• No results found

Als ik nu sorry zeg, beken ik dan schuld?: Over het aanbieden van excuses in de civiele procedure en de medische tuchtprocedure

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Als ik nu sorry zeg, beken ik dan schuld?: Over het aanbieden van excuses in de civiele procedure en de medische tuchtprocedure"

Copied!
406
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

Als ik nu sorry zeg, beken ik dan schuld?

Wijntjens, Lianne

Publication date: 2020

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

Wijntjens, L. (2020). Als ik nu sorry zeg, beken ik dan schuld? Over het aanbieden van excuses in de civiele procedure en de medische tuchtprocedure. Boom juridisch.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

(2)

L.A.B.M. Wijntjens

Over het aanbieden van excuses in de civiele procedure en de medische tuchtprocedure

“ALS IK NU SORR

Y ZE

(3)

Het ontvangen van excuses wordt door slachtoffers als zeer waardevol ervaren. In de literatuur wordt echter bepleit dat excuses kunnen leiden tot negatieve juridische consequenties voor de aanbieder. Procesvertegenwoordi-gers en verzekeraars zouden hun cliënten om die reden instrueren om geen excuses aan te bieden. Over de juridische gevolgen van het aanbieden van excuses bestaat nog veel onduidelijkheid. Staat het aanbieden van excuses gelijk aan het erkennen van aansprakelijkheid? Wanneer een arts na een medisch incident excuses aanbiedt, erkent hij daarmee dan dat hij een fout heeft gemaakt?

In dit boek wordt beschreven wat de rol is van excuses in de civiele procedure en de medische tuchtprocedure. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een combinatie van onderzoeksmethoden. Naast een literatuuronderzoek, observatieonderzoek en interviewstudie, is een uitgebreid jurisprudentieonderzoek verricht waarbij bijna 4000 uitspraken zijn geanalyseerd. De uitkomsten laten zien dat de in de literatuur benoemde juridische belemmeringen voor het aanbieden van excuses sterk genuanceerd moeten worden. Voorts blijkt dat de belemmeringen die overblijven op een eenvoudige wijze weggenomen kunnen worden. Het onderzoek laat daarnaast zien dat er een scala aan mogelijkheden is om het aanbieden van excuses in de onderzochte procedures te stimuleren.

Dit onderzoek biedt nieuwe inzichten in de wijze waarop juridische procedures kunnen worden ingericht zodat ze tegemoetkomen aan de immateriële belangen van slachtoffers. Dit onderzoek biedt daarnaast voor normschenders, procesvertegenwoordigers en verzekeraars meer duidelijkheid over onder welke omstandigheden ‘veilig’ excuses kunnen worden aangeboden. Voor rechters biedt dit onderzoek

hou-vast over hoe zij in hun procespraktijk kunnen omgaan met procespartijen die excuses wensen aan te bieden of wensen te ontvangen.

BEKEN IK D

(4)
(5)
(6)

Over het aanbieden van excuses in de civiele procedure en de medische

tuchtprocedure

Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan Tilburg University, op gezag van de rector magnificus, prof. dr. K. Sijtsma,

in het openbaar te verdedigen ten overstaan van een door het college voor promoties aangewezen commissie

in de Aula van de Universiteit op vrijdag 11 september 2020 om 10.00 uur

door

Lianne Alexandra Bernadette Maria Wijntjens, geboren te Geleen

Boom juridisch Den Haag

(7)

leden promotiecommissie: prof. dr. mr. S. van Gulijk prof. dr. mr. R.A.J. van Gestel prof. dr. mr. S.D. Lindenbergh dr. mr. R. Rijnhout

Omslagontwerp: Tessa Pluijmakers, Utrecht Opmaak binnenwerk: Textcetera, Den Haag © 2020 | Boom juridisch

ISBN 978-94-6290-830-7

ISBN 978-90-5931-428-3 (e-book) NUR 820

© 2020 Lianne Alexandra Bernadette Maria Wijntjens, The Netherlands.

All rights reserved. No parts of this thesis may be reproduced, stored in a retrieval system or transmitted in any form or by any means without permission of the author.

(8)

Een groot aantal personen heeft, direct en indirect, bijgedragen aan de totstandko‐ ming van dit proefschrift. Ik wil deze gelegenheid aangrijpen om hen te bedanken. Allereerst ben ik veel dank verschuldigd aan degenen die het nauwst bij mijn onderzoek betrokken waren, mijn promotores Gijs van Dijck, John Gelissen en Marc Loth. Ik zat in een bevoorrechte positie met de begeleiding van drie scherpe wetenschappers die ieder feedback gaven vanuit een andere invalshoek. Ontzet‐ tend dankbaar ben ik voor hun vertrouwen, alle tijd die zij in mij hebben geïnves‐ teerd en de kansen die zij mij hebben gegeven om mij te ontwikkelen als weten‐ schapper en als persoon.

Natuurlijk bedank ik ook prof. dr. mr. R.A.J. van Gestel, prof. dr. mr. S. van Gulijk, prof. dr. mr. S.D. Lindenbergh en dr. mr. R. Rijnhout voor het plaatsnemen in de promotiecommissie en het beoordelen van het manuscript.

De uitvoering van dit onderzoek was niet mogelijk geweest zonder de medewer‐ king van de artsen die ik heb geïnterviewd. Ik wil hen hartelijk danken voor hun bereidheid om hun ervaringen met mij te delen. Ik dank daarnaast de Raad voor de Rechtspraak en de Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg voor hun medewer‐ king aan het observatieonderzoek. Het bijwonen van medische tuchtzittingen en civiele zittingen waarin medische aansprakelijkheidszaken werden behandeld heeft mij veel waardevolle informatie en inzichten opgeleverd. Dank ben ik ook verschuldigd aan KBS advocaten en Holla Advocaten. In het bijzonder Oswald Nunes (KBS advocaten) en Coen Verberne (Holla Advocaten) hebben mij gewezen op talloze interessante zaken en hebben mij in contact gebracht met artsen die bereid waren om deel te nemen aan de interviewstudie. Dank dat jullie bereid waren om deuren te openen die anders gesloten waren gebleven.

(9)

van Gulijk bedank ik voor het vertrouwen dat zij in mij heeft gesteld. Als vak‐ groepvoorzitter heeft zij mij de afgelopen jaren altijd met raad en daad bijgestaan. Jaren geleden heeft Machteld de Hoon mij binnengehaald bij de vakgroep en enthousiast gemaakt voor het doen van wetenschappelijk onderzoek. Ik waardeer het nog steeds enorm dat zij mij als jonge docente en onderzoekster onder haar vleugels heeft genomen. Met Karlijn van Doorn en Charlotte Zegveld heb ik de afgelopen jaren het meest samengewerkt op het gebied van onderwijs. Ik bedank beiden voor de plezierige samenwerking maar ook voor de vele inhoudelijke gesprekken over mijn proefschrift. Mijn kamergenoot Anne de Vries heeft het proefschrifttraject een stuk aangenamer gemaakt. Dankzij haar humor en frisse blik wist zij voor mij regelmatig zaken in een ander perspectief te plaatsen of te relati‐ veren.

Daarnaast ben ik een aantal personen dank verschuldigd voor hun inhoudelijke en/of praktische hulp bij de totstandkoming van het proefschrift. Dank aan Seye Cadmus, Myrthe van Deursen, Lisanne van Es, Emiel Frenken, Lara Goode, Britt van Kamade en IngIng Wongprasertkul voor hun hulp bij het observeren van de zittingen, het uitwerken van de transcripten van de interviews en het uittesten van de codeertabellen. Aan Anna Berlee ben ik veel dank verschuldigd voor het mee‐ denken over het vormgeven en uitvoeren van de systematische jurisprudentieana‐ lyse. Wij hebben relatief kort met elkaar samengewerkt maar haar warme persoon‐ lijkheid en collegialiteit hebben op mij een onuitwisbare indruk achtergelaten. Voor het doornemen van het manuscript op taal- en stijlfouten bedank ik Marloes Claessens, Sabine van Rienen, Leo Wijntjens en Frederique Wolfs. Mochten er toch nog fouten in het manuscript staan, dan heb ik die door latere aanpassingen zelf veroorzaakt. Tessa Pluijmakers bedank ik voor het vormgeven van de omslag, boe‐ kenleggers en de schema’s. Dankzij haar creativiteit heeft het boek een persoonlijke uitstraling gekregen.

(10)

proefschriftperikelen uit mijn hoofd te zetten en te relativeren. Zo klein als je bent weet je altijd een lach op mijn gezicht te toveren.

(11)
(12)

1 Inleiding 17 1.1 Excuses en de schaduw van een juridische procedure 17

1.2 Probleemomschrijving 18

1.3 Plaatsbepaling en onderzoeksdoel 20

1.4 De civiele procedure en de medische tuchtprocedure 22

1.5 Onderzoeksvraag 26

1.6 Opzet en methode van het onderzoek 27

1.7 Relevantie 29

1.7.1 Wetenschappelijke relevantie 29

1.7.2 Maatschappelijk relevantie 30

2 Definitie en effectiviteit van excuses 33

2.1 Inleiding 33

2.2 Definitie 34

2.3 De effecten van het aanbieden van excuses 41

2.3.1 Algemene effecten vanuit het perspectief van het

slachtoffer 42

2.3.2 Effecten in een civielrechtelijke context 43 2.3.3 De invloed van excuses op het oordeel van rechters 46 2.4 Factoren die de effectiviteit van excuses kunnen beïnvloeden 49 2.4.1 De elementen waaruit de excuses zijn opgebouwd 49 2.4.2 Het moment waarop excuses worden aangeboden 53

2.4.3 Oprechtheid 54

2.4.4 Hoogte van de schade en bewijs voor verwijtbaarheid 55

2.5 De bereidheid om excuses aan te bieden 56

2.5.1 Positieve effecten voor normschenders 57 2.5.2 Redenen om geen excuses aan te bieden 58 2.5.3 Factoren die de bereidheid om excuses aan te bieden

kunnen beïnvloeden 61

2.5.4 Tussenconclusie 64

(13)

3 Excuses in het civiele recht 67

3.1 Inleiding 67

3.2 Excuses en het erkennen van aansprakelijkheid 68 3.3 Excuses en het verval van verzekeringsdekking 73

3.4 Excuses en het erkennen van feiten 76

3.5 Excusesbeschermende wetgeving 78

3.5.1 Vormgeving 79

3.5.2 Voor- en nadelen 80

3.5.3 Discussie over excusesbeschermende wetgeving in de

Nederlandse literatuur 82

3.6 Het vorderen van excuses 84

3.6.1 Wettelijke basis 85

3.6.2 Bezwaren tegen het bestaan van een mogelijkheid om

excuses in rechte af te dwingen 88

3.7 Conclusie 90

4 Jurisprudentieonderzoek: doel en methode 93

4.1 Inleiding 93

4.2 Doel 93

4.3 Methode 94

4.3.1 Selectie van de uitspraken 95

4.3.2 Codeerproces 95

4.4 Beperkingen van het jurisprudentieonderzoek 98

4.5 Plan van behandeling 99

5 Jurisprudentieonderzoek: de rol van excuses in de civiele

rechtspraak 101

5.1 Inleiding 101

5.2 Excuses en het vaststellen van feiten 104

5.2.1 Erkenning van feiten door het aanbieden van excuses

buiten rechte 105

5.2.1.1 Argumentatieschema’s 108

5.2.1.2 De toelaatbaarheid van excuses als bewijsmiddel 119 5.2.2 Erkenning van feiten door het aanbieden van excuses

in rechte 120

5.3 Aanbieden van excuses en het erkennen van aansprakelijkheid 122 5.3.1 Excuses impliceren een erkenning van

aansprakelijkheid of een andere juridische kwalificatie 123

5.3.1.1 Erkenning pensioenaanspraak 124

5.3.1.2 Erkenning beroepsfout 125

5.3.2 Excuses impliceren geen erkenning van

(14)

5.3.2.1 Met het aanbieden van excuses wordt geen

verantwoordelijkheid genomen voor het vermeende

foutieve handelen 127

5.3.2.2 De aangeboden excuses dienen enkel te worden

opgevat als een immateriële tegemoetkoming 130

5.3.3 Tussenconclusie 132

5.4 Excuses als omstandigheid bij de invulling van een open norm 133 5.4.1 Aangeboden excuses werken positief voor aanbieder 134 5.4.1.1 Zaken waarin partijen in een duurrelatie tot elkaar

staan 135

5.4.1.2 Aansprakelijkheidszaken 137

5.4.1.3 Faillissementszaken 143

5.4.2 Aangeboden excuses werken niet positief voor de

aanbieder 144

5.4.3 Het uitblijven van excuses als omstandigheid bij de

invulling van open normen 147

5.5 Verplichting tot het aanbieden van excuses 149

5.6 Obiter dictum over het aanbieden van excuses 151

5.7 Conclusie 153

6 Jurisprudentieonderzoek: gevorderde excuses in de civiele

procedure 155

6.1 Inleiding 155

6.2 Vorm excuses 156

6.3 Kwalificatie van de vordering tot het aanbieden van excuses 160 6.4 De beoordeling van de vordering tot het aanbieden van excuses 163

6.4.1 Afgewezen vorderingen tot het aanbieden van

excuses 164

6.4.1.1 Principiële argumenten 165

6.4.1.2 Contextgebonden argumenten 169

6.4.2 Toegewezen vorderingen tot het aanbieden van

excuses 171

6.5 Conclusie 173

7 Jurisprudentieonderzoek: de rol van excuses in de medische

tuchtrechtspraak 175

7.1 Inleiding 175

7.2 Excuses en het vaststellen van feiten 178

7.3 Aanbieden van excuses en het erkennen van tuchtrechtelijk

verwijtbaar handelen 184

(15)

7.4.1 De rol van excuses bij het oordeel omtrent

tuchtrechtelijke verwijtbaarheid 189

7.4.2 De rol van excuses bij het vaststellen van de maatregel 194 7.4.2.1 Excuses als verzachtende omstandigheid bij keuze

maatregel 196

7.4.2.2 Excuses niet doorslaggevend bij keuze maatregel 200 7.4.2.3 Aangeboden excuses gelden niet als verzachtende

omstandigheid bij keuze maatregel 203

7.4.2.4 Uitblijven excuses als verzwarende omstandigheid bij

keuze maatregel 204

7.5 Verplichting tot het aanbieden van excuses 205

7.5.1 Uitspraken waarin het uitblijven van het aanbieden van excuses niet tuchtrechtelijk verwijtbaar wordt

geacht 207

7.5.1.1 Contextgebonden argumenten 208

7.5.1.2 Principieel argument 210

7.5.1.3 Wel verplichting, geen tuchtrechtelijk verwijt 211 7.5.2 Uitspraken waarin het uitblijven van het aanbieden

van excuses wel tuchtrechtelijk verwijtbaar wordt

geacht 213

7.5.3 De grondslag en de reikwijdte van de verplichting tot

het aanbieden van excuses 216

7.6 Obiter dictum over het aanbieden van excuses 220

7.7 Gevorderde excuses 221

7.8 Conclusie 222

8 Jurisprudentieonderzoek: vergelijking en conclusie 225

8.1 Inleiding 225

8.2 Vergelijking civiele rechtspraak en de medische

tuchtrechtspraak 225

8.2.1 Excuses en het vaststellen van feiten 227 8.2.2 Aanbieden van excuses en het erkennen van

(tuchtrechtelijke) aansprakelijkheid 228 8.2.3 Excuses als omstandigheid bij de invulling van een

open norm 230

8.2.4 Verplichting tot het aanbieden van excuses 232 8.2.5 Obiter dictum over het aanbieden van excuses 235

8.2.6 Gevorderde excuses 236

8.3 De verschillende manieren waarop excuses een rol spelen:

belemmerend of bevorderend? 237

(16)

9 Observatieonderzoek en interviewstudie: doel en methode 243

9.1 Inleiding 243

9.2 De keuze voor kwalitatief onderzoek 243

9.3 Doel 244

9.4 Selectie van gevallen 245

9.5 Uitvoering dataverzameling 246

9.5.1 Studie 1: Observatie van zittingen 246

9.5.2 Studie 2: Interviews met schadeveroorzakers 248

9.6 Omvang van de steekproef 249

9.7 Data-analyse 250

10 Observatieonderzoek en interviewstudie: uitkomsten 253

10.1 Inleiding 253

10.2 Uitkomsten observaties zittingen 253

10.2.1 Excuses aangeboden ter zitting 253

10.2.1.1 Het uiten van medeleven 254

10.2.1.2 Het erkennen van een fout 254

10.2.1.3 Het uiten van spijt of berouw 256

10.2.1.4 Overige elementen 257

10.2.1.5 Aanbieden van excuses onder de verwerping van

verantwoordelijkheid 259

10.2.1.6 Excuses aangeboden door procesvertegenwoordigers 259

10.2.1.7 Samenvattend 260

10.2.2 Andere wijzen waarop excuses ter sprake kwamen 262 10.2.2.1 Excuses aangeboden voorafgaand aan de zitting 262

10.2.2.2 De wens om excuses te ontvangen 262

10.2.3 Tussenconclusie 264

10.2.4 Excuses als bewijsmiddel 265

10.2.5 Zittingspraktijk 267

10.2.5.1 Naar aanleiding waarvan werden excuses

aangeboden 268

10.2.5.2 De wijze waarop door de (tucht)rechter op de

aangeboden excuses werd gereageerd 270

10.2.5.3 De mate waarin procespartijen zelf aan het woord

kwamen 272

10.2.5.4 Aandacht voor achterliggende belangen 273

10.2.6 Conflictescalatie 276

10.2.7 Hoedanigheid procespartijen en aanwezigen tijdens

de zitting 281

10.3 Uitkomsten interviewstudie 282

(17)

10.3.3 Samenvattend 286

10.4 Conclusie 287

11 Conclusie en aanbevelingen 291

11.1 Inleiding 291

11.2 Belemmerende factoren 292

11.2.1 De mogelijkheid dat excuses een erkenning van

aansprakelijkheid inhouden 293

11.2.2 De mogelijkheid dat excuses worden gebruikt als

bewijsmiddel 297

11.2.3 Perceptie van schadeveroorzakers dat het aanbieden van excuses leidt tot negatieve juridische

consequenties 299

11.3 Stimulerende factoren 300

11.3.1 Het bestaan van een verplichting tot het aanbieden

van excuses 300

11.3.2 Excuses als remedie 301

11.3.3 Het meewegen van wel/niet aangeboden excuses bij

het toepassen van het materiële recht 302 11.3.4 Het stimuleren van het aanbieden van excuses tijdens

de mondelinge behandeling 303

11.3.5 De daadwerkelijke schadeveroorzaker betrokken

maken bij de procedure 303

11.3.6 Het creëren van een mogelijkheid om excuses aan te

bieden 304

11.4 Tot slot 305

English Summary 307

Jurisprudentielijst civiele rechtspraak 311

Jurisprudentielijst medische tuchtrechtspraak 317

(18)

Bijlagen 353 Bijlage 1: Codeerschema’s jurisprudentieonderzoek 355 Bijlage 2: Overzicht ECLI-nummers civiele rechtspraak van de in de

hoofdstukken 5 en 6 besproken categorieën 367

Bijlage 3: Overzicht ECLI-nummers uitspraken Tuchtcolleges voor de

Gezondheidszorg van de in hoofdstuk 7 besproken categorieën 375 Bijlage 4: Theoretische verwachtingen observatieonderzoek en

interviewstudie 381

Bijlage 5: Observatieschema zittingen 387

Bijlage 6: Interviewschema 393

(19)
(20)

1.1 Excuses en de schaduw van een juridische procedure

In het Wrongful Birth-arrest1 sprak een vrouw haar arts aan omdat hij was vergeten een spiraaltje terug te plaatsen als gevolg waarvan zij ongewenst zwanger was geraakt. In een interview gaf deze vrouw achteraf aan dat de onheuse manier waarop zij was bejegend de belangrijkste reden was geweest om een civiele procedure te starten. Toen zij de arts toever‐ trouwde dat zij geen gezinsuitbreiding meer wenste, had hij namelijk gereageerd met de opmerking dat zij niet zo moest zeuren en blij moest zijn dat ze een gezond kind had gekre‐ gen.2

Wanneer baby Luna tien dagen na haar geboorte overlijdt zijn haar ouders ervan overtuigd dat er grote fouten zijn gemaakt. Zij dienen klachten in tegen acht gynaecologen, een anes‐ thesioloog en een kinderarts bij het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. In verschillende interviews met de media geeft de moeder van baby Luna aan vooral excuses te hebben gemist: “Als ze direct met welgemeende excuses waren gekomen en hun fouten hadden toe‐ gegeven, waren we het gesprek wel aangegaan.”3 Uiteindelijk legt het college aan drie gynaecologen een waarschuwing en aan de kinderarts een voorwaardelijke schorsing op.4

Het aanbieden en accepteren van excuses zijn wezenlijke menselijke interacties. Excuses hebben de kracht wraakgevoelens weg te nemen, vergeving tot stand te brengen en om relaties te helen.5 Bovenstaande voorbeelden illustreren dat het uit‐

blijven van excuses in een juridische context kan bijdragen aan escalatie van con‐ flicten.

1. HR 21 februari 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2286, NJ 1999,145 (Wrongful Birth). 2. Asser/Vranken Algemeen deel*** 2005/66.

3. Algemeen Dagblad 31 augustus 2019 en RTL nieuws 24 november 2019.

4. RTG Eindhoven 28 november 2019, ECLI:NL:TGZREIN:2019:61; ECLI:NL:TGZREIN:2019:62; ECLI:NL:TGZREIN:2019:63; ECLI:NL:TGZREIN:2019:64; ECLI:NL:TGZREIN:2019:65; ECLI:NL: TGZREIN:2019:66; ECLI:NL:TGZREIN:2019:67; ECLI:NL:TGZREIN:2019:68; ECLI:NL:TGZREIN: 2019:69 en ECLI:NL:TGZREIN:2019:70.

(21)

Uit onderzoek blijkt dat het aanbieden van excuses de wijze waarop een (juri‐ disch) conflict zich ontwikkelt kan beïnvloeden. Enerzijds blijkt dat excuses tege‐ moetkomen aan de immateriële behoeften van slachtoffers en op deze manier het herstelproces bevorderen en conflicten de-escaleren.6 Anderzijds wordt in de lite‐

ratuur geopperd dat (de schaduw van) een juridische procedure normschenders ervan kan weerhouden om excuses aan te bieden.7 De grote potentie die excuses

hebben bij het de-escaleren van conflicten zou hierdoor niet ten volle kunnen worden benut. Er is echter nog niet eerder systematisch onderzocht in hoeverre en op welke wijze juridische procedures de positieve rol die excuses kunnen spelen in het de-escaleren van conflicten belemmeren. Daarnaast weten we nog weinig over hoe het aanbieden van excuses tijdens en voorafgaand aan juridische procedures kan worden gestimuleerd. Deze vragen staan in dit onderzoek centraal.

1.2 Probleemomschrijving

De afgelopen jaren is veel (empirisch) onderzoek gedaan naar de belangen en behoeften van slachtoffers bij de afwikkeling van de door hun geleden schade (bijvoorbeeld als gevolg van een arbeidsongeval, medische fout, ramp of verkeers‐ ongeval).8 Hoewel uit dit onderzoek blijkt dat financiële compensatie door slacht‐

offers als belangrijk wordt ervaren, blijkt ook dat dit niet steeds het primaire of enige motief hoeft te zijn om een juridische procedure te starten. Slachtoffers blij‐ ken ook immateriële behoeften te hebben waarbij het bijvoorbeeld gaat om het te weten willen komen wat er precies gebeurd is, het willen voorkomen dat een ander hetzelfde overkomt en erkenning door de wederpartij en de eigen sociale omge‐ ving.9 Over het algemeen wordt aangenomen dat het tegemoet komen aan der‐

gelijke immateriële belangen het slachtoffer helpt het gebeuren te verwerken, een plaats te geven en te accepteren.10 Indien dit wordt nagelaten kan dat slachtoffers

psychisch belasten, hun gezondheid negatief beïnvloeden en hun herstel belemme‐ ren.11

Ook de wens om excuses te ontvangen blijkt een immateriële behoefte te zijn die bij slachtoffers kan spelen.12 Wanneer excuses worden aangeboden blijkt dit

6. Zie voor verwijzingen naar empirische studies paragraaf 2.3. 7. Zie paragraaf 2.5 en hoofdstuk 3.

8. Zie o.a. Huver e.a. 2007; Rapport Stichting De Ombudsman 2003; Lindenbergh 2009; Sloan e.a. 1997; Van Dijk & Van Mierlo 2009; Hadfield 2008, Eshuis 2009 en Ammerlaan 2008. Zie over de behoeften en belangen van benadeelden in een collectieve afwikkelingsprocedure Van Doorn 2010 en Van Doorn 2016.

9. Huver e.a. 2007.

10. Zie o.a. Hensler e.a. 1991, p. 143-145; Sloan e.a. 1997, p. 50-52; Ammerlaan 2008 en Rapport Stich‐ ting De Ombudsman 2003.

11. Dit fenomeen wordt ook wel aangeduid als secundaire victimisatie. Deze term wordt voorname‐ lijk gebruikt in relatie tot criminele victimisatie. Zie voor een overzicht van relevante literatuur en een koppeling naar de civiele context Huver e.a. 2007.

(22)

allerlei positieve effecten te hebben. Onderzoek laat zien dat het slachtoffer de normschender positiever gaat percipiëren en beoordelen na het ontvangen van excuses. Zo hebben excuserende normschenders in de ogen van slachtoffers min‐ der opzettelijk gehandeld, worden ze minder verantwoordelijk gehouden voor de schadeveroorzakende gebeurtenis en wordt de kans kleiner geacht dat ze dezelfde fout in de toekomst nog eens zullen maken.13 Excuses leiden verder tot een afname

van negatieve gevoelens zoals boosheid en wrok bij slachtoffers, niet alleen jegens de normschender, maar ook jegens de schadeveroorzakende gebeurtenis.14 Als

gevolg hiervan blijken slachtoffers bereid te zijn een meer constructieve houding aan te nemen, hetgeen resulteert in een soepeler verloop van de schadeafwikkeling in die zin dat schikkingen worden gestimuleerd en kostbare procedures worden voorkomen.15 Ook in de hoek van de alternatieve geschilbeslechting zijn deze posi‐

tieve effecten gevonden.16 Excuses blijken daarnaast een positief effect te hebben

op de intenties en verwachtingen voor de toekomstige relatie tussen partijen en een rol te spelen bij het herstellen van het vertrouwen.17 Het ontvangen van excu‐

ses draagt uiteindelijk bij aan het psychologisch en fysiologisch herstel van slacht‐ offers.18

In de literatuur wordt wel betoogd dat door (de dreiging van) een juridische procedure het positieve potentieel van excuses niet ten volle kan worden benut. Bij conflicten die mogelijk kunnen uitmonden in een juridische procedure zullen excu‐ ses bekeken moeten worden in de schaduw van mogelijke juridische consequen‐ ties. Die schaduw kan ervoor zorgen dat partijen anders met excuses omgaan dan het geval is in niet-juridische contexten. Door verschillende auteurs wordt dan ook het beeld geschetst dat normschenders zich in de praktijk weerhouden voelen om excuses aan te bieden door de angst voor negatieve juridische consequenties.19

Normschenders zouden vrezen dat hun excuses worden opgevat als bewijs dat ze schuld hebben aan het voorval en dat hun positie in een eventuele gerechtelijke

13. Zie o.a. Davis & Gold 2011; Gold & Weiner 2000; Robbennolt 2006 en Scher & Darley 1997. Zie uitgebreid paragraaf 2.3.1.

14. Robbennolt 2006.

15. Zie o.a. Cohen 1999; Shuman 2000; Rehm & Beatty 1996; Brown 2004 en Schneider 2000. Zie uitge‐ breid paragraaf 2.3.2.

16. Dhami 2012; Kellett 1987 en Levi 1997.

17. Zie o.a. Robbennolt 2006; Mazor 2004; Bennet & Earwaker 1994 en Huver e.a. 2007. Zie uitgebreid paragraaf 2.3.1.

18. Zie o.a. Witvliet e.a. 2008 en McCullough e.a. 1998. Zie uitgebreid paragraaf 2.3.1.

(23)

procedure op deze manier verslechtert.20 In de rechtspraktijk zou deze angst in

stand worden gehouden door advocaten en verzekeringsmaatschappijen die hun cliënten expliciet instrueren geen excuses aan te bieden.21

1.3 Plaatsbepaling en onderzoeksdoel

Het fenomeen excuses is al eerder onderwerp van onderzoek geweest. Er is veel sociaal-psychologisch onderzoek verricht dat het effect van excuses in menselijke interacties in het algemeen bekijkt.22 Binnen dit onderzoeksgebied zijn verschil‐

lende theorieën geformuleerd die bijdragen aan begripsvorming over hoe en waarom gedrag, emoties en beslissingen beïnvloed worden door excuses. De laat‐ ste jaren wordt ook steeds vaker empirisch onderzoek gedaan naar de effecten van excuses in een juridische context. Dit onderzoek heeft zich in eerste instantie voor‐ namelijk op het strafrecht gericht.23 Maar ook voor de interactie tussen het (al dan

niet) aanbieden van excuses en het verloop van de civiele procedure bestaat toene‐ mende wetenschappelijke interesse.24 Dit onderzoek richt zich met name (maar

niet uitsluitend25) op civiele aansprakelijkheidszaken. Zo is onderzocht op welke

wijze de benadeelde door de excuses van de schadeveroorzaker (of het ontbreken daarvan) wordt beïnvloed in de beslissingen die hij26 dient te maken in het kader

van het schadeafwikkelingstraject. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de beslissing om juridisch advies in te winnen, de beslissing om een juridische procedure te star‐ ten en de beslissing om al dan niet en tegen welk bedrag te schikken.27 Maar ook

de wijze waarop andere actoren, die betrokken zijn bij het schadeafwikkelingstra‐

20. Zo wordt in de context van de civiele aansprakelijkheidsprocedure door verschillende auteurs gesteld dat schadeveroorzakers bang zijn dat de door hun aangeboden excuses gelijk worden gesteld aan een erkenning van aansprakelijkheid. Zie uitgebreid onder verwijzing naar bronnen paragraaf 3.2.

21. Zo stellen Hoogenboezem en Hees dat het door verzekeraars vaak in de polis opgenomen verbod tot erkenning van aansprakelijkheid verzekerden ertoe aan zet om alle communicatie met de gedupeerde – zoals het aanbieden van excuses – te verbreken (Hoogenboezem & Hees 2014). Zie ook Hartlief 2007, p. 86 (“Een veel gegeven voorbeeld is de moeite die bijvoorbeeld artsen – naar verluidt (mede) onder (beweerdelijk gevoelde) druk van ziekenhuizen en verzekeraars – zouden hebben met het betuigen van spijt, het erkennen van een fout of het vertellen van de waarheid.”). Zie internationaal: Cohen 1999, p. 1023-1014, 1042-1046 en Vines 2007.

22. Zie bijvoorbeeld Darby & Schlenker 1982 en Davis & Gold 2011. Zie voor een overzicht hoofd‐ stuk 2.

23. Bibas & Bierschbach 2004; Eisenberg, Garvey & Wells 1998; Kleinke, Wallis & Stalder 1992; Petrucci 2002; Pipes & Alessi 1999; Proeve & Howells 2006; Robbennolt 2005; Strang & Sherman 2003 en Taylor & Kleinke 1992.

24. Zie voor een overzicht Robbennolt 2008a.

25. Zo richt het onderzoek van Rachlinski, Guthrie & Wistrich 2013 en Robbennolt & Lawless 2013 zich (mede) op faillissementszaken.

26. Omwille van de leesbaarheid van dit boek is steeds voor de hij-vorm gekozen. Daar waar wordt gesproken over hij en hem, kan ook zij en haar worden gelezen.

(24)

ject, worden beïnvloed door (het al dan niet) aanbieden van excuses door de schadeveroorzaker is onderwerp van onderzoek geweest. Hierbij kan gedacht worden aan een rechter28 die een beslissing dient te nemen en een advocaat29 die

een benadeelde of schadeveroorzaker bijstaat.

Naar aanleiding van dit grote scala aan sociaal-psychologisch onderzoek is ook in het juridische domein de aandacht voor excuses toegenomen. Om de positieve potentie van excuses te waarborgen wordt wel betoogd dat de positie van excuses versterkt dient te worden.30 Dit heeft geleid tot verschillende initiatieven in wet‐

geving, jurisprudentie en literatuur. Veelal hebben deze initiatieven als doel het faciliteren31 of beschermen32 van excuses in civiele juridische procedures. Zo zijn er

in een aantal jurisdicties wettelijke bepalingen ingevoerd die de (veronderstelde) nadelige juridische consequenties van excuses verminderen of wegnemen (excu‐ sesbeschermende wetgeving).33 Daarnaast wordt in de literatuur gesproken over

het creëren van de mogelijkheid om het aanbieden van excuses in rechte af te dwingen (excuses als remedie).34 Deze mogelijkheid is in een aantal jurisdicties

neergelegd in wetgeving of in de jurisprudentie aanvaard.35

Ook in Nederland neemt de aandacht voor excuses in het recht toe en wordt zelfs gepleit voor de versterking van de rol van excuses in het civiele recht.36 Het is

echter de vraag of de in het buitenland ontwikkelde initiatieven van toegevoegde waarde kunnen zijn voor het Nederlandse systeem. Zo is de noodzaak voor excu‐ sesbeschermende wetgeving gebaseerd op een aanname over hoe binnen de civiele procedure wordt omgegaan met excuses. Er wordt verondersteld dat de rechter zich in zijn beslissing laat beïnvloeden door het feit dat een van de procespartijen

28. Rachlinski, Guthrie & Wistrich 2013 en Robbennolt & Lawless 2013. 29. Cohen 1999 en Robbennolt 2008b.

30. Zie o.a. Allan 2007a; Allan 2007b; Allan 2008; Boccaccini e.a. 2008; Bornstein, Rung, & Miller 2002; O’Hara & Yarn 2002, p. 1121-1192; Rehm & Beatty 1996, p. 115-130; Robbennolt, 2008, p. 195-231; Shuman 1994; Shuman 2000; Vines 2005; Vines 2007; Vines 2013 en Wagatsuma & Rosett 1986. 31. Carroll 2010b; Carroll 2013; White 2006 en Zwart-Hink, Akkermans & Van Wees 2014. 32. Bijvoorbeeld door de hierboven besproken beschermende wetgeving.

33. Zie hierover o.a. Arbel & Kaplan 2016; Carroll 2014; Carroll, To & Unger 2015; Cohen 2002; Cor‐ bett 2013; Farmer 2015; Heimreich 2012; Ho & Liu 2011a; Ho & Liu 2011b; Irvine 2013; Jesson & Knapp 2009; Kleefeld 2007; Kleefeld 2017; Mastroianni e.a. 2010; Maxwell 2016; McMichael, Van Horn & Viscusi 2018; Orenstein 1999; Pearlmutter 2011; Pillsbury 2006; Raper 2011; Runnels 2009; Shuman 2000; Taft 2000; Teninbaum 2011; Vandenbussche 2018; Vines 2007; Vines 2008; Vines 2013; Vines 2017; Wei 2006 en Zisk 2015. Zie uitgebreid paragraaf 3.5.

34. Zie over het vorderen van excuses en de toewijsbaarheid van een dergelijke vordering o.a. Bren‐ ninkmeijer 2006; De Rey 2017; Van Dijck 2017a; Van Dijck 2017b; Van Essen 2011; Verheij 2010 en Zwart-Hink, Akkermans & Van Wees 2014. Zie ook internationaal: Awaiz-Bilal 2015; Carroll & Witzleb 2011; Carroll 2010a; Carroll 2010b; Carroll 2013; Neethling 2009; Vines 2007 en White 2006.

35. Zie onder verwijzing naar voorbeelden paragraaf 3.6.

(25)

excuses heeft aangeboden. Meer specifiek wordt voor civiele aansprakelijkheids‐ procedures verondersteld dat de rechter partijen die hun excuses aanbieden eerder aansprakelijk zal houden voor de geleden schade. Voor het Nederlandse recht is het echter onduidelijk welke rol excuses spelen in het oordeel van de civiele rechter. Voordat een discussie kan worden gevoerd over de meerwaarde van excu‐ sesbeschermende wetgeving zal hierover meer duidelijkheid verkregen moeten worden. Ten aanzien van het faciliteren van excuses geldt dat nog niet eerder is onderzocht hoe door Nederlandse rechters wordt omgegaan met een vordering tot het aanbieden van excuses. Ook dit dient in kaart te worden gebracht voordat een vergelijking met andere jurisdicties zinvol is.

Daarnaast is het nog onduidelijk of de hierboven omschreven initiatieven de beoogde effecten (voldoende) bereiken. De keuze van een normschender om al dan niet excuses aan te bieden is zeer complex en kan door een veelvoud aan factoren worden beïnvloed. We weten nog weinig over de mate waarin en de wijze waarop juridische procedures deze complexe keuze (op een positieve of negatieve wijze) beïnvloeden. Voordat er concrete aanpassingen kunnen plaatsvinden ter verster‐ king van de rol van excuses in het recht zal eerst inzichtelijk moeten worden gemaakt welke mechanismen een rol spelen bij de interactie tussen excuses en juri‐ dische procedures. Pas dan kan worden beoordeeld of, en zo ja hoe, aanpassingen dienen te worden gemaakt aan de bestaande procedures. Indien uit dit onderzoek blijkt dat juridische procedures geen drempels opwerpen voor het aanbieden van excuses is dit ook een interessante uitkomst, aangezien het treffen van maatregelen in dat geval niet nodig is. Het doel van dit onderzoek is het krijgen van een beter begrip van welke mechanismen een rol spelen bij de interactie tussen excuses en juridische procedures. In dit kader wordt onderzocht of en zo ja op welke wijze juridische procedures de positieve rol die excuses kunnen spelen belemmeren of stimuleren. Het bereiken van dit onderzoeksdoel kan bijdragen aan inzichten over hoe een juridische procedure dient te worden ingericht zodat de positieve potentie van excuses wordt benut. Dit zal uiteindelijk leiden tot concrete aanbevelingen. 1.4 De civiele procedure en de medische tuchtprocedure

Om de gevolgen van juridische procedures voor de rol van excuses te kunnen onderzoeken, is het noodzakelijk om procedures op dit punt met elkaar te vergelij‐ ken. In dit onderzoek is gekozen voor de civiele procedure en de medische tucht‐ procedure. De keuze voor de civiele procedure ligt voor de hand aangezien het Nederlandse wetenschappelijke debat over de rol van excuses in het recht zich voornamelijk hierop richt.37 Er is gekozen om een vergelijking te maken met de

medische tuchtprocedure aangezien door verschillende auteurs wordt gesugge‐ reerd dat de civiele rechtspraak en de medische tuchtrechtspraak elkaar wederzijds

(26)

kunnen inspireren in de wijze waarop met excuses wordt omgegaan.38 Een diep‐

gaande analyse op dit punt ontbreekt echter. Met dit onderzoek wordt deze lacune opgevuld.

Daarnaast is het ook op zichzelf van betekenis om inzicht te verkrijgen in de plaats en betekenis van excuses in de medische tuchtprocedure. In de literatuur is nauwelijks aandacht geweest voor de rol die excuses spelen in de medische tucht‐ procedure terwijl de wijze waarop in de medische tuchtrechtspraak over excuses wordt geoordeeld wel directe gevolgen heeft voor de bereidheid van artsen om excuses aan te bieden.39 Het tuchtrecht geeft immers belangrijke ijkpunten voor

wat moet worden verstaan onder verantwoordelijke zorg. Beroepsbeoefenaren zul‐ len hun handelen dientengevolge aan de in het tuchtrecht ontwikkelde normen dienen aan te passen. Daarnaast blijkt uit eerder onderzoek dat het meemaken van een tuchtprocedure door beroepsbeoefenaren als ingrijpend en belastend wordt ervaren.40 Artsen zullen ook om die reden geneigd zijn hun handelen aan te passen

om op die manier een tuchtprocedure te voorkomen.41

Er is bewust voor gekozen om een vergelijking te maken tussen twee procedu‐ res die wezenlijk van elkaar verschillen in termen van doelstellingen. Het primaire doel van de civiele procedure is het bieden van een efficiënte, effectieve en eerlijke mogelijkheid aan de rechtzoekende om zijn burgerlijke materiële rechten vast te stellen en te verwezenlijken.42 In het bijzonder voor het vermogensrecht brengt dit

38. Zo verwijst Zwart-Hink in haar analyse met betrekking tot de vraag of het aanbieden van excuses een erkenning van civielrechtelijke aansprakelijkheid kan inhouden ter illustratie en inspiratie naar medische tuchtrechtrechtspraak (Zwart-Hink 2017). Zie ook Deen 2018 waarin wordt opge‐ merkt dat het jammer is dat het CTG in CTG 8 maart 2018, ECLI:NL:TGZCTG:2018:67 en CTG 8 maart 2018, ECLI:NL:TGZCTG:2018:68 (zie over deze uitspraken uitgebreid paragraaf 8.4.3) openheid en excuses niet wat meer heeft gestimuleerd en waarin ter inspiratie wordt verwezen naar een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (Rb. Den Haag 3 februari 2016, ECLI:NL:RBDHA: 2016:502, zie over deze uitspraak uitgebreid paragraaf 5.3.2.2).

39. Slechts naar aanleiding van twee aan elkaar gelieerde recente uitspraken van het CTG (CTG 8 maart 2018, ECLI:NL:TGZCTG:2018:67 en CTG 8 maart 2018, ECLI:NL:TGZCTG:2018:68, zie over deze uitspraken uitgebreid paragraaf 8.4.3) wordt dit onderwerp in een tweetal annotaties aangestipt. Zie Ruitenbeek-Bart 2018 (waarin wordt volstaan met de opmerking dat het CTG in deze uitspraken enkele belangwekkende overwegingen wijdt aan de plaats van excuses in medi‐ sche aansprakelijkheidszaken) en Deen 2018 (waarin een paragraaf is gewijd aan de rol van excu‐ ses in het medisch tuchtrecht).

40. Zie onder meer Weenink & Tool 2016; Verhoef e.a. 2015; Friele e.a. 2017 en Laarman e.a. 2019. 41. In het uiterste geval kan dit leiden tot ‘defensive medicine’. Zie hierover Laarman e.a. 2019. 42. Zie hierover o.a. De Groot 2008, p. 33-34. Asser e.a. hebben gepleit voor een herwaardering van

(27)

mee dat het in de civiele procedure voornamelijk gaat om financiële belangen.43 Zo

is het aansprakelijkheidsrecht (een rechtsgebied dat in het bijzonder relevant is voor dit onderzoek44) van oudsher primair een vergoedingssysteem.45 Wanneer

voldaan is aan de vereisten voor aansprakelijkheid geldt dat de schadeveroorzaker dan wel diens verzekeraar een eventuele schadevergoeding aan de benadeelde dient te betalen waarbij het uitgangspunt is dat de benadeelde volledig gecompen‐ seerd dient te worden. Het (waar nodig) toekennen van financiële compensatie aan de benadeelde staat in de civiele aansprakelijkheidsprocedure dus centraal.

Hoewel onduidelijk bestaat over het precieze rechtskarakter van het (medisch) tuchtrecht,46 is wel duidelijk dat het gaat om een systeem van rechtspraak met

bijbehorende sancties die verband houden met het goed functioneren van een beroepsgroep.47 Het is in belangrijke mate aan de beroepsgroep zelf om te bepalen

wat moet worden verstaan onder goede kwaliteit van de beroepsuitoefening.48 Dit

blijkt uit de omstandigheid dat de redelijk handelend en redelijk bekwame beroepsgenoot maatstaf is in het (medische) tuchtrecht.49 Het voornaamste doel

van het (medisch) tuchtrecht is daarmee het bewaken en bevorderen van de kwali‐ teit van de beroepsuitoefening.50 Dit brengt mee dat het in een (medische) tucht‐

procedure niet primair draait om de belangen van de klager. Een aangeklaagde hulpverlener legt geen verantwoording af aan de klager maar aan het tuchtcollege (en daarmee aan de beroepsgroep). De klager kan dientengevolge door middel van een medische tuchtprocedure geen financiële compensatie afdwingen.51

43. Dit uitgangspunt wordt in de literatuur regelmatig onderstreept. Zie bijvoorbeeld Van Dijck 2015 (“Kenmerkend voor vermogensrechten is (…) de focus op financiële compensatie.”) en Nieskens-Isphording 1999 (“Het vermogensrecht echter, hoe propvol emoties ook, draait uiteindelijk ‘alleen om de poen.’”).

44. Het wetenschappelijke debat over de rol van excuses in het civiele recht richt zich immers voorna‐ melijk op het aansprakelijkheidsrecht (zie paragraaf 1.3).

45. O.a. Asser/Sieburgh 6-IV 2019/18-20; Bloembergen 1965, p. 181; Hartlief 1997, p. 17-18; Verheij 2019, p. 14. Naast compensatie worden ook andere (neven)functies aan het aansprakelijkheids‐ recht toebedeeld zoals rechtsherstel, preventie en genoegdoening (Zie voor een overzicht Van de Bunt 2016, hoofdstuk 4).

46. Zie Kamerstukken II 1979/80, 16162, 3, p. 13, waaruit blijk dat volgens de wetgever moeilijk is te definiëren wat onder tuchtrechtspraak moet worden verstaan. In de literatuur bestaat voorts verschil van mening of het een rechtsgebied is dat meer verwantschap vertoont met het civiele recht of het strafrecht (of dat het een rechtsgebied betreft met eigen, onderscheidende ken‐ merken). Vranken merkt hierover op dat een algemeen antwoord op deze vraag moeilijk is te geven en waarschijnlijk ook niet erg vruchtbaar is (Vranken 1987).

47. Kamerstukken II 1979/80, 16162, 4, p. 38-40.

48. Hendriks 2015, p. 323. 49. Zie hierover Mooibroek 2015a.

50. Zie o.a. Leenen e.a. 2017, p. 583; Rube 2017, p. 105-106; Hendriks 2015, p. 322-323; Soeharno 2016 en Sijmons e.a. 2013, p. 147-148.

(28)

Ik verwacht dat de verschillen tussen de civiele procedure en medische tucht‐ procedure meebrengen dat het aanbieden van excuses een andere rol speelt binnen deze procedures. Hierbij verwacht ik dat binnen de civiele procedure, die primair gericht is op financiële compensatie, excuses een minder grote rol zullen spelen vergeleken met de medische tuchtprocedure, die niet gericht is op financiële com‐ pensatie. De achtergrond hiervan is dat op het moment dat er discussie wordt gevoerd over financiële compensatie er minder of zelfs geen ruimte is voor andere (meer immateriële) behoeften, zoals excuses. Dit sluit aan bij de literatuur over ‘incommensurability’. Hiervan wordt gesproken wanneer er sprake is van verschil‐ lende waarden die niet kunnen worden gemeten aan de hand van dezelfde metri‐ sche schaal.52 In deze redenatie zal binnen een procedure die primair is gericht op

het vaststellen van financiële compensatie geen ruimte bestaan voor immateriële belangen (zoals excuses) aangezien hierop een ander waardesysteem van toepas‐ sing is.

Een overeenkomst tussen de civiele procedure en de medische tuchtprocedure is dat voor beide procedures geldt dat er groeiende aandacht is voor de positie van respectievelijk de benadeelde en de klager. Zo wordt aan het civiele aansprakelijk‐ heidsrecht in toenemende mate, naast de klassieke compensatiefunctie, een genoegdoeningsfunctie toegekend.53 Hoewel de medische tuchtprocedure niet als

doel heeft om de klager genoegdoening te verschaffen, wordt ook hier steeds meer onderkend dat dit wel een waardevol neveneffect kan zijn.54 Deze ontwikkelingen

sluiten goed aan bij de problematiek van dit onderzoek aangezien het aanbieden van excuses bij uitstek een manier is om genoegdoening te verschaffen aan de benadeelde of de klager (op een andere manier dan door het toekennen van schadevergoeding). Dientengevolge is het juist voor deze procedures interessant om te kijken naar hoe wordt omgegaan met het aanbieden van excuses.

52. Zie hierover Fiske & Tetlock 1997 en Sunstein 1993. Zie ook Van Dijck 2017c waarin de incom‐ mensurability tussen immateriële schade enerzijds en de vergoeding daarvan in geld anderzijds wordt besproken.

53. Genoegdoening kan worden gezien als ‘erkenning door het recht dat een ander verantwoordelijk is voor het toebrengen van nadeel’ (Lindenbergh 2014). In de klassieke opvatting wordt genoeg‐ doening in het aansprakelijkheidsrecht verschaft door het toekennen van (immateriële) schade‐ vergoeding (in de parlementaire geschiedenis wordt genoegdoening genoemt als een functie van de vergoeding van immateriële schade (Van Zeben & Du Pon 1981b, p. 377-378); zo ook Bloemen‐ bergen 1965, p. 5). Anderen wijzen erop dat genoegdoening ook op andere wijzen aan slachtoffers kan worden verschaft, bijvoorbeeld door waarheidsvinding (zie bijvoorbeeld Van Maanen 2003). Over de genoegdoeningsfunctie zie o.a. Loth 2016; Du Perron 2003; Van Dijck 2015; Van Dijck 2016 en Lindenbergh 1998, p. 40-45. Zie ook Verheij 2002, p. 427, waarin de genoegdoeningsfunc‐ tie wordt afgewezen. Ook breder is de afgelopen jaren ten aanzien van de civiele procedure steeds vaker aandacht voor de (materiële en immateriële) belangen en behoeften van proces‐ partijen en hoe hieraan tegemoet kan worden gekomen (o.a. Huver e.a. 2007 en Coenraad & Ingelse 2017).

(29)

1.5 Onderzoeksvraag

Het voorgaande leidt tot de volgende onderzoeksvraag:

In hoeverre en op welke wijze wordt het aanbieden van excuses door kenmerken van de civiele procedure en de medische tuchtprocedure belemmerd of bevorderd?

Dit onderzoek vertrekt vanuit het uitgangspunt dat het aanbieden van excuses in het civiele recht en de medische tuchtprocedure mogelijk meer gestimuleerd en ieder geval niet belemmerd zou moeten worden. De vraag of het wenselijk is dat er binnen deze procedures meer ruimte komt voor het aanbieden van excuses is daar‐ mee bewust buiten het bestek van het onderzoek gelaten. De beantwoording van deze (normatieve) vraag hangt uiteindelijk namelijk af van de bereidheid om niet-financiële belangen een plaats te geven in het civiele recht, het medische tuchtrecht en in het recht in het algemeen. In de kern is dit een rechtspolitieke keuze, waar in dit onderzoek gemakshalve overheen gestapt wordt. Ook de vraag hoe het aanbie‐ den van excuses zich verhoudt tot andere immateriële belangen en de genoegdoe‐ ningsfunctie van het aansprakelijkheidsrecht valt buiten het bereik van dit onder‐ zoek. Voordat deze (meer fundamentele) vragen kunnen worden beantwoord zal immers eerst meer duidelijkheid moeten worden verkregen over de (mogelijke) juridische inbedding van excuses. Het onderhavige onderzoek richt zich op dit laatste en legt daarmee een gefundeerde basis voor vervolgonderzoek naar bijvoor‐ beeld de functies van het civiele aansprakelijkheidsrecht.

Het onderzoek richt zich voorts specifiek op hoe (tucht)rechters en proces‐ partijen tijdens de onderzochte procedures omgaan met excuses. De wijze waarop met excuses wordt omgegaan in de periode voorafgaand aan de procedure of in zaken waarin het uiteindelijk niet komt tot een juridische procedure valt daarmee buiten het bestek van dit onderzoek. De reden hiervoor is dat de werking van excuses in deze contexten al veelvuldig onderwerp van onderzoek is geweest,55

terwijl over de wijze waarop in juridische procedures met excuses wordt omge‐ gaan nog weinig bekend is. Wel dient te worden opgemerkt dat de wijze waarop in juridische procedures met excuses wordt omgegaan, kan uitstralen op de periode die daaraan voorafgaat (de schaduw van de juridische procedure). Wanneer het aanbieden van excuses in een eventuele daaropvolgende procedure kan leiden tot negatieve juridische consequenties zal men genegen zijn zich daarvan te onthou‐ den. Anderzijds zal het juist laagdrempeliger zijn om excuses aan te bieden wan‐ neer hieraan in een eventuele daaropvolgende procedure geen negatieve maar juist positieve juridische consequenties kunnen worden verbonden.

Een aantal van de in dit onderzoek gebruikte termen verdient nadere verduide‐ lijking. Met ‘kenmerken’ van de onderzochte procedures wordt in dit onderzoek

(30)

zowel gedoeld op de formeelrechtelijke kenmerken van de procedures als op de materieelrechtelijke rechtsregels waaraan in de procedures toepassing wordt gege‐ ven. Daarnaast wordt hieronder mede verstaan de wijze waarop in de praktijk invulling wordt gegeven aan de procedures (feitelijk verloop).

Wanneer in dit onderzoek wordt gesproken over situaties waarin excuses worden aangeboden gaat het regelmatig om aansprakelijkheidskwesties. In die gevallen wordt de gebeurtenis die de materiële en/of immateriële schade heeft veroorzaakt aangeduid met de term ‘schadeveroorzakende gebeurtenis’. Voor de periode die op de schadeveroorzakende gebeurtenis volgt waarin de schade zal worden afgewikkeld wordt de term ‘schadeafwikkelingstraject’ gebruikt. Degene die de schade heeft veroorzaakt, doorgaans de aanbieder van excuses, wordt aan‐ geduid met de term ‘schadeveroorzaker’ (ook al staat de juridische verwijtbaarheid nog niet vast). Degene die de schade heeft geleden, doorgaans de ontvanger van excuses, wordt aangeduid met de term ‘benadeelde’. In situaties waarbij er geke‐ ken wordt naar de werking van excuses buiten het aansprakelijkheidsrecht worden respectievelijk de termen ‘normschender’ (als aanbieder van excuses) en ‘slacht‐ offer’ (als ontvanger van excuses) gebruikt.

1.6 Opzet en methode van het onderzoek

De centrale onderzoeksvraag valt uiteen in een aantal deelvragen. In het navol‐ gende zal ik deze deelvragen toelichten. Tevens zal ik aangeven welke onderzoeks‐ methoden worden gebruikt bij het beantwoorden van de deelvragen.

Deelvraag 1: Hoe worden excuses gedefinieerd, wat zijn de effecten van het aanbieden van excuses, en welke omstandigheden beïnvloeden de bereidheid van normschenders om excu‐ ses aan te bieden?

(31)

Deelvraag 2: Wat is de stand van het Nederlandse wetenschappelijk debat over de rol van excuses in het civiele recht en ontstaat hieruit het beeld dat de Nederlandse civiele proce‐ dure belemmerend of bevorderend is voor het aanbieden van excuses?

In hoofdstuk 3 geef ik, eveneens op basis van een literatuuronderzoek, een overzicht van de ‘state of the art’ ten aanzien van het Nederlandse wetenschappe‐ lijk debat over de rol van excuses in het civiele recht. Ten aanzien van de vraag welke rol excuses spelen (of zouden moeten spelen) in het medisch tuchtrecht is vrijwel geen literatuur verschenen. Ik richt mij om die reden in hoofdstuk 3 enkel op de civiele procedure.56 Uiteindelijk wordt omschreven of uit de literatuur het

beeld ontstaat dat de Nederlandse civiele procedure het aanbieden van excuses belemmert of juist bevordert.

Deelvraag 3: In hoeverre en op welke wijze spelen excuses een rol in de civiele rechtspraak en de medische tuchtrechtspraak, en werkt dit belemmerend of bevorderend voor het aanbie‐ den van excuses?

Om een (eerste) indruk te krijgen van de verschillende wijzen waarop excuses een rol spelen binnen de civiele en de medische tuchtrechtspraak, heb ik een uitge‐ breide systematische jurisprudentieanalyse uitgevoerd. In hoofdstuk 4 omschrijf ik allereerst welke aanpak ik hierbij heb gehanteerd. Vervolgens bespreek ik in de hoofdstukken 5 t/m 7 de uitkomsten. In hoofdstuk 8 geef ik daarnaast een over‐ zicht van de manieren waarop excuses in de jurisprudentie van de twee procedu‐ res aan bod komen. Er ontstaat hier een eerste beeld van op welke vlakken de pro‐ cedures drempels opwerpen voor het aanbieden van excuses, of juist excuses bevorderend zijn en welke kenmerken van de procedures hierbij een rol spelen. De procedures worden op dit punt met elkaar vergeleken.

Deelvraag 4: In hoeverre vinden de bevindingen uit het literatuuronderzoek en het jurisprudentieonderzoek weerslag in de praktijk en welke andere kenmerken van de civiele procedure en de medische tuchtprocedure belemmeren of bevorderen het aanbieden van excuses?

Om te achterhalen welke juridische drempels of stimulansen er bestaan voor het aanbieden van excuses, is het uitvoeren van alleen een literatuurstudie en jurisprudentieonderzoek uiteindelijk onvoldoende. Om meer zicht te krijgen op wat zich in de praktijk daadwerkelijk afspeelt, zijn een observatieonderzoek en een interviewstudie uitgevoerd. Ik licht de keuze voor deze methoden en de werkwijze die ik heb ik gehanteerd bij de uitvoer ervan toe in hoofdstuk 9. In hoofdstuk 10 bespreek ik vervolgens de uitkomsten van de studies.

Met het oog op de uitvoerbaarheid van het observatieonderzoek en de inter‐ viewstudie is ervoor gekozen om specifiek te kijken naar medische aansprakelijkheidszaken en medische tuchtzaken. Deze keuze ligt op de eerste

(32)

plaats voor hand aangezien de effectiviteit van excuses in de medische context uit‐ gebreid is onderzocht.57 Daarnaast is het voor dit onderzoek van belang om ver‐

schillende procedures met elkaar te vergelijken waarin vergelijkbare cases worden behandeld. Het voorgaande impliceert dat de interviewstudie en het observatieon‐ derzoek ten aanzien van de civiele procedure smaller zijn afgebakend vergeleken met het jurisprudentieonderzoek. Bij het jurisprudentieonderzoek is immers de civiele procedure in zijn algemeenheid onderwerp van onderzoek terwijl bij de interviewstudie en het observatieonderzoek enkel wordt gekeken naar medische aansprakelijkheidszaken. De uitkomsten van de interviewstudie en het observatie‐ onderzoek zeggen om die reden enkel iets over de onderzochte medische civiele aansprakelijkheidszaken en zijn niet representatief voor de civiele procedure in zijn algemeenheid.

Ten slotte worden de belangrijkste bevindingen en onderzoeksresultaten samenge‐ vat in hoofdstuk 11. Op deze plaats doe ik daarnaast enkele aanbevelingen en sug‐ gesties voor vervolgonderzoek. Het onderzoek is afgerond in februari 2020. Litera‐ tuur die na deze datum is verschenen is niet meer meegenomen.

1.7 Relevantie

Hieronder sta ik stil bij de wetenschappelijke (paragraaf 1.7.1) en maatschappelijke (paragraaf 1.7.2) relevantie van dit onderzoek.

1.7.1 Wetenschappelijke relevantie

De wetenschappelijke relevantie van dit onderzoek is in de eerste plaats gelegen in de verkrijging van nieuwe inzichten die zowel interessant zijn vanuit een psycho‐ logisch perspectief als vanuit een juridisch perspectief. Beide perspectieven zijn in dit onderzoek nauw aan elkaar gerelateerd. Psychologische onderzoek in de juridi‐ sche setting richt zich voornamelijk op de invloed van excuses op schikkingsonder‐ handelingen of juridische besluitvorming. Er is nog geen empirisch onderzoek ver‐ richt naar de vraag of en in hoeverre contextuele kenmerken, zoals juridische pro‐ cedures, excuses van de schadeveroorzaker kunnen bevorderen of juist tegenwer‐ ken. Dit onderzoek maakt daarnaast gebruik van verschillende onderzoekmetho‐ den. Juist deze combinatie van onderzoeksmethoden en het multidisciplinaire karakter daarvan maakt het onderzoek nieuw en uniek. Het onderzoek draagt daarmee bij aan een beter begrip van de inpasbaarheid van empirische inzichten in het recht.

(33)

Daarnaast is nog weinig bekend over hoe we in het recht tegemoet kunnen komen aan niet-financiële belangen. Voor het civiele recht geldt dat er weliswaar op een abstract niveau is nagedacht over de inbedding van de genoegdoenings‐ functies in het aansprakelijkheidsrecht,58 maar dat nog weinig onderzoek is gedaan

naar hoe hier concreet invulling aan kan worden gegeven. Dit onderzoek biedt aanknopingspunten om in deze leemte te voorzien in die zin dat voor een speci‐ fieke behoefte van procesdeelnemers (het aanbieden en ontvangen van excuses) wordt bekeken hoe deze een plaats kan krijgen binnen de civiele procedure en de medische tuchtprocedure.

1.7.2 Maatschappelijk relevantie

Meer kennis over de plaats en betekenis van excuses in het civiele recht en het medisch tuchtrecht, levert relevante informatie op voor verschillende actoren. Deze kennis kan allereerst nuttig zijn voor de wetgever bij het ontwerpen van wet- en regelgeving waarbij het doel is om de civiele procedure en/of de medische tucht‐ procedure (meer) tegemoet te laten komen aan immateriële belangen. In de litera‐ tuur wordt gepleit voor de introductie van excusesbeschermende wetgeving.59

Wanneer de wetgever het inderdaad ambieert om de plaats van excuses in het recht te versterken, is het maar de vraag of de introductie van excusesbescher‐ mende wetgeving de beste manier is om dit doel te bereiken. Dit onderzoek legt de interactie tussen het aanbieden van excuses en de onderzochte procedure bloot, hetgeen voor de wetgever duidelijk maakt waar precies de pijnpunten zitten. Wer‐ pen de onderzochte procedures eigenlijk wel drempels op voor het aanbieden van excuses en zo ja kunnen deze drempels dan worden weggenomen door de intro‐ ductie van excusesbeschermende wetgeving? Zijn er misschien niet andere meer creatieve oplossingen mogelijk die meer aansluiten bij hoe het er in de praktijk aan toen gaat?

Ten tweede levert het onderzoek relevante inzichten op voor de rechtspraak. Excuses dragen bij aan een soepeler verloop van de schadeafwikkeling in die zin dat schikkingen worden gestimuleerd en kostbare procedures kunnen worden voorkomen.60 Onderzoek naar hoe excuses binnen juridische procedures kunnen

worden gestimuleerd en hoe eventuele drempels kunnen worden weggenomen draagt aldus bij aan meer inzicht over manieren waarop de werkdruk van de recht‐ spraak kan worden verlicht. Dit is in het bijzonder relevant aangezien er regel‐ matig wordt gewezen op de hoge kosten en het gebrek aan efficiëntie binnen de

58. Zie o.a. Loth 2016 en Du Perron 2003. 59. Zie paragraaf 3.5.3.

(34)

rechtspraak.61 Voorts zijn de-escalatie en maatwerk de afgelopen jaren belangrijke

thema’s geweest voor de Raad voor de Rechtspraak.62 Onderzoek naar excuses

sluit hier goed bij aan, aangezien deze kunnen bijdragen aan de-escalatie van con‐ flicten.63 Uiteindelijk leidt het stimuleren van het aanbieden van excuses in de

civiele procedure tot meer tevredenheid bij procespartijen hetgeen ten goede komt aan het maatschappelijk draagvlak voor de Rechtspraak. Het onderzoek is daar‐ naast interessant voor (tucht)rechters die geconfronteerd worden met proces‐ partijen die excuses hebben aangeboden of excuses wensen te ontvangen. De inzichten uit dit onderzoek geven houvast over hoe zij hier in hun procespraktijk mee om kunnen gaan.

Voorts levert dit onderzoek waardevolle inzichten op voor normschenders en diens procesvertegenwoordigers en verzekeraars. Voor hen is het namelijk van belang om te weten onder welke omstandigheden ‘veilig’ excuses kunnen worden aangeboden. Aangezien een gedeelte van dit onderzoek zich specifiek richt op civiele en tuchtrechtelijke aansprakelijkheid na een medische fout, zijn de inzichten uit het onderzoek in het bijzonder van belang voor medische beroepsbeoefenaren. Hoewel er de afgelopen jaren al veel aandacht is geweest voor openheid na medi‐ sche incidenten, blijft het voor medische beroepsbeoefenaren onduidelijk in hoe‐ verre en onder welke voorwaarden excuses mogen worden aangeboden. Dit onderzoek verschaft helderheid op dit punt.

Ten slotte is dit onderzoek vanuit een maatschappelijk oogpunt relevant omdat het bijdraagt aan begrip over wijzen waarop de positie van slachtoffers kan worden versterkt in het recht. Het ontvangen van excuses is immers een expliciete behoefte van slachtoffers.64 Het onderzoek levert inzichten op ten aanzien van hoe

deze behoefte in de civiele procedure en de medische tuchtprocedure kan worden gewaarborgd.

61. Uit de onderzoeksagenda 2015-2016 van de Raad voor der Rechtspraak komt naar voren dat balans in werkbelasting, snelle en efficiënte rechtspraak en kosten besparing belangrijke speer‐ punten vormen voor de Raad voor de Rechtspraak.

62. Dit blijkt onder meer uit de aandacht voor conflictoplossing op maat in het civiele en het familie‐ recht. Zie bijvoorbeeld de pilots conflictoplossing op maat en het rapport ‘Zitten, luisteren en schikken‘ (Van der Linden 2008). Ook in de huidige onderzoeksagenda van de Raad voor de Rechtspraak is er aandacht voor de regiefunctie van de rechter en conflictdiagnose waarbij verder wordt gekeken dan enkel het juridische geschil.

(35)
(36)

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt de eerste deelvraag van mijn onderzoek van een antwoord voorzien:

Hoe worden excuses gedefinieerd, wat zijn de effecten van het aanbieden van excuses, en welke omstandigheden beïnvloeden de bereidheid van normschenders om excuses aan te bieden?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het eerst nodig om vast te stellen wat onder het begrip excuses moet worden verstaan. Het eerste doel van dit hoofdstuk is daarom het formuleren een werkbare definitie van het begrip excuses. Dit doe ik door in paragraaf 2.2 een overzicht te geven van de in de literatuur gehanteerde definities. Na het analyseren van deze definities kom ik tot een overzicht van de verschillende elementen waaruit excuses kunnen bestaan.

Het belang van dit onderzoek is voor een groot gedeelte gebaseerd op de gedachte dat het aanbieden van excuses leidt tot positieve effecten voor zowel de aanbieder als de ontvanger van de excuses. De wens om het aanbieden van excuses in juridische procedures zo min mogelijk te belemmeren en zo veel mogelijk te sti‐ muleren vindt immers zijn grondslag in deze gedachte. Een tweede doel van dit hoofdstuk is om die reden het in kaart brengen van de (positieve) effecten van excuses. In paragraaf 2.3 omschrijf ik de effecten van het aanbieden van excuses waarbij het perspectief van het slachtoffer als ontvanger van de excuses centraal staat. Verder bespreek ik in paragraaf 2.4 verschillende factoren die de effectiviteit van excuses kunnen beïnvloeden.

(37)

of juist geen excuses aan te bieden en welke factoren de bereidheid om excuses aan te bieden kunnen beïnvloeden.

Ten aanzien van de drie hierboven genoemde onderwerpen verwijs ik voorna‐ melijk naar sociaal-psychologische literatuur. In de paragrafen 2.3 tot en met 2.5 wordt uitsluitend empirisch onderzoek besproken. Ik ambieer niet om een uitput‐ tend overzicht te geven van alle literatuur betreffende de werking van excuses. De reden hiervoor is dat er al verschillende boeken en overzichtsartikelen zijn versche‐ nen over deze materie.1 Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de sociaal-psycholo‐

gische literatuur welke relevant is voor dit onderzoek.

2.2 Definitie

Het begrip excuses2 is in de literatuur in eerste instantie voornamelijk theoretisch

omschreven. Een veel geciteerde definitie is bijvoorbeeld die van Tavuchis.3 Hij

omschrijft excuses als een erkenning van de legitimiteit van de geschonden norm, het aanvaarden van verantwoordelijkheid voor de normschending en het uiten van oprechte spijt en berouw voor de geleden schade.4 Lazare ziet excuses, naast een

erkenning van de normschending en een uitdrukking van spijt, als een voortdu‐ rende toewijding van de normschender om zijn of haar gedrag te veranderen.5

Een zeer uitgebreide omschrijving van excuses wordt gegeven door Smith.6 In

zijn twee boeken introduceert hij het concept van categorische excuses (‘categorical apologies’), waarmee hij de in zijn optiek meest ideale manier om excuses aan te bieden omschrijft. Een categorische verontschuldiging is volgens hem een zeld‐

1. Zie o.a. Desmet 2012; Meijer 1998; Robbennolt 2008a en Schumann 2018.

2. In dit onderzoek wordt steeds gebruik gemaakt van de term ‘excuses’. Ik gebruik deze term in de betekenis van ‘verontschuldigingen’ of ‘betuigingen van spijt’ (Dikke Van Dale 2020). Aan ‘excu‐ ses’ en met name aan het enkelvoudige ‘excuus’ wordt ook wel de betekenis ‘geen geldige reden’ of ‘de reden dat je iets fout hebt gedaan zonder er de verantwoordelijkheid voor te willen dragen’ toegekend. Deze laatste betekenis wordt in dit onderzoek niet bedoeld (tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven).

3. Tavuchis 1991.

4. “Minimal, this entailed acknowledgement of the legitimacy of the violated rule, admission of fault and responsibility for its violation, and the expression of genuine regret and remorse for the harm done.” (Tavuchis 1991, p. 3).

5. “Apology is more than an acknowledgement of an offense together with an expression of remorse. It is an ongoing commitment by the offending party to change his or her behavior.” (Lazare 2004, p. 263).

(38)

zame en lastige daad7 welke verschillende elementen omvat.8 De normschender

moet volgens Smith allereerst een dialoog aangaan met het slachtoffer waarin hij zinvolle informatie verstrekt, met behulp waarvan hetgeen waarvoor hij zich moet verontschuldigen kan worden geïdentificeerd. Hierbij is van belang dat de norm‐ schender en het slachtoffer overeenstemming bereiken over wat er precies is gebeurd. Daarnaast moet de normschender morele verantwoordelijkheid aanvaar‐ den voor het veroorzaken van de normschending. De normschender moet verder de specifieke schade die het slachtoffer heeft geleden identificeren, de gedeelde morele waardes die door het veroorzaken van deze schade zijn geschonden erken‐ nen en bevestigen op een manier die voor het slachtoffer herkenbaar is. De norm‐ schender moet ten slotte spijt betuigen voor zijn morele falen en zich ertoe verbin‐ den de normschending niet te herhalen en de schade te herstellen of te compense‐ ren.

Hoewel de meeste in de literatuur gehanteerde definities van excuses in over‐ wegende mate theoretisch zijn, is er ook een aantal empirische onderzoeken ver‐ richt naar hoe mensen excuses in de praktijk formuleren. Zo onderzocht Sugimuto door middel van een surveystudie hoe Amerikaanse en Japanse studenten excuses aanboden voor relatief kleine normschendingen (zoals het te laat komen voor een afspraak).9 Beide groepen bleken vergelijkbare elementen op te nemen in hun

excuses.10 De elementen die door de studenten het meest werden opgenomen in

hun excuses waren het betuigen van spijt, het geven van een verklaring voor hetgeen was voorgevallen, het geven van een beschrijving van de schade en het aanbieden om het gebrek te herstellen. Daarnaast kwam het ook voor dat studen‐ ten compensatie aanboden voor de schade, de belofte deden de normschending in de toekomst niet te zullen herhalen en vroegen voor vergeving.

Slocum, Allan & Allan hebben op basis van hetgeen mensen onder een veront‐ schuldiging verstaan een model gemaakt dat het fenomeen excuses inzichtelijk maakt.11 Daartoe hebben zij 23 interviews afgenomen met mensen die minimaal

twee jaar een relatie hadden waarbinnen hun partner een ernstige normschending

7. “According to my account, a categorical apology amounts to a rare and burdensome act.” (Smith 2008, p. 17).

8. Smith 2008, p. 140-142. Naast de inhoud van een categorische excuses geeft Smith ook aan door wie de excuses moeten worden aangeboden (door de normschender zelf, en dus niet door een derde zoals een gevolmachtigde), wie de ontvanger van de excuses moet zijn (het slachtoffer en dus niet een derde zoals een rechtbank), wat de intenties voor het aanbieden van excuses moeten zijn (het bevorderen van het welzijn van het slachtoffer en het bevestigen van de geschonden waarden) en welke emoties door de aanbieder van de excuses moeten worden ervaren (verdriet en schaamte).

9. Sugimuto 1997.

10. De onderzoekster concludeerde hieruit dat hoewel er tussen de twee culturen een verschil was in de mate waarin de verschillende elementen werden gebruikt, de resultaten er wel op leken te wij‐ zen dat beide culturen vergelijkbare basisnormen hebben voor het aanbieden van excuses (Sugi‐ muto 1997, p. 359).

(39)

had begaan.12 Aan de deelnemers werd onder meer gevraagd wat hun verwachtin‐

gen waren over de door hun partner aan te bieden excuses. Op basis van de onderzoeksresultaten conceptualiseren zij excuses als een proces dat bestaat uit één of meer van drie componenten: het tonen van affectie/emotie (‘affect’), het geven van bevestiging (‘affirmation’) en het nemen van actie (‘action’). Daarnaast wordt een tweede dimensie toegevoegd aan het model door elk van de verschillende componenten op te splitsen in twee categorieën, afhankelijk van de focus van de normschender. De eerste categorie wordt door de onderzoekers de zelf-gerichte categorie (‘self-focused category’) genoemd, in die zin dat normschenders zich richten op hun eigen behoeften. In de tweede categorie (‘self-other focused cate‐ gory’) is de normschender daarnaast ook gericht op de ander, waarbij hij laat zien zich bewust te zijn van de behoeften van het slachtoffer.

Binnen de eerste affectieve component wordt op deze manier een onderscheid gemaakt tussen het uiten van spijt (‘regret’) en het uiten van berouw/medeleven (‘remorse’). Van het uiten van spijt is bijvoorbeeld sprake wanneer de normschen‐ der zegt dat hij zou willen dat hij de normschending niet begaan had of ongedaan kon maken. Het uiten van spijt focust daarmee op de gevoelens van de normschen‐ der zelf (‘self-focused’) aangezien het zijn eigen ontevredenheid met de situatie weerspiegelt. Bij het uiten van berouw/medeleven is het van belang dat de norm‐ schender empathie toont voor het slachtoffer door aandacht te besteden aan diens gevoelens (‘self-other focused’). Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer norm‐ schenders gevoelens van schaamte of verdriet uiten ten aanzien van de norm‐ schending en hetgeen het slachtoffer dientengevolge heeft moeten doorstaan. Deel‐ nemers aan de studie gaven daarnaast aan het in dit kader van belang te vinden dat normschenders berouw toonden om de juiste reden: ze vonden het van belang dat normschenders een bevestiging gaven van de gedeelde waarden die zij hadden geschonden.

Onder de tweede component (het geven van bevestiging) wordt verstaan dat de normschender expliciet verantwoordelijkheid aanvaardt voor de normschending en de gevolgen ervan. Dit kan hij in de eerste plaats doen door te erkennen dat hij verantwoordelijk is voor de normschending en door het geven van uitleg over zijn eigen gedrag (‘self-focused’). Onder het geven van uitleg moet niet worden ver‐ staan het aandragen van omstandigheden die het gedrag van de normschender kunnen rechtvaardigen of verschonen. Hiermee wordt immers geen verant‐ woordelijkheid genomen voor de gedraging.13 Daarnaast kan de normschender de

gevolgen van de normschending en de door het slachtoffer geleden schade onder‐ schrijven (‘self-other focused’).

12. Hierbij ging het bijvoorbeeld om vreemdgaan en huiselijk geweld.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Starr's reaction to the report that 45 percent of public high school students in the county failed final exams in math ["Fail rate still high on math finals," Metro,

Niet alleen heeft het aanbieden van excuses in zijn algemeenheid positieve consequenties voor het slachtoffer, excuses blijken juist ook positieve juridische consequenties te

Niet alleen is het mogelijk dat slachtof- fers die de excuses vorderen achter- af zelf niet te spreken zijn over onoprechte excuses die ze hebben ontvangen; ook is het mogelijk dat

2 Een slachtoffer wordt door een derde minder positief gewaardeerd na het lezen van een verontschuldiging door de dader zo lang de emotionele uiting van het slachtoffer niet

A solution more in the spirit of smart contracts might be to operate similar to most legal systems and actual contracts, by starting from the presumption that breach is

Uw vragen gaan met name over het niet plaatsen van een VRI (Verkeer Regel Installatie) ter hoogte van deze tijdelijke Albert Hein en de in uw ogen slechte communicatie naar

- Tussen Gemeente en Ontwikkelaar vindt de laatste verrekening van bijdragen plaats, - Openbaar gebied wordt na inrichting door Ontwikkelaar om niet juridisch geleverd

Zowel uit eigen ervaring als uit literatuuronderzoek is gebleke n dat d e monstervoorbereiding v an vlees en de manier v an pakken van de monsterhouder van ee n