• No results found

MededelingWIJZIGING VOLGORDE BESCHRIJVINGSBRIEF 40STE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "MededelingWIJZIGING VOLGORDE BESCHRIJVINGSBRIEF 40STE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verschijnt wekelijks met uitzondering van de recesperiodes van de Tweede-Kamer der Staten-Generaal.

U itgave van de H aya van S om e re n stich tin g ; w a arin o pg e n om e n d e m ede d e lin g en van h et h oo fdb e stu u r van de VVD. De in ho u de lijke ve ran tw o o rd e lijkh e id b eru st bij de o nd e rte ke n a a rs va n d e b ijd ra ge n ; d e fra ctie s en

het hoofdbestuur.

redactie: d rs L .M .L.H .A . H erm ans, H.F. H eijm ans, F.A. W ijse nb e ek; o rg a n isa tie : J.N .J. van d en B roek; a b o n n e m e n te n a d m in is tratie/re d a ctie a d re s : P ostb us 30836, 2 50 0 G V ’s-G ra ve n ha g e , te l. 070-61 41 21; ab o n n e m e n ts g e ld : ƒ 5 0 , - p e r ja a r; v o rm g ev in g en d ruk: Hofstad D rukte ch nie k bv, Z oe te rm e e r.

M ededeling

WIJZIGING VOLGORDE BESCHRIJVINGSBRIEF 40STE JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING

(afgevaardigden en overige belangstellenden opgelet)

In de beschrijvingsbrief zoals die gepubliceerd is in Vrijheid en Democratie nr. 1351 van 15 februari jl. is het beleid hoofdsbestuur als punt 9 op de agenda opgevoerd. Naar mag worden aangenomen zal dit onderdeel van de agenda op vrijdagmiddag 16.00 uur worden behandeld.

Uit de praktijk hebben echter zeer veel signalen het hoofdbestuur bereikt om langduriger dan gewoonlijk dit agendapunt te bespreken, hetgeen belangrijk is gelet op de ontwikkelingen binnen de partij sedert de vorige jaarlijkse algemene vergadering. Voorts kan daarbij niet ontkend worden dat deze ontwikkelingen mede ten nauwste verband houden met het beleid van de Tweede-Kamerfractie gedu­ rende die periode.

Het hoofdbestuur acht het derhalve zinvol een wijzi­ ging in de volgorde van de agenda aan te brengen waarbij zowel het beleid van het hoofdbestuur als dat van de fracties op een en dezelfde dag zullen worden behandeld en wel op de zaterdag (16 mei), mede tegen de achtergrond van de toespraken van de partijvoorzitter en de voorzitter van de Tweede-Kamerfractie op 15 mei.

Het hoofdbestuur betreurt het dat niet eerder tot deze wijziging is besloten maar vraagt van de afgevaardigden en de overige leden begrip voor deze situatie van overmacht.

Dientengevolge zullen de punten 14 (Redevoering door de voorzitter van de JOVD) en 16 (Bespreking beleid hoofdredacteur van Vrijheid en Democratie) worden ver­ plaatst naar de vrijdagmiddag na punt 9.2 terwijl punt 9.1 wordt verplaatst naar de zaterdagmorgen aanvang 9.30 uur. De volgorde blijft verder ongewijzigd. Dat wil zeggen dat ook de benoeming van nieuwe leden van het dagelijks bestuur en het afscheid en welkom van hoofdbestuursleden blijft op de vrijdagavond.

Tijdens de behandeling van het beleid hoofdbestuur zullen echter de leden van het huidige dagelijks bestuur achter de bestuurstafel plaatsnemen omdat zij immers- gewoonte getrouw - voor het beleid van het hoofdbestuur over de voorbije periode verantwoordelijk zijn. Het nieuwe dagelijks bestuur neemt na de bespreking van dit beleid zijn zetels in.

Het hoofdbestuur doet een dringend beroep op de afdelingen en centrales hun vertegenwoordigers en overige belangstellenden zo veel als mogelijk van een en ander op de hoogte te stellen en vraagt daarbij tevens begrip voor het voldoen aan dit bij velen levende verzoek om tot deze wijziging over te gaan.

Namens het hoofdbestuur, de algemeen secretaris, W.J.A. VAN DEN BERG.

DOCUMENTATIECENTRUM

NEDERLANDSE POLITiFKP

Eerste voorlopige FéaStie van de VVD

Tweede kam erfractie op h e t jaarverslag

van de Nederlandsche Bank

Ook dit jaar weer is het jaarverslag van de Neder- landsche Bank somber van toonzetting. Terecht benadrukt het verslag de noodzaak te komen tot een verdere sanering van de overheidsfinanciën. De noodzaak van een strikte budgettaire discipline, als neergelegd in het regeeraccoord wordt hierdoor onderstreept. Deze conclusie is actueel gelet op de kabinetsdiscussie over de zogeheten kaderbrief.

Voorlopig ziet de VVD-fractie echter geen aanleiding die doelstelling van het regeeraccoord: een overheidstekort van 5i4% in 1990 in neerwaartse zin bij te stellen, zoals door de heer Duisenberg bepleit.

Een te geforceerde verlaging van het overheidstekort kan immers tot schadelijke effecten leiden voor het groei­ tempo van de Nederlandse economie, waardoor zowel de werkgelegenheidsdoelstelling als de uiteindelijke tekort­ doelstelling in gevaar kan komen. Met Duisenberg onder­ steunt de VVD-fractie de noodzaak tot loonmatiging. Langs de lijn van de motie Voorhoeve/De Vries dient het proces van loonmatiging: een primaire verantwoor­

delijkheid van de sociale partners, te worden bevorderd. In de ogen van de VVD-fractie toont de Nederland- sche Bank in haar jaarverslag te weinig oog voor de schade­ lijke effecten van de hoge collectieve lastendruk voor onze internationale concurrentiepositie, onze economische groei en daarmee de werkgelegenheidssituatie, Dit klemt te meer, gezien de grootscheepse lastenverlagingsoperaties bij onze belangrijkste buitenlandse concurrenten, De VVD- fractie blijft dan ook met kracht vasthouden aan de passage uit het regeeraccoord dat de collectieve lastendruk in 1990 niet hoger mag liggen dan het niveau van 1986, De sedert 1986 opgetreden verzwaring van de collectieve lastendruk, mede door de belastingmeevallers, dient dan ook in 1990 te zijn teruggedraaid. Gelet op de omvang daarvan dient met dit proces in 1988 een aanvang te worden gemaakt.

U it h et Europese Parlem ent

1. Studeren in het buitenland

(2)

151- 2

worden genomen om aan deze discriminatoire behandeling, die indruist tegen het streven naar vrij verkeer en vrije vestiging van personen binnen de Gemeenschap, een einde te maken.

Naar aanleiding van brieven van de Rijkshogeschool voor vertalers en tolken te Brussel en van enige Neder­ landse studenten van het Hoger Instituut voor vertalers en tolken te Antwerpen, heeft Jessica Larive vervolgens een schriftelijke vraag ingediend over de ongelijke behandeling inzake studiefinanciering. Ook hier zijn studenten van de universitaire tolkenopleidingen in België de dupe, juist van­ wege het feit dat er in Nederland geen vergelijkbare oplei­ ding bestaat, dus geen vergelijkbaar diploma, waardoor erkenning van de buitenlandse opleiding door de Neder­ landse Minister van Onderwijs en Wetenschappen formeel niet mogelijk is. Juist dit is volgens de wet op de studiefinan­ ciering voorwaarde voor toekenning van studiebeurzen in het buitenland. De Europese Commissie heeft deze zaak nog in onderzoek.

2. Kiesrecht voor gemeenteraadsverkiezingen aan bur­ gers van lidstaten van de E.G. die in een andere lidstaat woonachtig zijn

Samen met Kies Wiebenga en Frans Weisglas van de Tweede Kamer Fractie in Den Haag heeft Jessica Larive vragen gesteld over het verlenen van kiesrecht voor gemeenteraadsverkiezingen aan in Spanje woonachtige Nederlanders. Zij stelde deze gezamenlijke actie op natio­ naal en Europees niveau aan beide kamerleden voor omdat haar was gebleken dat de Spaanse grondwet kiesrecht voor buitenlanders toestaat mits dit op basis van wederkerigheid gebeurt: dat wil zeggen, mits Spaanse ingezetenen in het land van herkomst van de in Spanje woonachtige personen ditzelfde recht bezitten. Dit is nu sedert 1986 in Nederland het geval. Inspraak op gemeentelijk niveau is voor Neder­ landers erg belangrijk aangezien er regelmatig problemen zijn met het betalen van belastingen, de aan- en verkoop van huizen (vergunningen etc.), gemeentelijke diensten etc. De Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken heeft reeds in positieve zin geantwoord. Op de reactie van de Europese Commissie wordt nog gewacht,

Europees technologiebeleid

De concurrentiepositie van de Europese industrie kent een aantal structurele zwakheden. Niet de minst belangrijke daarvan zijn van technologische aard. In bedrijfstakken die wereldwijd te maken hebben met een snel groeiende vraag heeft de EG haar marktaandeel tussen

1973 en 1983 fors zien dalen (terwijl het toenam in bedrijfs­ takken waar de vraag slechts langzaam groeit). Het aandeel van high tech produkten in de totale EG-uitvoer lag in 1983 op hetzelfde niveau als 20 jaar geleden (25%), terwijl dat van de VS toenam van 29% tot 38% en dat van Japan van 16% tot 42%. De teleurstellende uitvoerresultaten van de EG gaan gepaard met een snelle stijging van de invoer van high tech produkten. De geografische spreiding van Europa's import en export versterkt het beeld nog: de EG importeert voorna­ melijk uit de VS, Japan en de geïndustrialiseerde landen van Zuid-oost Azië, maar voert vooral uit naar minder concurre­ rende gebieden: ontwikkelingslanden, landen met staats- handel en de rest van de OESO.

Voor wat betreft Nederland geldt dat het aandeel van de high tech industrietakken in de totale industriële export is gedaald. Ook is het Nederlands aandeel in het totaal van de

high tech export van de OESO-landen belangrijk afgeno­ men. „Kennelijk heeft de high tech sector in ons land niet erg kunnen inspelen op de toenemende internationale vraag”, concludeert de Regering (Beleidsoverzicht technologie, 1986-1987, pag. 109).

Het onvermogen van de Europese industrie te reage­ ren op de vraag naar technologisch moderne produkten heeft geleid tot een verdere relatieve specialisatie op lang­ zaam groeiende produktiesectoren met een gering aandeel aan technologie. De EG besteedt ook een lager percentage van haar BNP aan onderzoek en ontwikkeling dan de VS en Japan, Voor Nederland geldt dat zowel het niveau als de groei van de uitgaven voor 0 & 0 (zowel die van de overheid als die van het bedrijfsleven) lager is dan dat in de meeste andere industrielanden.

De laatste jaren is het tij (traag) aan het keren. Sinds 1984 wordt technologiebeleid regelmatig besproken in de Europese Raad. Het aantal EG-onderzoekprogramma's neemt toe, Eureka is tot stand gekomen, en middels de Europese Akte is een hoofdstuk technologie toegevoegd aan het Verdrag van Rome. Voor de jaren 1987-1991 heeft de Commissie een kaderprogramma 0 & 0 voorgesteld. Het zwaartepunt ligt bij programma's die rechtstreeks van belang zijn voor het concurrentievermogen van de industrie en de dienstensector. Belangrijke programma's zijn onder andere gericht op informatica (ESPRIT), telecommunicatie (RACE), nieuwe technologiën (BRITE, EURAM), informa­ tietechnologie in de gezondheidszorg (BICEPS), het verkeer (DRIVE), het onderwijs (DELTA), het laboratoriumonderzoek (PERT) en het geld- en betalingsverkeer (DIME).

Omdat het kaderprogramma onder de Europese Akte valt, is het van toepassing zijnde besluitvormingsstelsel ver­ anderd. De invloed van het Europees Parlement op het onderzoeksbeleid is versterkt. Unanimiteit is vereist voor een Raadsbesluit over het kaderprogramma als zodanig maar over de afzonderlijke programma's (ESPRIT, BRITE, RACE etc.) wordt voortaan met meerderheid besloten (vroe­ ger was ook hier eenstemmigheid vereist). Goedkeuring van het kaderprogramma betekent dat de communautaire uitga­ ven voor 0 & 0 zullen toenemen van 2,5% van het EG-budget in 1986 tot 4% van de begroting in 1991. Een bescheiden stijging dus, Niettemin ligt Engeland nog dwars (situatie eind april). Dit heeft te maken met de regeling die in 1984 te Fontainebleau is getroffen voor de Britse bijdrage aan de EG-begroting. Voor elk Pond dat Engeland meer aan de EG- kas betaalt dan het eruit ontvangt, krijgt het Britse Ministerie van Financiën ongeveer 60 Pence terug (in de vorm van lagere betalingen aan Brussel in het eerstvolgende jaar). De Britse regering heeft dus geen enkel financieel belang bij EG-beleid dat Britse burgers geld oplevert. Integendeel: hoe minder Britse burgers en bedrijven uit Brussel krijgen, des te voordeliger dat is voor de Treasury.

Het Europees Parlement en de Europese werkgevers­ organisatie UNICE oefenen druk uit op Londen om alsnog met het kaderprogramma accoord te gaan, De liberale voorzitter van de parlementaire commissie Onderzoek, Poni- atowski, heeft voorgesteld dat de overige 11 lidstaten anders zonder Engeland moeten doorgaan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onder andere door meer aandacht voor de economische potenties; door meer nadruk op het beheer; door meer aandacht voor behoud en herstel; door adequate

Bij het beleidsdebat over Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur in de Eerste Kamer heeft mevrouw E. Veder-Smit de aandacht gevraagd voor het veelvoudig toezicht en de

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

personeelsbehoefte van de overheid tot 2010, blijkt dat de vervangingsvraag als gevolg van uitstroom naar inactiviteit de komende jaren groot zal zijn: ruim 3 procent van de

De sectoren Defensie, Politie, Onderwijs, Gemeenten, Rijk en Zorg en Welzijn hebben in de afgelopen jaren campagnes gehouden om het imago van de sector te versterken en

Spoedzoekers worden vaak genoemd als een belangrijke doelgroep voor flexwonen, maar flexibele woonconcepten kunnen ook relevant zijn voor andere doelgroepen.. Dit hoofdstuk geeft

In deze brochure wordt uitleg gegeven over de voorbereiding, het verloop van de ingreep en wat u na de operatie kunt verwachten?. Welke voorbereiding is

de premiebetaling staan alle potentiële slachtoffers een stukje koopkracht af, maar krijgen daarvoor de zekerheid dat de eventuele schade is gedekt, zodat voor allen geldt dat de