• No results found

Globale balans

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Globale balans "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VliJBEID EN

DEMOCRATIE

Zaterdag 28 Juli 1951 ·No. 171

Rechtsstaat en Totalitaire

(pag. 5)

WEEK B L A D V A N DE V 0 L K S P A R TIJ V 0 0 R VRIJHEID EN DE tvt 0 CR A TIE

Globale balans

Een bewogen parlementair jaar spoedt ten einde. De Tweede Kamer beëindigde haar arbeid reeds, de Eerste Kamer zal dit voorbeeld spoedig volgen. Is het daarom niet begrijpelijk, dat de vacantiestemming ook ons heeft aangeraakt en dat wij, liever dan het aansnijden van een nieuw probleem op deze plaats, behoefte hebben aan het opmaken van de balans, zij het dan zeer globaal?

Rustig mag dan worden vastgesteld, dat een uiterst bewogen jaar achter ons ligt. Veel werk is er verzet - de voorzitter van de Tweede Kamer herinnerde er vorige week aan, dat de Kamer meer dan 500 uren had vergaderd, terwijl de Handelingen 3050 blad~

zijden bevatten, een record dat slechts in

1918~19 is geslagen - maar naast de veel- heid hedt ongetwijfeld de bewogenheid de aandacht getrokken. Een bewogenheid waaraan de voorzitter van de fractie der :V.V.D., mr. Oud, zijn deel heeft bijgedra~

gen. Tot het heengaan van minister Schok~

king gaf hij een krachtige stoot, omdat onze fractie de gang van zaken met betrekking tot de opbouw der defensie niet langer ver- antwoord achtte. Diens opvolger, minister s' Jacob. kreeg het zwaar te verduren om zijn hoogst onbevredigende houding in de zaak der Ambonnese militairen; de heer s' Jacob zal het mede daaraan te danken hebben, dat hij na de kabinetscrisis niet te~

rugkeerde. En dan hadden wij de kabinets~

crisis, uitgebroken na w~t men nu is gaan noemen .,de nacht van Oud", naar aanlei~

ding van het Nieuw~Guinea~vraagstuk.

Die kabinetscrisis bracht enige winstpun~

ten; niet het onbelangrijkste daarvan was het verdwijnen van minister van Maarseveen van het Departement voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen.

* • *

vlak voor het einde van het parlementaire jaar hebben wij dan nog de felle belas~

tingelebatten gehad, waaruit men onzes in~

ziens kan concluderen, dat de strijd in het aanstaande jaar zeker niet minder fel zal zijn.

Dit was al te verwachten, omdat volgend jaar de verkiezingen zullen worden gehouden en er dan behoefte bestaat aan scherp stelling kiezen, maar duidelijk is, dat in socialistische kring veel sterker de wens gaat opkomen meer direct de socialistische doeleinden na te streven. De lezer mogen wij verwijzen naar een samenvatting van een artikel van het socialistische Tweede Kamerlid Scheps, dat wij in dit nummer hebben opgenomen. Men mag aannemen, dat de heer Scheps in die opvattingen niet alleen staat. De P.v.d.A. zal o.i. steeds meer gaan eisen. Wat zij verwer~

keiijkt zal krijgen, zal afhangen van de hou- ding der Katholieke Volkspartij. Bij de K.V.P. ligt de sleutel tot het politieke gebeu~

ren; de mate van haar toegevendheid is he~

slissend voor wat er zal gaan geschieden in ons land.

Scherpe strijd mag men al onmiddellijk ver~

wachten na de derde Dinsdag van Septem~

ber. Dan immers komt het wetsontwerp ïn~

zake Toezicht "0 het Credietwezen aan de orde. Het V oe ;)ig V erslag van de Tweede Kamer toont wel aan, dat minister Lieftinck buiten zijn geestverwanten wel heel weinig steun vindt voor zijn ideeën. Men mocht ho~

pen, dat de heer Lieftinck daaruit lering zou trekken, maar soepelheid is niet 's ministers sterkste zijde. Houdt hij vast, dan zal er fel worden gestreden. Daarbij zal ook menig woordje vallen over 's ministers financiële

politiek, waarover een toenemende ongerust~

heid bestaat.

• • •

Het wetsontwerp inzake Toezicht op het Credietwezen heeft de gemoederen danig in beweging gebracht. Terecht, men kan de betekenis ervan niet hoog genoeg aanslaan.

Daarom verheugt het ons, dat het pogen van minister Lieftinck om het nog vóór het reces behandeld te krijgen is mislukt, en dat de Kamer de zaak behandelt op de rustige wij~

ze, die men aan een zaak van groot gewicht verschuldigd is, daarbij aan het bedrijfsleven de volle gelegenheid latende zich te doen ho~

ren. Dat heeft het ook voortreffelijk gedaan. · Wij willen daarin thans niet verder treden.

Maar een juist dezer dagen ontvangen adres van het N.V.V. vraagt toch even onze aan~

dacht voor een tweetal punten.

Natuurlijk wordt in dat adres het pleit ge~

voerd voor physieke controles, ook op de prijzen. Dat wil dus zeggen een uitgebreid apparaat van controlerende ambtenaren. En dit terwijl in het adres zelf wordt gesteld dat .,het prijzenprobleem op dit moment geluk~

kig niet acuut meer" is. Na deze verrassen~

de mededeling komt dan de veronderstelling, dat het toch wel weer acuut zou kunnen worden! Wij dachten dat de leiders van het . N.V.V. geleerd zouden hebben. Reeds zeer lang drongen zij aan op een groot prijs~

controle apparaat. Ook onzerzijds is het standpunt ingenomen dat dit niet nodig was.

Bij de jongste debatten over het loon~ en prijsvraagstuk in de Tweede Kamer hebben wij ook gewezen op de mogelijkheid van prijsdalingen. In plaats van een ruiterlijke er~

kenning van de zijde van het N.V.V., dat de aandrang tot prijscontroles dus volslagen on~

juist is geweest en ons land dus millioenen voor niets zou hebben gekost, blij ft men maar aan het denkbeeld vasthouden, terwijl men dan zelf moet erkennen dat .,het prijzen~

probleem op dit moment gelukkig niet acuut meer" is. Dit is ordenen terwille van het or~

denen, dit is het economische leven binden terwille van het binden, dit is ambtenaren creëren terwille van de ambtena~ij!

• * •

Een tweede punt in het adres van het N.V.V. is van niet minder belang. Het N.V.V. zou het namelijk betreuren:

.,indien zich de gewoonte zou gaan vor~

men, dat organisaties of groepen, wel~

ker representanten in de Sociaal Econo~

mische Raad hij het opstellen van een advies over een bepaalde aangelegen~

heid in de minderheid zijn gebleven, door een daverende actie trachten. de indruk, welke het meerderheidsadvies van de Sociaal Economische Raad zou kunnen maken, te verzwakken".

uit is nu toch werkelijk al te gortig. In ons volk heeft iedereen en heeft elke organisatie het recht zich te doen horen en er toe mede te werken, dat een zaak zo goed mogelijk in het licht wordt gesteld. Dit is voor een goede werking der parlementaire democratie van essentiële waarde en dat recht dient dan ook onverkort gehandhaafd te blijven. Wij me~

nen ons overigens te herinneren, dat de heer Vermeulen van het N.V.V. van dat recht in het jongste verleden ook nog wel eens ge~

bruik gemaakt heeft en dat zulks niet op de rustige wijze geschiedde waarmede het be~

drijfsleven thans zijn bezwaren tegen de voorgestelde credietcontröle te berde heeft gebracht. Was bij de heer Vermeulen niet

sprake van het woord .,staking"? Laten de heren van het N.V.V. het geheugen maar eens opfrissen.

c: * 0

Wij wijzen op dit voorbeeld omdat er hier en daar wonderlijke opvattingen gaan ontstaan over wat de democratie vereist. Uit het Nieuw~Guinea~debat herinneren wij ons ook al de poging om de geheime democratie te bedrijven en in het jongste debat over de belastingvoorstellen moest onzerzijds ook gewaarschuwd worden tegen het trekken van de politiek uit de openbaarheid naar de binnenkamer. Dit zijn overigens even zovele bewijzen voor de noodzaak telkenmale weer in het krijt te treden voor een zuivere demo~

cratie. Temeer is dit nodig o.mdat de zich snel wijzigende omstandigheden toch al ern~

stige gevaren voor de democratie inhouden.

Reeds eerder wezen wij op de noodzaak om, nu zich de oplossing van allerlei vraag~

stukken naar het internationale vlak ver- schuift, te zorgen voor democratische orga~

nen der internationale gemeenschap. Op dit moment is één van de redenen van de crisis waarin wij met betrekking tot de democratie zijn geraakt, gelegen in het feit, dat de na~

tionale volksvertegenwoordigingen veel van haar invloed ,..., en daarmede veel van haar vertrouwen -·hebben verloren . omdat zij vaak gedwongen zijn zonder meer te accep~

teren wat op internationaal niveau is over·

eengekomen. Ernstige bezinning op dit vraagstuk en ernstige bezinning op de demo- cratie in het algemeen is dan ook één onzer belangrijkste taken.

Voor ons, liberalen, sta bij dit alles de ver~

dediging der menselijke waardigheid en der vrijheid voorop. Daarvandaan ook onze zorg over de geestelijke instelling, die men vaak aantreft tegenover de mensen bij overheids- instanties. Men heeft de indruk, dat bij ver·

scheidene overheidsdienaren de instelling is gekomen, dat niet de overheid er is terwillt>

van het geluk en de rechtvaardigheid in de gemeenschap, maar dat zij de mensen zien als te zijn dienstbaar aan de overheid. Dit is een aangelegenheid, die ons met zorg ver- vult en naar onze mening direct samenhangt met het gecentraliseer der laatste jaren. Bur~

ger A uit Appingedam is mèèr een mens voor de overheidsdienaren uit Appingedam, dan voor de ambtenaren in Den Haag. Voor de

(Vervolg op pag. 5)

r

ln l'erband met vacanties zal ons blad op 4 Augustus niet verschijnen. Het volgende nummer komt dus uit op 11 Augustus.

~---~

r - -

Mr. E. ELIAS - - , is van heden af weer in fünctie als redactie-secre-

taris. Van nu af worde dus alle correspondentie weer tot hem gericht : Spuistraat 27 4 111, Amster-

\., dam.

.J

(2)

'"''

VRIJHEID EN DEMOCRATIE %8 JULI 1851 - PAG. 2

-

Sociale Zaken en Justitie in de Eerste Kamer

lllotie van pro.f. Molenaar over

ontvijandirtg met grote meerderheid aanvaard

Het einde van de parlementaire werksaamheden begint nu toch in

s~cht te komen. Voor de Tweede Kamer zijn zij reeds geëindigd;

de Eerste Kamer, die' uit de aard van hoor revisie-functie met de 1ddoening van zaken niet anders dan achter kan blijven bij haar parlementaire suster aan de overzijde, zal nog enkele weken moeten doorgaan, maar omstreeks medio Augustus sol toch ook zij haar laatste vergodering in dit sittingsjaar wel hebben gehouden.

precies de omgekeerde gedragslijn ge- volgd als die, welke door de hierbe- doelde leden is voQrgesteld, n.l .. dat gegarandeerd wordt een bodempen- sioen krachtens de algemene volks- verzekering, welk pensioen dan kan worden aangevuld door de bedrijfs- pensioenfondsen". Prof. Molenaar voegde daarbij, dat de aanvullende regeling voor de bedrijfspensioen- fondsen z.i. vrijwillig moet blijven.

Zoals wij, de vol'ige week reeds aankondigden, sullen wij onze oon- dacht ditmaal tot de Eerste Kamer bepalen. In ons volgende over- sicht sullen wij don een blik werpen op die laatste week in de

Kamer van honderd. * * *

B ij de behandeling van de begro- ting van Sociale Zakefi in de Eerste Kamer bracht de woordvoer- der van de V.V.D.-fractie, prof. Mo- lenaar, in herinnering, dat hij bij het begrotingsdebat op 30 Maart van het vorige jaar vrij veel critiek had ge- leverd op het beleid van minister Joekes. Nu wij een jaar verder zijn, wilde hij zich afvragen, of hij zijn oordeel thans moest herzien.

Prof. Molenaar had toen in de eer- ste plaats gezegd: gij slaagt er, naar mijn mening, niet in om in Juni 1950 - zoals de opzet was - de werkloos- heidsverzekering in werking te doen treden. Korte tijd later moest ook de minister toegeven, dat hij die termijn niet zou halen en op het ogenblik - Juli 1951 - is de wet nog niet in werking.

In de Tweede plaats had pn>f. Mo- lenaar toen gesproken over de in uit- zicht gestelde unificatie van de so- ciale verzekeringen. Dit· plan· is se-'

<lertdien ingediend en tot zijn leed- wezen moest hij zeggen, dat de minis- ter daarbij een aanvankelijk door hem ingenomen standpunt, dat op zichzelf betrekkelijk sterk was, heejt prijs ge- geven. Enige jaren geleden had de heer Molenaar zich een voorstander _getoond van de scheiding van de uit- ,voering van langlopende verzekerin- . gen en delen van langlopende verze- keringen, die hij bij de openbare or- ganen wilde laten, en de kortlopende verzekeringen, die zijns inziens door de bedrijfsverenigingen moesten wor- den geadministreerd. De minister had toen gezegd, meer te gevoelen voor de .gedachte, om alle verzekeringen te . ~oen uitvoeren door bedrijfsvereni- : _gingen. Maar, zo zei de min. er bij, 'dan moet er komen 'n Centraal Admi-

nistratiekantoor, want de grote moei- lijkheid, die op 't ogenblik beide ver- :r.ekeringen hebben en die zou wor- den versterkt wanneer wij een ande- re richting opgingen, is, dat de ad ..

ministratie in de verschillende ge- meenten zo zou worden gevoerd, dat de controleurs en medici van ver- ' schillende verenigingen elkaar in die- zelfde gemeenten achterna zouden lo- pen. Daardoor zou de uitvoering no- , deloos duurder worden.

• * •

naar zat wat in en bij die gele- genheid is prof. Molenaar de mi- nist-er dan ook met uitgestoken hand tegemoet gekomen en heeft hij ge- zegd: dit is een plan, dat met goed-e argumenten wordt verdedigd, maar dan moogt gij ook geen uitzonderin- gen op het Centraal Administratie- kantoor toelaten. Maar wat zei de mi- nister nu verleden jaar bij het be- grotingsdebat? Hij zei: nochtans zal ik de mogelijkheid openen, dat be- paalde bedrijfstakken de administra- tie in eigen hand houden. Ik heb, zo merkte prof. Molenaar thans naar aanleiding hiervan op, van een tege- moetkomende houding in het parle- ment nimmer minder pleizier gehad dan toen. Weg was de lijn, die toen althans in 's ministers plan zat. De efficiency, die de minister zo ter harte ging, kon hem op dat ogenblik blijkbaar niet meer schelen. Spr. had vernomen, dat er nu al zeven of acht bedrijfsverenigingen zijn, die kans mak@ erkend te w~den en hij con-

stateerde, dat in dit opzicht de mi- nister de logische grondslagen van zijn eigen plan heeft vermoord. Ik vind - aldus d-e heer Molenaar - dit uitermate jammer, omdat h-et er mij bij de unificatie immers niet om gaat een hobby te volgen, maar ik ben bereid, elk redelijk plan om een uitermate kostbare administratie te voorkomen, te steunen.

• • •

wat het Centrale . Administratie- kantoor betreft noteerde prof.

Molenaar nog "pro memorie" als der- de punt, dat nu duidelijk gebleken was, hoezeer het te betreuren is, dat in de wet op de werkloosheidsverze- kering, die de minister in deze en ook in de Eerste Kamer heeft verdedigd, het Centraal Administratiekantoor niet werd opgenomen.

Sprekend over het ouderdomspen- sioen en de reeds meermalen gestel- . de ·vraag of wij nu bij de defillitieve

wet van de hatelijke aftrek af zullen zijn, wilde prof. Molenaar wel zeg- gen, dat het bekende voorstel van de vakcentraJen z.i. zeer waardevolle elementen bevat. In één opzicht ver- klaarde hij zich echter de minister te steunen, namelijk waar deze in de M. v. A. zegt: "Naar de opvatting van ondergetekende is het een eer- ste vereiste, dat de algemene volks- verzekering voorziet in een bodem- pensioen. Bij het in voorbereiding zijnde wetsontwerp wordt dan ook

Ü ndertussen moet de Noodwet Ouderdomsvoorziening maar steeds blijven gehandhaafd, daar de definitieve wet nog steeds op zich laat wachten. Op 30 Maart van h-et vorige jaar zei de minister, dat een voor-ontweP!'l gereed was; thans zijn wij 15 maanden verder en nu lezen wij in de M. v. A., dat de Regering vertrouwt, dat binnen enkele maan- den een voorontw-erv aan de Sociaal- Economische Raad voor advies zal kunnen worden gezonden. Bovendien herinnerde prof. Molenaar er nog eens aan, dat hij al eerder -een reor- ganisatie van de sociale verzekering had bepleit, welke volgens zeer des- kundig oordeel een millioen bezuini- ging zou kunnen brengen.

Uit de stukken w-eten wij, dat er voor de Ouderdomsverzekering een gecombineerd stelsel van kapitaaldek- king in de een of andere vorm en een omslagstelsel zullen komen. Per- soonlijk bepleitte prof. Molenaar een omslagstelsel, dat hjJ ·voor· dit. stuk, sociale verzekering aangewezen acht- te. En wel mede omdat de waarde- vastheid van de gulden niet meer is die vastheid, welke wij vroeger heb- ben gekend, en dat, indien. men een stuk kapitaaldekking in de ouder- domsverzekering opn-eemt, men Of aan de ouden van dagen geen zekerheid kan geven, dat zij altijd een behoor- lijke uitkering zullen ontvangen, Of dat de Staat geregeld moet bijpassen door toeslagen uit de Staatskas te ge- ven. Aan de hand van de feiten, die

DEZE BURGER

meent dat het goed ts voor de mens om vreemde landen te be- zoeken en onder vreemde volken te verkeren.

"Reizen verruimt de horizon", zeide 's bw·ge1·s grootvader reeds, wanneer hij terugkeerde van een reisje langs de Rijn- Rijn-Rijn.

Wel, dat vindt deze ourger óók. Reizen is goed, al ware dit alleen reeds om tevredenheid te leren en om te erva1·en dat het merendeel der mensen alleen maar zijn naakte leven bezit en geen dingetje méér. Tevredenheid te leren met Uw eigen lot en vooral: Uw eigen land. Alle waanwijze jongens ten spijt, die met de wijsvinger tegen de neus en het gefronsde voorhoofd d-er gepatenteerde denkers, zo vaak gij het niet horen wilt, zeg- gen dat "Holland niks meer en de boel hier één grote 1·ossooi is."

Eén goed eind reis de werel.d in, makkers, en misschien houdt gij dan Uw grote, bittere mond.

De overheid reddert, regel.t, dirigeert en betaalt zo véél waar deze burger zo veel heil niet i1i ziet, dat hij zou willen zeggen:

ge zoudt een deel van Uw étatistische bemoeizucht kunnen laten varen en voo1· het zelfde geld een deel Uwer· burgers laten varen.

Naar vreemde landen en volken, om te zien dat de wereld groter is dan Uw huis, Uw straat en tante Jans.

' Eigenlijk moesten de burgers, dacht deze burger, ieder jaar met een zakcentje en reeks blauwe stempels in hun (gratis) pas, de wereld in worden gejaagd naar een ruimer horizon.

Nu doet de overheid het tegendeel. De einder wordt nauw en eng. Dat kan nóóit nuttig z~jn.

Hoe enger de behuizing en hoe nauwer de trap, hoe meer ruzie met de buren.

Dat geldt voor mensen en dat geldt voo1· volken evenzeer.

Dit is een oude waarheid en wie zegt dat het een gemeen- plaats is,· die liegt niet.

Maar ge ervaart de waarheid van die waarheid eerst recht, wanneer ge zèlf op reis zijt. Wanneer ge zelf on:dervindt dat de wereld wijder is dan Uw straat en dat er méér mensen zijn dan tante Jans en allen die U thuis voor de voeten lopen.

Eén wereld of géén wereld - dat wordt U duidelijker dan ooit, wanneer ge door een verre, vreemde stad loopt, zoals

DEZE BURGER

wij nu kennen, is het duidelijk, dat de fondsen het niet kunnen betalen, zodat de algemene staatskas het moet doen.

En om de eenvoud van het stelsel èn om het belang van de ouden van dagen èn ook in zekere zin in het be;

lang van "het nageslacht van de mi·

nister van Financiën", die op de duur de middelen moet geven, om, als de waardevastheid van de gulden uit-

blijft, voortdurend aanvullingen op de rente op de begroting te plaatsen, gaf prof. Molenaar dus zeer nadruk•

kelijk de voorkeur aan een volledig omslagstelsel voor de sociale verze- kering van de ouden van dagen.

,,Naar mijn mening" - aldus de heel' Molenaar - "heeft zich op dit gebied geleidelijk de gedachte ontwikkeld, dat wij bij de ouderdort.sverzekerin«

van het kapitaaldekkingssysteem af- moeten. Onder de arbeiders groeit de sympathie voor h-et omslagstelsel en onder de werkgevers heeft de heer Kaars Sypestein de leiding genomen . De Zaanse werkgev-ers hebben zich reeds achter hem geschaard".

Hoewel prof. Molenaar ook nog waardevolle opmerkingen maakte over de vereveningsheffing, de loon- kwestie en enige punten betreffende de volksgezondheid, zullen wij het hierbij moeten laten.

..

. .

E en aardig succes behaalde de- , zelfde afgevaardigde bij de be·

handeling- van .. de ontwerpen: Wijz;i- ging en aanvulling van het Besluit Vijandelijk Vermogen, en: Regelén met betrekking tot de bestemming van het vijandelijke vermogen. Voor de betekenis en de bedoeling dier ontwerpen zullen wij moeten vol- staan met de verwijzing naar het- geen wij daarover in deze rubriek in ons blad van 19 Mei j.l. reeds ge- schreven hebben naar aanleiding van de behandeling dier ontwerpen in de Tweede Kamer.

Prof. Molenaar kon bij deze ont- werpen de algemene gedragslijn, die de Regering v<>lgt, aanvaarden. Noch- tans was hij niet op alle onderdelen even ingenomen. Zo wees hij op een z.i. frappante tegenstelling met be- trekking tot de z.g. "grensboeren" tus- sen hetgeen de minister-president in de Tweede Kamer had gezegd en een zeer recente beslissing van het Be- he~sinstituut, waarbij dit een veel strenger maatstaf aanlegde. Een nog sterker sprekend bezwaar had onze woordvoerder met betrekking tot de al dan niet ontvijanding van de van origine Nederlandse vrouwen, in Duitslind wonend, die vóór de oorl~

met Duitsers waren gehuwd. Prof.

Molenaar kon zich wel voorstellen, dat de minister "goede gezindheid", zoals de heer Ruys de Beerenbrouck (K.V.P.) had bepleit, te vaag vond en niet hanteerbaar, maar terecht merkte onze geestverwant op, dat het stellen van ·de eis, dat zij "goede diensten aan de Nederlandse of de geallieerde zaak" hadden bewezen.

toch te ver ging. Van vrouwen, dk in deze tijd in het hart van Duits- land woonden, kan men toch moei- lijk eisen, dat zij bepaalde d a d e 1~

moeten hebben verricht. Er is hier toch een grote tussengroep van geval- len denkbaar, waarin het onrecht wordt om, wat de heer Ruys de Bee- renbrouck noemde, aan haar het va ..

derlijk erfdeel te onthouden. Boven- dien houde men wel in het oog, dat de kinderen mede de dupe worden van het feit, dat een vrouw, bij ge- brek aan daden, niet wordt ontvijand.

Er is over al deze zaken vooral met minister Mulderije een vrij uitvoerige discussie gevoerd, welke hiermede eindigde, dat mr. Ruys de Bet:ren- brouck een door hem ingediend*! mo- (Verv()l& op pa& 8.)

(3)

\'RIJHEID EN DEl\IOCRATIE

U-an

WEEK tot WEEK

Politiek en bedrijfsleven (I) D e belasting-debatten van de laatste weken

vormen het zoveelste bewijs, dat politiek en bedrijfsleven nauw verbonden zijn. Wat op het politieke terrein wordt uitgedokterd, heeft zijn onmiddellijke of middellijke weerslag op de gang van zaken in het bedrijfsleven. Sprekende voor~

beelden daarvan zijn bijvoorbeeld de ordenings- maatregelen, de publiekrechtelijke bedrijfsorgani- satie, alsmede de, zo juist genoemde, belastin- gen, die directe aanleiding waren om nog eens op het verband tussen politiek en bedrijfsleven te wij- zen.

Hoe duidelijk dit verband ook telkens weer voor de dag komt, voor menigeen schijnt het toch niet duidelijk genoeg te zijn. Er zijn prachtige voor- beelden van vooraanstaande figuren uit het be- drijfsleven, die de noodzaak om zich voor de po- litiek te interesseren en er zich daadwerkelijk mee bezig te houden, inzien. Het hoofdbestuur onzer partij immers telt enige prominenten uit het be- drijfsleven. Daarnaast hebben ook vele figuren uit het bedrijfsleven zitting in de besturen van cen- trales en afdelingen onzer partij. En toch, gelo- ven wij, mogen wij niet tevreden zijn. Er zijn er nog te velen, die zich afzijdig houden, die er zelfs een genoegen in stellen om zich niet met de poli- tiek te bemoeien. Dat is zeer jammer, want daar- door wordt de stem van het bedrijfsleven onvol- doende krachtig gehoord. Men kan het nu eenmaal maar niet altijd aan een enkeling overlaten om de zaken op het politieke vlak te behandelen. Zoveel mogelijk mensen uit het bedrijfsleven moeten zich doen horen. Laat men verder ook goed begrijpen, dat men door zich niet met politiek in te laten, moedwillig afstand doet van het recht tot mede- spreken. En dat tot schade van het algemeen be- lang en tot schade van het belang van het be- drijfsleven.

Politiek en bedrijfsleven (11) H et betekent schade voor het algemeen belang wanneer een groep mensen, die door werk en opleiding in staat is de economische vraag- stukken op een goede manier te beoordelen, ter zijde blijven staan. De afwezigheid van hun oor- deel bij de bespreking van de vraagstukken van algemeen belang betékent dus dat opbouwende kracht wordt gemist, betekent dus schade van het algemeen belang.

Het belang van het bedrijfsleven wordt ge- schaad wanneer men niet zorgt, dat de belangen van het bedrijfsleven in de discussiën juist wor- den gesteld. Wat betekent bijvoorbeeld op het ogenblik niet de kracht, die het bedrijfsleven heeft ontwikkeld tegen het wetsontwerp inzake de cre- dietcontröle. Doordat het bedrijfsleven hier met kundigheid en juiste argumentatie is opgetreden, is de discussie op een vlak gekomen waarop het belang van het bedrijfsleven en het algemeen be- lang in een helderder licht zijn gekomen. Maar laat men toch beseffen, dat bij voortduring het bedrijfsbelang aan de orde is en dat men daarom zorgen moet bij voortduring zijn stem te doen horen. Nu is het bij het wetsontwerp inzake de credietcontröle gebeurd in de vorm van een ge- zamenlijk optreden der organisaties. Dezen heb- ben zich tot de leden der politieke organen ge- wend. Maar van niet minder belang is het oordeel van de individuele bedrijfsman in de politieke partij waartoe hij behoort. Teveel wordt voorbij- gezien, dat dit van essentiële betekenis is en teveel voert men argumenten aan voor de afzijdigheid, die geen steek houden.

Politiek en bedrijfsleven (111) V eler argument is dat men geen tijd heeft om

"aan politiek te doen". Dat geldt natuurlijk alleen wanneer men in de beoordeling van de be- langrijkheid der politiek deze achteraan stelt. Ziet men echter in, dat het zich inlaten met de politiek een noodzaak is, dan verdwijnt het argument.

Waarlijk, figuren als de heren Twijnstra en van den Bergh hebben ook wel het een en ander om handen. Niettemin bemoeien zij zich met het poli- tieke werk; zij zi<>n er het belang van in.

Een ander argument is, dat er toch niets bereikt wordt! Wie meent, dat hij het voor het zeggen zal krijgen wanneer hij op het politieke terrein komt, doet beter weg te blijven. Politiek is de kunst van het bereikbare. In een democratie is men gedwon- gen met anderen tot overeenstemming te komen over de te volgen koers. Dat is een zaak van ge- ven en nemen, een zaak van redelijk overleg. Maar sterker staat men naarmate het getal groter is en naarmate me•~ kl·achtiger in zijn argumentatie staat en naarmate men de kunst der politiek meer

machtig is. Want, laat men nooit vergeten, dat de politiek een ambacht is, dat veel studie en werk vereist voordat men kan meedo<:;n. Het is ook daar- om, dat wij tot de mensen van het bedrijfsleven zeggen die tot dusverre afzijdig bleven: zorgt dat gij er bij zijt en zorgt dat gij de politieke leer- school doorloopt, opdat gij uw rol zult kunnen gaan medespelen. Wij vragen dat aan allen, of men aan het hoofd staat van een onderneming of daarin anderszins werl;tzaam is, of gij behoort tot een groot of een klein bedrijf, of gij zijt industrieel, boer, winkelier, ambachtsman, vervoerder.

leder dient zich zijn plaats bewust te zijn en het voorbeeld te volgen van hen, die zijn voorgegaan.

En onze partijgenoten vragen wij bij het voeren van propaganda de aandacht öp dit alles te ves- tigen. Onlangs reeds schreven wij, dat wij nodig hebben een militant liberalisme. leder drage zijn steentje bijl

De grenzen van de geleide economie

In de Nieuwe Rotterdamse Courant van Zatèr- dag j .1. troffen wij een artikel aan over de grenren der geleide economie. Er wordt aan her- innerd, dat sedert 1945 weinig of niets te bespeu- ren is van de normale conjunctuurschommelingen.

Velen hadden verwacht, dat, evenals zulks na 1918 het geval is geweest, een paar jaar na de wereld- oorlog een terugslag in het economische leven zou zijn gekomen. Zo is het en het is ook zo, dat onze regering daarop tot op zekere hoogte haar financiëlo en economische politiek heeft gebouwd.

Terecht wijst de N.R.C. erop, dat de moeilijkhe- den van het ogenblik "zeker niet voor een gering deel veroorzaakt (zijn) door een prijsbeloop, dat juist tegengesteld was aan hetgeen men zich had voorgesteld".

Men mocht hopen, dat alle ordenaars van zo'n gruwelijke fout in de toekomstverwachting zou- den hebben geleerd. Dat zij met name zouden heb- ben verstaan, dat het intellectuele hoogmoed is om te denken, dat de toekomstige gang van zaken kan worden voorzien. In dat opzicht weten weten- schappelijke plannenmakers op regeringsbureaux heus niet meer dan de ondernemers. Wij onder- schrijven ten volle wat de N.R.C. met grote dui- delijkheid stelt: "Evenmin als destijds de vrije ondernemer, is thans de overheid in staat zich een betrouwbare voorstelling te maken van de wer- king der economische krachten in de naaste toe- komst". Zo is het en het moge onze plannenmakers · tot heseheidenbeid manenl Al vrezen wij, dat de hoogmoedigen misslagen altijd aan alles en ieder- een wijten behalve aan zichzelf!

Maarschalk Pétain f

Zwaar is de tragiek, die hangt over het over- lijden van maarschalk Pétain. Een man, die zijr. land als militair de grootst denkbare diensten heeft bewezen, is thans heengegaan in alle stilte, als een banneling. Zelfs zijn laatste wil zal niet worden ten uitvoer gebracht: zijn stoffelijk over- schot zal niet mogen rusten temidden van die zij- ner oude strijdmakkers van Verdun. Aan Verdun immers is zijn naam als maarschalk verbonden.

Door zijn optreden daar, na het gedemoraliseerde leger we~r te hebben bezield en tot orde te heb- ben gebracht, heeft hij de maarschalkstaf verwor- ven.

Tragisch is het dan zeker wanneer in later ja- ren de grootste smaad het deel wordt van zulk een man. Men begrijpe ons goed. Wij treden niet in hetgeen Pétain als hoofd van de Franse staat heeft gedaan in de jaren 1940--1944. Wij gaan er van uit, dat hij terecht veroordeeld is. Dat mag er ons bij zijn doed evenwel niet van weerhouden daar- van de tragisch-menselijke zijde te zien en er uiting aan te geven. Dat hem een maand geleden nog gratie werd verleend doet aan- dit alles niets af.

Men mag naar onze mening niet voorbijzien, dat de tragiek voortkomt uit een zo vele malen voor- komend misverstand. De gedachte namelijk, dat een man, die als militair tot de grote behoort, daarom ook een geslaagd staatsman zal blijken.

Dat is een afschuwelijk misverstand. De eigen- schappen die men nodig heeft om een goed politi- cus of staatsman te zijn, zijn gans andere dan die de waarde van de militair bepalen. Natt~urlijk is een combinatie der eigenschappen mogelijk. Maar er staan voorbeelden in de geschiedenis, die tonen, dat een geslaagd militair lang geen staatsman is.

Een mislukking als staatsman is ook de grote maarschalk Pétain gebleken. Dat moge ons er ech- ter niet van weerhouden bij zijn dood met eer- bied te gedenken wat hij als militair voor grote waarden aan zijn land en volk heeft gegeven in vroeger tijden. Al vergeten wij niet de fouten die hij op later leeftijd - hij was echter 84 toen hij in het . Frankrijk van Vichy de leiding nam - heeft gemaakt. Wel zijn wij ervan overtuigd, dat de historie veel milder zal oordelen dan in de afgelopen na-oorlogse jaren van verhitte politieke

hartstochten is geschied.

28 JULI 1951 - PAG. 3

r

Drs. Korthals is gedurende Augustus afwezig. Verzoeke correspondentie te richten tot het secretariaat der redactie.

~,

_________________ _

De Westerse verdediging en Span_je

E r is ia de laatste week nogal wat te doen geweest óver .de besprekingen, die de, inmid•

dels overleden, Amerikaanse admiraal Sherman, heeft gevoerd met de Spaanse regering. Dat die besprekingen reacties hebben verwekt, is begrij- pelijk. Het Franco-Spanje heeft veler liefde en sympathie niet. Zo ook niet de onze. Wij herinne- ren ons maar al te goed de steun, die Franco van

bevriende" zijde Hitier en Mussolini, heeft ont·

~angen om zich de macht te veroveren. Wij her- inneren ons ook de steun, die hij zijnerzijds ver- leend heeft aan de genoemde figuren, toen die hun gruwelijke en mens-onterende strijd voerden.

Dat alles is niet weg uit onze gedachten en blijft ons vervullen met tegenzin tegen Franco en zijn regiem. Trouwens niet alleen ons, maar millioe- nen in ons volk.

Het is, gezien dit alles, dan ook vanzelfspre- kend, dat er roering is ontstaan om de besprekin- gen met Franco. Toch doet men goed de gehele kwestie te bezien zonder zich te laten leiden door de gevoelens, die men ten aanzien van Franco koestert. Waar gaat het eigenlijk om? Naar onze mening heeft de Amerikaanse secretaris van staat, Acheson, dat zeer goed en duidelijk gezegd. De militaire autoriteiten, aldus Acheson, zijn het er over eens, dat Spanje van strategisch belang is voor de algehele verdediging van West-Europa. Als een gevolg daarvan is men eens met Franco gaan spreken om te zien wat Spanje zou kunnen bijdra- gen voor de verdediging tegen mogelijke agressie.

Daarbij sprak Acheson een woord, dat wij bij de . beoordeling van deze aangelegenheid wel zeer ter dege in onze gedachten moeten houden. Hij wees er namelijk op, dat het er bij een aanval op Europa om moet gaan om Europa te verdedigen, niet om het te bevrijden. Dat is een belangrijke zaak. Wij hebben vijf jaren van bezetting medegemaakt en werden daarna bevrijd. Wij weten dus wat bezet- ting betekent. Daarbij mogen wij wel veronderstel- len, dat een bezetting door Russen nog heel wat erger zou zijn. Er is dus voor ons alles aan gele- gen, dat inderdaad de Europese defensie zo is, dat Europa kan worden verdedigd. Is men het daar- over eens, dan zal men tot de conclusie moeten kG•

men, dat daarvoor medewerking van Spanje, in enigerlei vorm, van grote betekenis is. Spanje be- hoeft daarvoor nog geen boezemvriend van ons te worden, zo min als Rusland dat was, toen wij daar- mede verbonden waren in de strijd tegen Duitsland en Italië, ea later nog Japan. Een samenwerking is echter mogelijk en moet onzes inziens worden aanvaard in het belang van de Westerse verdedi- ging. Daar gaat het op het ogenblik nu eenmaal om.

( Dinsdag 17 Juli heeft een groep jongeren, Jongeren en Parlement

l

leden van de afdeling Dordrecht van de J.O.V.D., een bezoek gebracht aan de vergaderingen van de Tweede en Eerste Kamer.

Het plan tot zulk bezoek was opgekomen na een interessante uiteenzetting, die mr.

A. Stempels, de parlementaire redacteur van de N.R.C., in de afgelopen winter voor de Dordtse jongeren had gehouElen over de werkwijze van het parlement en waarin hi,i zulk een bezoek had aanbe- volen.

Besloten is toen om eens een avondver- gadering te gaan bijwonen. Hetgeen dan vorige week Dimdag heeft plaats gehad.

Het gezelschap van 25 J.O.V.D.-ers werd in het gebouw der Tweede Kamer ont- vangen in de fractiekamer van de V.V.D.

door drs. Korthals, die voor een intro- ductie op de gereserveerde tribune zorg- de. Bij de sprekers, die het woord voer- den tijdens de aanwezigheid der J.O.V.

D.-ers, was ook de heer Ritmeester.

Na het bezoek in de vergaderzaal van de Tweede Kamer kwam men weer bijeen voor het gebruiken van een kop koffie in de fractiekamer. Bij deze ontvangst was ook mr. Stempels aanwezig.

In het tweede gedeelte van de avond ging het gezelschap naar de Eerste Kamer.

Daar was juist minister Mulderije aan het woord, terwijl minister Stikker naast dezen achter de ministertafel was ge- zeten. Verder werd nog het betoog van prof. Molenaar bij de algemene beschou- wingen over de begroting van Justitie aangehoord.

Zo was het een waardevolle avond.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aangezien in de huidige fiscale definitie ver- wezen wordt naar de technische definitie, kan de minister bevestigen dat de fiscale voordelen inzake verkeersbelasting en belasting

In de huidige landelijke richtlijn Constitutioneel eczeem die in 2007 gepubliceerd werd door de Nederlandse Vereniging van Dermatologie en Venereologie wordt de veiligheid van

Hoewel het merendeel van deze patiënten goed in de eerste lijn kan worden behandeld (en dit gebeurt ook in de praktijk) is het voor dermatologen belangrijk om over

Componenten van het carneycomplex waren voor- heen bekend onder het acroniem NAME-syndroom (naevi, atriale myxomen, myxoide neurofibromen, epheliden) en LAMB-syndroom

In het AMC worden op de afdeling Dermatologie en Psychiatrie ook verschillende groepsbehandelingen aangeboden voor psychodermatologische proble- matiek. De groepsbehandeling voor

Wij zijn van mening dat u het vanuit die rol en verantwoordelijkheid niet kunt maken de rekening bij deze werknemers te leggen en hen vervolgens geen enkel perspectief meer te

• paramedisch, medisch, orthopedag., psych., sociaal personeel in kader van T&amp;F (code 898). • kinesitherapeut, logopedist, ergotherapeut, verpleger, kinderverzorger,

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.5.24 bedraagt de maximale hoogte van een bouwwerken, voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning is vereist in het vlak door de