DERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN
B.V. INDUSTRIE PRODUCTEN COMPAGNIE
Gegevens onderneming : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V. Industrie Producten Compagnie (hierna ook wel te noemen:
kantoorhoudende aan de Weesperstraat 118 D te (1112 AP) Diemen (KvK-nummer 33166930).
Faillissementsnummer : F 12/374 Datum uitspraak : 12 juni 2012
Curator : mr. H. Reitsma
AMS Advocaten N.V.
Postbus 69111, 1060 CD Amsterdam telefoon: 020-3080315, telefax: 020-3080325 e-mail: h.reitsma@amsadvocaten.nl
Rechter-commissaris : mr. N.A.J. Purcell
Activiteiten onderneming : SBI-code: 2651 Vervaardiging van meet-, regel-, navigatie- en controleapparatuur, alsmede SBI-code: 46695 Groothandel in meet- en regelapparaten.
Omzetgegevens : 2010: 3.916.929,-
2011: 5.805.722,- Personeel gemiddeld aantal : ca. 3 FTE
Datum verslag : 13 februari 2013
Verslagperiode : 16 november 2012 tot en met 12 februari 2013 Bestede uren in verslag periode : 25 uur en 54 minuten
Bestede uren totaal : 131 uur en 36 minuten Saldo faillissementsrekening : 92.150,68
ALGEMENE INLEIDING
De verslaglegging in dit faillissement is ingericht volgens de Recofa Richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling 2009. Authentiek zijn alleen verslagen die zijn geprint op briefpapier van AMS Advocaten te Amsterdam en die zijn voorzien van een handtekening van de curator.
1. Inventarisatie
1.1 Directie en organisatie
IPC werd bestuurd door de heer H.J. Heikamp.
1.2 Winst en verlies
2010: 286.577,- verlies 2011: 1.106.071,- verlies
1.3 Balanstotaal 2010: 1.504.898,- 2011: 1.324.763,-
1.4 Lopende procedures
Zie de voorgaande openbare verslagen onder 1.4.
1.5 Verzekeringen
De lopende verzekeringen zijn opgezegd.
1.6 Huur
Gefailleerde huurde een bedrijfsruimte aan de Weesperstraat 118D te Diemen. De huur is per 24 oktober 2012 geëindigd en de bedrijfsruimte is opgeleverd.
1.7 Oorzaak faillissement In onderzoek.
Naar opgaaf van de bestuurder is IPC circa vier jaar geleden overgenomen door de huidige aandeelhouder, een private participatiemaatschappij. In de jaren hierna is de omzet van IPC sterk
teruggelopen. De aandeelhouders hebben getracht een overname te bewerkstelligen. Toen dit echter niet mogelijk bleek zijn de activiteiten van IPC langzaam afgebouwd.
In 2011 heeft er een audit van Disney plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze audit zijn door Disney hoge boetes opgelegd omdat IPC haar geprognotiseerde verkoop niet bleek te halen. De boete betrof in totaal -, waardoor de liquiditeit van de onderneming onder druk te staan en was IPC niet meer in staat aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. Daarbij was problematisch dat Disney een (te) grote invloed had op de onderneming: de licentieovereenkomst was voor de onderneming cruciaal, maar de voorwaarden hiervan zijn in de loop der tijd steeds meer uitgekleed en Disney ging steeds meer licentieovereenkomsten met concurrerende derden aan. Uiteindelijk is hierop is besloten het faillissement van IPC aan te vragen.
2. Personeel
2.1 Aantal ten tijde van faillissement 3
2.2 Aantal in jaar voor faillissement Onbekend.
2.3 Datum ontslagaanzegging 14 juni 2012
3. Activa
Onroerende zaken Niet van toepassing.
Bedrijfsmiddelen
3.5 Beschrijving
Er was in Diemen naast een beperkte showroomvoorraad en voorts een bescheiden kantoorinventaris aanwezig. Deze is door de curator bij openbare verkoop verkocht. Op de inventaris geldt het
bodemvoorrecht.
3.6 Verkoopopbrengst
3.7 Boedelbijdrage
3.8 Bodemvoorrecht fiscus
Van toepassing en voor opgekomen.
Voorraden / onderhanden werk 3.9 Beschrijving
De voorraden dienen te worden onderscheiden in de voorraad in Den Bosch (waar zich voornamelijk niet door Disney gelicentieerde goederen bevonden); daarnaast waren er leveranties uit Hong Kong, die op datum faillissement nog niet waren betaald (en mitsdien nog niet geleverd), en die evenmin waren ingeklaard. Deze goederen bevinden zich in een douanedepot in Rotterdam.
De Bossche voorraden zijn inmiddels geheel verkocht. Deze voorraad is verpand (omdat levering voor datum faillissement had plaatsgevonden).. Met de pandhouder is overeengekomen dat de voorraden door de boedel zullen worden verkocht, tegen een boedelbijdrage van 5% (in feite een tekenfee; de
onderhandelingen werden voor rekening van de pandhouder gevoerd door de bestuurder van IPC).
Inmiddels is zijn deze activa verkocht en uitgeleverd.
Een ander deel van de voorraad bevindt zich in Rotterdam; deze goederen leken aanvankelijk te zijn verpand en zouden (zonder bemoeienis van de boedel) door de pandhouder worden verkocht; de goederen bleken bij nader inzien echter noch in de boedel te vallen, noch te zijn verpand, omdat de goeden onder eigendomsvoorbehoud zijn geleverd, en die opschortende voorwaarde van betaling niet is vervuld. Nadien is in overleg met de pandhouder een deel van deze partij ca. 40% - met machtiging van de RC verkocht en uitgeleverd aan de reeds beoogde afnemer, tegen de oorspronkelijke condities; de opbrengst (na aftrekt van kosten, waaronder kosten van opslag, inklaringskosten, transport en royalties) komt toe aan de boedel. Voor de resterende 60% van deze partij voorraad is geen koper gevonden; met de beoogde koper was (naar het zich liet aanzien) geen afdingbare overeenkomst tot stand gekomen, en deze gegadigde bleek niet langer geïnteresseerd in de partij. De leverancier is desgevraagd ook niet
dan ook geen verdere inspanningen meer verrichten tot verkoop van deze partij.
3.10 Verkoopopbrengst
-Hertogenbosch:
totaal 946,- aan BTW is te
79.723,- afgedragen.
Voorraden Rotterdam:
Zie hiervoor; de verkochte partij (ca. 40% van de is verkocht en geleverd, en de
verkoopopbrengst is ontvangen 10.765,87
worden voldaan. Met de leverancier van de voorraad is overeengekomen dat voor de producten 40% van 19.451,006 voldaan, zodat de netto opbrengst is. De overige voorraad zal niet door de curator worden verkocht.
3.11 Boedelbijdrage
Daar de werkzaamheden voor de verkoop grotendeels worden verricht door de bestuurder van IPC is voor de verkoop van de verpande voorraad met de pandhouder een boedelbijdrage van 5% overeengekomen.
De opbrengst van de voorraden die niet zijn verpand, zullen na aftrek van de kosten, ten goede komen aan de boedel. Thans bedraagt de boedelbijdrage in totaal dus 4.824,76. De opbrengst van de voorraad in
Rotterdam komt geheel aan de boedel toe. De tota 12.509,20
Andere activa 3.12 Beschrijving
Niet van toepassing; in de boedel bevond zich verder slechts vooromschreven licentieovereenkomst voor de productie en verkoop van enkele Disney-producten. De licentieovereenkomst vertegenwoordigt geen waarde, en was bovendien reeds geëindigd. Daar IPC tekort schoot in haar betalingsverplichting uit de overeenkomst, heeft Disney de overeenkomst op 30 mei 2012 naar het zich laat aanzien rechtsgeldig beëindigd.
3.13 Verkoopopbrengst Niet van toepassing.
4. Debiteuren
4.1 Omvang debiteuren
4.2 Opbrengst
De debiteuren zijn laatstelijk door registratie van een pandakte d.d. 24 september 2010 verpand. De debiteurenportefeuille per datum faillissement vloeide niet voort uit een ten tijde van die laatste verpanding reeds bestaande rechtsverhouding; de handelsdebiteuren zijn niet verpand.
De boedel heeft de incasso ter hand genomen, doch is de opbrengst tot op heden nihil.
4.3 Boedelbijdrage Niet van toepassing.
5. Bank / zekerheden
5.1 Vorderingen van bank(en)
Er is geen bancaire vordering (ingediend).
5.2 Leasecontracten
Zie de voorgaande verslagen onder 5.2.
5.3 Beschrijving zekerheden
Zover bekend geen. De security agent van de private investeerders (Stichting SECAG IPC) heeft wel goederenrechtelijke zekerheden (zie hiervoor); als gevolg van de beperkte mogelijkheid van verpanding van toekomstige vorderingen en het bodemvoorrecht komt heeft de security agent praktisch gezien enkel een pandrecht op de voorraden.
5.4 Separatistenpositie
Zie hiervoor. De voorraden worden op verzoek van de security agent door de boedel verkocht tegen een boedelbijdrage van 5%.
5.5 Boedelbijdragen Niet van toepassing.
5.6 Eigendomsvoorbehoud
De curator verwijst naar de voorgaande verslagen onder 5.6.
Daarnaast hebben de leveranciers van de voorraad zich beroepen op een eigendomsvoorbehoud. De curator is thans met hen in overleg over de wijze van afwikkeling met betrekking tot de voorraad.
5.7 Reclamerechten Niet van toepassing.
5.8 Retentierechten Niet van toepassing.
6. Doorstart/voortzetten
Er is geen sprake van een doorstart of voortzetting van de bedrijfsvoering.
Voortzetten
6.1 Exploitatie/zekerheden
(Vooralsnog) niet van toepassing. Mogelijk is, indien het met betrekking tot de nog niet geleverde goederen (zie hiervoor) tot een regeling komt formeel gezien sprake van voortzetting omdat de boedel alsdan voor eigen rekening risico goederen zou afnemen en doorverkopen.
6.2 Financiële vastlegging Zie bijgaand.
Doorstart 6.3 Beschrijving
Niet van toepassing.
6.4 Verantwoording Niet van toepassing.
6.5 Opbrengst Niet van toepassing.
6.6 Boedelbijdrage Niet van toepassing.
7. Rechtmatigheid
7.1 Boekhoudplicht In onderzoek.
7.2 Depot jaarrekeningen
De jaarrekeningen tot en met 2010 zijn tijdig gedeponeerd.
7.3 Goedkeuringsverklaring accountant Niet van toepassing.
7.4 Stortingsverplichting aandelen
IPC is opgericht in 1981. Een eventuele vordering van de boedel uit hoofde de stortingsverplichting is dan ook ruimschoots verjaard.
7.5 Onbehoorlijk bestuur In onderzoek.
7.6 Paulianeus handelen In onderzoek.
8. Crediteuren
8.1 Boedelvorderingen Salaris curator p.m.
10.765,87
8.2 Preferente vordering fiscus
8.3 Preferente vordering UWV
8.4 Andere preferente crediteuren
DB Schenker Logistics 4.165,32
Beiden wegens invoerrechten. Ingediend en als zodanig voorlopig betwist, wachtend op toelichting.
8.5 Aantal concurrente crediteuren 39
8.6 Bedrag concurrente crediteuren 764.529,10
8.7 Verwachte wijze van afwikkeling Nog niet bekend.
9. Procedures
9.1 Zie onder punt 1.4 van dit openbare verslag.
10. Overig
10.1 Termijn afwikkeling faillissement Nog onbekend.
10.2 Plan van aanpak
De komende periode zal de curator zich bezig houden met de afwikkeling van de verkoop van de voorraad en de afwikkeling van de debiteuren.
10.3 Indiening volgend verslag 13 mei 2013.
Amsterdam, 13 februari 2013
H. Reitsma, curator