Vraag nr. 170 van 29 januari 2002
van de heer BOUDEWIJN LALOO
Offshore windmolenparken – Overheidssteun Volgens C-Po w e r, dat voor de kust van We n d u i n e-Blankenberge een windmolenpark wil b o u w e n , en de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) staat of valt de financiële haalbaarheid van het project met de verdere concretisering door de gewestelijke en fe-derale overheden van ondersteuningssystemen voor duurzame elektriciteitsproductie.
1. Welke financiële of andere steun stelt de Vlaamse overheid in het vooruitzicht ?
2. Hoeveel bedraagt deze per kilowatt/uur (kW/h) ?
3. Draagt ook Europa bij in het financiële kosten-plaatje ?
Antwoord
1. H e r n i e u w b a r e - e n e r g i e p r o j e c t e n , waaronder off-shore windenergieprojecten, kunnen rekenen op operationele steun vanwege de V l a a m s e o v e r h e i d , namelijk via het groenestroomcertifi-c a t e n s y s t e e m . De Vlaamse regering legt met het elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000 aan de elektriciteitsleveranciers de verplichting op om een bepaald percentage van hun elektriciteitsle-veringen uit hernieuwbare-energiebronnen te betrekken.
De elektriciteitsleveranciers kunnen deze groe-nestroomcertificaten verkrijgen, hetzij door te investeren in productie-installaties die gebruik-maken van hernieuwbare bronnen, hetzij door de certificaten aan te kopen bij andere groene-stroomproducenten.
De valorisatie van deze certificaten vormt de es-sentiële financiële injectie voor dergelijke pro-jecten en dient te worden beschouwd als een compensatie van de externe kosten, die bij klas-sieke elektriciteitsopwekking niet in rekening worden gebracht.
2. Het systeem van groenestroomcertificaten is een marktconform systeem dat moet toelaten dat netbeheerder en leveranciers groene stroom produceren tegen de laagst mogelijke kostprijs voor de gemeenschap. Indien de
elektriciteitsle-veranciers niet voldoende certificaten kunnen v o o r l e g g e n , wordt per groene kWh die ze te weinig leveren een boete aangerekend.
Dit systeem garandeert evenmin een vast steun-bedrag per kWh . De waarde van het certificaat is onderhevig aan de wetten van vraag en aan-bod en krijgt dus een waarde in het markteven-w i c h t . Als maximummarkteven-waarde van het certificaat kan in principe de hoogte van de boete in dat jaar worden beschouwd. Deze boete loopt op van 7,5 ceuro per kWh in 2003 tot 12,5 ceuro per kWh in 2004. Een minimumprijs wordt op Vlaams niveau evenmin kwantitatief vastgelegd. Wel is rekening gehouden met het theoretisch scenario waarbinnen meer groene stroom zou worden geproduceerd, en dus meer certificaten zouden worden uitgegeven dan volgens de doel-stelling vereist is.
Om te vermijden dat de certificatenprijs in dat geval zou ineenstorten, is in artikel 23, § 3 van het elektriciteitsdecreet bepaald dat het aantal voor te leggen certificaten steeds minstens ge-lijk is aan het aantal uitgereikte certificaten van het voorgaande jaar. Anderzijds bereidt de fe-derale overheid wel een koninklijk besluit voor dat een minimale waarde garandeert van 9 ceuro per kWh voor certificaten uit offshore windenergie.