ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUUR- EN BOSONDERZOEK A.2007.11
Habitattoets betreffende de impact van de aanleg van een verhard jaagpad ter
hoogte van het Kijkverdriet (Steendorp, LO) op de Speciale Beschermingszones
Nummer : INBO.A.2007.11 Datum : 25 – januari - 2007
Auteurs: Vandevoorde Bart, Verbessem Ingrid & Van den Bergh Erika Vragen naar : Vandevoorde Bart
Geadresseerde : Dr. Rita Van Ham Dhr. Guido Op de Beeck Waterwegen en Zeekanaal nv. Afdeling Zeeschelde Copernicuslaan 1, bus 13 2018 Antwerpen Datum aanvraag : 17/01/2007
1. Inleiding & methode
De linkeroever van de Zeeschelde ter hoogte van het Kijkverdriet te Steendorp, i.e. het schor dat zich ter hoogte van de projectsite bevindt, is zowel Habitat- als Vogelrichtlijngebied resp. Schelde- en Durmeëstuarium van de Nederlandse grens tot Gent (BE2300006 (1-56)) en Durme en de Middenloop van de Schelde (3.5) genoemd (Figuur 1). Overeenkomstig de bepalingen in artikel 36ter §3 van het Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (21/10/1997) dient te worden getoetst of de geplande werken een significante invloed zouden hebben op de Speciale Beschermingszone.
Onderstaand wordt nagegaan in hoeverre de aanleg van het jaagpad op de dijk Temse – Steendorp ter hoogte van de Warandestraat invloed heeft op de Speciale Beschermingszone (SBZ). Hiervoor zal een eventueel effect op de aanwezige water- en broedvogels alsook op de vegetatie worden nagegaan. De gegevens verkregen bij de maandelijkse watervogeltellingen (Watervogeldatabank INBO), alsook de gegevens van de laatste broedvogelkartering (EVERAERT 1999) en broedvogelatlas (Broedvogeldatabank INBO) worden hiervoor gebruikt.
2. Biota
2.1 Vegetatiekaart
Het Kijkverdriet bestaat voornamelijk uit rietland en struweel, terwijl aan de rand van de geul en aan de Zeeschelde enige wilgenbossen voorkomen. Tussen het schor en de projectsite ligt een geul die bij laagwater droog komt te staan. Langs de randen van deze geul bevinden zich nog Kolonisatoren wat pioniersvegetaties omvatten van Waterpeper (Polygonum hydropiper), Ridderzuring (Rumex obtusifolius), etc. Aansluitend komen ruigtes en struwelen voor. De dijkvegetatie wordt er gedomineerd door algemene en hoogproductieve grassen zoals Glanshaver (Arrhenatherum elatius) en Kropaar (Dactylis glomerata), aangevuld met onder andere Akkerdistel (Cirsium arvense).
Op voorwaarde dat het jaagpad wordt aangelegd op de bestaande dijk zal dit geen effect hebben op de schorvegetaties aan weerszijden van de geul.
2.2 Watervogels
Maandelijks worden de watervogels op de Zeeschelde geteld. Hiervoor is de Schelde in verschillende trajecten ingedeeld. De projectsite maakt deel uit van het traject Schelde Notelaer/Ballooi – Rupelmonding. In figuur 3 worden de aantallen van de belangrijkste soorten weergegeven die in dit traject op linkeroever zijn geteld (Watervogeldatabank INBO). Vanaf april 2004 zijn langs het traject 33 soorten watervogels aangetroffen. Zoals uit figuur 3 blijkt, kent het aantalverloop een duidelijk seizoenaal patroon waarbij de hoogste aantallen watervogels in de wintermaanden (oktober – maart) worden geteld met een piek in november tot januari. De meest voorkomende soorten zijn Wintertaling, Wilde eend, Tafeleend, Krakeend, Bergeend, Kokmeeuw, Pijlstaart en Meerkoet, die met uitzondering van Wilde eend, vooral in de wintermaanden hun maximum bereiken (Tabel 1).
De Zeeschelde is van internationale betekenis (1%-norm) voor Wintertaling, Krakeend, Pijlstaart en Tafeleend. Vooral in dit traject komen ze in hoge aantallen voor. De geplande werken mogen bijgevolg geen impact hebben op deze watervogels.
Indien de geplande werken in de zomermaanden worden uitgevoerd en gezien de watervogels vooral op het slik voorkomen, waardoor het Kijkverdriet als buffer fungeert, zullen deze werken naar alle waarschijnlijkheid geen negatieve impact hebben op de overwinterende watervogels. 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 2 0 -A pr-0 4 19-M a y -0 4 21 -J u n -0 4 20 -J u l-0 4 17 -A u g -0 4 20 -S e p -0 4 18 -Oc t-0 4 16 -No v -0 4 15 -D ec -0 4 14 -J a n -0 5 11 -Fe b -0 5 14 -M ar-0 5 1 1 -A pr-0 5 24-M a y -0 5 23 -J u n -0 5 22 -J u l-0 5 22 -A u g -0 5 20 -S e p -0 5 19 -Oc t-0 5 21 -No v -0 5 20 -D ec -0 5 16 -J a n -0 6 14 -Fe b -0 6 13 -M ar-0 6 1 3 -A pr-0 6 15-M a y -0 6 13 -J u n -0 6 13 -J u l-0 6 11 -A u g -0 6 25 -S e p -0 6 23 -Oc t-0 6 23 -No v -0 6 22 -D ec -0 6 Wintertaling Wilde Eend Tafeleend Pijlstaart Meerkoet Krakeend Kokmeeuw Bergeend
2.3 Broedvogels
Wat broedvogels betreft, is het Vogelrichtlijngebied aangemeld voor IJsvogel en Blauwborst. In de broedvogeldatabank zijn geen data bekend van UTM-hok ES8864 waarin de projectsite is gelegen, enkel EVERAERT (1999) levert broedvogelgegevens.
Broedgevallen van IJsvogel zijn niet bekend. Blauwborst komt er echter wel tot broeden; in het broedseizoen van 1993 werden ten minste 2 territoria vastgesteld (Figuur 4). Andere Bijlage I-soorten komen er niet tot broeden.
Indien de geplande werken buiten het broedseizoen worden uitgevoerd zullen deze naar alle waarschijnlijkheid geen negatieve impact hebben op de broedvogels.
3. Besluit
Op basis van deze habitattoets kan gesteld worden dat de aanleg van een verhard jaagpad op de bestaande dijk tijdens de ingebruikname geen significant negatieve effecten zal hebben op de habitats en soorten waarvoor het Habitat- en Vogelrichtlijngebied zijn aangemeld. Indien de geplande werken uitgevoerd worden in de periode juli-oktober tussen de broedperiode en het overwinteringsseizoen worden ook tijdens de uitvoeringsfase geen significant negatieve effecten verwacht op resp. de broedvogels en overwinterende watervogels die in internationaal belangrijke aantallen voorkomen langs de Zeeschelde.
Mits goedkeuring van de bevoegde overheid – het Agentschap voor Natuur en Bos - kunnen de resultaten van deze habitattoets aangehaald worden om te argumenteren dat geen passende beoordeling vereist is voor de geplande werken aangezien ze geen significant negatieve gevolgen zullen hebben voor de Speciale Beschermingszonen, mits het respecteren van de beschreven randvoorwaarden.
4. Referentielijst
Broedvogeldatabank Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO).
EVERAERT, J., 1999. Habitatselectie bij broedvogels in de buitendijkse gebieden van de
Zeeschelde. Scriptie graad licentiaat Biologie, Universiteit Gent.
VANDEVOORDE,B.,VAN BRAECKEL,A.,MERTENS,W.,TOMBEUR,A.,PIESSCHAERT,F.,&
VAN DEN BERGH,E., (in prep.). Vegetatiekaart van de schorren van Zeeschelde, Durme en Rupel (2003). Rapport Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.