• No results found

University of Groningen On Taxes and Taxpayers ten Kate, Fabian

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "University of Groningen On Taxes and Taxpayers ten Kate, Fabian"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

University of Groningen

On Taxes and Taxpayers

ten Kate, Fabian

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Publication date: 2019

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):

ten Kate, F. (2019). On Taxes and Taxpayers: understanding the heterogeneous effects of taxation. University of Groningen, SOM research school.

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

(2)

531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019

Processed on: 23-5-2019 PDF page: 155PDF page: 155PDF page: 155PDF page: 155

Chapter 6

Dutch Summary - Samenvatting

S

inds Adam Smith zijn economen al ge¨ınteresseerd in de beste manier om belastin-gen te heffen. Smith’s vierde belastingprincipe stelt dat belastinbelastin-gen zo geheven dienen te worden dat de kosten voor de belastingbetaler geminimaliseerd zijn (Smith 1991/1776). Gegeven een bepaalde benodigde hoeveelheid belastinginkomsten is het dus zaak om deze op een zo effici¨ent mogelijke wijze te innen. Dit wordt ook wel optimale belastingheffing genoemd en is het onderwerp van veel overzoek. Mankiw et al. (2009) geeft een samenvatting van de lessen die uit dit vakgebied kunnen wor-den getrokken en contrasteert deze met fiscaal beleid uit de praktijk. Hoewel diverse lessen daadwerkelijk ge¨ımplementeerd zijn, is dit lang niet overal het geval.

Wat optimaal belastingheffen precies inhoudt, hangt sterk af van de aannames die worden gedaan. Het optimale stelsel van belastingtarieven voor inkomsten uit arbeid hangt bijvoorbeeld af van de verdeling van talent in de maatschappij (Saez, 2001; Tuomala, 1990). Een ander voorbeeld is het heffen van belastingen op kapitaal. De wenselijkheid van dergelijke belastingen hangt sterk af van de aannames die worden gedaan met betrekking tot bijvoorbeeld de manier waarop technologische vooruitgang tot stand komt (Aghion et al., 2013). Gegeven de grote verschillen die er zijn tussen landen, is het waarschijnlijk dat bepaalde aannames sommige landen beter beschrijven dan andere. Optimale belastingheffing zou dan dus iets anders kunnen betekenen in verschillende landen. Als dit het geval is, zou dezelfde belasting zelfs een positief effect kunnen hebben in een land, en een negatief effect in een ander land. Dergelijke heterogeniteit in de effecten van belastingen is het voornaamste onderwerp van dit proefschrift.

Elk van de kernhoofdstukken van dit proefschrift toont het bestaan aan van deze heterogeniteit in verschillende aspecten van fiscaal beleid. Indien, zoals in

Hoofd-stuk 2beschreven staat, de manier waarop economische groei tot stand komt ver-schilt tussen ontwikkelde en ontwikkelende landen, kan ook de wenselijkheid van het belasten van kapitaal verschillen. Of als er, zoals in Hoofdstuk 3, inkomensver-schillen zijn tussen regio’s in landen, zal een landelijk progressief belastingstelsel

(3)

531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019

Processed on: 23-5-2019 PDF page: 156PDF page: 156PDF page: 156PDF page: 156

verschillende implicaties hebben voor verschillende regio’s. Tot slot kan men zich afvragen wat er gebeurt met de belastingmoraal wanneer er grote verschillen in nor-men en waarden zijn tussen nor-mensen in bepaalde streken. De analyse in Hoofdstuk

4toont aan dat de bereidheid om belastingen te betalen sterk afhangt van de mate waarin de culturele normen van mensen lijken op die van de mensen om hen heen. Gecombineerd laten deze verschillende hoofdstukken duidelijk zien dat belastingen in het algemeen niet exact dezelfde effecten hebben, maar dat de impact afhangt van de specifieke context.

Dit proefschrift dient niet ge¨ınterpreteerd te worden als een weerlegging van de principes van optimale belastingheffing. De belangrijkste stelling is echter wel dat deze principes niet beschouwd moeten worden als zijnde universeel toepasbaar. Er zijn diverse oorzaken waardoor een bepaalde belasting een positief effect kan hebben in het ene land en een negatief effect in het andere. Een aantal van deze oorzaken zijn beschreven in dit proefschrift. In het algemeen zou de vraag dus niet moeten zijn of een bepaalde belasting goed of slecht is, maar of deze goed of slecht is in een specifieke context.

Dit hoofdstuk gaat verder in Sectie 6.1 met een samenvatting van de kernpunten van de verschillende hoofdstukken van dit proefschrift. Sectie 6.2 volgt met een reflectie op de analyse van dit proefschrift en draagt een aantal mogelijkheden voor verder onderzoek aan. Tot slot besluit Sectie 6.3 met een discussie van de relevantie voor publiek beleid en verdere implicaties.

6.1

Kernpunten

6.1.1

Belastingen op Kapitaal

Onder economen wordt het belasten van kapitaal in de regel gezien als een slecht idee (Mankiw et al., 2009). Dit is het onderwerp vanHoofdstuk 2 dat de relatie tussen belastingen op kapitaal en economische groei heeft onderzocht. Kapitaal, en belastingen daarop, zijn een nuttig concept in theoretisch werk, maar laten zich niet eenvoudig een-op-een vertalen naar de praktijk. Om dit probleem op te lossen, worden verschillende meet- en schattingsmethodes gebruikt, die verschillen in onder andere de reikwijdte van de definitie van een belasting op kapitaal. De resultaten die in dit hoofdstuk zijn gepresenteerd worden behaald met alle verschillende methodes. De steekproef bestaat uit 70 landen die verspreid zijn over de hele wereld en drastisch verschillen in hun ontwikkelingsniveau. De analyse geeft aan dat er geen bewijs is voor een negatieve relatie tussen het heffen van belastingen op kapitaal en economische groei. Vrijwel alle schattingen geven zelfs een positief verband aan, hoewel niet altijd signicant. Wanneer deze relatie nader wordt bekeken, blijkt dat

(4)

531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019

Processed on: 23-5-2019 PDF page: 157PDF page: 157PDF page: 157PDF page: 157

hij niet hetzelfde is voor alle landen, maar afhangt van de mate van economische ontwikkeling. Voor landen met een relatief hoog inkomensniveau, zijn belastingen op kapitaal geassocieerd met hogere economische groei. Dit staat in tegenstelling tot het verband voor de minder ontwikkelde landen, waarvoor er geen of zelfs een negatief effect is.

Het hoofdstuk beoogt verder deze bevindingen te doen overeenstemmen met de theoretische literatuur. Met dit doel voor ogen is een model gebruikt waarin economische groei resulteert uit technologische innovaties. Dit model demonstreert twee manieren waarop belastingen op kapitaal de economische groei positief kun-nen be¨ınvloeden. Allereerst kunnen de inkomsten uit deze belastingen worden aangewend om de negatieve effecten van vervormende belastingen op arbeid te reduceren. Ten tweede kunnen ze gebruik worden om productieve overheidsuit-gaven in de innovatiesector te financieren. Deze beide kanalen zijn echter alleen van toepassing voor geavanceerd economi¨en. In dergelijke landen wordt economische groei aangedreven door binnenlandse innovaties. Dit staat in tegenstelling tot de minder geavanceerde landen waar economische groei het resultaat is van de immitatie van buitenlandse technologi¨en. In de minder geavanceerde landen is economische groei de facto exogeen en als zodanig wordt het standaard Chamley-Judd resultaat behaald en is het dus optimaal om kapitaal niet te belasten.

6.1.2

Regionale Verschillen in Inkomstenbelastingen

In Hoofdstuk 3 wordt de aandacht verlegd naar een ander gebied waarin de mo-gelijk heterogene effecten van belastingen onderbelicht zijn. Het hoofdstuk presen-teert een nieuwe regionale data set van gemiddelde en marginale inkomstenbelasting-tarieven. Deze tarieven zijn berekend voor een persoon met een gemiddeld inkomen in een bepaalde regio. De grote inkomensverschillen tussen regio’s in Europe lan-den, in combinatie met progressieve belastingstelsels, zorgen ervoor dat er ook grote verschillen zitten in de belastingtarieven die van toepassing zijn op individu¨en in verschillende regio’s. De gemiddelde persoon in een relatief rijke regio zal dus een substantieel hoger (gemiddeld en marginaal) belastingtarief moeten betalen dan de gemiddelde persoon in een relatief arme regio.

De spreiding in belastingtarieven zoals deze van toepassing zijn op de gemiddelde persoon, verschilt nogal van land tot land. In sommige landen, zoals Itali¨e, Portugal en Spanje, kan een inwoner uit de rijkste regio een belastingtarief hebben dat 1.3-1.4 keer zo hoog is als die van een inwoner in de armste regio. In andere landen, zoals Polen en Oostenrijk, is deze ratio veel kleiner in het bereik 1.05-1.1. Deze verschillen hangen af van hoe progressief het belastingstelsel is, specifiek voor inkomens in de buurt van de regionale gemiddeldes. In Polen zijn de inkomensverschillen tussen

(5)

531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019

Processed on: 23-5-2019 PDF page: 158PDF page: 158PDF page: 158PDF page: 158

regio’s bijvoorbeeld vrij klein en vallen de gemiddelde inwoners van de verschillende regio’s in dezelfde belastingschijf.

Dergelijke verschillen tussen landen zijn in dit hoofdstuk nader onderzocht. Door middel van een variance decomposition kan worden gekwantificeerd in hoeverre de regionale spreiding van deze toepasbare belastingtarieven verschilt van land tot land. Deze analyse geeft aan dat de landen in grofweg drie groepen verdeeld kunnen wor-den. In de eerste groep ontstaat de variantie vooral door verschillen tussen regio’s; deze groep bestaat uit Belgi¨e, Tsjechi¨e, Finland, Itali¨e, Portugal, en Spanje. In de tweede groep ontstaat de variantie vooral door verschillen binnen regio’s, dus door de tijd; deze groep bestaat uit Oostenrijk, Denemarken, Duitsland, Ierland, Neder-land, Polen, en Zweden. In de derde groep is de variantie tussen en binnen regio’s ongeveer even groot; deze groep bestaat uit Frankrijk, Griekenland, Hongarije, en het Verenigd Koninkrijk. De variantie van het belastingtarief in de eerste groep komt dus voornamelijk door inkomensverschillen tussen de regio’s, en in de tweede groep vooral door inkomensgroei (dat als gevolg heeft dat de gemiddelde inwoner uiteindelijk in een hogere belastingschijf terecht komt) of hervormingen van het be-lastingstelsel. In de derde groep is er een combinatie van deze factoren, aangezien de variantie ongeveer even wel verklaard wordt door verschillen tussen als binnen regio’s.

Naast een relatief hoog inkomen, hebben regio’s met relatief hoge toepasbare be-lastingtarieven (ten op zichte van het landelijk gemiddelde) nog meer met elkaar in het gemeen. Middels een general-to-specific aanpak kan de verklarende rol van een groot aantal verschillende variabelen worden beschouwd. Deze analyse heeft twee belangrijke conclusies. Allereerst presteren regio’s met relatief hoge toepasbare be-lastingtarieven beter op diverse economische indicatoren: productie en arbeidspar-ticipatie zijn er hoger, en de werkloosheid en het aantal mensen dat werkt in de agrarische sector lager. Ten tweede blijken verschillen in marginale belastingtarieven aanzienlijk moeilijker te verklaren dan verschillen in gemiddelde belastingtarieven. Marginale tarieven veranderen in de regel in discrete stappen, wanneer iemand in een nieuwe belastingschijf komt. Dit impliceert dat een kleine verandering in het inkomen een groot effect op het toepasbare marginale belastingtarief kan hebben. Daarentegen kan een grote verandering in het inkomen het toepasbare tarief ook onveranderd laten. Het resultaat hiervan is dat marginale tarieven volatieler zijn en zich moeilijker laten verklaren.

De data set die in dit hoofdstuk is ontwikkeld is bij uitstek relevant voor regionale arbeidsmarktanalyses. Op landelijk niveau is er een positief verband tussen hogere belastingtarieven en werkloosheid (Daveri & Tabellini, 2000). Op regionaal niveau is dit verband nog nooit onderzocht. De analyse in dit hoofdstuk geeft aan dat verschillen in toepasbare belastingtarieven tussen regio’s een sterk verband hebben

(6)

531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019

Processed on: 23-5-2019 PDF page: 159PDF page: 159PDF page: 159PDF page: 159

met verschillen in werkloosheidsgraden. Een hoger toepasbaar belastingtarief en hogere werkloosheid gaan hand in hand, net zoals onderzoek op landelijk niveau aangeeft.

Dit hoofdstuk heeft aangetoond dat toepasbare inkomstenbelastingtarieven, zoals deze van toepassing zijn op de gemiddelde persoon in verschillende regio’s, nogal vari¨eren. Hoewel landen hun belastingstelsel op landelijk niveau inrichten, heeft dit dus verschillende implicaties voor verschillende regio’s. In zoverre dat belastingen in het algemeen een negatief verband hebben met economische groei (Kneller et al., 1999) en hogere werkloosheid (Daveri & Tabellini, 2000), en aangezien relatief rijke regio’s hogere toepasbare belastingtarieven hebben, zal het belastingstelsel dus een direct effect hebben op de verschillen tussen regio’s binnen een land.

6.1.3

Belastingmoraal

Hoofdstuk 4 beschouwt belastingen vanuit het perspectief van een individu. Be-lastingbetalers staan voor een belangrijke beslissing: is belastingontduiking de moeite waard? De literatuur op dit onderwerp suggereert dat het antwoord op deze vraag vooral afhangt van de belastingmoraal van de persoon in kwestie. Belastingmoraal wordt gedefineerd als de niet-geldelijke motieven om belasting te betalen (Luttmer & Singhal, 2014). Diverse culturele waarden zijn sterk geassocieerd met belasting-moraliteit, zoals hoe eerlijkheid ervaren wordt (Cummings et al., 2005; Fortin et al., 2007), de houding ten op zichte van de overheid (Cummings et al., 2005; Feld & Frey, 2002; Scholz & Lubell, 1998), burgerdeugden (Orviska & Hudson, 2003), soci-aal kapitsoci-aal (Alm & Gomez, 2008), en vroomheid (Alm & Torgler, 2011). Dergelijke waarden worden echter niet universeel gedeeld door alle mensen in een samenleving (Schwartz & Sagie, 2000). De resultaten uit dit hoofdstuk suggeren dat de exacte waarden minder belangrijk zijn dan hoe iemand’s waarden zich verhouden tot die van anderen.

Dit hoofdstuk draagt op twee voorname manieren bij aan de literatuur. Allereerst ontwikkeld het een nieuwe methode om de conformiteit-score van de waarden van een individu te berekenen. Deze score geeft aan in hoeverre een persoon dezelfde waarden heeft als die van een referentie groep. Een hoge conformiteit-score geeft aan dat iemand’s waarden erg lijken op die van de groep. Ten tweede laat de analyse zien dat er een sterk positief verband is tussen de conformiteit-score van een individu en zijn belastingmoraal. Dit betreft een substantieel effect: een toename van ´e´en standaardafwijking in de conformiteit-score is geassocieerd met een 24 procent punt toename in de kans dat iemand belastingontduiking gerechtvaardigd vindt. Dit is in lijn met een bredere onderzoekslijn die aangeeft dat maatschappelijke diversiteit op economisch vlak kostbaar is (Alesina et al., 2016; Arbatli et al., 2018; Ashraf &

(7)

531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019

Processed on: 23-5-2019 PDF page: 160PDF page: 160PDF page: 160PDF page: 160

Galor, 2013; Desmet et al., 2012; Sturm & de Haan, 2015).

Daarnaast is vergeleken of dit effect van conformiteit zich vooral op een indi-vidueel of hoger (i.e. regionaal) niveau afspeelt. Individuele conformiteit refereert hierbij aan de mate waarin de waarden van een individu conformeren naar die van de medeburgers. Regionale conformiteit daarentegen geeft aan in hoeverre de inwoners van een bepaalde regio in het algemeen op elkaar lijken wat betreft hun waarden. De resultaten geven duidelijk aan dat het met name individuele conformiteit is die het effect veroorzaakt. Er lijkt echter ook een serieuze mogelijkheid te bestaan dat dit effect conditioneel is. In regio’s met een hogere regionale conformiteit-score is het namelijk zo dat het verband tussen belastingmoraal en de individuele conformiteit-score sterker is.

6.2

Kritische Reflectie en Nader Onderzoek

Dit proefschrift heeft benadrukt dat belastingen potentieel heterogene effecten kun-nen hebben op diverse economische uitkomsten. Ten einde dit op een zo robuust en overtuigende manier te doen, heeft het zich gebaseerd op een combinatie van em-pirische en theoretische methodes. Op het emem-pirische vlak is dit gedaan door niet alleen de resultaten van een specifieke opstelling te laten zien, maar ook te laten zien wat er gebeurt wanneer de onderliggende aannames veranderen. Waar mogelijk worden deze analyses ondersteund door theoretische argumenten, zij in de vorm van een expliciet model zoals in Hoofdstuk 2, of door explicitiet te refereren aan een model of theorie. Ondanks deze zorgvuldige aanpak zijn er uiteraard beperkingen in de analyses van ieder hoofdstuk.

De focus in hoofdstuk 2 ligt op een algemeen geaccepteerd theoretisch resultaat dat stelt dat kapitaal niet belast dient te worden. Het is echter lastig om het concept van kapitaal te vertalen in een empirische maatstaf, dubbel te meer voor belastingen hierop. Er is simpelweg niet een eenvoudige maatstaf die deze concepten meet voor een groot aantal landen. Om dit probleem zo goed mogelijk op te lossen, baseert de analyse in dit hoofdstuk zich dan ook op verschillende maten die ieder hun voor- en nadelen hebben. Hoewel de resultaten met de verschillende maten in het algemeen erg vergelijkbaar zijn, is het belangrijk te onderkennen dat ze geen van allen perfect zijn.

Een tweede beperking is er een die voor het meeste macro-economische onderzoek geldt: de beschikbaarheid van data. De gebruikte steekproef beslaat een grote en diverse groep landen en een vrij lange tijdsperiode, maar niet altijd met de gewenste mate van detail. Hoewel de analyse zo is opgesteld dat zo veel mogelijk minder ontwikkelde landen in de steekproef mee konden worden genomen, is het wel zo dat de data voor deze landen in het algemeen pas beschikbaar is vanaf 1990. Dit is vooral

(8)

531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019

Processed on: 23-5-2019 PDF page: 161PDF page: 161PDF page: 161PDF page: 161

relevant voor de schatting van het inkomensniveau waarop het effect van belastingen op kapitaal op economische groei wisselt van positief naar negatief. Dit wordt nu minder nauwkeurig geschat dan mogelijk zou zijn met gedetailleerdere data.

Hoofdstuk 3heeft een nieuwe data set ontwikkeld met toepasbare inkomens-belastingtarieven op een regionaal niveau. Het baseert zich hierbij op gedetailleerde informatie van de verschillende belastingstelsels. Deze informatie is echter niet beschikbaar voor een lange tijdsperiode, waardoor de tijdsdimensie van de data relatief kort is. Verder is de focus van de analyses vooral op de expositie van de nieuwe data set, waardoor een uitgebreidere analyse buiten het bereik valt. Desal-niettemin toont het hoofdstuk wel duidelijk aan dat deze data een aantal nuttige toepassingen heeft. Met name op het gebied van regionale arbeidsmarktanalyses is er veel potentie voor verder onderzoek. Daarnaast lijkt het ook aannemelijk dat regionale toepasbare belastingtarieven convergentie tussen regio’s kan be¨ınvloeden. Dit is vanuit beleidsperspectief belangrijk en dient zeker verder onderzocht te wor-den.

Hoofdstuk 4bestudeert belastingontwijking, hetgeen waarschijnlijk de effecten van belastingen be¨ınvloed. Een belasting die wordt ontweken zal immers mogelijk andere effecten hebben dan een belasting die niet wordt ontweken. De benadering die in dit hoofdstuk wordt gebruikt richt zich echter niet specifiek op belastingontwi-jking. Accurate data hierover is namelijk erg schaars. In plaats daarvan wordt data gebruikt over wat mensen vinden van belastingontwijking: de belastingmoraal. De belastingmoraal is ongetwijfeld gerelateerd aan belastingontwijking, maar het is be-langrijk te onderkennen dat het geen een-op-een verband is. Ondanks dat iemand belastingontwijking in het algemeen acceptabel vindt, betekent nog niet dat hij ook daadwerkelijk zou frauderen op zijn eigen belastingaangifte. Voorzichtigheid is dus geboden om de conclusies van dit hoofdstuk niet te ver buiten zijn domein te inter-preteren.

Het hoofdstuk vertrouwt verder op gedetailleerde data betreffende individuele voorkeuren. Deze data is in het algemeen beschikbaar voor een grote en diverse groep individu¨en, maar is op bepaalde gebieden beperkt. De voornaamste maatstaf die ge¨ıntroduceerd is in dit hoofdstuk, conformiteit, drukt de waarden van een indi-vidu uit ten op zichte van een referentie groep. Deze referentie groep is zo fijnmazig mogelijk gedefineerd, maar dit is nog steeds op een vrij hoog aggregatieniveau. Ide-aliter zou deze referentiegroep bestaan uit de mensen met wie iemand daadwerkelijk regelmatig interacties heeft. In plaats daarvan, door de beperkingen van de data, wordt deze groep gedefineerd als alle medeburgers die in een bepaalde regio wonen. Desalniettemin laat de analyse wel duidelijk zien dat conformiteit in waarden erg relevant is. Het belang van culturele waarden om diverse economische uitkomsten te begrijpen is al uitgebreid aangetoond in de literatuur, maar er is zeker nog ruimte

(9)

531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019

Processed on: 23-5-2019 PDF page: 162PDF page: 162PDF page: 162PDF page: 162

voor nader onderzoek om te bezien in hoeverre het belangrijk is of deze waarden ook worden gedeeld.

6.3

Beleidsimplicaties

Theori¨en over het optimaal heffen van belastingen hebben door de jaren veel in-vloed gehad op publiek beleid. Op veel gebieden zijn de aanbevelingen echter niet overgenomen door beleidsmakers. Maar waarom eigenlijk niet? Aldus Mankiw et al. (2009) zou het kunnen zijn dat de theorie juist is, maar dat de samenleving bepaalde waardevolle maar contra-intu¨ıtieve inzichten niet op waarde weet te schat-ten. Aan de andere kant zou het ook kunnen dat politici zich er bewust van zijn dat deze aanbevelingen niet universeel toepasbaar zijn, danwel dat ze bang zijn voor de electorale consequenties van de invoering van dergelijk beleid. De analyse in dit proefschrift geeft in ieder geval aan dat belastingbeleid heterogene effecten kan hebben die afhangen van andere factoren, mogelijkerwijs zelfs in een grotere mate dan theoretische onderzoekers zich bewust zijn.

De belangrijkste les uit Hoofdstuk 2 op beleidsgebied is dat het effect van be-lastingen op kapitaal op de economische groei afhangt van de mate van economische ontwikkeling van een land. In hoog ontwikkelde landen is het mogelijk wenselijk om inkomsten uit kapitaal niet volledig vrij te stellen van belastingen. Enige mate van belasting zou zelfs de economische groei kunnen promoten, mits de inkomsten gebruikt worden om andere verstorende lasten te reduceren, danwel om innovatie te stimuleren. Voor minder ontwikkelde landen geldt deze conclusie niet. Hier kan het gebruik van aantrekkelijk lage belastingtarieven op kapitaal juist een belangrijke manier zijn om buitenlandse investeringen aan te trekken. Deze kunnen vervolgens de economische groei verder stimuleren via eventuele kennisoverloopeffecten.

Het lijkt wellicht aannemelijk dat wanneer openbaar beleid van toepassing is op alle regio’s binnen een land, het geen effect zal hebben op de verschillen tussen de regio’s. De analyse in Hoofdstuk 3 laat echter duidelijk zien dat dit niet het geval is voor belastingbeleid. De combinatie van progressieve belastingstelsels en inkomensverschillen tussen regio’s zorgen ervoor dat de gemiddelde inwoner in een rijkere regio een hoger belastingtarief (gemiddeld en marginaal) betaalt dan de gemiddelde inwoner in een armere regio. Ondanks dat belastingbeleid in het alge-meen niet is gericht op bepaalde regio’s, kan het dus toch een effect op economische convergentie, doordat de rijkere regio’s harder getroffen worden dan de minder rijke. Convergentie is een van de kerndoelen van de Europese Unie (European Political Strategy Centre, 2015) en dus is dit een erg relevant effect. De verschillen in toepas-bare belastingtarieven tussen regio’s kunnen groter of kleiner worden gemaakt door de belastingschijven (en corresponderende tarieven) af te stemmen op de

(10)

531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019

Processed on: 23-5-2019 PDF page: 163PDF page: 163PDF page: 163PDF page: 163

sniveau’s die voorkomen in de verschillende regio’s. Hierdoor kan de gemiddelde inwoner van de ene regio in de ene belastingschijf vallen, terwijl die van een andere regio in een andere schijf valt. Naast dit effect laat de analyse uit dit hoofdstuk ook zien dat het belastingstelsel effect kan hebben op verschillen in werkloosheid tussen verschillende regio’s.

Hoofdstuk 4 laat zien dat hoe burgerzin wordt ervaren, afhangt van de mate waarin culturele waarden gedeeld worden binnen een samenleving. De belasting-moraal van personen die waarden aanhangen die erg verschillen van de personen om hen heen blijkt in het algemeen substantieel lager te zijn. Derhalve kan het lastig zijn om dergelijke burgers effectief te belasten. Maar dezelfde persoon, met exact dezelfde waarden, kan een veel hogere belastingmoraal hebben wanneer hij tussen mensen zou leven die meer op hem lijken. Indien belastingmoraal gestimuleerd kan worden via openbaar beleid, zou de grootste winst gemaakt kunnen worden bij burg-ers met de laagste belastingmoraal. De analyse uit dit hoofdstuk geeft duidelijk aan dat dit personen zullen zijn die waarden aanhangen die het meeste afwijken van die van hun medeburgers.

Gecombineerd tonen de diverse hoofdstukken aan dat de effecten van belastingen niet overal hetzelfde zijn. Dit proefschrift laat met name zien dat fiscale maatregelen effecten kunnen hebben die context afhankelijk zijn. Fiscaal beleid kan niet simpel-weg van elders gekopi¨eerd worden en verwacht worden hetzelfde effect te hebben. In plaats daarvan is enige voorzichtheid geboden om in te schatten of een bepaalde maa-tregel waarschijnlijk hetzelfde effect zal hebben, afhankelijk van hoe overeenkomstig de lokale omstandigheden zijn. Algemene regels en aanbevelingen over fiscaal beleid kunnen dus misleidend zijn, vooral wanneer deze de mogelijkheid van heterogene effecten niet onderkennen.

(11)

531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate 531634-L-sub01-bw-tenKate Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019 Processed on: 23-5-2019

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In a small number of countries, the differences between regions are relatively small, so that most of the observed variation in tax rates is due to variation in regional income

Having established a positive relationship between individual value conformity and tax morale, an important question to consider next is whether this relationship is driven by

As taxes are generally associated with lower eco- nomic growth (Kneller et al., 1999) and higher unemployment (Daveri & Tabellini, 2000), and since relatively rich regions will

Optimal capital versus labor taxation with innovation-led growth.. NBER Working

In high-income countries that operate close to the technol- ogy frontier and whose relative income levels are high, we find that greater reliance on capital taxation relative to

The distortions created by taxes on labor can exceed those of taxes on capi- tal, particularly in developed countries with comparatively high rates of labor income taxation

Aandeelhouders wensen een bepaald rendement (rentier opportunity cost), dat niet los kan worden gezien van de lucratieve investeringen in financiële activitei- ten.

Hij liet weten dat het Ten Kate was ~~weest, en niet <?rimm, die de allereerste grondslagen had gelegd van de verge- lij~ende grammatica van de Germaanse talen: