtje weer bij de dokter, nog wanhopiger. Het zit er nog steeds. Er komt een man bij de dokter en zegt : Dokter ik ben erg ongerust want mijn lul is helemaal oranje. Ja zegt de dokter, dat is inderdaad een merkwaardig gegeven laat maar eens zien. De man ontdoet zich van zijn kleding en de dokter constateerde inderdaad, dat de lul erg oranje was. Mag ik misschien vragen wat u voor werk doet vraagt de dokter. Nou, antwoordde de man, om eerlijk te zijn ben ik momenteel werkloos en zit ik thuis. Wat doet u dan zoal thuis vraagt de dokter. Oh weinig zegt de man alleen pornofilms kijken en paprika chips eten. Even later komt hij terug met een bordje waarop een klein bruin pilletje ligt. Er komt een man bij de dokter met een akelig probleem. De man heeft last van een druiper en vraagt of de dokter er iets voor heeft.

Over twee weken ga ik trouwen en dan moet het over zijn. Als u zich een week lang twee maal daags laat pijpen door een geit, dan gaat het ook over.

Zes weken later komt de dokter de man tegen op de markt en informeert naar het probleem. Met een grote glimlach vertelt de man dat het inderdaad heeft geholpen, binnen een week was het over. Er komt een man bij de dokter. Er komt een man bij de psychiater. Maar er is een nieuwe Amerikaanse vinding en dat wil ik bij u wel eens proberen. Dan breng ik bij uw man een magneetje aan in de kop van het schiettuigen bij u een ijzeren plaatje. Nou, zo gezegd, zo gedaan. Komt die vrouw een paar maanden later bij die dokter met een griepje.

(6)

Nee dat werkte perfect. Er komt een vrouw bij de dokter. Heeft u daar een zalfje of pilletje voor? Ze zijn een cm gegroeid. Ze ging met de trein naar huis, ging tegenover een man zitten in de coupé die rustig een krantje aan het lezen was. Ze kijkt op haar horloge en ziet dat het 5 over 5 is.

Ze keek in het gangpad of er nog meer mensen aanwezig waren in de coupé. Niemand, behalve de man tegenover haar. Ze twijfelt en twijfelt en besluit toch maar te doen. Is het al zo laat? Er komt een vrouw van 82 bij de dokter met de wens om nog zwanger te raken. De dokter ontraadt haar dit, maar de vrouw blijft stug volhouden. Daarop antwoordt de dokter dat dit soort ingrepen alleen nog maar gedaan worden door Italiaanse chirurgen.

Alles goed en wel, de bejaarde vrouw zet door en raakt zwanger en bevalt van een gezonde baby. Op de baby showerparty heeft ze al haar vrien- dinnen uitgenodigd voor beschuit met muisjes en wat lekkere hapjes. Op een gegeven moment vraagt één van haar vriendinnen of ze de kleine even kunnen zien. Er ligt een kannibaal in het ziekenhuis. De zuster komt langs om te vragen wat hij wil eten. Als het op is, komt de zuster opnieuw vragen wat hij wil eten. Op dezelfde manier krijgt de kannibaal de drie armen. Er ligt een man op het naakt-strand.

Die even een dutje wil doen. Hij legt maar een krant over zijn geslachtsdeel. Opeens komt er een meisje van 4 jaar aan en die is zo nieuwsgierig wat er onder de krant zou liggen. Opeens word de man wakker in het ziekenhuis. Hij vraagt aan de dokter die bij hem staat: Wat doe ik hier?! De dokter zegt ik roep het meisje wel even. Dus daar komt dat meisje die zegt: ik was zo nieuwsgierig wat er onder die krant zou liggen dus ik ging kijken. Toen zag ik een vogeltje met een nestje en 2 eitjes, dus ik ging dat vogeltje aaien en hij werd maar groter en groten en opeens begint die vogel naar mij te spuiten. Ik werd zo kwaad dat ik de vogel de nek heb omgedraaid, de eitjes kapot heb gestampt en het nestje in de hens heb gestoken. Er was eens een student in apotheek afdeling en moest een stage doen voor school, er was wel één probleem die jongen had een kleine handicap; hij hakkelde voordurend en niemand wou hem achter de toonbank want niemand ging hem verstaan.

Na hard zoeken en zagen kon hij wel iemand op de kop tikken met als smoes dat hij alles kon weten voor dat de klant de winkel binnenkwam.

Goed zegt de apotheker we zullen dat eens proberen. De jongen staat achter de toonbank en de apotheker achter de hoek zijn medicijnen aan het maken, daar kwam dan de eerste klant. De apotheker: hij zal geluk hebben. De tweede klant komt eraan. Waarop de apotheker spraakloos was en moest toegeven.

Ze betaalt en gaat weg. Er zit een jongen bij de keuringsarts voor militaire dienst. De arts vraagt de jongen wat hij in militaire dienst wil gaan doen.

In de wachtkamer van een psychiater zijn twee patiënten met elkaar in gesprek. In een café nemen drie dokters afscheid van elkaar. Komt een man bij de apotheek en vraagt om een grote fles hoestdrank want zijn hele gezin loopt te hoesten en is verkouden. Onderweg naar huis denkt hij:

Ik neem maar vast een grote slok, dan ben ik er het eerst vanaf. Maar het spul blijkt niet te zuipen, zo vies. Wedden dat jij voorlopig niet durft te hoesten! Kom volgende week maar terug om te vertellen hoe het gaat.

Komt een miljonair bij de dokter en laat zich onderzoeken. De dokter zegt dat de man een hersentransplantatie moet ondergaan omdat hij anders na 3 weken zal overlijden. De miljonair zegt dat geld geen rol speelt als hij maar goede hersens krijgt. De dokter kan de man zelfs laten kiezen uit 3 soorten hersenen. De miljonair vraagt naar welke soorten hersenen dan wel. Die van de priester zijn f Die van de politie zijn f En die van het blondje f Komt Henk van Ingen bij de dokter Fred. Dokter: daar moeten we gauw wat aan doen!

Henk: waaraan? Man komt bij de dokter. Ik moet elke morgen exact om Ze komt thuis en zegt het tegen haar man, en vraagt kun je dat even doen. Hij doet het dan later in de week en belt de dokter. De assistente vraagt haar naam en geboortedag en zegt dat ze even zal kijken. Ze komt terug aan de telefoon en zegt dat het niet erg makkelijk is, want ze heeft 2 dames met dezelfde naam en geboorte data. Het kan gevolgen hebben.

Op de medische faculteit aan de vrije universiteit van Amsterdam worden regelmatig practica gehouden voor de studenten gynaecologie, waarbij een naakte vrouw voorwerp van studie is. Als er een dergelijk practicum zit aan te komen, is dat weken tevoren meestal bekend onder de studenten. En ik was er niet bij. Ik heb door de dagen gerend als een marathonloper met maar één doel en één gedachte: de eindstreep halen. De Japanse kers in onze tuin deed haar best, de stapel boeken op mijn nachtkastje groeide en de voorjaarsgekruide lucht dwarrelde om ons huis.

Het raakte me niet. Op 1 april kwam ons huis in een verbouwing terecht. Eerst dacht ik nog dat het een grap was, maar nee, ik had het zelf geregeld. Ik wist dat het kwam, maar was onwetend hoe het zou zijn. Hun zware schoenen bonkten over het parket, ochtendstemmen vulden het huis, koelboxen klonken in de gang. Weldra stond een vuilcontainer op onze stoep, ernaast een keet, compleet met keukentje en chemisch toilet.

Er werd een touwtje door onze brievenbus geleid, geen deurbel of sleutel was nu meer nodig.

Opeens voelde mijn huis niet meer van mij. Overgenomen, ingepikt en toegankelijk voor wie maar wilde. Er was een besef: zo zal het zijn voor de komende vier weken. Boven woon ik met gezin en hond, beneden wordt mijn huis onder handen genomen. Het voelde alsof ik een dierbare naar de operatietafel had gebracht: hij is in goede handen en ik moet vertrouwen dat alles goed gaat. Maar ondertussen hou ik alles in de gaten, wil ik dichtbij blijven. Zoals je in de wachtkamer in het ziekenhuis blijft wachten, niet wetende wat je anders moet doen, geen ruimte in je hoofd hebbend om aan iets anders te denken. De controle losgelaten, maar in gedachten hou je je geliefde nog stevig vast. Wat als de muur die uitgebroken wordt een draagmuur blijkt te zijn, wat als er lekkage komt op dat gevoelige punt, wat als de uitgekozen kleuren niet mooi blijken te zijn, wat als de tegels niet meer verkrijgbaar zijn?

En elke keer was het een andere stem met een nieuw gezicht: de timmerman, stukadoor, gevelrestaurateur, CV-man, loodgieter, hijskraanmijnheer.

En zo werd onze pui met vuistdikke touwen en acht sterke werkmansarmen via de zijtuin van de buren in onze achtertuin geleid: zo zachtjes en beheerst, alsof God de wind had stil gelegd. Er was een realiteit: het dagelijks leven ging door. Er moest gegeten worden, huiswerk gemaakt, hond uitgelaten, verjaardagen gevierd, afspraken nagekomen. En er moest worden schoongemaakt, zoveel keren vaker en grondiger dan normaal.

Want stof en vuil blijven niet op de begane grond, maar dringen diep door tot waar je het niet voor mogelijk achtte. Ondertussen blijven menselijke emoties stromen, en trekken zich niets aan van omstandigheden die niet gunstig zijn. En dat alles voltrekt zich in slaapkamers, die ooit alleen bestemd waren voor de stille, donkere nacht vol privacy. Er was een inzinking: toen duidelijk werd dat de beloofde vier weken, vijf, zes, zeven zouden worden. Ook al weet je dat verbouwingen altijd langer duren, je hoopt dat dit bij jou niet het geval zal zijn.

(7)

Het bleek inderdaad een draagmuur te zijn, de tegels waren niet op voorraad, de lekkage kwam sneaky opdagen toen de stukadoor net tevreden huiswaarts was gekeerd. En natuurlijk zien kleuren op een staaltje er heel anders uit dan op je eigen muren. Maar gelukkig is daar het leger werkmannen weer om goedgemutst mijn rampen te herstellen. En dat deden ze ook. En wat deed ik? Ik maakte elke dag weer de keuken schoon.

Ook al wist ik: morgen is het weer een troep. Ik sopte de afdekplaten, gooide de plastic koffiebekertjes weg, legde het achtergebleven gereedschap netjes bij elkaar.

Totdat ik het gevoel had dat het huis weer een beetje van mij was. Opeens snapte ik wat ik ooit op televisie had gezien: in een vluchtelingenkamp veegde een vrouw zorgvuldig het zand uit haar tent, alle slippers stonden netjes op een rij. En terwijl ik dit schrijf ligt de vergelijking zwaar op mijn hart. Mijn luxeverbouwing verschiet erdoor van kleur. Zo timmerde en zaagde de chaos zich een weg door mijn systeem. Daar kwam april niet meer doorheen.

Een goede vriend vertelde me dat hij na 1 week verbouwing 6 weken herstel nodig had. Voor mij komt dat met 7 weken neer op 42 weken rehabiliteren. En dan is het bijna weer april. Ik weet nu al wat ik dan ga doen: wachten op de lente. Ik was een kind met veel geheimen. Misschien had elk kind die wel, maar omdat niemand het er ooit over had weet ik het niet zeker. Zo herinner ik me nog dat mijn moeder boodschappen deed bij de SRV-man: een huis-aan-huis supermarkt met een man in een lichtblauwe stofjas. Ik wilde altijd mee, want die supermarktbus leek op mijn eigen winkeltje, maar dan groter. Alle spullen lagen netjes geordend, en van alles waren er hooguit twee stuks. Het mooiste vond ik de piepkleine toonbank met kassa, waar hij, de SRV-man, trots achter zat.

Ik vond hem eigenlijk een beetje zielig, want ik wist dat hij niks verdiende met de verkoop van zijn spullen en hij had dat zelf niet door. Ik hoorde namelijk dat hij mijn moeder altijd evenveel geld terug gaf als dat ze gegeven had: als zij betaalde met een briefje van 25, dan telde hij hardop: Mijn moeder had ook niks door, want anders had ze er wel iets van gezegd—eerlijk als ze was -. Dus zei ik niets: mijn moeder moest al zoveel betalen en ik was bang dat haar geld op een dag op zou zijn. Ik koos voor mijn moeder en liet die arme SRV-man zitten.

Dat was mijn eerste geheim. Op school kwam daar nog een geheim bij. Na de liefste juf in de 1 e klas kwam de oudste juf in de 2 e. Ze was zo oud dat ik bang was dat ze dood zou gaan. Dus deed ik er alles aan om haar laatste jaar op aarde mooi te maken. Ik vond het maar moeilijk, want sommige handjes zaten helemaal niet naast elkaar. Maar toch, ze roemde mijn schrijfkunst en ik was blij dat ze opleefde bij het zien van mijn letters. En ik deed nog meer: ik gaf haar postzegels uit de verste landen. Mijn vader reisde namelijk voor zijn werk de hele wereld over, en stuurde mij brieven met de mooiste postzegels. Mijn juf hield minutieus de reizen van mijn vader bij. Met elke postzegel die ik haar gaf vertelde ze in de klas een prachtig verhaal over dat land. Dan zag ik geen oude juf meer, maar was zij een Arabische prinses, een Braziliaanse buikdanseres of de beklimster van de Kilimanjaro.

Op een dag moest ik in de pauze naar de w. Ik stak mijn hoofd om de deur en zag mijn juf aan haar bureau zitten. Haar handen hielden haar hoofd vast om te voorkomen dat deze eraf zou vallen. Ik wist het gelijk: onze juf was aan het doodgaan. Geschrokken liep ik weer naar buiten, de vragen van mijn klasgenoten ontwijkend Wat is er met je? Waarom bleef je zo lang weg? Ik liep naar een hoekje van het schoolplein, want ik moest een plan bedenken. Opeens herinnerde ik die ene postzegel, vergeten in het kleine borstzakje van mijn donkerblauwe blazer die ik die dag aan had.

Opgelucht rende ik met de postzegel in mijn hand naar binnen.

En toen lachte ze weer. Ik had haar leven gered. Niemand mocht weten dat ze bijna dood was gegaan, anders werd ze misschien naar huis gestuurd en dan kon ik haar niet meer helpen. Mijn tweede geheim was geboren. Ik droeg mijn geheimen stilletjes en alleen. Het liefst zat ik in mijn tentje op het grasveld bij onze flat en las ik boeken. Dan vergat ik alles en iedereen en was ik gelukkig. Toen leerde ik op school hoe je moet tellen als je geld in de winkel terug krijgt.

Nog nooit had een rekenles voor zoveel opluchting gezorgd. En toen ik in de 3 e klas een andere juf kreeg, zag ik dat mijn oude juf het ook zonder mij redde. Zo losten mijn geheimen op door het verstrijken van de tijd. Ik had het geluk slechts kindergeheimen te hebben. Hoe ondraaglijk is een geheim dat niet geheeld wordt door de tijd? Dan komt het aan op moed verzamelen, wat soms een heel leven duurt. Totdat het genoeg is om het zwijgen te doorbreken. Nu ik een hond heb begrijp ik opeens waarom mensen roken. Het kwam doordat ik tijdens een wandeling met mijn hond moest denken aan een verstokte rookster die ik ooit in behandeling had. Ze rookte al 30 jaar en kreeg na de diagnose longemfyseem van haar dokter het dwingende advies te stoppen met roken. Vastberaden bande ze de sigaret uit haar leven, maar met iedere dag die zij niet rookte raakte ze allengs depressiever.

Ik snapte dat niet: hoe kun je nu somber worden als je je doel bereikte? Ze begreep het zelf ook niet, want ze deed nog dezelfde dingen als voorheen: met de trein naar het Kröller-Muller Museum, wandelen op het strand, snuffelen op rommelmarkten in afgelegen dorpjes. Zo had ze heel veel mensen ontmoet, want sociaal was ze. Maar sinds zij de sigaret liet liggen waren haar uitjes niet meer dezelfde: stil liep zij op het strand, over rommelmarkten en door al die dorpjes. Ze vertelde over haar uitjes door het hele land, over haar vriendinnen die haar steunden in haar strijd met de sigaret en ze was blij met haar herwonnen gezondheid. Toch er haperde iets, iets wat met het verbannen van de sigaret uit haar leven verloren was. En terwijl ze vertelde werd haar langzaam duidelijk waar het aan schortte. Overal en altijd had zij een aanleiding gehad om een gesprekje met een wildvreemde aan te knopen: de vraag om een vuurtje of het samen opsteken van een sigaret.

Zo had zij elke dag vele spontane ontmoetingen, en altijd een praatje met een medemens. De sigaret was haar houvast geweest. Ze zag nu dat ze de gesprekjes met al die onbekende mensen, van allerlei pluimage, miste. Ze werd er somber van, en bovendien onzeker. Hoe kon ze zonder sigaret een praatje aanknopen met Jan en Alleman? Haar pogingen strandden keer op keer, want iedereen had haast.

Het deed haar zelfs concluderen dat rokers gezelliger en socialer zijn dan mensen zonder sigaret. En ook al bestreed ik haar conclusie met psychologische verve, ze bleef erbij. En gisteren, tijdens mijn wandeling, begreep ik pas echt wat zij bedoelde. Ik betrapte mezelf op de gedachte dat hondenliefhebbers socialer zijn dan mensen zonder hart voor honden. Want overal waar ik ga met mijn hond blijft men staan en praten. Ook mensen van wie ik het niet verwacht. De norse vrouw krijgt een glimlach op haar gezicht bij het zien van mijn hond die heftig staat te kwispelen. De zakenman in pak laat zijn koffertje in de sneeuw vallen om mijn hond te knuffelen.

(8)

En het wankelende oude echtpaar veert op bij het zien van mijn stuiterende hond. Ik hou hem kort aan de riem, bang om hen te laten vallen. De man kijkt mij verbaasd aan en vraagt of de hond hen niet begroeten mag. Zo spreek ik op een dag meer mensen op straat dan voorheen gedurende een jaar. Ik leer mensen kennen die al jaren bij mij om de hoek wonen, maar die ik nooit zag. Blijkbaar had ik een hond nodig om mensen om mij heen te zien. Sinds kort verzamel ik stiltes. Het is begonnen na het lezen van het boek Schroder van Aimy Gaige. De hoofdpersoon noteert tijdens een lange autorit de stiltes om zich heen: het zwijgen van zijn dochtertje op de achterbank, de stilte die volgt op zijn sms-jes aan zijn ex, het moment tussen het overgaan van de telefoon en het opnemen van de ander.

De stiltes probeert hij te verklaren met gedachten over wat deze zouden kunnen betekenen. Zo krijgt hij grip op de wereld om zich heen. Ik stond versteld van al die stiltes die hij opmerkt. Het leek wel of er in mijn leven niet zoveel stiltes waren. Maar blijkbaar hebben stiltes aandacht nodig om gehoord te worden. Het gekke was namelijk dat ze me sinds het lezen van dat boek gingen opvallen. Aanvankelijk verzette ik me ertegen, want tja, ik wilde niet zoals de hoofdpersoon in Schroder zijn: gegijzeld in zijn wereld van hersenspinsels. Maar zoals het onmogelijk is om NIET aan een roze olifant te denken als je wanhopig probeert het plaatje ervan uit je hersenen te bannen, zo drongen de stiltes zich aan me op. Ze vulden zich met gevoelens en gedachten die ik nooit eerder had. Dus kan ik niet anders dan er over schrijven: die stiltes moet ik kwijt. Zoals de stilte in de nacht. Nooit eerder had ik die ervaren, omdat ik bezig was met mijn zorgen als ik niet kon slapen, met het voeren van gesprekken tot diep in de nacht, met kinderen die me wakker hielden.

Maar vannacht hoorde ik het: op de scheidslijn van de oude en de nieuwe dag gonsde de stilte in mijn oren. Een moment waarin ik leek te verdrinken, alsof hoofd en lichaam niet bestaan. Ik kende het alleen van diepe concentratie. In dit vacuüm van geluid was het ook stil in mij. En dat was een vreemd gevoel. Omdat stilte voor mij altijd iets was geweest om niet te willen: de dreigende stilte in de klas voordat mijn juf losbarstte in een preek, de beklemmende stilte in een gesprek als ik niet wist wat te zeggen, de gespannen stilte tijdens een examen. Die stiltes dwongen mij te zwijgen of juist te spreken als ik het niet wou.

Er woedde dan een strijd in mij, niet wetend hoe de stilte te verdragen. Maar nu zijn het die andere stiltes die ik opmerk. De stiltes die je dragen, zoals die in de nacht. En ook die van de liefde die geen woorden nodig heeft. Het zijn de stiltes, die ons wezenlijk verbinden. Opeens realiseer ik mij hoe ik jaren terug een goede vriend heb kunnen troosten na het dodelijk ongeluk van zijn kleine broer. Elk woord leek te licht voor zijn immense verdriet. Het haperde in mij: ik wist niet wat te zeggen. Maar in de woordeloosheid gebeurde meer dan in alle woorden bij elkaar.

Vandaag is mijn Penselenman in het zonnetje komen te staan. Het verhaal over hem is uitgekozen als 1 van de 10 kanshebbers op het winnen van de Debuatantenschrijfwedstrijd. Op 7 februari horen we op het Debutantenbal of zijn verhaal ook een plekje in de krant verdient….

De wereld is angstaanjagend groot voor mijn puppy. Opeens zat hij —amper 8 weken oud- moederziel alleen in een stad vol rare geluiden, aparte geuren en vreemde vogels. En dat terwijl hij de eerste weken van zijn leven alleen maar hond hoefde zijn: drinken bij zijn moeder, ravotten met zijn broertjes en zusjes, plassen waar hij wilde. Nu moet hij luisteren naar de naam Charlie, op commando zitten en is bijten uit den boze. En het ergste is het lopen aan de riem — totdat hij een plasje heeft gedaan. Want dat laatste kan Charlie niet: hij kan pas zijn behoefte doen als hij ontspannen is.

Alles is nieuw en vreemd: geluiden, geuren, en heel veel dat beweegt. Charlie heeft al zijn aandacht nodig om dit alles te verwerken. Een plasje zit er dus niet in. Als psycholoog zou ik het wel weten: een ademhalingsoefening om te ontspannen, geruststellende gedachten om de angst te beteugelen en een stappenplan om situaties te trotseren.

Maar als baas sta ik aan de grond genageld: mijn hond verstaat mij niet. Hoe ik hem ook probeer te helpen —een zacht rukje aan de riem, een verleidelijk brokje voor zijn neus, lieve woordjes in zijn oor- het werkt niet. De wereld blijft Charlie overweldigen. Dus zit er voor mij niks anders op dan met hem mee te wachten. Wachten tot de storm is geluwd. Zo doorstaan we vele stormen. De ergste zijn de Kliko-bakken en opgevoerde brommertjes. Dan raakt Charlie volledig in paniek: eerst rukt hij aan de riem alsof hij wordt vermoord, vervolgens staat hij hard te piepen en kijkt mij smekend aan, en tenslotte gaat hij zitten en wacht. Hij wacht totdat de storm in zijn lijf gaat liggen. Zo doet Charlie het werk en wacht ik aan zijn zijde. Zodra hij weer kwispelend mijn brokje accepteert weet ik dat het goed is. En dat is mooi om te zien. Want ik zie mijn puppy stoerder worden: hij blaft nu tegen Kliko-bakken en treedt de jongens op brommertjes met opgeheven staart tegemoet.

En schrikken van een auto doet hij allang niet meer; hij is immers puppy-af.

[De kleine Covey

Een oude dame loopt al een uur lang in het stille park op een ongure tijd heen en weer te drentelen. Daar ziet ze twee mannen lopen. Een hoertje bezoekt haar huisarts. Haar vagina doet namelijk zo'n zeer. Het onderzoek is snel afgerond, de schaamlippen blijken totaal versleten. Hoe moet ik dan mijn brood verdienen? De dokter ziet nog maar één oplossing: "Uw oren hebben dezelfde structuur. Ik kan ze transplanteren. Een half jaar later zit hij in de tram, als tegenover hem het hoertje plaatsneemt. Waarop het hoertje haar rok optrekt, de benen spreidt en zegt: "Wat zegt u? Er is een feestje naar aanleiding van het het 50 jarig bestaan van de rosse buurt.

Zit er 4 hoertjes gezellig met elkaar te keuvelen. Zitten twee Italianen een kruiswoordpuzzel te maken: de een: "vrouwelijk geslachtsdeel?? Een man belt naar de receptie van zijn hotel en vraagt om een escort meisje. De man achter de balie gaat gelijk bellen, maar zijn vrouw die ernaast staat vindt het belachelijk en gaat er uiteindelijk wat van zeggen. Ze loopt de trap op naar de gast zijn kamer en klopt aan. Haar man blijft beneden achter de balie. Even later komt de gast naar benenden en zegt: "Goh, dit was wel een moeilijk hoertje, ik moest haar bijna verkrachten! Clinton bezoekt Kaap de goede Hoop per heli en ziet beneden in het water een speedboot met een zwarte man op waterski's en twee blanken achter het stuur van de boot. Hij lacht en zegt, The new south africa, a wealthy black man has two white guys working for him, i gotta meet these people!!

Alles wordt geregeld en Clinton ontmoet de zwarte man en de blanke mannen uit de boot. Als hij weer op weg is kijken de blanke mannen elkaar aan en zeggen: " Hij mag dan de president zijn van de VS, maar hoe je krokodillen moet vangen weet hij niet!!!! Een man fietst voortdurend langs Paleis Soestdijk. Op een gegeven moment rijdt hij de oprijlaan op en zet zijn fiets tegen het paleis neer. Meteen wordt hij op zijn nek gesprongen door twee marechaussees. Zegt Henny: "Ik spring hier naar beneden en de engelen vangen mij op. Hoor hij springt, na een minuut komt hij weer

(9)

boven met de lift. Zegt André: "Dat kan ik ook hoor! En ja hoor in het midden vangen twee engelen hem op. Ron zegt: "Maar dat kan ik ook.

Komen die twee engelen bij Henny en André, en zeggen: "Ja wie zingt er nou engelen bestaan niet. Het echtpaar Janssen is 25 jaar getrouwd.

Om haar te verrassen heeft meneer Janssen een lang gekoesterde droomreis geregeld. Een vliegreis naar IJsland. In IJsland aangekomen vliegt mevrouw Janssen haar man om zijn nek en zegt ontroerd: "Ooh, Henk wat geweldig. Dat we dit nog mee kunnen maken. Wat moeten we doen als we 50 jaar getrouwd zijn? Een kersverse weduwe bezoekt het mortuarium om de voorbereidingen te treffen voor de begrafenis van haar

overleden echtgenoot. Met een snik in haar stem voegt ze hieraan toe: "Maar ik heb 1 opmerking. Zwart," en ze wijst naar een ander, in zwart pak gestoken lijk, "stond hem veel beter. De pakken zijn inderdaad gewisseld. Stomverbaasd vraagt de vrouw aan de begrafenisondernemer hoe hij die kleren zo snel aan en uit heeft kunnen krijgen.

Dat heb ik ook niet gedaan," antwoordt de man, "ik heb gewoon de hoofden verwisseld. Drie huisvrouwen zitten gezellig met elkaar te roddelen over hun liefdesleven. Een man was al verscheidene malen langs het klooster gereden en het bord "Kloostersex f 75,--" intrigeerde hem dusdanig, dat hij een keer de stoute schoenen aantrok en aanbelde. Nadat een non de deur had geopend, vroeg hij stamelend: "Die kloostersex van dat bord buiten, geldt dat ook voor gewone mensen zoals ik, of alleen voor geestelijken? De man liep de gang uit, de aangewezen deur door en Er stond een bord op een paal in de tuin: "U bent genaaid door Zuster Mathilde". Een vrouw gaat al voor de vierde keer trouwen, maar haar nieuwe man vertrouwt het zaakje niet. Hij zegt: "'Je hebt in het verleden drie mannen versleten dus moet je je maar eens even laten onderzoeken bij de dokter.

Mijn tweede man was een psycholoog, dus die lulde er alleen maar over. En mijn derde man was boer, en die zat altijd op het land dus die had ook geen tijd.

Een Nederlander, een Duitser en een Belg zitten in de gevangenis. Ze besluiten met z'n drieën te ontsnappen. Op een donkere nacht kruipen ze naar het hek en de Nederlander knipt een gat in het hekwerk. Als eerste kruipt de Nederlander naar buiten, maar hij maakt daarbij wel een beetje lawaai. De bewaker hoort iets, maar ziet niets in het donker en roept: "Wat is dat? Dan kruipt de Duitser door het hek. Ook hij maakt lawaai.

Weer roept de bewaker in het duister: "Wat is dat? Dan kruipt de Belg door het hek. Roept de Belg: "Nog een hond!

Het is buiten ijzingwekkend koud en drie arme sloebers kruipen 's nachts dicht tegen elkaar aan om het nog een beetje warm te hebben. De andere morgen zegt de zwerver aan de rechterkant: "Ik heb toch zo gek gedroomd vannacht. Ik had echt het idee dat iemand mij aan het aftrekken was. Twee vrouwen gaan het postkantoor binnen omdat ze postzegels moeten kopen voor op kantoor. Ze staan in de rij, komen er ineens twee gemaskerde overvallers binnen met geweren in hun hand. Ziet ze haar collegaatje op haar rug liggen. Zegt ze: "Meid, draai om: dit is een overval, geen personeelsfeestje.

Een man en een vrouw staan in the middle of nowhere met hun auto vast in de modder. De man besluit om de auto leeg te pakken. Zo gezegd zo gedaan, hij probeert het weer, maar nee hoor, geen beweging. Dus de man kleedt zich uit, dat is weer wat lichter. Dus hij probeert het De auto blijft muurvast staan. Dus zegt de man tegen de vrouw: Ga jij je anders ook uitkleden Dus zo gezegd zo gedaan, Hij probeert het weer en nee hoor, de auto beweegt nog steeds niet Ze kijken om zich heen, en zien ineens een boerderij De man zegt: "ga jij daar ff heen om hulp te halen, dan let ik op de auto en de bagage Dan wil ze aanbellen, maar ze ontdekt dat ze geen handen meer vrij heeft.

Dus zij denkt: "Liever m'n borsten bloot, dus houd ik die schoenen maar voor m'n vagina. De vrouw zegt: "Mijn man zit vast! Postma heeft een nieuwe sponsor gevonden in Durex. Durex zal zijn ploeg gaan sponsoren voor 2 jaar, ondersteund met een reclamecampagne rondom het volgende motto:. Een echtpaar staat in Artis voor het hok van een grote gorilla. De vrouw kijkt aandachtig naar het beest. Plots steekt de gorilla zijn arm door de tralies, trekt de vrouw naar binnen, rukt de kleren van haar lijf en legt haar op de grond. Er zit een man aan de bar. Opeens haalt hij zijn glazen oog uit z'n kas en keilt 'm tegen de ruit. Het glazen oog stuitert terug op de bar en de man doet hem weer in. Een man zit bij de Chinees een maaltje bami te eten. Opeens ziet de man een haar in de bami zitten. De man roept de restauranthouder bij zich en begint heftig te protesteren: "Kijk nou, zit er een haar in mijn bami.

Dit hoef ik niet meer. En denk maar niet dat ik hier voor betaal. De Chinees is hier toch wel een beetje boos over en volgt de man naar buiten.

Even verderop ziet de Chinees de man een bordeel in stappen. De Chinees gaat er achteraan en loopt naar de kamer waar hij de man in zag verdwijnen. De Chinees gooit de deur open en ziet dat de man uitgebreid een hoer tussen haar benen ligt te likken. Een pastoor, een dominee en een rabbijn hebben een discussie: wat is een goede methode om uit te maken hoeveel van de kerkinkomsten aan God gewijd moeten worden? De pastoor zegt: "Ik weet een goede manier: we trekken een cirkel op de grond en proberen al het muntgeld er van een afstandje in te gooien. Wat buiten de cirkel valt, is voor God. Alles wat tussen de streep en de muur blijft liggen, is voor God. En wat God vangt, dat mag 'ie houden. Een tijdje geleden lag ik in mijn hangmat een biertje te drinken. Opeens zag ik mijn hond over het hek springen met iets in zijn bek.

Het bleek het konijntje te zijn van ons jaar oude buurmeisje. Jaren lang heb ik haar gelijk na schooltijd in de tuin zien spelen met het konijntje. Ik wist dat ze elk moment thuis kon komen, dus ik moest snel handelen. Het konijntje was behoorlijk smerig, alsof het een hevig gevecht had geleverd, daarom spoot ik het schoon met de tuinslang, kamde het met een hondenkam en föhnde het droog. Daarna sprong ik over het hek en legde het terug in de kooi, hopende dat een natuurlijke dood zou worden geconstateerd. Toen ik weer in mijn hangmat lag hoorde ik het buurmeisje terug komen van school.

Zoals het een goede buurman betaamt rende ik naar het hek en vroeg of ik iets kon doen. Haar vader stamelde allerminst kalm: "Welke zieke geest graaft nu het konijntje van een klein meisje op en legt het terug in de kooi? Bij Jantje in de klas heeft de juf het over lettergrepen. Iedereen moet een bloem noemen met een aantal lettergrepen. De juf zegt: "Marlies, noem jij eens een bloem met een lettergreep.. Komt Bas later die middag thuis, zegt hij tegen zijn moeder: "Mam we hadden het vandaag over masturberen in de klas. Drie cowboys scheppen tegen elkaar op dat ze het zuiverst kunnen schieten.

Ze besluiten er om te wedden voor honderd dollar. De eerste cowboy zegt: "Zie je daar dat flesje? Daar schiet ik zo de dop van af. De tweede cowboy zegt: "Zie je daar die ouwe man zitten met die sigaar in zijn mond? Ik schiet zo de as van zijn sigaar. De derde cowboy zegt: "Zie je daar die vlieg in de hoek? Die raak ik met gemak. De andere twee vinden dat de derde cowboy de honderd dollar gewonnen heeft, maar net als ze hem

(10)

het geld willen betalen, vliegt de vlieg weer omhoog. Een man en een vrouw liggen bij elkaar bed op de avond dat ze 25 jaar getouwd zijn. De man zegt tegen zijn vrouw:"25 jaar getrouwd Nu moet ik je toch maar iets opbiechten. Ik ben namelijk ongelofelijk kleurenblind". Ik kom niet uit Gouda, maar uit Ghana! Een kleine jongen, die vreselijk verkouden is, zit in de trein naast een nette dame die er niet van gediend is dat 't jongetje voortdurend zijn neus ophaalt. Een man heeft pijn met plassen. Hij is bang dat er iets niet in orde is met zijn prostaat. Hij gaat naar de dokter.

Deze trekt een rubber handschoen aan en onderzoekt hem met een vinger in zijn anus. Uw prostaat is ontstoken, maar ik schrijf u wat pillen voor en dan is het binnen een week helemaal over. Er loopt een meisje door de Kalverstraat met haar Engelse vriend. Als ze een vriendin tegenkomt, wil ze de jongen aan haar voorstellen: "I want you to meet my new boy friend, mister Cointreau. Er bellen twee zwervers aan bij freule Van Puffelen. De freule vraagt wat ze wensen. Heb u misschien een klussie voor ons? Als jullie dat voor mij klein hakken, dan krijgen jullie de restjes van gisteren en een kop koffie.

De freule gaat weer naar binnen. Dan gaat de telefoon. De freule neemt op: "Met freule Van Puffelen. Als ze opgehangen heeft, ziet ze de ene zwerver door de tuin een driedubbele flikflak, een dubbele salto en een rietberger maken. De freule loopt naar buiten en zegt tegen de andere zwerver: "Als uw collega dat vanavond bij de freule-vereniging ook wil doen, dan betaal ik hem gulden. Een jongen werkt op een kantoor en de collega's willen hem een poets bakken, dus ze vragen hem: "Ga even bij de drogist een ons muggenruggetjes halen.

Stel je voor een mug vangen, vleugeltjes eraf, pootjes en dan al die ruggetjes, voor je dan een ons hebt. Maar je kunt hier wel komen werken in plaats van op dat duffe kantoor. Hij heeft het er goed naar de zin. Na een paar maanden komt er een dame binnen en die vraagt: "Heeft u ook een mottenballen? Staan er 2 krantenverkopers naast de Arena hun krantjes te verkopen. De een is binnen 5 minuten 'los'. De ander raakt zijn kranten aan de straatstenen niet kwijt, niet 1 heeft hij er verkocht. Dus hij loopt op die andere verkoper af en vraagt: " Hoe kom jij in godsnaam zo snel van je kranten af? Zegt de verkoper met al die kranten die hij nog over heeft: "Hoe kom je daar nou bij, dan verkoop je toch gewoon onzin! Er was eens een piloot die mee wilde doen aan "Wedden dat". Hij wedde dat hij ergens in Amsterdam met de neus van zijn Boeing bij nr. Als het hem niet zou lukken, zou hij een barbecue geven voor de hele buurt Een man loopt door de straten van Algiers.

Plotseling hoort hij achter een muur een ontzettend geschreeuw. Als hij gaat kijken, ziet hij hoe een Arabier kamelen castreert door hun kloten tussen twee bakstenen plat te slaan. De man loopt naar de Arabier en vraagt: "Doet dat nou niet vreselijk pijn? Sam komt Moos tegen. Zegt Sam:

"Zeg Moos, wat kijk je somber? Loopt een man door de bush bush en komt 25 bosjesnegers tegen, met de speren in de aanslag. Het opperhoofd vraagt aan die vent: "wakiwaki of de kop er af? De keus was makkelijk: wakiwaki. Zijn broek wordt van de kont getrokken en ze gaan allemaal er overheen. Na afloop trekt hij zijn broek weer omhoog en strompelt verder.

Een eind verderop komt hij 50 bosjesnegers tegen, met speren en al. En weer vraagt het opperhoofd: "wakiwaki of de kop er af? Wakiwaki maar weer en hij trok zelf al zijn broek naar beneden. Na afloop kon hij niet meer lopen en kroop verder. Een eind verderop, je raadt het al, 75 bosjesnegers. Hij dacht: "deze keer de kop er maar af, want ik kan niet meer. De man antwoordde: "kop er af". Er wordt een man opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Hij komt voor het eerst in het dagverblijf en ziet daar en man op en stoel zitten die de hele tijd doet: "vroem vroem, ptssss, vroem vroem" en met de handen wijd, alsof hij aan het rijden is.

Vraagt die eerste man: "wat ben jij aan het doen? Zegt die man op de stoel: "ik ben trucker, nooit thuis, vroem vroem". De volgende dag komt de eerste man weer in het dagverblijf en die andere zit er nog steeds: "vroem vroem, ptssss, vroem vroem". Weer vragen wat er met hem is: "ben trucker, nooit thuis, vroem vroem". De derde dag gaat de eerste man naast de man op de stoel staan en maakt neukbewegingen met zijn heupen.

Vraagt de trucker: " wat ben jij aan het doen? Er loopt een pastoor door Jeruzalem. Hij komt op een plek waar drommen mensen samenscholen.

De pastoor vraagt aan een voorbijganger: "Waarom staan hier zoveel mensen? Prima handel. Ben je misschien geïnteresseerd in een partijtje. Sam neemt gelijk een blik mee naar huis om 's avonds te eten. Als hij 's avonds het blik wil openmaken, vertrouwt hij het al niet: dat blik staat helemaal bol. Sam maakt het blik open: het vlees stinkt als de hel, helemaal bedorven. De volgende dag komt Sam Moos weer tegen. Er komt een man bij de dokter met potentieproblemen. Hij gaat met zijn vrouw naar de slaapkamer. In de badkamer zegt hij "kom kom" en hij krijgt een erectie. Trots stapt hij de slaapkamer binnen. Zegt zijn vrouw: "Nou nou! Twee gekken komen bij een slagerij en ze zeggen: "Wij komen hier werken. Bij de buurvrouw van Jantje is een baby geboren. Alleen, de baby is geboren zonder oren.

Jantjes moeder gaat met Jantje op kraamvisite, maar omdat Jantje nogal een flapuit is, waarschuwt ze hem van tevoren: "Wat je ook zegt, Jantje, je zegt niks over die oren. Dat mag. Jansen werkt aan de inpaklijn van een grote fabriek. Op een ochtend komt hij het parkeerterrein oprijden in een prachtige Jaguar. De secretaresse ziet dat, en zij zegt tegen de baas: "Heeft u gezien in wat voor een Jaguar die Jansen is komen aanrijden?

Daar kan 'ie nooit eerlijk aangekomen zijn. Die dag gaat de baas naar Jansen toe.

Hij zegt: "Jansen, ik zag je aankomen in die Jaguar. Daar kan jij nooit eerlijk aangekomen zijn. Om 11 uur gaat de baas even naar de toiletten.

Voor de spiegel trekt hij zijn broek naar beneden en kijkt naar zijn kont: zo gaaf als wat. Die weddenschap verliest Jansen, denkt de baas. Om halftwaalf gaat de baas nog een keer met zijn kont voor de spiegel staan: geen wrat te zien. Ik win, denkt de baas. Om twaalf uur gaat de baas weer naar het toilet. Voor de spiegel kijkt hij naar zijn blote kont: geen wrat. Jansen komt binnen. Die weddenschap heb je verloren! Op de optiebeurs loopt een Belgische stagiaire rond met een aardappel in zijn borstzakje. Aan het eind van de dag vraagt iemand aan de Belg waarom hij met een aardappel in zijn borstzakje rondloopt.

Zegt de Belg: "Zonder pieper bereik je hier niks. Er is een bijeenkomst van de NVSH. De voorzitter vertelt: "Iedereen heeft zo zijn eigen sexuele beleving. Er zijn mensen die doen het drie keer per week. Wie doen dat? Zegt het oude mannetje: "Het is vandaag! Liggen 2 homo's in bad. Je weet wel hoe dat gaat in dat soort kringen. Goed, ze liggen dus in bad, en ze verwennen elkaar. Na een klein minuutje komt er plots een klodder zaad boven drijven. Zegt de een "Ben je nu al klaar gekomen? Op een dag wordt een jonge, zwangere vrouw tijdens een overval op een bank drie keer beschoten door de overvaller. Ze wordt in aller ijl naar het ziekenhuis gebracht, waar blijkt dat zij en de foetussen in goede gezondheid verkeren en dat de kogels geen vitale organen hadden geraakt. Omdat de kogels geen complicaties zouden opleveren, werd besloten de kogels te laten zitten.

(11)

Alles ging goed en een paar weken later beviel ze van een gezonde drieling. Ik stond te plassen en plotseling viel er een kogel in de WC! Twee weken later komt de tweede zoon naar zijn moeder en zegt: "Er is net toch zoiets raars gebeurd, terwijl ik stond te plassen! Weer een aantal weken later kwam de derde zoon naar zijn moeder, geheel overstuur. In het jaar loopt Wim Kok met zijn vrouw in de Kalverstraat. Wim Kok tegen zijn vrouw: "Snap jij nou waarom de mensen klagen dat na het paarse kabinet alles zo duur is geworden? Zijn vrouw: "Doorlopen Wim, dat is de stomerij".. Er komt een man een brillenwinkel binnen. De man zegt tegen de verkoper: "Dag meneer, ik spaar brillen. Heeft u nog wat bijzonders? De man zet de bril op en kijkt de verkoper meteen dwars door zijn kleren heen: hij ziet de verkoper spiernaakt. De man loopt naar buiten en zet de bril op. Er lopen twee vrouwtjes met boodschappentassen voorbij. Hij ziet ze spiernaakt.

Ook de haringboer in zijn kar staat bloot. De man gaat met de tram: iedereen bloot. De man loopt wel drie keer de tram op en neer. Komt de man thuis. Ziet hij zijn vrouw en de buurman spiernaakt op de bank zitten. Hij zet de bril af: zitten zijn vrouw en de buurman nog steeds spiernaakt. En dat is bijzonder. Want meestal blijft hij springen tot de handjes moe zijn van het aaien. Maar niet bij Sophie. Bij haar geeft hij zich over aan haar handen. Zo blijft hij liggen, zelfs als ze is opgestaan en weggelopen omdat de schoolbel roept. Dan parkeert er een auto aan de overkant van de straat. Charlie weet inmiddels dat dit betekent dat er mensen zullen uitstappen. Hij gaat rechtop zitten en kijkt verwachtingsvol naar de portieren die open gaan: vader, zoon en dochter stappen uit. Charlie ziet het gelijk: het meisje moet hij hebben. Vader en zoon lopen door, het meisje kijkt mij aan en vraagt of ze mag aaien. Het meisje steekt glimlachend haar hand uit en voor ik het weet heeft hij de pompoen aan haar sjaal te pakken.

Want als Charlie vast heeft laat hij niet meer los. Mijn houdgreep moet eraan te pas komen, en zo kan ik zijn bek open trekken om de pompoen te bevrijden. Maar niet voor lang, want Charlie is al naar de volgende pompoen gesprongen. Ze glimlacht weer en doet opnieuw een poging mijn hond te aaien. Maar Charlie blijft springen, op zoek naar de pompoenen, die het meisje inmiddels onder haar jas heeft verstopt. Het meisje gaat op haar hurken zitten en opeens zit Charlie ook.

Dat komt door je puppy-ogen, want die kijken zo smekend dat iedereen doet wat je zegt. Haar blik verandert in iets smekends. Maar nu moet ik naar mijn vader. Dag Charlie! Met dit meisje nog in mijn hoofd bots ik op de hoek van de straat bijna tegen een jongetje op een fiets. Hij remt en staat abrupt stil, zijn blik strak gericht op mijn hond die uit alle macht trekt. En ik hoef ze alleen maar te verzamelen.

Net als vroeger, toen ik veren vond op straat. Elke veer was speciaal, want het vertelde een verhaal over de vogel die hem losliet. Ik geef het meteen toe: de titel is geen aantrekkelijke opening. Een uitzichtloos leven is het ergste wat een mens kan overkomen. Zelfs als doctoren geen kans meer zien op herstel blijft de mens hopen op een wonder. Hoop doet leven is niet voor niets een uitspraak die de tijd heeft doorstaan. Maar er zijn mensen die anders kijken naar een leven zonder hoop. Tegelijkertijd wil ik weten hoe iemand omgaat met de dood voor ogen. Dat ze zo jong is raakt natuurlijk des te meer, en ik voelde de weerstand al in me opborrelen. Het feit dat dit programma door de KRO werd uitgezonden hielp niet;

ik was beducht om te horen dat God haar door deze moeilijke periode heen hielp en dat haar dood niet het einde zou zijn, maar een nieuw begin.

Maar iets trok me de uitzending in en ik bleef kijken.

Ik zag hoe een jong, frêle meisje met haar zwarte Labrador door het Vondelpark liep, naast de stoere en hippe Arie. Zij vertelde hoe zij genoot van het leven dat haar nog restte —alsof het de gewoonste zaak van het leven was. Hij deed het goed, onze Arie, want hij verviel niet in een meelevend Ach en Wee of in een bewonderend Jee wat knap van je.

Waarom blijf je zo rustig onder je naderende dood? Hoe kun je praten over koetjes en kalfjes, terwijl de dood voortdurend als het zwaard van Damocles boven je hangt? Maar Laura trok zich er niets van aan. Zij nam zijn vragen als kostbare schatten aan, voorzichtig en respectvol. Eén voor één kreeg hij ze terug, op waarde geschat en met een vrolijk strikje erom. Laura leek op wolken te lopen, maar haar woorden klonken niet zweverig. Met beide benen op de grond legde ze uit hoe je het leven ook anders kunt zien. Alsof het heel normaal was, een gesprek over leven en dood, zomaar temidden van de spelende kinderen en de wandelende Amsterdammers. En ik geloofde haar; ze klonk oprecht en was zichzelf.

Haar leven zonder hoop was niet hopeloos. Ze draaide het om: een leven mét hoop weerhoudt je om nu te leven. Je hoopt alleen maar op een betere toekomst en ziet niet wat het leven op dit moment te bieden heeft.

En dat is hoe zij haar leven leeft: intens genietend van elk moment. Voor het eerst had zij dat gevoeld toen zij doodziek van de chemokuren in haar ziekenhuisbed lag. Haar lichaam liet haar in de steek, en dat was het moment dat ze de wereld anders ging ervaren. De kleuren van de herfst voelden diep rood en warm, de geuren van de lucht drongen tot in haar poriën door. Zij nestelde zich in de aandacht van de mensen om haar heen.

Nog nooit had ze hun liefde zo tastbaar gevoeld. Het verdriet om hen te missen kwam er als een steekvlam bij omhoog, maar haar tranen werden gezien. Zo kon ze het dragen. Zonder hoop kan Laura het leven ten volle leven, met alle schoonheid, liefde, pijn en verdriet die het in zich heeft.

Elk jaar op 5 mei neem ik me voor: dit is de laatste keer dat ik met mijn kleedje en mijn spulletjes op de Vrijmarkt in ons dorp ga zitten. En toch zit ik er het jaar erna weer.

Natuurlijk, het is leuk voor de kinderen, zoals de organisatoren benadrukken. Het is opvoedkundig gezien goed voor ze: ze leren met geld omgaan en dat spullen een tweede leven kunnen hebben. Bovenal is de Vrijmarkt een feest van het dorp: geen harde handel, maar elkaar iets gunnen. Ik sta helemaal achter de visie van de heren en dames van de organisatie. Het is een genot om te zien hoe kinderen van alle soorten en maten bij mijn kraampje komen staan met hun portemonneetje gevuld met klein geld. En hoe ze plotseling verrukt kunnen raken bij het zien van de mooiste Barbiepop, het snelste autootje en het liefste knuffeltje.

De glinstering in hun ogen, de blijdschap die in hun lijf opspringt, het zijn deze onbetaalbare momenten waar ik het voor doe. Gelukkig kan ik snel mijn geldkistje induiken voor het wisselgeld. Samen zoeken we iets voor zijn moeder uit: een vaasje, dat ik ooit uit Spanje meebracht. Het zijn niet alleen de kinderen die me blij maken.

Ik zie haar man gebogen achter haar staan, operatiewit kijkt hij mij van onder zijn borstelige wenkbrauwen aan. De vrouw stopt mij grinnikend een euro toe. Zo zou ik de dag wel kunnen doorkomen, ware het niet dat er ook mensen zijn die de Vrijmarkt niet begrijpen. Zo pakt een mijnheer, als ik mijn spullen in alle vroegte nog aan het uitpakken ben, de gloednieuwe voetbalschoenen van mijn jongste zoon. Mijn zoon was er zo blij mee, maar aangezien we deze vlak voor de zomer kochten moest hij wachten tot zijn eerste voetbaltraining na de vakantie. Hoe sneu was het dat zijn

(12)

voeten juist in die paar maanden groeiden als kool? Ik blijf bij mijn prijs en heb spijt dat ik niet hoger heb gezegd.

Maar hij geeft niet op en duwt me 3 euro in de hand. Met een verontwaardigde snuif draait hij zich om, boos om zoveel klantonvriendelijkheid.

Bijna was ik hem achterna gelopen om onze deal ongedaan te maken. Ik weet het: zulke mensen bestaan ook. Net als de vrouw die mijn hele kraampje doorzoekt en precies de mooiste spulletjes eruit haalt: de hartvormige zeepdoosjes, het beeldje van de danseres, het opengewerkte vaasje, een lief muziekdoosje, de ketting met de mooie kralen.

Terstond twijfel ik aan haar goede doel bedoelingen. En bovendien irriteert het gratis schuldgevoel dat ik erbij krijg. Ik zie het meisje dat ik in therapie heb al voor me. De mevrouw lacht schel en draait zich beledigd om. Zo verloopt de dag met pieken en dalen, en aan het eind van de dag tel ik de opbrengst. Het schattige meisje, de lieve jongen, het vertederende mevrouwtje, ik tel ze dubbel. De krenterige, verongelijkte, hanige types, ik stop ze diep weg in de doos met overgebleven spullen. Naar de Kringloopwinkel schrijf ik er met grote letters op. Ik heb de lente gemist.

Eerst was het maart en guur, en toen was het mei met zomerse warmte. Hoe heb ik april, de meest uitbundige maand van het jaar kunnen missen?

April met haar ontluikende geuren, haar wilde winterstreken, haar springerige zonnestraaltjes.

De lente rekt zich uit, herboren, ontvankelijk, nieuwsgierig. En ik was er niet bij. Ik heb door de dagen gerend als een marathonloper met maar één doel en één gedachte: de eindstreep halen. De Japanse kers in onze tuin deed haar best, de stapel boeken op mijn nachtkastje groeide en de voorjaarsgekruide lucht dwarrelde om ons huis. Het raakte me niet. Op 1 april kwam ons huis in een verbouwing terecht. Eerst dacht ik nog dat het een grap was, maar nee, ik had het zelf geregeld. Ik wist dat het kwam, maar was onwetend hoe het zou zijn. Hun zware schoenen bonkten over het parket, ochtendstemmen vulden het huis, koelboxen klonken in de gang.

Weldra stond een vuilcontainer op onze stoep, ernaast een keet, compleet met keukentje en chemisch toilet. Er werd een touwtje door onze brievenbus geleid, geen deurbel of sleutel was nu meer nodig. Opeens voelde mijn huis niet meer van mij. Overgenomen, ingepikt en toegankelijk voor wie maar wilde. Er was een besef: zo zal het zijn voor de komende vier weken. Boven woon ik met gezin en hond, beneden wordt mijn huis onder handen genomen. Het voelde alsof ik een dierbare naar de operatietafel had gebracht: hij is in goede handen en ik moet vertrouwen dat alles goed gaat. Maar ondertussen hou ik alles in de gaten, wil ik dichtbij blijven. Zoals je in de wachtkamer in het ziekenhuis blijft wachten, niet wetende wat je anders moet doen, geen ruimte in je hoofd hebbend om aan iets anders te denken.

De controle losgelaten, maar in gedachten hou je je geliefde nog stevig vast. Wat als de muur die uitgebroken wordt een draagmuur blijkt te zijn, wat als er lekkage komt op dat gevoelige punt, wat als de uitgekozen kleuren niet mooi blijken te zijn, wat als de tegels niet meer verkrijgbaar zijn?

En elke keer was het een andere stem met een nieuw gezicht: de timmerman, stukadoor, gevelrestaurateur, CV-man, loodgieter, hijskraanmijnheer.

En zo werd onze pui met vuistdikke touwen en acht sterke werkmansarmen via de zijtuin van de buren in onze achtertuin geleid: zo zachtjes en beheerst, alsof God de wind had stil gelegd.

Er was een realiteit: het dagelijks leven ging door. Er moest gegeten worden, huiswerk gemaakt, hond uitgelaten, verjaardagen gevierd, afspraken nagekomen. En er moest worden schoongemaakt, zoveel keren vaker en grondiger dan normaal. Want stof en vuil blijven niet op de begane grond, maar dringen diep door tot waar je het niet voor mogelijk achtte. Ondertussen blijven menselijke emoties stromen, en trekken zich niets aan van omstandigheden die niet gunstig zijn. En dat alles voltrekt zich in slaapkamers, die ooit alleen bestemd waren voor de stille, donkere nacht vol privacy.

Er was een inzinking: toen duidelijk werd dat de beloofde vier weken, vijf, zes, zeven zouden worden. Ook al weet je dat verbouwingen altijd langer duren, je hoopt dat dit bij jou niet het geval zal zijn. Het bleek inderdaad een draagmuur te zijn, de tegels waren niet op voorraad, de lekkage kwam sneaky opdagen toen de stukadoor net tevreden huiswaarts was gekeerd.

En natuurlijk zien kleuren op een staaltje er heel anders uit dan op je eigen muren. Maar gelukkig is daar het leger werkmannen weer om goedgemutst mijn rampen te herstellen. En dat deden ze ook. En wat deed ik? Ik maakte elke dag weer de keuken schoon. Ook al wist ik:

morgen is het weer een troep. Ik sopte de afdekplaten, gooide de plastic koffiebekertjes weg, legde het achtergebleven gereedschap netjes bij elkaar. Totdat ik het gevoel had dat het huis weer een beetje van mij was. Opeens snapte ik wat ik ooit op televisie had gezien: in een vluchtelingenkamp veegde een vrouw zorgvuldig het zand uit haar tent, alle slippers stonden netjes op een rij. En terwijl ik dit schrijf ligt de vergelijking zwaar op mijn hart. Mijn luxeverbouwing verschiet erdoor van kleur.

Zo timmerde en zaagde de chaos zich een weg door mijn systeem. Daar kwam april niet meer doorheen. Een goede vriend vertelde me dat hij na 1 week verbouwing 6 weken herstel nodig had. Voor mij komt dat met 7 weken neer op 42 weken rehabiliteren. En dan is het bijna weer april. Ik weet nu al wat ik dan ga doen: wachten op de lente. Ik was een kind met veel geheimen. Misschien had elk kind die wel, maar omdat niemand het er ooit over had weet ik het niet zeker. Zo herinner ik me nog dat mijn moeder boodschappen deed bij de SRV-man: een huis-aan-huis

supermarkt met een man in een lichtblauwe stofjas. Ik wilde altijd mee, want die supermarktbus leek op mijn eigen winkeltje, maar dan groter. Alle spullen lagen netjes geordend, en van alles waren er hooguit twee stuks.

Het mooiste vond ik de piepkleine toonbank met kassa, waar hij, de SRV-man, trots achter zat. Ik vond hem eigenlijk een beetje zielig, want ik wist dat hij niks verdiende met de verkoop van zijn spullen en hij had dat zelf niet door. Ik hoorde namelijk dat hij mijn moeder altijd evenveel geld terug gaf als dat ze gegeven had: als zij betaalde met een briefje van 25, dan telde hij hardop: Mijn moeder had ook niks door, want anders had ze er wel iets van gezegd—eerlijk als ze was -. Dus zei ik niets: mijn moeder moest al zoveel betalen en ik was bang dat haar geld op een dag op zou zijn.

Ik koos voor mijn moeder en liet die arme SRV-man zitten. Dat was mijn eerste geheim. Op school kwam daar nog een geheim bij. Na de liefste juf in de 1 e klas kwam de oudste juf in de 2 e. Ze was zo oud dat ik bang was dat ze dood zou gaan. Dus deed ik er alles aan om haar laatste jaar op aarde mooi te maken. Ik vond het maar moeilijk, want sommige handjes zaten helemaal niet naast elkaar. Maar toch, ze roemde mijn schrijfkunst en ik was blij dat ze opleefde bij het zien van mijn letters. En ik deed nog meer: ik gaf haar postzegels uit de verste landen. Mijn vader

(13)

reisde namelijk voor zijn werk de hele wereld over, en stuurde mij brieven met de mooiste postzegels.

Mijn juf hield minutieus de reizen van mijn vader bij. Met elke postzegel die ik haar gaf vertelde ze in de klas een prachtig verhaal over dat land.

Dan zag ik geen oude juf meer, maar was zij een Arabische prinses, een Braziliaanse buikdanseres of de beklimster van de Kilimanjaro. Op een dag moest ik in de pauze naar de w. Ik stak mijn hoofd om de deur en zag mijn juf aan haar bureau zitten. Haar handen hielden haar hoofd vast om te voorkomen dat deze eraf zou vallen. Ik wist het gelijk: onze juf was aan het doodgaan. Geschrokken liep ik weer naar buiten, de vragen van mijn klasgenoten ontwijkend Wat is er met je? Waarom bleef je zo lang weg? Ik liep naar een hoekje van het schoolplein, want ik moest een plan bedenken.

Opeens herinnerde ik die ene postzegel, vergeten in het kleine borstzakje van mijn donkerblauwe blazer die ik die dag aan had. Opgelucht rende ik met de postzegel in mijn hand naar binnen. En toen lachte ze weer. Ik had haar leven gered. Niemand mocht weten dat ze bijna dood was gegaan, anders werd ze misschien naar huis gestuurd en dan kon ik haar niet meer helpen.

Mijn tweede geheim was geboren. Ik droeg mijn geheimen stilletjes en alleen. Het liefst zat ik in mijn tentje op het grasveld bij onze flat en las ik boeken. Dan vergat ik alles en iedereen en was ik gelukkig. Toen leerde ik op school hoe je moet tellen als je geld in de winkel terug krijgt. Nog nooit had een rekenles voor zoveel opluchting gezorgd.

https://files8.webydo.com/9583112/UploadedFiles/FBB01013-4C8E-B435-9A13-D602600C1F20.pdf

https://cdn.starwebserver.se/shops/ronjajohanssonhk/files/supplemental-exercises-for-writing-first-with-readings-5th-edition-336.pdf https://cdn.starwebserver.se/shops/brandonpetterssonnk/files/the-migraine-brain-your-breakthrough-guide-to-fewer-headaches-better-health- 150.pdf

https://cdn.starwebserver.se/shops/elviranilssonmv/files/bat-loves-the-night-947.pdf https://cdn.starwebserver.se/shops/mimmilundqvistmm/files/skim-460.pdf

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Loes De Wachter Laura Pelckmans Hanne De Cuyper Jitse Born Laura Pilawa Amber Bradi Yentl Verborgt Nathalie Boeyaert Christophe Neefs Axelle Calu. Rune en Lynn De Sutter Charlotte

Senator Philippe Mahoux zegt dat het debat zeker gevoerd moet worden, dat dit in vorige regeerperiodes ook al gebeurde maar toen geen bevredigende oplossingen opleverde, zeker

Vaag, maar effectief: “bedankt voor het verzoek, maar het gaat me niet lukken”2. Het is niet persoonlijk: “bedankt voor je vraag, maar ik doe er momenteel geen

Talking Book werd begin augustus gevolgd door Innervisions , een conceptalbum waarmee Wonder zijn visies op de maatschappij naar buiten bracht.. Innervisions werd daarbij geprezen

Kijk of je niet alleen ‘kleine’ taken kunt ruilen maar experimenteer ook eens met ‘grote’ taken zoals rekenen en taal?. Denk ook niet alleen aan lestaken maar bijvoorbeeld ook

Eén van jouw obstakels is dat je niet kiest voor jezelf en dus geen JA zegt tegen jezelf.. Met alle ballen in de lucht houden, geen nee zeggen, kun je immers de hele

Voedsel zoeken Vz Aapje rommelt in de grond op zoek naar voedsel In de mond stoppen/ eten Et Aapje stopt iets (voedsel) in de mond. Aanvallen Av Aapje valt andere