Retouradres: Postbus 8 3300 AA DORDRECHT
Aan
de gemeenteraad
Gemeentebestuur Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT
T 14078
F (078) 770 8080 www.dordrecht.nl
Datum 21 november 2017 Ons kenmerk MO/1963349 Begrotingsprogramma Diversen
Betreft raadsinformatie inzake verkenning meerjaren subsidiesysteem
Samenvatting
In deze raadsinformatiebrief wil het college de gemeenteraad u informeren over haar besluit om geen meerjaren subsidiesysteem in te voeren. Het college is tot de conclusie gekomen dat zij met het huidige subsidie instrumentarium en met de huidige werkwijze goed in staat om te sturen op haar langere
termijndoelstellingen. De kwaliteit van de samenwerking met gesubsidieerde instellingen is daarbij van groter belang dan het gebruik van een meerjaren subsidiesysteem.
Het college is verder van mening dat het invoeren van meerjaren subsidies door de gemeente Dordrecht weinig efficiencyvoordelen oplevert voor instellingen in de stad of voor de gemeente Dordrecht.
Inleiding
In de commissie Sociale Leefomgeving van 23 mei 2017 is de vraag opgeworpen of
"het mogelijk is om te komen tot meerjaren afspraken met subsidierelaties en op welke manier hier invulling kan worden gegeven". Deze vraag werd gesteld vanuit de behoefte om te sturen op het realiseren van de lange termijn doelstellingen van de gemeente. Een tweede overweging was dat aan een gesubsidieerde organisatie over een langere periode zekerheid gegeven kan worden.
Er is een korte verkenning naar "meerjaren subsidies" uitgevoerd, waarbij gekeken is naar de praktijk in diverse andere gemeenten en zijn er gesprekken gevoerd met medewerkers van de gemeente Dordrecht, werkzaam in diverse beleidsterreinen.
Doelstelling
Het college gaat niet over tot het invoeren van een meerjaren subsidiesysteem.
Wel zal het college, binnen de huidige systematiek en binnen het formele kader van de ASV, aandacht blijven geven aan maatwerkafspraken met instellingen.
Een meerjaren systeem van subsidieverstrekking voor Dordrecht heeft geen of zeer beperkte meerwaarde ten opzichte van de huidige situatie.
Dat komt doordat:
1. de efficiencyvoordelen voor gesubsidieerde instellingen beperkt zijn omdat instellingen op andere gronden een jaarcyclus kennen, omdat instellingen meerdere financiers hebben die allen eisen stellen of omdat Dordrecht een klein aandeel in de totale inkomsten van de instelling heeft. Daarmee is de impact van de gemeente Dordrecht op de bedrijfsvoering van instellingen gering en de invloed op de bestaanszekerheid voor de langere termijn van de instelling klein;
2. de meerwaarde voor instellingen zal zitten in de zekerheid van subsidiering door gemeente over een langere periode, zeker bij grote investeringen is dat van belang. De Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) biedt daarin nu al de nodige zekerheid;
Contactpersoon V.V. Dorigo T (078) 770 4740 E vv.dorigo@dordrecht.nl
DOSSIER Afschrift:
- STD/ZO, VV Dorigo SK Dordrecht West 2e etage - wethouder Mos
SK Dordrecht 813
- secretaris Adviescommissie SK Dordrecht Oost l e etage
Pagina 1/5
itecfél itr/Off ' Ir ffcTfrrrdtfe A . . Papi*»MIX
3. ook in de huidige situatie is het mogelijk om maatwerkafspraken of (meerjaren) afspraken per gesubsidieerde instelling te maken en in de praktijk gebeurt dat ook;
4. een zeer klein aantal instellingen in aanmerking zal komen voor meerjaren subsidies;
5. de huidige uitvoeringspraktijk van Dordrecht tot op grote hoogte vergelijkbaar is met die van gemeenten die een meerjaren systeem hanteren;
6. meerjaren subsidies impliceren een grotere afstand van de gemeente tot (de bedrijfsvoering van) instellingen. De gemeenteraad heeft de afgelopen jaren een aantal maal uitgesproken dat hij juist een scherper toezicht van het college wenselijk vindt (bijvoorbeeld bij ToBe en Energiehuis);
7. de gemeenteraad met "kleine subsidies" expliciet andere doelstellingen heeft (het mogelijk maken van activiteiten), die niet samen gaan met meerjaren afspraken en dus niet in aanmerking komen voor meerjaren subsidies;
8. het invoeren van een meerjaren subsidiesysteem zal een stevige opgave zijn door de noodzaak de ASV aan te passen en nieuwe methodiek, werkwijzen te ontwikkelen;
Stand van zaken/de feiten
Naar aanleiding van de vraag van de commissie Sociale Leefomgeving is er een verkenning uitgevoerd bij gemeenten die meerjaren systemen hanteren. Hieruit zijn een aantal relevante aspecten gedestilleerd die vervolgens zijn afgezet tegen de huidige praktijk in Dordrecht. Hiermee wordt duidelijk wat de overeenkomsten en verschillen zijn in de praktijken van gemeenten die een meerjaren systeem kennen en de huidige praktijk van Dordrecht (zonder meerjaren systeem).
Op basis hiervan wordt hieronder geschetst welke aspecten van belang zijn in het beantwoorden van de vraag of een meerjaren subsidiesysteem voor Dordrecht meerwaarde heeft.
1. Meerjaren perspectief
In beide situaties (met en zonder meerjaren subsidiesysteem) is de praktijk dat er meerjaren plannen zijn die een goede samenwerkings- en subsidierelatie mogelijk maken. Instellingen kennen vaak meerjaren bedrijfsplannen, gemeenten kennen meerjaren beleidsplannen. Gesubsidieerde instellingen zijn vaak betrokken bij het opstellen van de gemeentelijke plannen. Ook maken instellingen en gemeente deel uit van samenwerkingsverbanden. Hierin verschilt Dordrecht niet van andere gemeenten.
In omstandigheden van onzekerheid of verandering, bijvoorbeeld bij
(aangekondigde) beleidswijzigingen vanuit het Rijk, ligt het toepassen van een meerjaren systeem niet voor de hand. Dan is er juist voor instellingen en gemeente
"ruimte" nodig voor verandering en innovatie.
2. Efficiency
Een belangrijke overweging om een meerjaren subsidiesysteem in te voeren is de aanname dat dit efficiencyvoordelen zal opleveren, voor de instellingen en de gemeente.
Bij deze verwachtingen zijn een aantal kanttekeningen te maken:
a. s u b s id ie ro n d e s aan het begin van een su b sid ie p e rio d e , zoals die in a n d e re gemeenten plaats vinden, zijn arbeidsintensief voor de instellingen én voor de gemeente. Het houden van subsidierondes is overigens een afzonderlijk keuze, geen automatisch gevolg van de keuze voor een meerjaren systeem;
Pagina 2/5
'firdïröl'Wtff^fdtré'/öhrfrWtfïlifé
b. instellingen werken steeds meer op regionale of landelijke schaal en/of hebben meerdere inkomstenbronnen of subsidiërende gemeenten. Voor deze
instellingen levert een meerjaren subsidie bij één gemeente niet veel voordeel op. Voor hen is eerder de veelheid uiteenlopende eisen, procedures en
voorschriften vanuit gemeenten een extra last;
c. instellingen kennen, net als de gemeente, een jaarlijkse planning & control cyclus. Begrotingen, jaarrekeningen, jaarverslagen, meerjaren (bedrijfs)plannen etc. moeten instelling altijd maken, een meerjaren subsidiesysteem brengt hierin geen verandering;
d. instellingen kunnen een efficiencyvoordeel hebben als de jaarlijkse informatieplicht en toetsing beperkt is;
e. de gemeente zou een klein efficiency voordeel kunnen hebben als een
aanzienlijk aantal instellingen in een meerjaren cyclus getoetst kunnen worden.
3. Gezonde instellingen
De gemeente wil en moet zaken doen met gezonde organisaties. Organisaties die inhoud, kwaliteit, professionaliteit op orde hebben. Een goede bedrijfsvoering hoort daar ook bij en om daar zicht op te houden kent de gemeente risicobeleid,
waarbinnen het subsidiebureau op basis van de jaarstukken risicoanalyses op de instellingen uitvoert.
Het ligt voor de hand dat alleen met gezonde organisaties meerjaren
subsidierelaties worden aangegaan. Zijn instellingen niet gezond dan zijn risico's immers groter en is er geen aanleiding om de afstand tot de bedrijfsvoering van instellingen te vergroten.
In het huidige risicobeleid zou dat betekenen dat instelling over meerdere jaren de waardering "groen" moeten hebben wil er sprake van meerjaren afspraken kunnen zijn.
Gekeken naar de risicoanalyse 2016 ontstaat het volgende beeld:
a. In Dordrecht zijn er 29 instellingen die € 100.000,- of meer aan subsidie ontvangen en waarop het subsidiebureau jaarlijks een risicoanalyse uitvoert.
12 van deze 29 instellingen hebben over meerdere jaren de aanduiding "groen"
wat wil zeggen dat zij financieel gezond zijn en dat zij wat dit aspect betreft in aanmerking komen voor een meerjaren subsidie;
b. 12 instellingen hebben de kwalificatie "oranje", dat wil zeggen: "Een van de kengetallen (liquiditeit en solvabiliteit) ligt onder de norm of er is een vraagteken of het exploitatietekort incidenteel is of zich doorzet. Of beide kengetallen liggen onder de norm, maar de subsidie van Dordrecht maakt zo'n klein deel uit van de totale inkomsten dat het risico zeer laag is".
Deze 12 instellingen met de code "oranje" hebben deze kwalificatie dus om uiteenlopende redenen. Deze 12 instellingen vallen niet als groep te beoordelen en er moet per instelling gekeken worden of meerjaren afspraken raadzaam en haalbaar zijn.
c. 4 instellingen hebben de aanduiding "rood", 1 instelling heeft de aanduiding
"wit". Rood wil zeggen dat er aan een of meer criteria niet voldaan wordt, wit geeft aan dat niet alle toetsingsaspecten relevant zijn of dat er niet over meerdere jaren gegevens zijn. Met deze organisaties wordt wel zaken gedaan, maar hier gelden bijzondere afspraken of er wordt meer toezicht gehouden.
Op grond van de risicoanalyse 2016 kunnen circa 18 instellingen (18 plus 50% van de instellingen met de kwalificatie oranje) in aanmerking komen voor meerjaren subsidie.
Pagina 3/5
1 iJftfSfè l Wltff'Ifétlëtës * rrffüWtÜtfe
4. Onderling vertrouwen en verantwoordelijkheid
Een meerjaren systeem impliceert een grotere afstand tussen (de bedrijfsvoering van) gesubsidieerde instellenen en de gemeente. Dit past bij uitgangspunt
"vertrouwen en verantwoordelijkheid" van de gemeente Dordrecht. Bij een meerjaren systeem hoort een lichtere jaarlijkse toetsing. Dit is alleen mogelijk op basis van onderling vertrouwen en transparantie vanuit de gesubsidieerde
instelling.
Verantwoording afleggen is echter wel deel van het systeem, dat geldt voor de gesubsidieerde instelling, maar ook voor het college dat zich aan de gemeenteraad moet verantwoorden.
De gemeenteraad heeft, naar aanleiding van casussen zoals ToBe en Energiehuis, om juist meer toezicht van het college gevraagd.
Bij het hanteren van meerjaren subsidies is het daarnaast van belang dat:
• er een mogelijkheid voor gemeente en instelling moet zijn om tussentijds bij te sturen bij veranderende omstandigheden of inzichten of bij vertraging of knelpunten in de uitvoering;
• er een werkwijze ontwikkeld wordt voor de jaarlijkse indexering en tussentijdse bezuiniging of beleidswijziging bijvoorbeeld bij het aantreden nieuwe raad en college of gewijzigd rijksbeleid;
• er een gedegen verantwoording/toetsing/evaluatie na vier jaar plaats vindt, ter afsluiting van een periode maar ook als input als er een nieuwe periode moet worden overeengekomen.
5. Netwerken en ketens
Er is in het werken in netwerken en ketens geen onderscheid gevonden tussen de verschillende gemeenten. Gemeenten en instellingen werken vaak in de vorm van netwerken en ketens samen, dit staat los van de subsidiesystematiek.
In dit soort samenwerkingsverbanden is altijd sprake van langdurige (subsidie)relaties.
6. Subsidierondes
In de steden die meerjaren subsidies hanteren, wordt vaak gewerkt met
subsidierondes, in de regel uitgevoerd door een externe commissie die het college adviseert. Dordrecht kent dit systeem in beperkte mate, voor evenementen en amateurkunst, maar daarbij gaat het om eenmalige subsidies voor het uitvoeren van specifieke activiteiten.
Uit de bestudeerde voorbeelden blijkt wel dat "subsidierondes" arbeidsintensief zijn, zowel voor instellingen als voor de gemeente. "Subsidierondes" zijn vooral te vinden in de cultuursector.
7. Meerjaren systeem is een toevoeging
Een meerjaren systeem is een toevoeging, een aanvulling op andere subsidiemethoden. Om een meerjaren systeem te kunnen hanteren zullen werkwijzen en uitvoeringsregels ontwikkeld moeten worden en moet de ASV worden aangepast.
Bij de "kleine subsidies" de doelstelling van de gemeente Dordrecht nadrukkelijk anders dan het aangaan van langdurige relaties. Bij de kleine subsidies past juist de eenmaligheid van het mogelijk maken van activiteiten.
Pagina 4/5
r i‘* I b ifë 1
1
ü ë V e ' rrffcJi'r r fd tt e8. Algemene Subsidie Verordening (ASV)
Artikel 9, lid 1 van de ASV Dordrecht maakt het mogelijk om meerjaren subsidies te verstrekken. De ASV geeft ook kaders waarbinnen college en instellingen afspraken kunnen maken en over (tussentijdse) verantwoording etc. In die kaders zijn geen regels gegeven voor de wijze waarop dat bij meerjaren subsidies zou moeten gebeuren.
De ASV geeft hier ruimte om maatwerk te ontwikkelen, maar uitwerking (in de ASV) is wel wenselijk als er voor gekozen wordt om structureel met meerjaren subsidieafspraken te gaan werken.
9. Verbonden partijen
Er zijn een aantal instellingen die van de gemeente Dordrecht subsidie ontvangen en waarmee ook andere relaties tussen gemeente en instellingen bestaan.
De meest voorkomende voorbeelden hiervan zijn "verbonden partijen, zoals
gemeenschappelijke regelingen" die naast de bijdrage ook subsidie ontvangen voor het uitvoeren van lokale taken die zij niet voor alle deelnemers verrichten.
Daarnaast zijn er instellingen die in het kader van de WMO ook een inkooprelatie met de gemeente (en de regio) hebben. Voor beide categorieën geldt dat daar jaarlijks afspraken gemaakt worden.
Kosten en dekking
Uit het besluit van het college vloeien geen kosten voort.
Duurzaamheid Niet van toepassing.
Communicatie en inclusief beleid
Er is bij deze verkenning voor gekozen om deze intern ambtelijk uit te voeren. Dit om voorkomen dat er (onterechte) verwachtingen gewekt zouden worden.
Tijdspad, vervolg en evaluatie Niet van toepassing.
Bijlagen Geen.
Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Het college van Burgemeester en Wethouders de secretaris