31722 – maart 2007
BIJLAGENRAPPORT EVALUATIE WET BIBOB
Utrecht, 19 maart 2007 Mr. M.C. de Voogd
Drs. F. Doornbos
Mr. drs. L.C.L. Huntjens
31722 – maart 2007
BIJLAGENRAPPORT EVALUATIE WET BIBOB
INHOUD Blz.
BIJLAGE 1. HET ANALYSEKADER ... 1
BIJLAGE 2. ONDERZOEKSVERANTWOORDING ... 12
R ESPONS EN REPRESENTATIVITEIT ... 13
R ESPONDENTEN ... 17
BIJLAGE 3. BEGELEIDENDE BRIEF ENQUÊTE EVALUATIE WET BIBOB ... 18
BIJLAGE 4. RAPPELBRIEF ENQUÊTE EVALUATIE WET BIBOB ... 20
BIJLAGE 5. VRAGENLIJST ENQUETE EVALUATIE WET BIBOB ...22
BIJLAGE 6 RECHTE TELLINGEN ENQUÊTE: TOTAAL EN UITGESPLITST NAAR BESTUURSORGAAN ... 46
BIJLAGE 7. LITERATUURLIJST ... 160
BIJLAGE 8. JURISPRUDENTIELIJST... 164
BIJLAGE 10. LIJST MET GESPREKSPARTNERS ... 166
BIJLAGE 11. LEDEN BEGELEIDINGSCOMMISSIE BIBOB ... 170
BIJLAGE 12. LEDEN BEGELEIDINGSCOMMISSIE EVALUATIE WET BIBOB ... 171
BIJLAGE 13. VERSLAG EXPERTMEETINGS ... 172
31722 – maart 2007
BIJLAGE 14. TEKST VAN DE WET BIBOB... 182
BIJAGE 15. TEKST VAN HET BESLUIT BIBOB ... 198
BIJLAGE 16. TEKST VAN DE REGELING
BEGELEIDINGSCOMMISSIE BIBOB... 201
31722 – maart 2007 1 BIJLAGE 1. HET ANALYSEKADER
Hieronder treft u het analysekader aan. Indien de bron bij de betreffende vraag onderstreept is, betekent dit dat deze vraag niet door de die bron beantwoord kon worden. Na het analyse- kader volgt een tabel met een overzicht van de vragen die niet zijn gesteld in de elektronische enquête. Deze vragen zijn in het analysekader ook onderstreept. Voor wat betreft de interviews met de bestuurders geldt dat veel vragen uit het analysekader door deze groep niet kon wor- den beantwoord, omdat zij vooral een algemeen beeld van de (uitvoering van de) Wet BIBOB hebben. Op specifieke (technische) details van de werking van de wet of van de instrumenten van de wet hebben zij weinig zicht.
Als een vraag door één of meerdere andere bronnen dan die in het analysekader staan bij de betreffende vraag wordt beantwoord, wordt dit vermeld door middel van een voetnoot.
STRUCTUUR
M
EETMOMENTM
ETHODIEK VAN GEGEVENSVERZA- MELINGA
NALYSEVRAGEN2003 2006 Methodiek Bron
Nut en noodzaak
1. Hoe vaak komen de bestuursorganen in aanraking met deze risico's van facilitering van criminele
activiteiten? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 2. Welke mogelijkheden hebben bestuursorganen om
dergelijke facilitering tegen te gaan en hoe vaak
passen zij deze mogelijkheden toe? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 3. Zijn bestuursorganen tevreden met het bestaande
instrumentarium? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 4. Welke betere of minder bezwaarlijke alternatieven
zijn beschikbaar of denkbaar? x Interviews,
deskresearch
1Bureau BIBOB, experts, literatuur Juridische houdbaarheid
5a. Houden afwijzende beslissingen van
bestuursorganen in bezwaar- en beroepsprocedures (voor de rechter) stand?
5b. In hoeverre gaat het daarbij om beschikkingen die gebaseerd zijn op een BIBOB-advies?
x Interviews,
deskresearch
2Bureau BIBOB, OM
6a. Is de BIBOB-systematiek in afwijzende
beschikkingen door bestuursorganen op juiste wijze
toegepast? x Interviews,
deskresearch
3Bureau BIBOB, OM
1
Deze vraag wordt mede beantwoord door bestuursorganen inde schriftelijke vragenlijst.
2
Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van wetenschappelijke literatuur.
3
Deze vraag wordt beantwoord door bestuursorganen in de schriftelijke vragenlijst en aan de hand van
wetenschappelijke literatuur.
31722 – maart 2007 2 M
EETMOMENTM
ETHODIEK VAN GEGEVENSVERZA-MELING
A
NALYSEVRAGEN2003 2006 Methodiek Bron
6b Berust een afwijzende beschikking op voldoende rechtsgronden?
Mogelijkheid tot omzeiling
7. In hoeverre zijn er indicaties dat de BIBOB-
systematiek wordt ontdoken of omzeild? x Expertmeeting,
deskresearch Experts, litera- tuur, media Reikwijdte van de wet
8. In hoeverre voldoet de reikwijdte van de Wet
BIBOB? x x Expertmeeting,
interview
4Experts, bureau BIBOB
9. Hoe passend zijn de bestaande criteria om een branche onder de werking van de Wet BIBOB te
laten vallen? x Expertmeeting,
schriftelijke vragenlijst
Bestuursorganen, experts
10. Op welke andere branches zou de Wet BIBOB van
toepassing eventueel verklaard moeten worden x Expertmeeting, schriftelijke vragenlijst
Bestuursorganen, experts
11. Welke mogelijke eisen moeten worden gesteld aan eventuele uitbreiding(en) van de reikwijdte van de
wet? x Expertmeeting,
interview Experts, bureau BIBOB
GEDRAG
M
EETMOMENTM
ETHODIEK VAN GEGEVENSVERZAMELINGA
NALYSEVRAGEN2003 2006 Methodiek Bron
Kwantitatieve gegevens
12. Hoe vaak is een subsidie- of vergunningaanvraag afgewezen of een aanbesteding geweigerd op basis van artikel 3 van de Wet BIBOB zonder advies van bureau BIBOB?
x
Deskresearch/
schriftelijke vragenlijst expertmeeting
Bestuursorganen
13. Hoe vaak is een subsidie of vergunning ingetrokken op basis van artikel 3 van de Wet
BIBOB zonder advies van bureau BIBOB? x Deskresearch/
schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 14. Hoe vaak is een BIBOB-advies aangevraagd?
(Uitgesplitst naar bestuursorgaan, sector en
categorie) x Deskresearch
5Bureau BIBOB
15. Hoe vaak is een adviesaanvraag stopgezet en van
wie is daarbij het initiatief uitgegaan? x Deskresearch
6Bureau BIBOB 16. Hoe vaak is tussentijds een adviesprocedure
stopgezet? x Deskresearch
7Bureau BIBOB
17. Hoe vaak is een advies uitgebracht? x Deskresearch Bureau BIBOB
4
Deze vraag wordt beantwoord door bestuursorganen in de schriftelijke vragenlijst.
5
Deze vraag wordt beantwoord door bestuursorganen in de schriftelijke vragenlijst
6
Deze vraag wordt beantwoord door bestuursorganen in de schriftelijke vragenlijst.
7
Deze vraag wordt beantwoord door bestuursorganen in de schriftelijke vragenlijst.
31722 – maart 2007 3 M
EETMOMENTM
ETHODIEK VANGEGEVENSVERZAMELING
A
NALYSEVRAGEN2003 2006 Methodiek Bron
18. Hoe vaak is een advies 'ernstig gevaar' uitgebracht? x Deskresearch Bureau BIBOB 19. Hoe vaak is een advies 'mindere mate van gevaar'
uitgebracht? x Deskresearch Bureau BIBOB
20. Hoe vaak is een advies 'geen gevaar' uitgebracht? x Deskresearch Bureau BIBOB 21. Hoe vaak was bij de adviezen 'ernstig gevaar'
sprake van het niet volledig invullen van
gegevens?
8x Deskresearch Bureau BIBOB
22. Hoe vaak hebben bestuursorganen overeenkomstig
het uitgebrachte advies beschikt? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 23. Hoe vaak zijn bestuursorganen afgeweken van het
uitgebrachte BIBOB-advies? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 24. Hoe vaak zijn aanvullende maatregelen aan de
beschikking verbonden? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 25. Hoe vaak was een adviesaanvraag niet
ontvankelijk? x Deskresearch Bureau BIBOB
26. Hoe vaak is op een subsidieregeling de Wet BIBOB
van toepassing verklaard? x x Vragenlijst,
deskresearch
Bestuurs- organen, Bureau BIBOB
Voorwaarden voor uitvoering
27. Beschikken bestuursorganen over voldoende capaciteit om met de Wet BIBOB te kunnen
werken? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 28. In hoeverre bestaat er bij bestuursorganen
behoefte aan of is gekozen voor (regionale) samenwerking ten behoeve van de uitvoering van de Wet BIBOB en op welke modaliteit van samenwerking wordt gekozen en/of gewenst geacht?
x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen
29. Wegen de nut en noodzaak van de
geheimhoudingsplicht op tegen de beperking van
de mogelijkheden om adviezen te hergebruiken? x Interviews
9Bestuursorganen 30. In hoeverre zijn bestuursorganen zich bewust van
het mogelijke risico van facilitering van criminele
activiteiten? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 31. Hoe vaak komen bestuursorganen in aanraking
met deze risico's? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 32. In hoeverre zijn bestuursorganen overtuigd van het
belang van de Wet BIBOB? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 33. Hoe vaak is het voorgekomen dat er achteraf
sprake bleek van criminele facilitering en géén
advies was aangevraagd? x Schriftelijke
vragenlijst, deskresearch
Bestuursorganen of bureau BIBOB
8
Op grond van artikel 4, eerste lid Wet BIBOB wordt als 'ernstig gevaar' aangemerkt de omstandigheid dat een betrokkene weigert een gegevensformulier volledig in te vullen.
9
Deze vraag wordt beantwoord door experts.
31722 – maart 2007 4 M
EETMOMENTM
ETHODIEK VANGEGEVENSVERZAMELING
A
NALYSEVRAGEN2003 2006 Methodiek Bron
34. Hoe vaak heeft een officier van justitie geadviseerd aan een bestuursorgaan een BIBOB-advies aan te
vragen? x Schriftelijke
vragenlijst, deskresearch
Bestuursorganen , OM
35. In hoeverre nemen bestuursorganen de beslissing om een BIBOB-advies aan te vragen op aanwijzing
of verzoek van derden- belanghebbenden? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 36. In hoeverre zijn bestuursorganen bekend met de
Wet BIBOB en de BIBOB-systematiek? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 37. In hoeverre is er sprake van positieve publicaties
over het BIBOB-instrumentarium (in vakbladen,
media, etc.)? x x Deskresearch Media, literatuur
38. In hoeverre is er sprake van negatieve publicaties over het BIBOB-instrumentarium (in vakbladen,
media, etc.)? x x Deskresearch Media, literatuur
39. Is de deskundigheid van bestuursorganen
toereikend om de wet goed uit te voeren? x x Schriftelijke vragenlijst, interviews
Bestuursorganen , bureau BIBOB 40. Vinden de bestuursorganen de wet- en regelgeving
inzake BIBOB voldoende toegankelijk? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 41. Is de goedkeuringsprocedures met betrekking tot
subsidies werkbaar? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 42. Beantwoorden de handreikingen en andere
materialen en producten van het bureau BIBOB aan de vraag van bestuursorganen?
x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 43. Bereiken de producten van het bureau BIBOB
daadwerkelijk alle bestuursorganen in de BIBOB- sectoren? Zo niet, welke bestuursorganen worden wel/niet bereikt?
x x Interviews, schriftelijke vragenlijst
Bureau BIBOB, bestuursorganen 44. In welke mate hebben bestuursorganen
daadwerkelijk een beleidslijn opgesteld? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen Belemmeringen voor uitvoering
45. In hoeverre vormt de zwaarte van de procedure een belemmering voor bestuursorganen om een
BIBOB-advies aan te vragen? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 46. In hoeverre zijn er indicaties dat interne
belemmeringen een barrière vormen voor bestuursorganen om een BIBOB-advies aan te vragen?
x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 47. Wat zijn de doorlooptijden van het doen van
onderzoek en het uitbrengen van een advies, per sector en per categorie (vergunningen, subsidies en aanbestedingen)?
x x Interviews,
deskresearch Bureau BIBOB 48. In hoeverre is de wettelijke adviestermijn
overschreden? Wat waren daarvoor de redenen? x Interview,
deskresearch Bureau BIBOB
31722 – maart 2007 5 M
EETMOMENTM
ETHODIEK VANGEGEVENSVERZAMELING
A
NALYSEVRAGEN2003 2006 Methodiek Bron
49. Zijn de bestuursorganen tevreden over de snelheid van de ontvangen adviezen? Over welke aspecten
wel/niet? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 50. In hoeverre vormt de doorlooptijd van een BIBOB-
advies een belemmering voor een bestuursorgaan
om over te gaan tot een adviesaanvraag? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 51. Voldoet de capaciteit van bureau BIBOB in relatie
tot de aard en het aantal aanvragen? x x Interviews Bureau BIBOB 52a. Hoe verloopt de medewerking van
informatieverstrekkers?
52b. Welke problemen bestaan er ten aanzien van de (on)mogelijkheden van het opvragen van gegevens in de omgeving van de aanvrager en in het buitenland?
x x Interviews Bureau BIBOB,
bestuursorganen
53. Wat zijn de doorlooptijden van verstrekkingen
door verschillende gegevensverstrekkers? x x Deskresearch,
interviews Bureau BIBOB 54. Hoe staat het met de kwaliteit van
gegevensbestanden? x x Deskresearch,
interviews Bureau BIBOB 55. Zijn de door gegevens aanleverende diensten
aangeleverde gegevens van voldoende kwaliteit voor het opstellen van een BIBOB-advies?
x x Interviews Bureau BIBOB
56. Is het aantal gegevensbronnen toereikend om
advies te geven? x x Interviews Bureau BIBOB
57. Wat is de mogelijke prijsstelling van BIBOB- adviezen en wat is het effect daarvan op het aantal
gevraagde adviezen? x x Interview,
schriftelijke vragenlijst
Bureau BIBOB, bestuursorganen 58. In hoeverre hebben bestuursorganen die géén
BIBOB-advies hebben aangevraagd, zich laten
afschrikken door de prijsstelling van het advies? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 59. In hoeverre hebben bestuursorganen
gebruikgemaakt van het negatieve/positieve BIBOB-advies dat eerder is verkregen over de betrokkene?
x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 60. In hoeverre zijn er indicaties dat bestuursorganen
om oneigenlijke redenen BIBOB-adviezen
aanvragen? x Interviews Bureau BIBOB,
bestuursorganen Kwaliteit van BIBOB-adviezen
61. Aan welke eisen moet een BIBOB-advies voor de
bestuursorganen voldoen? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 62. Zijn de bestuursorganen tevreden over de kwaliteit
van de ontvangen adviezen? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 63. Houdt het BIBOB-advies voldoende rekening met
de couleur locale? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen
31722 – maart 2007 6 M
EETMOMENTM
ETHODIEK VANGEGEVENSVERZAMELING
A
NALYSEVRAGEN2003 2006 Methodiek Bron
64. Hoe vaak is het voorgekomen dat ten onrechte een BIBOB-advies 'geen gevaar' is uitgebracht? Wat
waren hiervoor de redenen? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 65. Hoe vaak is het voorgekomen dat ten onrechte een
BIBOB-advies 'ernstig gevaar' is uitgebracht? Wat
waren hiervoor de redenen? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen
RESULTAAT
M
EETMOMENTM
ETHODIEK VAN GEGEVENSVERZAMELINGA
NALYSEVRAGEN2003 2006 Methodiek Bron
Gewenste effecten
66. In welke mate is ongewilde facilitering van criminele activiteiten door bestuursorganen
afgenomen? x x Deskresearch,
expertmeeting Literatuur, media, experts 67. In hoeverre zijn criminele activiteiten in de door
BIBOB bestreken sectoren afgenomen? x x Deskresearch,
expertmeeting Literatuur, media, experts 68. In welke mate zijn vormen van georganiseerde
criminaliteit achterhaald als gevolg van het BIBOB-
instrumentarium? x Interviews,
expertmeeting OM, experts 69. In hoeverre is de veronderstelde preventieve
werking van de wet aannemelijk?
10x Deskresearch,
expertmeeting
11Literatuur, media, experts Neveneffecten
70. In hoeverre is er sprake van stigmatisering van beroepsgroepen of individuele (rechts)personen als gevolg van een BIBOB-advies?
x Interviews,
deskresearch Literatuur, media, experts 71. In welke mate hebben zich verschuivingen van
criminaliteit voorgedaan naar andere sectoren? x x Deskresearch,
expertmeeting Media, experts 72. In welke mate hebben zich verschuivingen van
criminaliteit naar andere bestuursorganen
voorgedaan? x x Deskresearch,
expertmeeting Media, experts 73. Hoe vaak is het voorgekomen dat een betrokkene
die een negatief advies had gekregen bij een ander bestuursorgaan eenzelfde beschikking tóch is verleend?
x Deskresearch,
expertmeeting Media, experts 74. In hoeverre zijn Nederlandse en buitenlandse
bedrijven verschillend benaderd in het kader van de Wet BIBOB en tot welke concurrentie-effecten heeft dit geleid?
x Interviews,
deskresearch Literatuur, media, experts
10
Het gaat hier om percepties van de preventieve werking op basis van praktijkgegevens. In de expert- meeting moet deze vraag worden geconcretiseerd. Verder moet worden doorgevraagd zodat duidelijk wordt of het gegeven antwoord correspondeert met de praktijkgegevens waarop die gepercipieerde pre- ventieve werking wordt gebaseerd.
11
Deze vraag wordt mede beantwoord door de bestuursorganen in de schriftelijke vragenlijst.
31722 – maart 2007 7 M
EETMOMENTM
ETHODIEK VANGEGEVENSVERZAMELING
A
NALYSEVRAGEN2003 2006 Methodiek Bron
75. In hoeverre heeft de Wet BIBOB tot extra
administratieve lasten voor aanvragers geleid? x Interviews, deskresearch
Literatuur, media, experts, onderzoek AL 76. In hoeverre zijn er indicaties dat bonafide burgers
en bedrijven als gevolg van de Wet BIBOB of de daarmee samenhangende extra administratieve lasten afzien van het doen van een vergunning- of subsidieaanvraag of het meedingen in een aanbesteding?
x Interviews,
deskresearch Literatuur, media, experts
77. In hoeverre heeft de Wet BIBOB tot extra
overheidslasten geleid? x Interviews,
deskresearch
12Bureau BIBOB, BZK, Justitie 78. In hoeverre heeft de Wet BIBOB tot een extra
belasting van de betrokken bestuursorganen geleid? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 79. In hoeverre hebben derden-belanghebbenden hun
nimby-repertoire uitgebreid met een beroep op de
Wet BIBOB? x Expertmeeting
deskresearch Experts, media 80. In hoeverre zijn er indicaties dat concurrenten de
BIBOB-procedure aanwenden om elkaar dwars te
zitten? x Expertmeeting,
deskresearch Experts, media 81. In welke mate leidt de Wet BIBOB tot onevenredige
benadeling van de rechtsbescherming van
betrokkenen? x Deskresearch,
expertmeeting Literatuur, media, experts 82. Hoe vaak is een bestuursorgaan aansprakelijk
gesteld voor de schade na een ten onrechte geweigerde subsidie, ingetrokken vergunning of niet verleende aanbesteding?
x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 83. Hoe vaak en in welke mate zijn schadeclaims
gehonoreerd? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 84. Wat is de extra werkbelasting van de rechterlijke
macht als gevolg van de Wet BIBOB? x Interviews,
deskresearch RM 85. In hoeverre heeft de Wet BIBOB geleid tot langere
procedures? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 86. In hoeverre verschilt een vergunningaanvraag,
subsidieaanvraag of aanbesteding waarin een BIBOB-advies is gevraagd qua lengte van
vergelijkbare procedures waarin géén BIBOB-advies is gevraagd?
x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen
12
Deze vraag wordt beantwoord door experts.
31722 – maart 2007 8 ORGANISATIE
M
EETMOMENTM
ETHODIEK VAN GEGEVENSVERZA- MELINGA
NALYSEVRAGEN2003 2006 Methodiek Bron Bestuursorganen
87. In welke mate heeft de Wet BIBOB geleid tot een verandering in de manier van werken bij
bestuursorganen? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 88. Op welke wijze verloopt de besluitvorming van
bestuursorganen bij eventuele risico's van facilitering?
x x Interviews, ex-
pertmeeting Experts,
bestuursorganen 89. In hoeverre en op welke wijze hebben
bestuursorganen hun werkwijze aangepast na inwerkingtreding van de Wet BIBOB? In hoeverre is de interne organisatie aangepast, zijn
procedures vastgesteld en mandaten verleend?
x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen
90. Maken bestuursorganen gebruik van de
mogelijkheid om in het kader van de Wet BIBOB bij de behandeling van de aanvraag extra eisen te stellen?
x Interviews, des- kresearch
Bestuursorga- nen, literatuur, media
91. Nemen de bestuursorganen wezenlijk andere beslissingen dan voor inwerkingtreding van de
Wet BIBOB? x Interviews Bestuursorganen
92. Hoe beoordelen bestuursorganen hun zelfstandigheid en verantwoordelijkheid ten opzichte van het bureau BIBOB na
inwerkingtreding van de wet?
x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 93. In hoeverre hebben bestuursorganen beleidslijnen
vastgesteld? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 94. In hoeverre hebben bestuursorganen nieuwe
functies gecreëerd? x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 95. Op welke wijze zijn bestuursorganen omgegaan
met de kosten van de uitvoering van de Wet
BIBOB? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 96. Op welke wijze zijn bestuursorganen omgegaan
met de afwenteling van de kosten van een
BIBOB-advies? x x Schriftelijke
vragenlijst Bestuursorganen 97. Hoe gaan bestuursorganen om met
privacygevoelige informatie die bureau BIBOB
hun heeft verstrekt? x Interviews
13Bestuursorganen
98. In hoeverre zijn bestuursorganen geconfronteerd met claims als gevolg van het al dan niet juist omgaan met privacygevoelige informatie die bureau BIBOB hun heeft verstrekt?
x Interviews, des-
kresearch
14Bestuursorga- nen, OM
13
Deze vraag wordt beantwoord door bestuursorganen in de schriftelijke vragenlijst.
14
Deze vraag wordt beantwoord door bestuursorganen in de schriftelijke vragenlijst.
31722 – maart 2007 9 M
EETMOMENTM
ETHODIEK VAN GEGEVENSVERZA-MELING
A
NALYSEVRAGEN2003 2006 Methodiek Bron Bureau BIBOB
99. In hoeveel BIBOB-onderzoeken is informatie uit
het buitenland verkregen? x Interviews,
deskresearch Bureau BIBOB 100. Hoeveel adviezen worden per jaar gegeven, mede
in het licht van het aantal benodigde uren per advies enerzijds en de ambitie t.a.v. BIBOB anderzijds?
x Interviews,
deskresearch Bureau BIBOB 101. Is de werkwijze van bureau BIBOB conform de
daartoe gestelde wettelijke eisen? x x Interviews,
deskresearch Bureau BIBOB 102. Welke doelen en/of prognoses hanteert het bureau
voor de begeleiding en advisering en voor
mogelijke andere 'producten'? x x Interviews,
deskresearch Bureau BIBOB 103. In hoeverre wordt gebruikgemaakt van de
helpdesk van BIBOB? x Deskresearch Bureau BIBOB
104. Hoe worden de procedures voor een integer gebruik van privacygevoelige bronnen, de
termijn/vorm van het bewaren van dossiers en het anonimiseren van gegevens gewaarborgd?
x x Interviews Bureau BIBOB
105. Hoe vaak is voor een BIBOB-advies
gebruikgemaakt van informatie die niet aan de desbetreffende persoon ter kennis mocht worden gebracht maar desondanks is gebruikt voor de sturing van het onderzoek?
x Interviews,
deskresearch Bureau BIBOB
106. In hoeverre heeft bureau BIBOB de juiste bronnen
gebruikt? x Interviews,
deskresearch
Experts, bureau BIBOB
107. In hoeverre is de gebruikte informatie
betrouwbaar? x x Deskresearch Bureau BIBOB
108. In hoeverre is de informatie zichtbaar en
controleerbaar? x x Deskresearch Bureau BIBOB
Openbaar Ministerie
109. Hoe vaak hebben officieren van justitie
bestuursorganen geadviseerd een BIBOB-advies
aan te vragen? x Interviews OM
110. In welke mate heeft dit tot daadwerkelijke BIBOB-
onderzoeken geleid? x Deskresearch,
interviews Bureau BIBOB, OM
111. In welke mate en met welke regelmaat komen BIBOB en de tipfunctie van het OM aan de orde in
het ‘driehoeksoverleg’ (buiten de pilots)? x Interviews OM 112. Hoe vaak is het voorgekomen dat het bureau
BIBOB naar aanleiding van informatie die van strafvorderlijk belang is, het Openbaar Ministerie op de hoogte heeft gesteld?
x Deskresearch,
interviews Bureau BIBOB, OM
113. Hoe vaak is naar aanleiding van een BIBOB- onderzoek informatie naar boven gekomen
waarmee een strafzaak is gestart? x Deskresearch,
interviews Bureau BIBOB,
OM
31722 – maart 2007 10 M
EETMOMENTM
ETHODIEK VAN GEGEVENSVERZA-MELING
A
NALYSEVRAGEN2003 2006 Methodiek Bron 114. Hoe vaak is in strafzaken het bewijs dat via een
BIBOB-onderzoek was verkregen, onrechtmatig
geacht? x Deskresearch,
interviews OM 115. Hoe vaak heeft de officier van justitie ‘ in het
belang van het onderzoek’ een veto op een BIBOB-
onderzoek uitgesproken x Interviews ,
expertmeeting
Bestuursorganen en OM
116. Heeft de slagvaardigheid van het Amsterdamse Wallenproject nadelige gevolgen ondervonden van de invoering van de Wet BIBOB (TK 2001-2002, 26 883, 54, motie Duijkers)
x Interviews, ex- pertmeeting
Bureau BIBOB, Bestuursorgaan, experts
Toezicht en controle 117.
Hoe functioneert de begeleidingscommissie? x x Interviews
Bureau BIBOB, leden
begeleidings- commissie OVERZICHT NIET GESTELDE VRAGEN ELEKTRONISCHE ENQUÊTE
Vraag Niet gestelde vragen elektronische enquête aan bestuursorganen
9. Hoe passend zijn de bestaande criteria om een branche onder de werking van de Wet BIBOB te laten vallen?
29. Wegen de nut en noodzaak van de geheimhoudingsplicht op tegen de beperking om advie- zen te hergebruiken?
REGISTRATIE VAN GEGEVENS
R
EGISTRATIE GEGEVENSR
EGISTRATIEBRON1. Aantal verleende vergunningen* Bestuursorgaan
2. Frequentie potentieel risico facilitering criminele activiteiten (vooraf
en achteraf)* Bestuursorgaan
3. Aantal weigeringen/ontbindingen zonder tussenkomst bureau BI-
BOB* Bestuursorgaan
4. Aantal weigeringen/ontbindingen met tussenkomst bureau BIBOB* Bureau BIBOB, be- stuursorgaan
5. Aantal adviesaanvragen* Bureau BIBOB, be-
stuursorgaan
6. Doorlooptijden onderzoek* Bureau BIBOB
7. Levertijden advies* Bureau BIBOB
8. Redenen overschrijden wettelijke adviestermijn Bureau BIBOB
9. Frequentie gebruik helpdesk* Bureau BIBOB
10. Registratie vragen* Bureau BIBOB
11. Registratie openstaande vragen* Bureau BIBOB
31722 – maart 2007 11
R
EGISTRATIE GEGEVENSR
EGISTRATIEBRON12. Frequentie bezoek website bureau BIBOB Bureau BIBOB
13. Frequentie klachten* Bureau BIBOB
14. Frequentie gehonoreerde klachten* Bureau BIBOB
15. Gebruikmaken van advies van derden (tweedehands advies)* Bestuursorgaan 16. Frequentie stopzetting adviesprocedure plus reden* Bestuursorgaan 17. Frequentie overeenkomstig advies geschikt* Bestuursorgaan 18. Frequentie overeenkomstig advies niet geschikt* Bestuursorgaan 19. Frequentie aanvullende maatregelen getroffen* Bestuursorgaan 20. Frequentie aanvraag advies op aanvraag van derden Bureau BIBOB, be-
stuursorgaan 21. Frequentie aanvraag advies op aanvraag van OM OM, bestuursorgaan 22. Frequentie advies 'ernstig gevaar', 'mindere mate van gevaar', 'geen
gevaar'*
Bureau BIBOB, be- stuursorgaan 23. Frequentie advies 'ernstig gevaar' uitgebracht, zonder volledig inge-
vulde gegevens* Bureau BIBOB
24. Frequentie advies niet ontvankelijk* Bureau BIBOB
25. Frequentie ten onrechte advies 'geen gevaar'* Bestuursorgaan 26. Frequentie ten onrechte advies 'ernstig gevaar'* Bestuursorgaan 27. Frequentie advies naar de rechter, uitgesplitst naar vonnis
(toekenning, afwijzing en redenen) www.rechtspraak.nl
28. Frequentie bestuursorgaan aansprakelijk gesteld als gevolg van
onrechtmatig advies (vonnis: schadeclaim gehonoreerd) OM, bestuursorgaan 29. Frequentie claims bestuursorganen als gevolg van schending privacy-
wetgeving (vonnis: schadeclaim gehonoreerd) OM, bestuursorgaan 30. Frequentie Staat aansprakelijk gesteld door bestuursorgaan als gevolg
van onrechtmatig advies (vonnis: schadeclaim gehonoreerd) OM, bestuursorgaan 31. Frequentie informatie Wet BIBOB geleid tot aanzet strafvorderlijk
onderzoek OM
32. Frequentie informatie Wet BIBOB geleid tot aanzet strafzaak (vonnis:
BIBOB-informatie rechtmatig of onrechtmatig bewijs) Bureau BIBOB, OM
* Uitgesplitst naar vergunningen, subsidies, aanbestedingen, BIBOB-sectoren, periode, bestuursor-
gaan en categorie bestuursorgaan.
31722 – maart 2007 12 BIJLAGE 2. ONDERZOEKSVERANTWOORDING
Samenstelling van de te enquêteren doelgroep
De elektronische enquête is uitgevoerd onder in beginsel alle overheden met bestuursorganen die bij de verlening van vergunningen of subsidies of het aanbesteden van overheidsopdrach- ten het instrumentarium van de Wet BIBOB kunnen toepassen. Dit betekent dat alle ministe- ries, provincies, gemeenten, waterschappen, politieregio’s en product- en bedrijfsschappen een enquête hebben ontvangen.
Niet aan alle zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s), maar aan een geselecteerde groep ZBO’s is een enquête toegezonden. Reden hiervoor is dat in de eerste plaats het totaal aantal zbo’s niet exact is vast te stellen. Zo bleek het aantal ZBO’s in het zbo-register op www.overheid.nl te verschillen van het aantal ZBO’s dat staat vermeld in de staatsalmanak en in het digitale adressenbestand van www.overheidsadressen.nl. Daar komt bij dat er nogal wat ZBO-clusters zijn waarbinnen het aantal ZBO’s van dag tot dag kan fluctueren (zoals erkende keuringsin- stanties, examencommissies en notarissen) en dat sommige ZBO’s zijn opgaan in andere ZBO’s (zo is de Pensioen- en verzekeringskamer gefuseerd met De Nederlandse Bank). Voor het opstellen van een lijst met te enquêteren ZBO’s is het uitgangspunt gehanteerd dat in be- ginsel alle ZBO’s die het instrumentarium van de Wet BIBOB kunnen toepassen een enquête moeten ontvangen. Tot deze lijst behoren in ieder geval alle ZBO’s die zijn opgenomen in de lijst als bedoeld in artikel 2 jo. bijlage 2, Besluit BIBOB als aanbestedende dienst (tachtig stuks)en de ZBO’s die een bevoegdheid tot vergunningverlening hebben waarop de Wet BI- BOB van toepassing is verklaard (alleen Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Or- ganisatie). Tot deze lijst zouden idealiter ook behoren alle ZBO’s die een bevoegdheid tot sub- sidieverlening hebben waarop de Wet BIBOB van toepassing is verklaard. Een overzicht hier- van is niet beschikbaar. In de praktijk is het voorts ondoenlijk om voor alle ZBO’s te controle- ren of zij een subsidiebevoegdheid hebben en of daarop de Wet BIBOB van toepassing is ver- klaard. Om die reden zijn het digitale adressenbestand, het ZBO-register en de lijst als be- doeld in artikel 2 jo. bijlage 2, Besluit BIBOB met elkaar gecombineerd. Tevens is de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie hieraan toegevoegd. Van deze lijst zijn verwijderd ZBO’s en clusters van ZBO’s waarvan zeker was dat deze niet onder de werking van de Wet BIBOB vallen (waaronder notarissen, deurwaarders en APK-keuringsstations). Dit resulteerde in een lijst met 220 ZBO’s waaraan vervolgens is verzocht de enquête in te vullen.
Omdat van een aantal ZBO’s werd verwacht dat de Wet BIBOB niet op hen van toepassing was en het ondoenlijk was om deze ZBO’s op voorhand uit de selectie te halen, is aan alle ZBO’s gevraagd op voorhand aan te geven of de Wet BIBOB op hen van toepassing was. Van de 220 ZBO’s hebben 72 ZBO’s aangegeven dat de Wet BIBOB niet van toepassing is (zie ook hierna).
Anders dan bij de nulmeting zijn de officieren van justitie die belast zijn met de uitvoering
van de Wet BIBOB niet elektronisch geënquêteerd. Dit omdat de responsgraad tijdens de
nulmeting te laag was en verwacht werd dat deze ook bij de éénmeting te laag zou zijn. In
plaats daarvan is een aantal interviews gehouden met officieren van justitie.
31722 – maart 2007 13 Benadering van de te enquêteren bestuursorganen
De te enquêteren bestuursorganen hebben twee brieven ontvangen. Ten eerste een brief on- dertekend namens de minister van Justitie waarin de aanleiding en achtergrond van dit on- derzoek werden geschetst. Daarbij is een tweede brief van Berenschot gevoegd waarin werd uitgelegd hoe de evaluatie van de Wet BIBOB zou worden uitgevoerd en hoe men kon deel- nemen aan dit onderzoek.
15Alle bestuursorganen ontvingen een unieke gebruikersnaam en wachtwoord, die vermeld stond in de brief van Berenschot. Door naar de website te gaan, gebruikersnaam en wacht- woord in te voeren, kwam men rechtstreeks bij de digitale vragenlijst uit. Op het scherm vond men verdere instructies zodat men de vragenlijst meteen kon invullen.
Responsperiode
Op 15 juni 2006 zijn de brieven naar alle bestuursorganen verstuurd. De responstijd voor de digitale enquête werd aanvankelijk vastgesteld op drie weken (deadline 7 juli 2006). Gedu- rende de responstijd konden de respondenten contact opnemen met Berenschot voor vragen en opmerkingen.
Rappelacties
Halverwege de responsperiode, op 30 juni 2006 zijn de rappelbrieven verstuurd naar alle be- stuursorganen die de vragenlijst nog niet hadden ingevuld. Tevens is toen besloten om de deelnemers meer tijd te geven om de vragenlijst in te vullen (nieuwe deadline 21 juli 2006).
Dit is ook gecommuniceerd in de rappelbrieven.
Omdat op enkele onderdelen (met name de ZBO’s en een aantal provincies) de respons nog steeds tegenviel is besloten om ook telefonisch na te bellen. Dit is gebeurd in de periode 13 t/m 20 juli 2006. Tevens heeft de voorzitter van de begeleidingscommissie de ministeries die nog niet gereageerd hadden, benaderd met het verzoek de vragenlijst alsnog in te vullen. De deadline is ook nog iets naar achteren geschoven en is uiteindelijk vastgesteld op 25 juli 2006.
R ESPONS EN REPRESENTATIVITEIT
Totale respons
In totaal heeft een ruime meerderheid, namelijk ruim 50% van de respondenten, gereageerd.
Dit komt neer op 347 bestuursorganen. In vergelijking met de nulmeting is dit een mooie pro- gressie. Toen bedroeg de totale respons 44%.
De afzonderlijke categorieën bestuursorganen hebben allen een respons van 28% of hoger.
De volgende tabel geeft per type bestuursorgaan de totale omvang van de onderzoekspopulatie en de respons weer.
15
De ZBO’s hebben naast deze twee brieven tevens een antwoordfax ontvangen. Gevraagd is om deze in te
vullen en te faxen (inclusief toelichting) of anders te mailen indien de Wet BIBOB niet op de betreffende
organisatie van toepassing was. Tevens is aan het begin van de vragenlijst een vraag opgenomen of de
Wet BIBOB van toepassing is indien het bestuursorgaan aangaf een ZBO te zijn.
31722 – maart 2007 14 Bestuursorgaan Verzonden
vragenlijsten (= totale populatie)
Beantwoorde vragenlijsten (= respons-
populatie)
Respons- percentage
2006
Respons- percentage
2003
Ontvangen vragenlijsten
2002
16Ministeries 13 8 62% 77% 10
Provincies 12 10 83% 75% 9
Gemeenten 458 243 53% 40% 197
Waterschappen 27 20 74% 55% 31
Politieregio's 26 16 62% 73% 19
ZBO's
17148 42 28% 46% 37
PBO's 16 8 50% 45% 13
Overig - - - 9
18TOTAAL 700 347 50% 44% 325
Te zien is dat bij de provincies en de waterschappen het responspercentage relatief hoog is (83% respectievelijk 74%). Het responspercentage bedraagt 50% of hoger, met uitzondering van de ZBO’s, ondanks de nabelactie die voor deze groep is uitgevoerd. Veel ZBO’s gaven tij- dens de nabelactie aan dat zij niets (of weinig) met BIBOB van doen hebben en dat deze vra- genlijst daarom lastig in te vullen is.
Verdeling binnen responspopulatie versus totaalpopulatie
Voor de achtergrondkenmerken bestuursorgaan, inwoneraantal en provincie (de laatste twee kenmerken alleen voor de gemeenten) is onderzocht hoe de verdeling over de verschillende categorieën eruit ziet binnen de responspopulatie en binnen de totale populatie.
16
In 2003 is de enquête schriftelijk uitgevoerd en werden de ingevulde vragenlijst naar het onderzoeks- bureau terug te zenden. Daarom wordt in deze kolom gesproken van ontvangen vragenlijsten.
17
De ZBO's die via email of antwoordfax aan hebben gegeven dat de Wet BIBOB niet op hun organisa- tie van toepassing is (n=72), zijn niet opgenomen in dit responsoverzicht.
18
In 2002 maakten 20 officieren van justitie ook deel uit van de onderzoekspopulatie. Omdat de res-
pons te laag was (slechts 7 van de 20) en in 2006 een zelfde respons werd verwacht is besloten de offi-
cieren van justitie niet via de elektronische enquête te bevragen. Van deze 9 maken ook 2 ontvangen
vragenlijsten uit die niet zijn ingevuld.
31722 – maart 2007 15 In de volgende tabel is de verdeling binnen de responspopulatie en de totaalpopulatie voor gemeenten afgezet naar het inwonertal (zie volgende pagina).
Verdeling binnen populatie
Aantal inwoners Totaal Respons
Totaalpopulatie Responspopulatie
Minder dan 5.000 inwoners 9 5 2% 2%
5.000 – 10.000 inwoners 55 21 12% 9%
10.000 – 20.000 inwoners 148 67 32% 28%
20.000 – 50.000 inwoners 181 100 40% 41%
50.000 – 100.000 inwoners 40 27 9% 11%
Meer dan 100.000 inwoners 25 21 5% 9%
Niet ingevuld 2 0% 1%
Totaal 458 243 100% 100%
Als we kijken naar het aantal inwoners dan kunnen we concluderen dat de verdeling over de verschillende grootteklassen geen grote verschillen laat zien.
In de volgende tabel is de verdeling binnen de totaalpopulatie en de responspopulatie afgezet per provincie:
Verdeling binnen populatie Provincie
Totaal Respons
Totaalpopulatie Responspopulatie
Friesland 31 9 7% 4%
Groningen 25 15 5% 6%
Drenthe 12 5 3% 2%
Overijssel 25 18 5% 7%
Gelderland 56 32 12% 13%
Flevoland 6 4 1% 2%
Utrecht 29 17 6% 7%
Noord-Holland 64 29 14% 12%
Zuid-Holland 82 43 18% 18%
Zeeland 13 8 3% 3%
Noord-Brabant 68 37 15% 15%
Limburg 47 24 10% 10%
Niet ingevuld 2 0% 1%
Totaal 458 243 100% 100%
Ook voor wat betreft de verdeling van de gemeenten naar provincie zijn geen grote verschillen
te zien tussen de totaalpopulatie en de responspopulatie.
31722 – maart 2007 16 In de volgende tabel is de verdeling binnen de totaalpopulatie en de responspopulatie per be- stuursorgaan weergegeven.
Verdeling binnen populatie
Bestuursorgaan Totale
populatie Respons
Totaalpopulatie Responspopulatie
Ministeries 13 8 2% 2%
Provincies 12 10 2% 3%
Gemeenten 458 243 65% 70%
Waterschappen 27 20 4% 6%
Politieregio's 26 16 4% 5%
ZBO's
19148 42 21% 12%
PBO's 16 8 2% 2%
Totaal 700 347 100% 100%
Ten slotte is ook bij de bestuursorganen gekeken naar de verdeling binnen de totaalpopulatie versus de responspopulatie. Het grootste verschil is te zien bij de ZBO’s. Binnen de totaalpo- pulatie is hun aandeel 21%, terwijl deze binnen de responspopulatie slechts 12% bedraagt.
Conclusie representativiteit
Op basis van enerzijds de goede responsaantallen- en percentages en anderzijds de (in de meeste gevallen) relatief kleine verschillen tussen de totaalpopulatie en de responspopulatie mogen we de conclusie trekken dat de onderzoeksresultaten representatief zijn voor de totale populatie. Omdat het bij de 0-meting in 2002 eveneens ging om een goed representatief on- derzoek kunnen we daarmee de conclusie trekken dat de onderzoeksresultaten van de 1- meting vergeleken kunnen worden met die van de 0-meting.
19
In totaal hebben 220 ZBO’s een vragenlijst ontvangen. 72 ZBO’s hebben de Wet BIBOB niet op hen
van toepassing is. Aldus bestond de totale populatie van ZBO’s uit 148 stuks; 42 daarvan hebben een
vragenlijst ingevuld.
31722 – maart 2007 17 R ESPONDENTEN
Achtergrond van respondenten
Aan het einde van de vragenlijst hebben de respondenten hun functie ingevuld. Onderstaande tabel geeft per bestuursorgaan de meest voorkomende functionarissen weer die de vragenlijst hebben ingevuld.
T
ABEL4.3: F
UNCTIES VAN RESPONDENTEN PER BESTUURSORGAANBestuursorgaan Functie respondenten
Jurist/juridisch beleidsmedewerker Ministerie
Beleidscoördinator
Jurist/juridisch beleidsmedewerker Provincie
Medewerker Bezwaar en Beroep Juridisch beleidsmedewerker Gemeentesecretaris
Gemeente
Coördinator Wet BIBOB Juridisch adviseur
Hoofd afdeling Vergunningen Waterschap
Hoofd afdeling Juridische Zaken
Projectcoördinator Implementatie Wet BIBOB Politieregio
Controller Beveiliging (Adjunct-)directeur Jurist / Juridisch adviseur ZBO
Manager Intern toezicht en verantwoording Jurist/Juridisch medewerker
PBO
(Adjunct-)directeur
31722 – maart 2007 18 BIJLAGE 3. BEGELEIDENDE BRIEF ENQUÊTE EVALUATIE WET BIBOB
Da tu m
9 juni 2006
On d er w er p
Evaluatie Wet BIBOB
Ons k en mer k
MeH
Uw k en mer k
«bestuursorgaan»
T.a.v. «tav_»
«postbus»
«postcode» «plaats»
Geachte ,
In deze brief wordt uitgelegd hoe de evaluatie van de Wet BIBOB wordt uitgevoerd en hoe u kunt deelnemen aan dit onderzoek.
Digitale vragenlijst BIBOB
Ten behoeve van de evaluatie is een digitale vragenlijst opgesteld. Alle bestuursorganen in Nederland waarop de Wet BIBOB van toepassing is, ontvangen een vragenlijst.
20Berenschot zal strikt vertrouwelijk met de door u verstrekte informatie omgaan. De resultaten van het on- derzoek worden geanonimiseerd en in de rapportage worden geen tot individuele bestuursor- ganen herleidbare uitspraken gedaan.
Het invullen van de digitale vragenlijst zal ongeveer 30 minuten in beslag nemen. Het is mo- gelijk het invullen van de vragenlijst te onderbreken. Als u vervolgens opnieuw inlogt, dan wordt u direct doorgelinkt naar de pagina waarop u was gebleven. Hieronder volgen de aan- wijzingen om bij de digitale vragenlijst te komen. Bewaar deze brief goed, want hierop staan uw unieke gebruikersnaam en wachtwoord vermeld!
20