• No results found

Alles komt goed?! Stille Week Oecumenische avondgebeden maandag 11 t/m donderdag 14 april 2022 Dorpskerk Schipluiden, 19.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Alles komt goed?! Stille Week Oecumenische avondgebeden maandag 11 t/m donderdag 14 april 2022 Dorpskerk Schipluiden, 19."

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Alles komt goed?!

Stille Week 2022

Oecumenische avondgebeden maandag 11 t/m donderdag 14 april 2022

Dorpskerk Schipluiden, 19.30 uur

(2)
(3)

Het thema voor deze Stille of Goede Week is ontleend aan het thema van Kerk in Actie voor de veertigdagentijd in 2022.

‘Alles komt goed!’. Dat kan gemakkelijk klinken, en voor veel mensen op deze wereld is het misschien moeilijk te geloven.

Tegelijk kunnen het ook woorden van hoop zijn, want God belooft ons een nieuwe wereld zonder pijn en verdriet. Hij vraagt ons om daar nu al iets van te laten zien: door de zieken te verzorgen, de armen eten te geven en de vluchtelingen onderdak te bieden. Door er voor elkaar te zijn, geven we de hoop van Pasen door, in het geloof dat alles goedkomt.

Elke avond zal er een icoon op de tafel staan als vorm van beeldmeditatie.

Icoon betekent beeld. Een icoon van Christus, van een heilige of van een bijbelse gebeurtenis wordt in de oosterse kerk beschouwd als een venster op de eeuwigheid.

De icoon wordt door de gelovigen niet aanbeden, maar vereerd om zo in verbinding te treden met God en zijn koninkrijk.

Links is de icoon ‘Christos Pantokrator’ te zien en rechts een

‘Stavrotheek’. Beiden dateren uit 1800. Ze worden voor deze gelegenheid beschikbaar gesteld door Gert Jan Hol.

2

(4)

MAANDAG: De uitnodiging

orgelspel welkom

4 kaarsen worden aangestoken

Openingsgebed

God van liefde en trouw, U die vrede bent.

Met de gebrokenheid van het leven komen wij tot U.

Met woorden die pijn deden, met stilte die oorverdovend is,

met de scherven van wat mooi en goed was.

Dat het ooit weer anders zal worden - We kunnen het bijna niet geloven.

En toch, toch bidden wij om Uw aanwezigheid, om draagkracht, om uitzicht.

En toch bidden wij om herstel, om heling, om een nieuw begin.

We willen het geloven,

kom ons ongeloof te hulp. Amen - Marco Batenburg (bewerkt)

(5)

Samenzang:

Psalmgebed naar psalm 16

V: God bewaar mij, als ik mijn toevlucht bij U zoek.

A: Die ik mijn Heer noem, staat mij voor ogen.

Ik wankel niet, zijn hand houdt mij vast.

V: Bescherm mij, o God, want ik vlucht tot U.

Ik zeg tot mijn Heer: ‘Gij zijt mijn Heer, voor mij geen geluk buiten U.’

A: Maar zonder tal zijn rampspoed en pijn, van hen die zich haasten naar vreemde goden.

V: Ik doe niet meer aan hun bloedige offers, zelfs hun naam neem ik niet in mijn mond.

A: geef mij niet prijs aan de macht van de dood.

Wijs Gij mij, Heer, de weg van het leven.

V: De heiligen op aarde zijn U een vreugde.

Het plan van uw liefde ontvouwt U in hen.

A: Gij werp mijn lot, Gij zijt mijn erfdeel.

Mijn leven ligt toch in uw hand.

V: Mijn God zal ik loven, Hij die mij raad verschaft, stem in mijn binnenste, licht in mijn nacht.

A: Voordurend houd ik God voor ogen.

Staat hij mij bij, dan wankel ik niet.

4

(6)

V: Om Hem verheugt zich mijn hart en jubelt mijn ziel.

Mijn leven zal weer veilig zijn.

A: Gij geeft mij niet prijs aan de macht van de dood.

Gij laat niet toe dat ik val in het niets.

V: Gij wijst mij de weg van het leven:

vreugde bij U, geluk aan uw zijde voorgoed.

A: God, bewaar mij, als ik mijn toevlucht bij U zoek.

Moment stilte

Orgelspel: J.S. Bach: Herzlich tut mich verlangen

Lezing: Lucas 19: 1-10

Jezus ging Jericho in en trok door de stad. Er was daar een man die Zacheüs heette. Deze Zacheüs was hoofdtollenaar, en hij was erg rijk. Hij wilde Jezus zien, om te weten te komen wat voor iemand het was, maar dat lukte hem niet vanwege de menigte, want hij was klein van stuk. Daarom liep hij snel vooruit en klom in een vijgenboom om Jezus te kunnen zien wanneer Hij voorbijkwam. Toen Jezus daarlangs kwam, keek Hij naar boven en zei: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet Ik in uw huis verblijven.’ Zacheüs kwam meteen naar beneden en ontving Jezus vol vreugde bij zich thuis. Allen die dit zagen, zeiden morrend tegen elkaar: ‘Hij is het huis van een zondig mens binnengegaan om onderdak te vinden voor de nacht.’ Maar Zacheüs was gaan staan en zei tegen de Heer: ‘Luister, Heer, de helft van mijn bezittingen zal ik aan de armen geven, en als ik iemand iets heb afgeperst, zal ik het viervoudig vergoeden.’ Jezus antwoordde: ‘Vandaag is dit huis redding ten deel gevallen, want ook deze man is een zoon van Abraham. De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’

Moment stilte

(7)

Samenzang: Lied “Hoe ver wij ook gaan” (Fokkelien Oosterwijk, mel. “Wat vliedt of bezwijkt”)

Hoe ver wij ook gaan, voorbij onze pijn, zo sterk als wij staan, zo zwak als wij zijn, God, waar wij U zoeken en waar Gij ons vond, daar staan onze voeten op heilige grond Vuur dat niet verteert, vlam die ons verdraagt, Gij zijt onze Heer, God die naar ons vraagt.

Waar Gij ons komt roepen, U met ons verbond, daar staan onze voeten op heilige grond

De hoop die vervloog, de tijd die verglijdt, de droom die bedroog, de weemoed en spijt, waar Gij ons begroet, uw genade ons zond, daar staan onze voeten op heilige grond De klank van uw stem, het licht van uw woord, leidt ons door beklemmende duisternis voort.

Waar Gij ons ontmoet, ons in liefde verbond daar staan onze voeten op heilige grond Gedicht

Ik hoop op mensen die bergen verzetten die door blijven gaan met hun kop in de wind

Ik hoop op mensen die risico’s nemen die vol blijven houden

met het geloof van een kind Ik hoop op mensen

die dingen beginnen

waar niemand van weet wat de afloop zal zijn

Ik hoop op mensen die met vallen opstaan6 niet willen weten van water

in de wijn 6

(8)

Ik hoop op mensen die blijven vertrouwen die van tevoren niet vragen hoeveel en waarom

Ik hoop op mensen die door blijven douwen van doe het maar wel en kijk maar niet om

Eén kaars wordt gedoofd Samenzang:

(9)

Slotgebed

V: Almachtige God,

Wij danken U voor het werk dat U gedaan hebt in de wereld.

Wij danken U voor Uw liefde en trouw,

die laat zien dat U ons licht bent in de duisternis, dat U onze hoop bent in situaties van hopeloosheid, dat U ons leven bent in situaties van de dood.

A: Als we Uw naam aanroepen, maakt U zich aan ons bekend.

Als we bidden, hoort U ons.

Als we Uw woord verkondigen bent U in ons midden.

V: Help ons terug te blikken in dankbaarheid en vooruit te blikken met hoop.

Laten we ons leven wijden aan de opdracht die U ons geeft, als een gemeenschap van kerken, die gelijkwaardig deelt wat we weten, wat we hebben, wat we doen en hoe wij leven.

Gezegende God, richt onze harten op U, leidt onze gedachten, vul onze verbeelding, beheers onze wil en maak ons volledig de Uwe.

A: Zet ons in zoals U wilt,

tot eer van Uw Heilige Naam en het welzijn van Uw mensen,

door Uw Zoon onze Heer Jezus Christus,

die leeft en regeert met U en de Heilige Geest, één God,

nu en in eeuwigheid. Amen.

- Pascal Bataringaya, Rwanda (bewerkt)

We zijn even stil en verlaten dan de kerk in stilte

8

(10)

DINSDAG: Het gesprek

orgelspel welkom

3 kaarsen worden aangestoken

Openingsgebed Hemelse Vader, Heel ons leven, al ons verlangen, al onze liefde,

vertrouwen wij U toe.

Heel ons leven, allen die ons lief zijn,

al onze hoop en al onze vrees, vertrouwen wij U toe.

Heel ons leven ontvingen wij van U.

Wij geven het U terug, steeds weer,

en verlangen U te dienen, zoals we zijn.

Neem ons aan

en in Uw dienst. Amen

- Charlotte Inkelaar-de Mos (bewerkt)

(11)

Samenzang:

Psalmgebed Psalm 142 V: Luid roep ik tot de HEER

A: luid smeek ik de HEER om genade, bij Hem stort ik mijn hart uit,

bij Hem klaag ik mijn nood.

V: Ik ben ten einde raad,

U kent de weg die ik moet volgen, U weet dat op mijn pad

een strik verborgen ligt.

A: Ik kijk om me heen en zie niemand die om mij geeft, nergens een toevlucht voor mij, niemand die hecht aan mijn leven.

V: Ik roep tot U, HEER:

‘U bent mijn schuilplaats,

al wat ik heb in het land der levenden.’

A: Hoor mijn noodkreet, ik ben uitgeput en moe,

verlos mij van mijn vervolgers, zij zijn sterker dan ik.

10

(12)

V: Bevrijd mij uit de kerker, dat ik uw naam mag loven

in de kring van de rechtvaardigen:

U hebt naar mij omgezien.

Moment stilte

Orgelspel: Dick Sanderman: Een mens te zijn op aarde

Lezing: Lucas 7: 36-50

Een van de farizeeën nodigde Hem uit om te komen eten, en toen Hij het huis van de farizeeër was binnengegaan, ging Hij aanliggen voor de maaltijd. Een vrouw die in de stad

bekendstond als zondares had gehoord dat Hij bij de farizeeër thuis zou eten, en ze ging naar het huis met een albasten flesje met geurige olie. Ze ging achter Jezus staan, aan zijn voeteneinde; ze huilde en zijn voeten werden nat door haar tranen. Ze droogde ze met haar haar, kuste ze en zalfde ze met de olie. Toen de farizeeër die Hem had uitgenodigd dit zag, zei hij bij zichzelf: Als Hij een profeet was, zou Hij weten wie de vrouw is die Hem aanraakt, dat ze een zondares is.

Maar Jezus zei tegen hem: ‘Simon, Ik heb je iets te zeggen.’

‘Meester, spreek!’ zei hij. ‘Er was eens een geldschieter die twee schuldenaars had: de een was hem vijfhonderd denarie schuldig, de ander vijftig. Omdat ze het geld niet konden terugbetalen, schold hij beiden hun schuld kwijt. Wie van de twee zal hem de meeste liefde betonen?’ Simon antwoordde:

‘Ik veronderstel degene aan wie hij het grootste bedrag heeft kwijtgescholden.’ Hij zei tegen hem: ‘Dat is juist geoordeeld.’

Toen draaide Hij zich om naar de vrouw en vroeg aan Simon:

‘Zie je deze vrouw? Ik ben in jouw huis te gast, en je hebt Me geen water voor mijn voeten gegeven; maar zij heeft met haar tranen mijn voeten natgemaakt en ze met haar haar

afgedroogd. Jij hebt Me niet begroet met een kus; maar zij heeft, sinds Ik hier binnenkwam, onophoudelijk mijn voeten gekust. Jij hebt mijn hoofd niet met olie gezalfd; maar zij heeft met geurige olie mijn voeten gezalfd. Daarom zeg Ik je: haar

(13)

zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele, want ze heeft veel liefde betoond; maar wie weinig wordt vergeven, betoont ook weinig liefde.’ Toen zei Hij tegen haar: ‘Uw zonden zijn u vergeven.’ De andere gasten dachten bij zichzelf: Wie is Hij, dat Hij zelfs zonden vergeeft? Hij zei tegen de vrouw: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede.’

Moment stilte

Samenzang: gezang 436: 1, 2, 4

Hoopt op Hem, heft op uw hoofd, want Hij houdt, - dat staat geschreven - wat Hij aan ons heeft beloofd.

Hij zal ons het leven geven, 't paradijs doen binnengaan, Jezus neem de zondaars aan.

12

(14)

Komt gij allen, komt tot Hem, niet meer bedroefd, verslagen.

Jezus roept u, - hoort zijn stem, kind'ren van zijn welbehagen.

Allen moogt gij tot Hem gaan:

Jezus neemt de zondaars aan.

Gedicht: Het lied van Maria Magdalena – Stef Bos Jij viel zoals licht

In mijn leven naar binnen De zon door de ramen Aan het begin van de dag Je zei het wordt tijd om opnieuw te beginnen We leven alleen nog Recht uit het hart

Jij was altijd verwonderd Met open armen

Jij liet mij zien Dat samen bestaat Jij hebt je dromen Nooit verraden Jij hebt de wereld De liefde verklaard De hemel brak open De ruimte werd groter Ik voelde me vrij En ik wist niet waarom Jij hebt de liefde Nooit verloren Maar jij vloog te hoog Te dichtbij de zon En nu kijk ik om De sporen vervagen

(15)

Maar onzichtbare armen Houden mij nog vast Het wordt tijd om jou Los te laten

Sluit je ogen en Slaap zacht

Ik heb niemand gekend Die mij zo heeft ontwapend Ik heb niemand gekend Die mij zo heeft verwond Ik heb mezelf

In jou achtergelaten Maar het was goed Dat jij bestond

Eén kaars wordt gedoofd Samenzang:

14

(16)

Slotgebed

V: De dag wordt moe

en alles om ons heen wordt stil, kil en duister –

A: U bent ons licht, een lamp voor onze voet een woord ten leven.

V: Wij weten niet wat komen gaat, wij tasten in de toekomst –

A: U richt ons op als wij struikelen en vallen;

U weet een weg, altijd.

V: Als U ons voorgaat kunnen wij niet verdwalen;

als U ons licht bent is de nacht niet te donker –

A: als U ons vergeeft is zelfs de dood een nieuw begin.

V: Eeuwige God, nu keren wij weer naar onze huizen, naar onze vreugde, naar ons verdriet –

A: laat Uw liefde ons dragen,

laat Uw nabijheid ons bewaren voor wanhoop, Laat een wolk van vrede ons geleiden

naar de nieuwe dag. Amen - André F. Troost

We zijn even stil en verlaten dan de kerk in stilte

(17)

WOENSDAG: Het verhaal

orgelspel welkom

2 kaarsen worden aangestoken

Openingsgebed

V: Uit de grond van ons hart roepen wij tot U, Barmhartige,

in een wereld waarin het lijkt alsof U zwijgt, omdat wij uw stem overschreeuwen.

Uw oproep om zorg te dragen voor elkaar lijkt aan dovemansoren gezegd.

A: Keer ons toch om naar elkaar.

Keer ons om naar U toe. Amen.

Samenzang:

16

(18)

Psalmgebed Psalm 130

V: Uit de diepte roep ik tot U, HEER A: Heer, hoor mijn stem, wees aandachtig, luister naar mijn roep om genade.

V: Als U de zonden blijft gedenken, HEER, Heer, wie houdt dan stand?

Maar bij U is vergeving,

daarom eert men U met ontzag.

A: Ik zie uit naar de HEER, mijn ziel ziet uit naar Hem en verlangt naar zijn woord V: mijn ziel verlangt naar de Heer, meer dan wachters naar de morgen,

A: meer dan wachters uitzien naar de morgen.

V: Israël, hoop op de HEER!

A: Bij de HEER is genade, bij Hem is bevrijding, altijd weer.

V: Hij zal Israël bevrijden uit al zijn zonden.

Moment stilte

Orgelspel: J. Pachelbel: Herzlich tut mich verlangen

Lezing: Lucas 20: 9-19

Hij vertelde de menigte de volgende gelijkenis: ‘Een man legde een wijngaard aan en verpachtte die aan wijnbouwers, waarna hij voor geruime tijd op reis ging. Toen de oogsttijd was

gekomen, stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers om zijn deel van de opbrengst in ontvangst te nemen. Maar de

wijnbouwers mishandelden hem en stuurden hem met lege handen weg. Daarna stuurde hij een andere knecht. Ook die werd afgeranseld, en nadat ze hem hadden vernederd stuurden ze ook hem met lege handen weg. De eigenaar stuurde toen een derde knecht, maar ook die werd afgetuigd en de wijngaard uit gegooid.

(19)

Toen zei de eigenaar van de wijngaard: “Wat moet ik doen? Ik zal mijn geliefde zoon naar hen toe sturen, voor hem zullen ze toch wel ontzag hebben.”

Toen de wijnbouwers hem zagen, overlegden ze met elkaar:

“Dat is de erfgenaam! Laten we hem doden, dan is de erfenis voor ons.” En ze gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem. Wat zal de eigenaar van de wijngaard nu met hen doen?

Hij komt zelf, hij doodt de wijnbouwers en geeft de wijngaard aan anderen.’ Toen de mensen dit hoorden, zeiden ze: ‘Dat nooit!’ Maar Hij keek hen aan en vroeg: ‘Wat betekent dan wat er geschreven staat: “De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden”? Iedereen die over die steen struikelt, valt te pletter, en degene op wie die steen valt, wordt

vermorzeld.’ De schriftgeleerden en hogepriesters, die

begrepen dat Jezus deze gelijkenis met het oog op hen verteld had, wilden Hem op dat moment laten grijpen, maar ze waren bang voor de reactie van het volk.

Moment stilte

Samenzang: Gezang 102 vers 1, 2, 3

18

(20)

Nu aan het eind der dagen heeft God de tijd vervuld, en al zijn welbehagen is door de Zoon onthuld.

Wat de profeten zeiden, voor ons maakt Hij het waar.

‘t Geheim der oude tijden is heden openbaar

In Hem is al het zijnde geroepen uit het niet.

Hij is begin en einde van al wat er geschiedt.

Hijzelf, het stralend teken van ’s Vaders majesteit, wil heden tot ons spreken van Gods barmhartigheid Gedicht: Dag van geweldloos verzet

Recht op vrije meningsuiting, dat betekent, heel normaal, dat je niet de hele dag hoeft lopen letten op je taal;

dat je hardop durft te praten in de tram of in de trein,

over wat je stom of slecht vindt, zonder bang te hoeven zijn.

Recht op vrije meningsuiting, dat betekent, heel gewoon, dat er niet wordt meegeluisterd naar je eigen telefoon;

dat je in de krant kunt schrijven:

'de regering maakt me kwaad', zonder dat je daar meteen voor de gevangenis in gaat.

Recht op vrije meningsuiting, dat betekent ook het recht om te demonstreren, dat je voor je idealen vecht;

door de straat te mogen opgaan met een spandoek of een bord, zonder dat je door agenten in elkaar geslagen wordt.

(21)

Recht op vrije meningsuiting, daar is niks bijzonders aan in een land waar dat soort dingen allemaal zijn toegestaan.

En dus sta je raar te kijken, wanneer iemand je vertelt, dat in meer dan honderd landen helemaal dat recht niet geldt.

Recht op vrije meningsuiting heeft nog lang niet iedereen en voordat het zó ver zijn zal daar gaan jaren overheen.

Maar al kun je al die mensen dan niet helpen aan dat recht, toch helpt het allicht een beetje, wanneer je er wat van zégt.

uit: Poster Amnesty International, 1997 - Jan Boerstoel

Eén kaars wordt gedoofd

20

(22)

Samenzang:

Slotgebed: “Niet: kome wat komt”

Goede God,

Als we bidden om toekomst, om Uw toekomst, om Uw rijk, laten we dan toch vooral denken aan die mensen op deze wereld die hier zo weinig toekomst zien.

A: Aan de vluchteling in een kamp in een tent met kieren.

V: Aan de zieke op haar bed waar zij afscheid nemen moet.

A: Aan het kind dat in zijn leven al te veel leed heeft gezien.

(23)

V: Aan de mens die nooit mocht zijn wie hij of zij ten diepste is.

A: Aan de vader die zijn kinderen niet goed te eten geven kan.

V: Hoe kunnen we bidden: kome wat komt als dít ook komen kan?

God, we bidden: laat komen de vrede, de vriendschap, de vrijgevigheid.

A: Omwille van wie U zo hard nodig hebben bidden we: kom! Kom zelf dichterbij! Amen.

- Harmke Heuver

We zijn even stil en verlaten dan de kerk in stilte

22

(24)

DONDERDAG: Het gebed

orgelspel welkom

1 kaars wordt aangestoken

Openingsgebed Eeuwige God,

Schenk ons het vertrouwen dat er een moment zal zijn zoals die ochtend: Pasen.

Nieuw begin van leven aan dood en verdriet voorbij.

Geef ons het geloof

dat we kracht zullen vinden

om ons van het duister af te keren;

moed om op te staan en te gaan het licht van de nieuwe dag tegemoet.

Amen.

Samenzang:

(25)

Psalmgebed Psalm 54

V: God, bevrijd mij door uw naam, verschaf mij recht door uw macht.

A: God, luister naar mijn gebed, hoor de woorden van mijn mond.

V: Vreemden vallen mij aan,

zij staan mij met geweld naar het leven, zij houden God niet voor ogen. sela

A: Zie, God is mijn helper,

de Heer is het die mijn leven draagt.

V: Laat het kwaad zich keren tegen mijn belagers, toon uw trouw en breng hen tot zwijgen.

A: Van harte zal ik U offers brengen

en uw naam loven, HEER, want die is goed:

hij heeft mij uit de nood gered.

V: Onbevreesd zie ik mijn vijanden aan.

Moment stilte

Orgelspel: Dick Sanderman: Lam Gods, dat zo onschuldig

Lezing: Lucas 22: 39-46

Hij vertrok en ging volgens zijn gewoonte naar de Olijfberg. De leerlingen volgden Hem. Toen Hij daar was aangekomen, zei Hij tegen hen: ‘Bid dat jullie niet in beproeving komen.’ En Hij liep bij hen weg, tot ongeveer een steenworp ver, en knielde daarna neer om te bidden. Hij bad: ‘Vader, als U het wilt, neem dan deze beker van Mij weg. Maar laat niet wat Ik wil, maar wat U wilt gebeuren.’ Uit de hemel verscheen Hem een engel om Hem kracht te geven. Hij werd overvallen door doodsangst en bad nog vuriger; zijn zweet viel in grote druppels als bloed op de grond. Toen Hij na zijn gebed opstond en terugliep naar de leerlingen, zag Hij dat ze van verdriet in slaap waren gevallen, en Hij zei tegen hen: ‘Waarom slapen jullie? Sta op en bid dat jullie niet in beproeving komen.’

Moment stilte

24

(26)

Samenzang: lied 859

Schuldig staan wij voor U, Heer.

Schuldig, onweersproken.

Tel de duizendmaal dat wij U hebben ontbroken.

Zie ons aan: onze naam had Gij opgeschreven in uw boek des levens.

Doorgang hebben wij ontzegd aan wie wilden leven,

mensen keer op keer ontrecht, steen voor brood gegeven.

God, blijf Gij toch ons bij:

dat Gij ons verleden

nieuw herschrijft met vrede!

Zwijgend in de eigen schuld duchten wij het duister.

Gij onthult ons uw geduld als uw liefde luistert.

Wil de klacht dat de nacht dood loopt in ons vragen, verre van ons dragen.

Onze ontrouw hebt Gij ver achter U geworpen.

Gij verheft uw aangezicht als de nieuwe morgen.

Uw gericht schept ons licht, waar wij onze wegen kiezen met uw zegen.

Gedicht: Moge uw koninkrijk komen Als ik down ben en me hulpeloos voel als de leugen regeert,

als angst en onverschilligheid toenemen:

moge uw koninkrijk dan komen!

(27)

Als er geen vreugde meer is als de liefde ontbreekt

en het ongeloof groeit met de dag:

moge uw koninkrijk dan komen.

Voor de zieken en de eenzamen voor de gevangenen

en voor wie worden gemarteld:

moge uw koninkrijk komen.

In de kerken

bij ons bidden en naar ons zingen:

moge uw koninkrijk komen.

In ons hart

in onze handen, in onze ogen:

moge uw koninkrijk komen.

Vlug.

Litanie uit Tsjechië Eén kaars wordt gedoofd

Samenzang:

26

(28)

Slotgebed V: In deze tijd

waarin aan ons vertrouwen in de toekomst wordt geschud, omdat al wat zeker leek onzeker blijkt, bidden wij U:

A: Richt ons verwarde hart op Uzelf!

Op U die midden in al wat wankelt dezelfde bent van ooit en altijd.

V: Op U die ons zo doorgrondt en kent dat U als geen ander weet wie wij zijn maar ons niettemin hebben kunt.

A: Op U die ons zo omringt

in gaan en staan, in zitten en liggen dat U al weet wat er in ons omgaat voordat wij het hebben gezegd.

V: Wij bidden U:

leg ons Uw handen op door een woord van U zo op het hart te drukken dat we midden in al wat verwart van dit ene verzekerd zijn:

A: dat niets wat ons overkomt ons scheiden kan van Uw liefde,

in Jezus, Uw lieve Zoon, onze oudste Broeder.

Amen

- Paul Visser

We zijn even stil en verlaten dan de kerk in stilte

Neem dit boekje gerust mee naar huis Aan deze avondgebeden werkten mee:

Rens Varekamp, Gert Jan Hol, Erika Dibbets, Harry Arkesteijn

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Jer 6:10b-21 Zie, onbesneden is hun oor, zodat ze niet in staat zijn om er acht op te slaan, zie, het woord van de HEERE is hun tot smaad, ze vinden er geen vreugde in.. Daarom ben

Dit is de nacht, waarin wij worden teruggebracht naar de oorsprong van onze doop. Ook wij zijn door het water getrokken bekleed met licht, beademd met nieuw leven. Een nieuwe naam

In het bewustzijn dat Hij van U was uitgegaan en naar U terugkeerde, heeft Hij het brood in zijn handen genomen, en zijn ogen opgeslagen naar U, God, zijn almachtige Vader, de zegen

In het donker van de nacht wordt de brandende Paaskaars – symbool van de levende Heer - binnengebracht door de diaken. Bij het binnendragen wordt drie keer stilgestaan en

Wij bidden U, genadige God, Vader van onze Heer Jezus Christus, wij smeken U door Hem die is uw Zoon en onze Heer: dat Gij wilt aanvaarden en zegenen deze gaven hier, die wij

zichtbaar worden wanneer jullie veel vrucht dragen en mijn leerlingen zijn. 9 Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij

Voorganger spreekt uit: Onze hulp is in de Naam van de Heer, Aanwezigen antwoorden: die hemel en aarde gemaakt heeft1. Voorganger spreekt uit: Wie woont in de hoede van

Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie Hij veel hield, zei Hij tegen zijn moeder:.. ‘Vrouw, dat is