• No results found

Dag 1 Kaartjesgedichten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Dag 1 Kaartjesgedichten"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voorbereiding

> Kopieer het gedicht (kopieerblad 1) voor elke leerling als je het gedicht van de dag niet kunt projecteren.

> Voorzie voor elke leerling een blanco woordkaart waarop ze een woord groot genoeg kunnen schrijven om het leesbaar aan het bord te hangen. Voorzie enkele extra woordkaarten waarop je zelf korte

‘verbindingswoorden’ schrijft en voorzie enkele extra woordkaarten die je als ‘troefkaart’ kunt inzetten.

> Leg de materialen voor de illustratieopdracht klaar.

Coöperatieve werkvormen in deze les

Tweegesprek

1 Elke leerling zoekt of krijgt een partner.

2 De leerkracht stelt een vraag: ‘Overleg/bespreek met je partner …’

3 De leerlingen overleggen met elkaar en noteren al dan niet hun bevindingen.

4 De leerkracht duidt een leerling aan die de bevindingen meedeelt.

Domeinen: lezen, spreken, luisteren, schrijven

Onderwerp: gedichten maken door kaartjes ‘samen’ te leggen Lesduur: 50 minuten

Dag 1 Kaartjesgedichten

Materialen

Folio

> kopieerblad 1

> kopieerblad 2

> bronnenblad 1 Diversen

> tekenpapier

> allerlei materialen voor de illustratieopdracht:

zilverpapier, crêpepapier, touw, glitters, stempels, gekleurd papier …

> schaar

> stiften

> lijm

Lesdoelen

Hoofddoel van de les

> Zinnen bouwen door woorden in volgorde te leggen.

> Woorden met elkaar associëren en zo een gedicht aanvullen.

> Fantasie gebruiken om zo creatief mogelijk een nieuw gedicht te maken.

Andere doelen

> Per twee samenwerken.

> Bijkomende woorden verzinnen die met het gedicht te maken hebben.

> Een passende illustratie maken bij een gedicht door verschillende materialen te gebruiken.

(2)

Lesgang

Oriënteren en plannen

1 Het gedicht beluisteren

Projecteer het gedicht van bronnenblad 1 en lees het expressief voor. Bronnenblad 1 Kopieerblad 1 2 De inhoud bespreken

Bespreek in een vraaggesprek de inhoud van het gedicht. Sta eventueel zin per zin stil bij de inhoud en verbind de inhoud van de zin met de voorgaande zinnen.

In eerste instantie lijkt het gedicht over woorden te gaan. Maar al snel blijkt dat het gaat over iemand die woorden zoekt, en die woorden bij elkaar zet: een dichter. Door woorden bij elkaar te zetten, maakt hij zinnen, en die zinnen worden een gedicht.

> Wat bedoelt de schrijver met ‘woorden zoeken woorden’?

Doe een associatiespel waarbij jij een woord zegt en de leerlingen telkens een volgend geassocieerd woord zoeken, bv. trein – spoor – bos – boom – eekhoorn – …

> Dit is een gedicht, maar het rijmt niet. Kan dat wel?

Bespreek dat poëzie niet noodzakelijk moet rijmen.

> Waarom schrijft een dichter gedichten? Welke bedoeling heeft hij?

Een dichter speelt met taal, hij doet verrassende dingen met woorden en zinnen. Zo krijg je gedichten die soms wat moeilijker zijn om te begrijpen, maar die je wel dwingen om na te denken en betekenis te zoeken. De dichter speelt met woorden en zinnen, en speelt eigenlijk ook met wat er in je hoofd omgaat als je het leest.

3 Het ontbrekende woord uit het gedicht bedenken Coöperatieve werkvorm: tweegesprek

> Welk woord zou passen in het gedicht?

Laat de leerlingen per twee of in een grotere groep een woord bedenken dat in het gedicht past.

Elk groepje licht zijn voorstellen toe. Noteer ze op het bord.

Laat de klasgroep beslissen welk woord ze als ‘winnaar’ insturen voor het

‘gatengedicht’.

4 De link tussen het gedicht en het thema van de poëzieweek bespreken

Bespreek het thema van de poëzieweek (‘Samen’) en het gedicht.

Woorden komen samen tot zinnen, zinnen komen samen tot gedichten.

Verduidelijk dat alle gedichten die deze week gelezen worden te maken hebben met het thema ‘Samen’.

5 Op het lesdoel focussen

> Je maakt een gedicht door woorden op kaartjes in volgorde te leggen.

Daarbij maak je een illustratie met vier verschillende materialen.

Grote blanco woordkaarten Een donkere stift (voor elke leerling)

(3)

Hoofddoel uitvoeren en verwerken

6 Klassikaal een gedicht opstellen aan de hand van verzamelde woorden op kaartjes

Je kunt kiezen uit twee mogelijke werkwijzen om de woorden te verzamelen:

1. Laat de leerlingen een cijfer/getal van 0 tot 20 in gedachten houden.

Ze openen hun leesboek op de pagina van de laatste les en zoeken het woord in de tekst dat overeenstemt met hun cijfer of getal (getal 15 = 15e woord in de tekst). Dat woord schrijven ze in het groot op hun kaartje.

2. Laat de leerlingen zelf woorden bedenken. Je kunt daarbij uitgaan van een associatieoefening. Voorzie in dat geval kaartjes met enkele korte verbindingswoorden (bv. en, ik, je, tussen, daar, omdat, door …) die je zelf schrijft en aan het bord hangt.

Voorzie naast al deze kaarten ook een drietal ‘jokerkaarten’. Op die kaarten kun je gaandeweg nog enkele woorden ad hoc schrijven.

Hang vervolgens alle kaarten op het bord. Begin met de leerlingen zinnen te bouwen door de kaartjes op het bord samen te hangen (net zoals de dichter in het daggedicht). Het gedicht moet niet lang zijn, het gaat vooral om het bouwen van zinnen.

Bespreek de betekenis van elke zin die gebouwd is. Vervang daarbij een of meer woorden uit de zin door andere woorden die nog niet gekozen werden. Bespreek wat dat doet met de betekenis van de zin.

Laat indien mogelijk ook eens een zin rijmen. Daarvoor zijn de

troefkaarten erg handig. Bespreek ook het effect van rijmen. Het geeft een zekere klankkleur aan het gedicht (het klinkt mooi!).

Woordkaarten (jokerkaarten)

7 Zelf een gedicht met woordkaartjes bouwen

De leerlingen voeren nu individueel uit wat er daarnet aan het bord gebeurde. Zij knippen de kaartjes van kopieerblad 2 uit.

Laat hen met de kaartjes zinnen maken en zo komen tot een gedicht.

De troefkaartjes kunnen ze inzetten als ze een goed idee hebben om het gedicht sterker te maken. Je kunt ook de opdracht geven om minstens één rijmende zin te bouwen.

Ga rond en begeleid. Lees enkele goede voorbeelden voor.

Wanneer de leerlingen een gedicht gemaakt hebben, kleven ze de kaartjes in de door hen bepaalde volgorde op een tekenpapier.

Kopieerblad 2 Schaar

Tekenpapier

Differentiatietip! Je kunt er ook voor opteren om leerlingen per twee te laten werken. Laat een sterke leerling samenwerken met een zwakkere, waarbij je aangeeft dat je verwacht dat beide partners evenveel inbrengen in het bouwen van zinnen.

8 Het eigen gedicht voorlezen

Laat leerlingen die dat willen hun gedicht voorlezen aan de klasgroep.

Geef positieve feedback of laat de andere leerlingen feedback geven.

9 Een passende illustratie bij het gedicht maken

Laat de leerlingen een passende illustratie maken bij hun gedicht. Let wel: ze moeten dat doen door minstens vier verschillende materialen passend ‘samen’ te gebruiken. Het resultaat wordt dus een combinatie van materialen (bv. potlood, zilverpapier, stift, touw).

De illustratie mogen ze maken onder, naast, over het gedicht dat ze

Verschillende materialen om te illustreren: zilverpapier, crêpepapier, touw, glitters, stempels, gekleurd papier …

(4)

Controleren en reflecteren

10 Over de activiteit reflecteren

Laat de leerlingen vertellen wat ze van de activiteit vonden.

> Vond je het leuk/minder leuk?

> Wat vond je er leuk aan? Wat vond je minder leuk?

> Hoe lukte het om per twee samen te werken?

> Welke stappen doorliep je om een eigen gedicht te schrijven?

> Wat vond je moeilijk? Waarom?

> Zou je het volgende keer anders aanpakken?

(5)

Bronnenblad 1

Een woord.

En nog een woord.

En nog één!

Woorden zoeken woorden en dichters

brengen ze bijeen.

Zo komen woorden in een gedicht

samen tot een zin,

soms zelfs een ????

Als jij ze leest.

Geert De Kockere

(6)

Kopieerblad 1

Een woord.

En nog een woord.

En nog één!

Woorden zoeken woorden en dichters

brengen ze bijeen.

Zo komen woorden in een gedicht samen tot een zin,

soms zelfs een ???? .

Als jij ze leest.

Geert De Kockere

Een woord.

En nog een woord.

En nog één!

Woorden zoeken woorden en dichters

brengen ze bijeen.

Zo komen woorden in een gedicht samen tot een zin,

soms zelfs een ???? .

Als jij ze leest.

Geert De Kockere

Een woord.

En nog een woord.

En nog één!

Woorden zoeken woorden en dichters

brengen ze bijeen.

Zo komen woorden in een gedicht samen tot een zin,

soms zelfs een ???? .

Als jij ze leest.

Geert De Kockere

Een woord.

En nog een woord.

En nog één!

Woorden zoeken woorden en dichters

brengen ze bijeen.

Zo komen woorden in een gedicht samen tot een zin,

soms zelfs een ???? .

Als jij ze leest.

Geert De Kockere

(7)

Kopieerblad 2

ik ben gil

was sprong te

een hij pardoes

viel rijpe een

en de op

tak te zijn

een en huis

slak van broek

en maar zei

(8)

wat gaf moet

door bank lief

want hij kous

toon me ik

een zei zei

kan ik hand

groot het je

grap

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2.. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis

De doelen op het niveau van groep 1 zijn speciaal voor Kleuterplein geformuleerd op een tussenniveau en zijn dus niet terug te vinden in de SLO-documenten. Met uitzondering van

De kinderen behalen minimaal een B-score op de Cito-toets M1 voor het onderdeel fonemisch bewustzijn.. Doelstelling periode 3 - Herkent eindrijm Doelstelling periode 4 - Herkent

(iemand) opsporen (iemand) zoeken en ook vinden het je niet aantrekken je er niet druk over maken je lippen stijf op elkaar houden niets zeggen. je uiterste best doen heel erg

Door het breien van een sprei heeft zij een pleister op haar wijsvinger.. Met een pijnlijke grijns verwijdert ze de pleister van

Daarnaast worden er verschillende taaldenkrelaties aangeboden en geoefend (door middel van geleide en open oefeningen).. Iedere week staat een andere taaldenkrelatie centraal

Deze zin is grammaticaal juist, maar hij is onzinnig om twee redenen: (1) hij bevat twee categorie- fouten – abstracte begrippen hebben geen kleur en kunnen niets doen -, en (2)

48/20/21/22 Schadelijk: gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid bij langdurige blootstelling door inademing, aanraking met de huid of opname via de mond.. 48/20/22