• No results found

De individuele administraties van de ministers zijn verantwoordelijk voor het toezicht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De individuele administraties van de ministers zijn verantwoordelijk voor het toezicht"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 20

van 21 oktober 1998

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

Decreet kunstwerken in openbare gebouwen – Toe- passing

In 1996 vroeg ik de verschillende ministers naar de toepassing van de decreten met betrekking tot integratie van kunstwerken in openbare gebouwen.

De individuele administraties van de ministers zijn verantwoordelijk voor het toezicht. Zoals blijkt uit het antwoord van 1996 rapporteerden slechts wei- nig administraties over de resultaten aan de admi- nistratie Kunst, zoals gevraagd door een ministerië- le omzendbrief (gecoördineerd antwoord van minister Luc Martens op schriftelijke vraag van 2 juli 1996 gesteld aan alle ministers van de Vlaamse regering, Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 3 van 31 oktober 1996, blz. 244 e.v. – red.).

Op 25 september laatstleden stelde ik daarover opnieuw schriftelijke vragen aan een aantal minis- ters

Intussen verneem ik dat de minister bevoegd is om terzake gecoördineerd te antwoorden.

Mag ik dan ook vragen, verwijzende naar de respectieve vraagstellingen in bedoelde schriftelij- ke vragen, mij een gecoördineerd antwoord te wil- len verstrekken ?

N.B. Als bijlage de schriftelijke vragen van 25 sep- tember laatstleden aan de minister-president, Vlaams minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie en aan de Vlaamse ministers van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, van Leefmilieu en Tewerkstelling, van Onderwijs en Ambtenarenzaken, van Economie, KMO, Landbouw en Media, en van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting.

Gecoördineerd antwoord

Op 12 mei 1998 keurde het Vlaams Parlement op voorstel van Vlaams volksvertegenwoordiger Marc Olivier een wijziging goed van de decreten van 23 december 1986 houdende de integratie van kunst- werken in gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeen- schap/het Vlaams Gewest behoren.

Hierdoor werd het toepassingsgebied van het decreet uitgebreid naar de oprichting of verbou- wing van gebouwen waarvoor het Vlaams Gewest een huurkoopcontract, leasingcontract of huurcon- tract voor vijfentwintig jaar of langer afsluit of waarvoor een private rechtspersoon 30 % subsidie krijgt ten laste van de begroting van het Vlaams Gewest.

Om een evaluatie te maken van deze nieuwe regel- geving is het vandaag nog te vroeg. Wel stel ik vast dat de oude regelgeving in het verleden zeker niet veralgemeend werd toegepast. Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op de vermelde vraag van de Vlaamse volksvertegenwoordiger van 2 juli 1996.

Om aan het nieuwe decreet een optimale toepas- sing te verlenen, moet een interdepartementaal in- strumentarium worden ontwikkeld dat zowel in de begeleiding als in de controle van de betreffende regelgeving voorziet. Ik zal aan de administratie Overheidsopdrachten, Gebouwen en Gesubsi- dieerde Infrastructuur en aan de administratie Cul- tuur vragen om een voorstel uit te werken.

Niettemin kende de toepassingsgraad van de betrokken decreten sinds 1996 een positieve evolu- tie. Dit is te danken aan de initiatieven die mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, bevoegd voor de huisvesting van de diensten van de Vlaam- se regering, hiertoe nam. In de nieuwe gebouwen van de Vlaamse Gemeenschap – de Ferraris en Conscience – werden en worden kunstwerken geïntegreerd.

Voor het Graaf de Ferraris-gebouw werden zestien kunstwerken van verschillende kunstenaars gesele- teerd en deze worden permanent tentoongesteld in het voornoemde gebouw.

De bevoegde minister heeft tevens beslist om vanaf 1996 de ontvankelijkheid van de binnen het Vlaams Investeringsfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) ingediende subsidieaan- vragen mee afhankelijk te maken van het feit of de bouwplannen en het lastenboek al dan niet in de integratie van een kunstwerk voorzien (omzend- brief GZI-VIPA 96/1 van 7 februari 1996). De administratie Cultuur leverde de nodige ondersteu- ning voor de opstelling van de toelichtingsnota en het type-wedstrijdreglement dat deze omzendbrief vergezelde. Tevens geeft de administratie Cultuur, wanneer de bouwheer daartoe verzoekt, de nodige begeleiding met het oog op een kwaliteitsvolle invulling van deze integratieplicht.

Uit de gegevens die door de andere ministers bin- nen de Vlaamse regering werden bezorgd, blijken ook een aantal knelpunten die verdere opvolging

(2)

vereisen. Ik zal hen vragen om hieraan aandacht te besteden en eventueel de nodige initiatieven te nemen.

Ten slotte bezorg ik de verscheidene concrete ele- menten van antwoord op een aantal punctuele vra- gen die de Vlaamse volksvertegenwoordiger aan de andere ministers stelde.

– De gebouwen die worden opgericht door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) – inbegrepen de opleidingscentra – vallen onder het toepas- singsgebied van de decreten. Omdat de decre- ten niet bekend waren bij de diensten van de VDAB, werden in de VDAB-gebouwen opge- richt sinds de inwerkingtreding van het decreet van 23 december 1986, (nog) geen kunstwerken geïntegreerd.

De VDAB is evenwel bereid om dit retroactief te verhelpen. Na onderzoek van de aard en de keuze van de kunstwerken gerelateerd aan de integreerbaarheid in bestaande constructies, zal aan het beheerscomité een voorstel van (meer- jaren)actieplan ter goedkeuring worden voorge- legd waarin de representatieve VDAB-locaties, progressief, van een kunstwerk zullen worden voorzien.

– De Autonome Raad voor het Gemeenschapson- derwijs (ARGO) laat geen kunstwerken creë- ren in uitvoering van het decreet betreffende de integratie van kunstwerken in openbare gebou- wen, aangezien de ARGO van mening is dat het decreet in kwestie niet van toepassing is op haar schoolgebouwen.

In antwoord op de schriftelijke vraag van 2 juli 1996 over hetzelfde onderwerp verwoordde toenmalig minister bevoegd voor Onderwijs Luc Van den Bossche het standpunt van ARGO reeds als volgt :

"De ARGO stelt dat de decreten van 1986 niet van toepassing zijn op de ARGO-infrastructuur.

De ARGO stelt dat uit de voorbereidende wer- ken van de decreten van 1986 blijkt dat de indiener van het decreetsvoorstel de toepassing van dit decreet uitdrukkelijk wenst beperkt te zien tot de gebouwen "die een functie hebben tot opvang van het publiek" en aldus normaal toegankelijk zijn voor het publiek. De ARGO is van mening dat de ARGO-schoolgebouwen niet onder de toepassing van dit decreet vallen, ver- mits zij niet als dusdanig openstaan voor het publiek zoals dit voor de culturele centra en sporthallen wel het geval is".

– Voor de universiteiten zijn eveneens geen initia- tieven bekend.

– Wat Economie en Landbouw betreft, werden geen gebouwen gesubsidieerd. De betrokken decreten zijn hier dan ook niet van toepasing.

– Wat de administratie Media betreft, werden de gebouwen van de omroep van de Vlaamse Gemeenschap VRT opgetrokken vooraleer het kwestieuze decreet in werking trad.

– Met betrekking tot de verlenging van toestem- ming aan de gemeenten tot gebruik van de trek- kingsrechten uit het Investeringsfonds, gebeurt vanuit de provinciale gouvernementen geen sys- tematische toetsing aan de decreten van 23 december 1986 houdende integratie van kunst- werken in gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van de door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, vereni- gingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap en tot het Vlaams Gewest beho- ren.

Een dergelijke systematische toetsing geschiedt evenmin met betrekking tot de trekkingsrech- ten uit het Investeringsfonds voor de provincies en voor de besteding door de gemeenten van de trekkingsrechten uit het Sociaal Impulsfonds (SIF) indien deze worden aangewend voor investeringen in gebouwen.

Men beschikt bijgevolg niet over een (geactuali- seerde) lijst met kunstwerken in de gebouwen van de lokale besturen.

– Door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek werd dit jaar een nieuw gebouw opgericht voor Prodem (demonstratie van nieu- we technologieën). Er werden evenwel geen kunstwerken geïntegreerd, omdat men niet op de hoogte was van het decreet op de integratie van kunstwerken. De vraag om hieraan voorals- nog te voldoen, zal aan de Vlaamse openbare instelling (VOI) worden gesteld.

Andere VOI's huren gebouwen waarvoor het huurcontract werd afgesloten vóór de decreetswij- ziging van 1998.

(Bovenvermelde bijlage ligt ter inzage bij het secre- tariaat van het Vlaams Parlement, dienst Schriftelij- ke Vragen – red.)

(3)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

instandhouding  stimuleren  en  de  conflicten  met  ander  landgebruik  reduceren.  De  aanwezigheid  van  bevers  in  geschikte  zones  kan  bovendien  winst 

De tekenaar constructeur bespreekt vraagstukken omtrent het te produceren technische product met betrokkenen, vraagt hun mening en doet reële, uitvoerbare voorstellen zodat hij

Indien de gegevens betreffende geregistreerde aantallen verkeersdoden voor 1989 (1456) bij de interpretatie betrokken worden dan blijkt daaruit geen feitelijke

This graph time point is taken from when the GNPs were added to the cells….……….72 Figure 5-7: Normalised calculated cytotoxicity using xCELLigence data of the GNPs to the

Apart from three pages of introducing and contextualising the study (which will be responded to in the discussion) the History MTT in this section largely covers content

Die filosofies- opvoedkundige mandaat (grondslag) van die Pretorius-kommissie was tweërlei van aard: dat “die Christelike beginsel in onderwys en op- voeding erken, openbaar en

Sesessie of afskeiding was die strewe, veral onder Nasionaliste, om die Unie van Suid-Afrika uit die Britse Gemenebes van Nasies los te maak.. Vir baie

Advies met betrekking tot het verzoek tot ontheffing van de MER-plicht voor dijkwerken en estuariene natuurontwikkeling in de zone tussen Fort Filip en het.. Noordkasteel