• No results found

Natuurgebied Gijzenveen, Hilversum. rapport 4058

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Natuurgebied Gijzenveen, Hilversum. rapport 4058"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Natuurgebied Gijzenveen, Hilversum

rapport 4058

(2)
(3)

Natuurgebied Gijzenveen, gemeente Hilversum

Een archeologische begeleiding

M.C.J. Bot

(4)

Colofon

ADC Rapport 4058

Natuurgebied Gijzenveen, gemeente Hilversum Een archeologische begeleiding

Auteur: M.C.J. Bot

In opdracht van: Goois Natuurreservaat

Foto’s en tekeningen: ADC ArcheoProjecten, tenzij anders vermeld

© ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, februari 2016

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook

zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers.

ADC ArcheoProjecten aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

J. Dijkstra

ISSN 1875-1067

ADC ArcheoProjecten Postbus 1513 3800 BM Amersfoort Tel 033 299 8181 Fax 033 299 8180 Email info@archeologie.nl

(5)

Inhoudsopgave

Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied 4

Samenvatting 5

1 Inleiding 7

2 Archeologische verwachting 8

3 Methoden 8

4 Resultaten 9

4.1 Fysisch geografisch onderzoek 9

4.2 Sporen en structuren 9

4.2.1 Voormalige batterij 9

4.2.2 Paalkuilen 11

4.2.3 Verstoringen 12

4.3 Vondstmateriaal 13

4.3.1 Metaal 13

4.3.2 Natuursteen 14

4.3.3 Houtsoortonderzoek 15

5 Interpretatie en conclusies 15

Literatuur 17

Lijst van afbeeldingen 17

Lijst van tabellen 17

Bijlage 1 Stakenrijtjes aan de binnen- en buitenzijde van de gracht 18

Bijlage 2 Locatie op de Bonnekaart 19

Bijlage 3 Sporenlijst 23

Verklarende woordenlijst 24

Afkortingen in de database 25

(6)

Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied

Provincie: Noord-Holland Gemeente: Hilversum Plaats: Hilversum (de wijk ‘Hilversumse Meent’) Toponiem: Gijzenveen Kaartblad: 25H Coördinaten: NW: 138.240/ 476380

NO: 138.400/ 476.285 ZO: 138.372/ 475.780 Zuidpunt: 138.310/ 475.635 ZW:138.195/ 475.880

Projectverantwoordelijke: M.C.J. Bot

Bevoegde overheid: Provincie Noord-Holland Deskundige namens de bevoegde overheid: Dhr. R.A. van Eerden Directievoerder: Dhr. A. Haring (Arcadis BV) ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer (CIS-code): 59221

ADC-projectcode: 4150976 Complex en ABR codering: Bastion (Legerplaats) (VLP)

Periode(n): Nieuwe tijd (NT)

KNA versie: 3.2

Geomorfologische context: Dekzand en Hollandveen NAP hoogte maaiveld: 0,10 - 0,60 m -NAP Maximale diepte onderzoek: 0,85 - 0,10 m -NAP Uitvoering van het veldwerk: 19 nov. 2013 - 24 jan. 2014

Beheer en plaats documentatie: Provinciaal Depot Bodemvondsten Noord-Holland, te Castricum e-depot link: http://dx.doi.org/10.17026/dans-xwc-hahg

(7)

Samenvatting

In opdracht van Goois Natuurreservaat (GNR) heeft ADC ArcheoProjecten een Archeologische Begeleiding (conform protocol Opgraven) uitgevoerd ten behoeve van de aanleg van een nieuw natuurgebied op de locatie Gijzenveen te Hilversum, in de wijk ‘Hilversumse Meent’. De

Archeologische Begeleiding behelsde het toezicht houden op het ontgraven en afplaggen van een natuurgebied.

Het onderzoeksgebied heeft een oppervlakte van ca. 8,8 ha en was vóór de werkzaamheden in gebruik als grasland. Het gebied ligt tussen de Hilversumse wijk ‘Hilversumse Meent’ en Bussum in en wordt begrensd door residentiële bebouwing.

Tijdens de begeleiding zijn sporen van de greppel gelegen om de batterij behorende tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie uit de 19e eeuw aangetroffen. De locatie en vorm van deze greppel was uit eerder uitgevoerd bureau- en geofysische onderzoek al bekend.

Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden.

Periode Tijd in jaren

Nieuwe tijd 1500 - heden

Nieuwe tijd C 1850 - heden Nieuwe tijd B 1650 - 1850 na Chr.

Nieuwe tijd A 1500 - 1650 na Chr.

Middeleeuwen: 450 - 1500 na Chr.

Late Middeleeuwen B / Late Middeleeuwen 1250 - 1500 na Chr.

Late Middeleeuwen A / Volle Middeleeuwen 1050 - 1250 na Chr.

Vroege Middeleeuwen D / Ottoonse periode 900 - 1050 na Chr.

Vroege Middeleeuwen C / Karolingische tijd 725 - 900 na Chr.

Vroege Middeleeuwen B / Merovingische tijd 525 - 725 na Chr.

Vroege Middeleeuwen A / Volksverhuizingstijd 450 - 525 na Chr.

Romeinse tijd: 12 voor Chr. - 450 na Chr.

Laat-Romeinse tijd 270 - 450 na Chr.

Midden-Romeinse tijd 70 - 270 na Chr.

Vroeg-Romeinse tijd 12 voor Chr. - 70 na Chr.

IJzertijd: 800 - 12 voor Chr.

Late IJzertijd 250 - 12 voor Chr.

Midden-IJzertijd 500 - 250 voor Chr.

Vroege IJzertijd 800 - 500 voor Chr.

Bronstijd: 2000 - 800 voor Chr.

Late Bronstijd 1100 - 800 voor Chr.

Midden-Bronstijd 1800 - 1100 voor Chr.

Vroege Bronstijd 2000 - 1800 voor Chr.

Neolithicum (Jonge Steentijd): 5300 - 2000 voor Chr.

Laat-Neolithicum 2850 - 2000 voor Chr.

Midden-Neolithicum 4200 - 2850 voor Chr.

Vroeg-Neolithicum 5300 - 4200 voor Chr.

Mesolithicum (Midden-Steentijd): 8800 - 4900 voor Chr.

Laat-Mesolithicum 6450 - 4900 voor Chr.

Midden-Mesolithicum 7100 - 6450 voor Chr.

Vroeg-Mesolithicum 8800 - 7100 voor Chr.

Paleolithicum (Oude Steentijd): tot 8800 voor Chr.

Laat-Paleolithicum 35.000 - 8800 voor Chr.

Midden-Paleolithicum 300.000 - 35.000 voor Chr.

Vroeg-Paleolithicum tot 300.000 voor Chr.

Bron: Archeologisch Basis Register 1992

(8)

Afb. 1. Locatie van het onderzoeksgebied.

ANKEVEEN ANKEVEEN ANKEVEENANKEVEENANKEVEENANKEVEENANKEVEENANKEVEENANKEVEEN

BLARICUM BLARICUM BLARICUMBLARICUMBLARICUMBLARICUMBLARICUMBLARICUMBLARICUM BUSSUM

BUSSUM BUSSUMBUSSUMBUSSUMBUSSUMBUSSUMBUSSUMBUSSUM

EEMNES EEMNES EEMNESEEMNESEEMNESEEMNESEEMNESEEMNESEEMNES

HILVERSUM HILVERSUM HILVERSUMHILVERSUMHILVERSUMHILVERSUMHILVERSUMHILVERSUMHILVERSUM

HUIZEN HUIZEN HUIZENHUIZENHUIZENHUIZENHUIZENHUIZENHUIZEN

KORTENHOEF KORTENHOEF KORTENHOEFKORTENHOEFKORTENHOEFKORTENHOEFKORTENHOEFKORTENHOEFKORTENHOEF

LAREN NH LAREN NH LAREN NHLAREN NHLAREN NHLAREN NHLAREN NHLAREN NHLAREN NH

LOENEN AD VECHT LOENEN AD VECHT LOENEN AD VECHTLOENEN AD VECHTLOENEN AD VECHTLOENEN AD VECHTLOENEN AD VECHTLOENEN AD VECHTLOENEN AD VECHT OENERSLOOT

OENERSLOOT OENERSLOOTOENERSLOOTOENERSLOOTOENERSLOOTOENERSLOOTOENERSLOOTOENERSLOOT

LOOSDRECHT LOOSDRECHT LOOSDRECHTLOOSDRECHTLOOSDRECHTLOOSDRECHTLOOSDRECHTLOOSDRECHTLOOSDRECHT MUIDEN

MUIDEN MUIDENMUIDENMUIDENMUIDENMUIDENMUIDENMUIDEN

MUIDERBERG MUIDERBERG MUIDERBERGMUIDERBERGMUIDERBERGMUIDERBERGMUIDERBERGMUIDERBERGMUIDERBERG

NAARDEN NAARDEN NAARDENNAARDENNAARDENNAARDENNAARDENNAARDENNAARDEN

NEDERHORST DEN BERG NEDERHORST DEN BERG NEDERHORST DEN BERGNEDERHORST DEN BERGNEDERHORST DEN BERGNEDERHORST DEN BERGNEDERHORST DEN BERGNEDERHORST DEN BERGNEDERHORST DEN BERG

NIEUWERSLUIS NIEUWERSLUIS NIEUWERSLUISNIEUWERSLUISNIEUWERSLUISNIEUWERSLUISNIEUWERSLUISNIEUWERSLUISNIEUWERSLUIS

NIGTEVECHT NIGTEVECHT NIGTEVECHTNIGTEVECHTNIGTEVECHTNIGTEVECHTNIGTEVECHTNIGTEVECHTNIGTEVECHT

'S-GRAVELAND 'S-GRAVELAND 'S-GRAVELAND'S-GRAVELAND'S-GRAVELAND'S-GRAVELAND'S-GRAVELAND'S-GRAVELAND'S-GRAVELAND VREELAND

VREELAND VREELANDVREELANDVREELANDVREELANDVREELANDVREELANDVREELAND WEESP WEESP WEESPWEESPWEESPWEESPWEESPWEESPWEESP

Hilversum - Gijzenveen

bron: Geodan

000000000 2500 m2500 m2500 m2500 m2500 m2500 m2500 m2500 m2500 m

© ADC 2014

© ADC 2014

© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014 130000

130000

130000130000130000130000130000130000130000 135000135000135000135000135000135000135000135000135000 140000140000140000140000140000140000140000140000140000 145000145000145000145000145000145000145000145000145000 470000470000470000470000470000470000470000470000470000

475000475000475000475000475000475000475000475000475000 480000480000480000480000480000480000480000480000480000

(9)

1 Inleiding

In opdracht van het Goois Natuurreservaat heeft ADC ArcheoProjecten tussen 19 november 2013 en 24 januari 2014 een Archeologische Begeleiding (conform protocol Opgraven) uitgevoerd ten behoeve van de aanleg van een nieuw natuurgebied op de locatie Gijzenveen te Hilversum, in de wijk ‘Hilversumse Meent’ (afb. 1). Het onderzoek is uitgevoerd door M.C.J. Bot (KNA archeoloog) en door A. Veenhof (veldtechnicus) en W. Deitch (veldarcheoloog). Senior archeoloog was J.

Dijkstra. Fysisch geograaf die bij de begeleiding betrokken was, was J. Sevink (UvA). Controle en coördinatie van documentatie en vondstverwerking is uitgevoerd door M.G. Nieuwenhuijsen en J.W. Beestman. De Archeologische Begeleiding behelsde het toezicht houden op het ontgraven en afplaggen van het gebied waarin het natuurgebied gerealiseerd wordt.

Het onderzoek is uitgevoerd conform het Programma van Eisen (PvE).1 De vondsten en bijbehorende documentatie die tijdens de begeleiding zijn verzameld, zijn gedeponeerd in het Provinciaal Depot Bodemvondsten Noord-Holland te Castricum. De vondsten zijn, waar nodig, geconserveerd door K. Abelskamp en J. Langelaar van het ADC Conserveringsatelier.

Een Archeologische Begeleiding kan als volgt omschreven worden: een inventarisatie, karakterisering en documentatie van aan- en afwezigheid van archeologische waarden in een gebied dat verstoord zal worden door niet aan archeologie gerelateerde activiteiten. Van de archeologische waarden wordt een karakterisering gegeven waarbij ten minste de volgende aspecten aan de orde zijn: periodeaanduiding, geologische context, aard (typering) en

waarderingsaspecten (indien protocol IVO-P) of reden tot behoud in situ (indien protocol opgraven).

Het onderzoeksgebied heeft een oppervlakte van ca. 8,8 ha en was vóór de start van de

werkzaamheden in gebruik als grasland. Het gebied ligt tussen de Hilversumse wijk ‘Hilversumse Meent’ en Bussum in en wordt begrensd door residentiële bebouwing.

In het Programma van Eisen (PvE) zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld voor het onderzoeksgebied:

1. Van welk vindplaatstype(n) is er sprake?

2. Zijn sporen van de batterij en de gracht bewaard gebleven?

3. Wat is de datering van de vindplaats(en)?

4. Wat is de horizontale begrenzing, de ligging en de omvang van de vindplaats(en)?

5. Waaruit bestaan de archeologische resten die zijn aangetroffen?

6. Indien grondsporen zijn aangetroffen: op welk niveau zijn deze leesbaar?

7. Welke materiaalcategorieën zijn aanwezig? Wat is de vondstdichtheid?

8. Zijn er aanwijzingen voor verschillende bewonings/gebruiksfasen?

9. Is er een ensemblewaarde met vindplaatsen in de omgeving van het plangebied?

10. Hoe ziet de bodemopbouw eruit en komt dit overeen met het beeld uit het vooronderzoek?

Opzet van het rapport

Dit rapport betreft een standaardrapport zoals genoemd in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA 3.2 -specificatie OS15). In dit rapport worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd, waarna de eerste conclusies volgen. Indien nodig kan altijd worden teruggegrepen op de basisgegevens in het e-depot (zie e-depot link in de tabel met administratieve gegevens).

1 Huisman 2013, PvE nummer 13-040 (goedgekeurd: 11-11-2013)

(10)

Na de samenvatting en dit inleidende hoofdstuk volgt een omschrijving van de

onderzoeksmethoden in hoofdstuk 2. Vervolgens zullen de verschillende deelonderzoeken aan de orde komen. Tot slot volgen de interpretatie en de conclusies in hoofdstuk 5.

2 Archeologische verwachting

2

Om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast, is een bureauonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek werd uitgevoerd door Cultuurcompagnie Noord-Holland.3

In de intacte bodem in het noordoostelijk deel van het plangebied en onder het veen ten zuiden van de Meentweg kunnen archeologische waarden uit de gehele prehistorische periode verwacht worden. Voor de jongere periodes geldt daar een lagere verwachting. In het resterende veen in het centrale deel van het plangebied kunnen nog resten van ontginningsnederzettingen voorkomen.

In de drogere delen van het plangebied kunnen ook nederzettingsresten uit de Middeleeuwen voorkomen. Vanwege de grote mate van verstoring in het plangebied worden alleen dieper ingegraven sporen zoals waterputten en dergelijke verwacht.

Uit de Nieuwe tijd worden geen bewoningssporen verwacht. Op oude kaarten wordt geen bewoning aangegeven in het plangebied, de bewoning concentreerde zich in kernen als Bussum, Naarden en Ankeveen. Aan het einde van de 19e eeuw is in het plangebied een batterij van de Nieuwe

Hollandse Waterlinie aangelegd, bestaande uit een aardwerk en een droge gracht. Er kunnen resten van de batterij aanwezig zijn, maar eerder uitgevoerd geofysische onderzoek heeft daar geen aanwijzigen voor opgeleverd. Er is nog een kleine kans dat resten van de droge gracht aanwezig zijn.

3 Methoden

De archeologische begeleiding is uitgevoerd conform de KNA, versie 3.2. In het onderzoeksgebied is tot verschillende dieptes ontgraven, daarnaast werd het uitgraven van een greppel rond de contouren van de batterij-greppel begeleid. Op verzoek van de archeoloog heeft de kraanmachinist dit in lagen van 20 cm gedaan. In het zuidelijke deel is er voor gekozen de nieuwe greppel over het hart van de oude greppel aan te leggen om zo beschadiging aan de oude greppel te minimaliseren.

De nieuwe greppel is aan de bovenzijde slecht 4 m breed, de oude greppel is 10 m breed.

Tijdens de werkzaamheden is de grond met een metaaldetector onderzocht.

Het vlak is bijna geheel met de robotic Total Station (rTS) ingemeten en beschreven. Sommige sporen zijn gecoupeerd om zo de datering, geologische context, aard en conservering vast te stellen. Hierbij is tevens een aantal coupetekeningen (op schaal 1:20) gemaakt en zijn foto’s genomen. Er is één profiel gefotografeerd en beschreven.

De begeleiding was zodanig georganiseerd dat de werkzaamheden geen vertraging hebben opgelopen door het archeologische onderzoek.

2 Huisman 2013.

3 Van Rooijen 2012.

(11)

4 Resultaten

4.1 Fysisch geografisch onderzoek

Door de aard van de uitgevoerde werkzaamheden, waarbij maar een gering aantal centimeters van de bovengrond in het plangebied is verwijderd, konden weinig profielopnamen worden gemaakt.

Alleen op één locatie in het noordelijk deel van het plangebied is één profiel gedocumenteerd.

Het gedocumenteerde profiel laat een intacte podzol zien (afb. 2). De basis wordt gevormd door een matig grof geel dekzand. In de top hiervan is een goed ontwikkelde B-horizont aanwezig. Een uitgespoelde E-horizont werd nergens aangetroffen. In het centrale deel van ligt er nog een dun veenpakket.

Afb. 2. Het gedocumenteerde bodemprofiel met podzol.

4.2 Sporen en structuren

Tijdens het onderzoek werden acht archeologisch antropogene sporen aangetroffen en 12 recente verstoringen.

4.2.1 Voormalige batterij

In het zuiden van het plangebied kwamen op ca. 0,46 m –NAP de contouren van de gracht om de voormalige batterij van de Nieuwe Hollandse Waterlinie tevoorschijn (afb. 3). De vulling van de gracht bestond uit grijsbruin gelaagd zand, bijna verspoeld aandoend, met onderin een sterk humeuze band. De gracht zelf is waarschijnlijk ongeveer V-vormig geweest, hoewel er tijdens het onderzoek door de hoge grondwaterstand en de voorgenomen werkzaamheden geen volledige coupe over de gracht gezet kon worden. Daarnaast bevond zich aan zowel de binnen- als buitenzijde van de gracht een stakenrij met staakjes met een diameter van ca. 10 cm (afb. 4, zie bijlage 1). De onderlinge afstand van deze paaltjes was ongeveer 20 tot 25 cm. Bij nader onderzoek bleken de paaltjes ruim 1 tot 1,5 m onder het oude maaiveldniveau te zijn ingeslagen.

Ter bevordering hiervan waren de paaltjes fiks aangepunt.

Tevens werd op enkele plaatsen, zoals in de noordoost hoek een aantal dikke palen en balken aangetroffen waar omheen een grote hoeveelheid prikkeldraad was gewikkeld. Deze palen en het prikkeldraad zijn vermoedelijk aangebracht tijdens de in het begin van de 20e eeuw uitgevoerde restauratie. De hier aangetroffen palen en balken lijken een beschoeiing gevormd te hebben aan de binnenzijde van de gracht.

(12)

Afb. 3. Greppel van de voormalige batterij.

Afb. 4. Een stakenrijtje zoals deze zich aftekende tegen de bodem.

000000000 20 m20 m20 m20 m20 m20 m20 m20 m20 m

© ADC 2014

© ADC 2014

© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014 138250

138250

138250138250138250138250138250138250138250 138275138275138275138275138275138275138275138275138275 138300138300138300138300138300138300138300138300138300 138325138325138325138325138325138325138325138325138325 138350138350138350138350138350138350138350138350138350 475750475750475750475750475750475750475750475750475750

475775475775475775475775475775475775475775475775475775 475800475800475800475800475800475800475800475800475800 475825475825475825475825475825475825475825475825475825 475850475850475850475850475850475850475850475850475850

(13)

Afb. 5. De beschoeiing aan de binnenzijde van de greppel.

4.2.2 Paalkuilen

Buiten het aangetroffen bastion zijn aan de noordzijde van het plangebied enkele paalkuilen aangetroffen. Het betreft een zeer klein aantal palen waarin geen patroon herkenbaar is. Hierdoor kan geen interpretatie van deze sporen worden gegeven. Door het ontbreken van dateerbaar vondstmateriaal kunnen deze ook niet worden gedateerd.

000000000 50 m50 m50 m50 m50 m50 m50 m50 m50 m

© ADC 2014

© ADC 2014

© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014 138200

138200

138200138200138200138200138200138200138200 138250138250138250138250138250138250138250138250138250 138300138300138300138300138300138300138300138300138300 138350138350138350138350138350138350138350138350138350 138400138400138400138400138400138400138400138400138400 475750475750475750475750475750475750475750475750475750

475800475800475800475800475800475800475800475800475800 475850475850475850475850475850475850475850475850475850 475900475900475900475900475900475900475900475900475900 475950475950475950475950475950475950475950475950475950 476000476000476000476000476000476000476000476000476000

2.5m 2.5m2.5m 2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m 2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m 2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m 0

00 0 00 0000000000000000000000000000000000000000000

(14)

Afb. 6. Eén van de paalkuilen aangetroffen aan de noordzijde van de Meentweg.

4.2.3 Verstoringen

Tijdens het onderzoek is binnen het gehele terrein een aantal (grote) verstoringen waargenomen (afb. 6). Met name aan de zuidzijde van de Meentweg waren op enkele plaatsen grote verstoringen zichtbaar die leken te bestaan uit gedeponeerd baggerslib. Vermoedelijk is dit gedeponeerd toen het terrein in gebruik was als bouwplaats bij de bouw van de wijk Hilversumse Meent in de jaren 70 van de vorige eeuw. Hierbij zijn enkele tientallen centimeters van de bovengrond ernstig

beschadigd. De onderliggende sporen lijken echter grotendeels onbeschadigd gebleven.

Afb. 7. Verstoring door baggerslib.

(15)

4.3 Vondstmateriaal

4.3.1 Metaal

Het metaal is bekeken door J. Langelaar. Tijdens de werkzaamheden is het vlak uitvoerig afgezocht met behulp van de metaaldetector. Hierbij is een klein aantal metalen objecten

aangetroffen. Alle metaalvondsten, op een kanonskogeltje na, zijn afkomstig uit de opvulling van de batterijgracht. Al het metaal werd gereinigd en geconserveerd.

Tabel 2. Overzicht metaalvondsten.

Vondstnummer Inhoud

6 Metaal Schepblad (±1900) 6 Koper Kogelhuls (begin 20e eeuw) 8 Munt 10 cent Willem III

9 Metaal Kanonskogeltje (17e/18e eeuw) 10 Metaal Slijpsteen + draaias

12 Goud Trouwring

12 Zilver Zegelring (kind)

Het schepblad dateert rond het begin van de 20e eeuw en is vermoedelijk onderdeel geweest van de uitrusting van de bouwlieden die betrokken zijn geweest bij het herstel van het Bastion.

De munt in Vnr. 8 betreft een 10 cent stuk met hierop een afbeelding van Willem III en dateert in de tweede helft van de 19e eeuw.

Het kanonskogeltje uit Vnr. 9 heeft een diameter van ca. 20 cm en is gemaakt van ijzer (afb. 8).

Deze werd ten noorden van het Bastion aangetroffen bij het afplaggen van het veenpakket en heeft gezien de 17e/18e-eeuwse datering hier geen relatie mee.

Afb. 8. Kanonskogel.

Vnr. 10 betreft een ijzeren draaias met handvat waarom een iets concave slijpsteen gemonteerd zat (afb. 10). Deze werd eveneens aangetroffen in de Bastiongracht. Datering van dit voorwerp is onduidelijk. Mogelijk werd deze slijpsteen gebruikt voor het slijpen van werktuigen die werden gebruikt voor de aanleg van de gracht.

(16)

Afb. 9 IJzeren draai as met slijpsteen.

De gouden trouwring (Vnr 12, afb. 10) bevatte geen inscriptie, wel werd een zeer slecht leesbaar merkje aangetroffen. Er zijn sporen op de ring aanwezig die aantonen dat deze werd vergroot. Het slechte merktekentje wijst op een 20e-eeuwse datering. Het betreft dan vermoedelijk ook een trouwring van een van de werklieden die in de jaren 60 van de vorige eeuw betrokken was bij de bouw van de woonwijk Hilversumse Meent.

Afb. 10. Gouden trouwring.

Vnr 2 bevat een zilveren kinder zegelringetje met hierop een afbeelding van Maria met kind (afb.

11). Deze kan gedateerd worden in de 19e eeuw. Of deze tijdens de gebruiksperiode van het Bastion in de gracht terecht is gekomen of nadat deze in onbruik raakte kan niet worden gezegd.

Afb. 11. Kinderzegelringetje met Maria en kind.

4.3.2 Natuursteen

Het natuursteen werd gescand door M.J.A. Melkert (Marian Melkert).

Tijdens het onderzoek werd een metalen draaias met hieraan een iets concaaf gesleten slijpsteen aangetroffen (Vnr. 11). De slijpsteen is gemaakt van Bentheimerzandsteen. Hierin zijn overwegend fijne kwartskorrels zichtbaar, maar ook veldspaat en enkele fragmenten mica.

De steen heeft aan de zijde van het handvat een diameter van 20 cm en aan de uiterste zijde 15 cm.

Naast de concave vorm zijn ook enkele groeven aanwezig die in de lengte van de steen lopen.

Bij normale slijpstenen is de slijtage van het stenen oppervlak gelijkmatig verdeeld. Het is dan ook niet duidelijk waarom deze steen deze specifieke vorm heeft meegekregen. Daarnaast is het niet duidelijk waarom de slijpgroeven met de steen mee lopen. Om messen en scharen te slijpen wordt het te slijpen object horizontaal van links naar recht bewogen om een zo gelijkmatige slijping te krijgen.

(17)

Het vermoeden bestaat dat deze slijpsteen tot een groter mechanisme heeft behoord waarbij een tweede en mogelijk derde slijpsteen tegen deze steen heeft gestaan. Waardoor de groeven ontstaan kunnen zijn is dan nog steeds niet duidelijk.

4.3.3 Houtsoortonderzoek

Het hout is gedetermineerd door L. Klerkx. Tijdens het onderzoek werden van verschillende langs de Bastiongracht aanwezige staken monsters genomen. Twee hiervan zijn voor

houtsoortdeterminatie nader onderzocht. Bij de determinatie van de houtsoort werd duidelijk dat voor de staakjes twee houtsoorten werden gebruikt, essenhout (Fraxinus excelsior) en wilgenhout (Salix ). Omdat er maar een selectief aantal staken is bemonsterd kan niet met zekerheid worden gezegd of deze twee houtsoorten de enige houtsoorten zijn die voor de staken langs de gracht werden gebruikt.

5 Interpretatie en conclusies

In het onderzoeksgebied zijn antropogene sporen teruggevonden uit de Nieuwe tijd. Het gaat hierbij vooral om de gracht rond de voormalige batterij en de paaltjes die hier omheen hebben gestaan.

De aanwezigheid van deze versterking was voor aanvang van de werkzaamheden al vastgesteld en de plannen voor het natuurgebied was opgenomen dat een nieuw bastion op de plaats van het historische bastion aangelegd zou worden.

De onderzoeksvragen die in het Programma van Eisen / Plan van Aanpak zijn gesteld, kunnen nu als volgt worden beantwoord:

1. Van welk vindplaatstype(n) is er sprake?

Tijdens de archeologische begeleiding zijn alleen aan de zuidzijde van het onderzoeksgebied archeologisch (antropogene) sporen aangetroffen. Het betreft de resten van de gracht om het Bastion, een Legerplaats (VLP).

2. Zijn sporen van de batterij en de gracht bewaard gebleven?

De gracht om het bastion is zeer goed bewaard gebleven. De vulling hiervan bestaat uit grijsbruin gelaagd zwak siltig zand. Bij het afgraven van het terrein tekende de gracht zich zeer goed af tegen het lichtgele dekzand er omheen. Tevens loopt er langs de buiten- en binnenzijde van de gracht een rij paaltjes met een diameter van ca. 10 cm. Deze paaltjes lopen tot ruim 1,5 m onder het oude maaivlak door.

Het bastion zelf is echter minder goed bewaard gebleven. Hier zijn duidelijk de sporen zichtbaar van de werkzaamheden die in het verleden op het land zijn uitgevoerd in verband met de aanleg van de wijk ‘Hilversumse Meent’. Eventueel aanwezige sporen van de batterij zijn vermoedelijk door deze werkzaamheden vernietigd.

3. Wat is de datering van de vindplaats(en)?

Het bastion stamt uit de 19e eeuw en werd begin 20e eeuw gerenoveerd.

4. Wat is de horizontale begrenzing, de ligging en de omvang van de vindplaats(en)?

Het bastion ligt in het zuiden van het onderzoeksgebied. De ligging is min of meer gelijk aan de ligging zoals deze op de historische kaarten vanaf 1881 staat aangegeven. De afwijking hierbij is vermoedelijk veroorzaakt door de minder nauwkeurige inmeten.

5. Waaruit bestaan de archeologische resten die zijn aangetroffen?

De sporen beperken zich tot de greppel die heeft behoort tot de 19e-eeuwse batterij en de paaltjes die hier omheen hebben gestaan. Tevens werden enkele zeer recente sporen aangetroffen rond de greppel en aan de noordzijde van het onderzoeksterrein.

(18)

De vondsten bestaan uit verschillende metalen voorwerpen, waaronder een gouden trouwring (20e-eeuws) en zilver kinderringetje, een aantal hulzen en een klein kanonskogeltje. Een vondst van gecombineerde materialen is een slijpsteen in een ijzeren draaias met handvat.

Aardewerk of ander vondstmateriaal werd niet aangetroffen.

6. Indien grondsporen zijn aangetroffen: op welk niveau zijn deze leesbaar?

De sporen zijn direct onder de bouwvoor aangetroffen. Aan de zuidelijke zijde van het

onderzoeksgebied ligt hier echter nog een laag opgebrachte baggerslib. Pas bij het verwijderen van de sliblaag kon de bastiongreppel worden waargenomen.

7. Welke materiaalcategorieën zijn aanwezig? Wat is de vondstdichtheid?

Tijdens het onderzoek zijn enkele metaalvondsten aangetroffen en een vondst van

gecombineerde materialen, voornamelijk uit de bastiongreppel. Een metaal vondst werd bij het afplaggen van het veen aangetroffen, een kleine kanonskogel.

Het vondstenaantal is relatief laag waardoor de vondstdichtheid vertekent. Het materiaal beperkt zich tot de gracht rond de batterij en daar buiten werd, op de kanonskogel na niets gevonden.

8. Zijn er aanwijzingen voor verschillende bewonings/gebruiksfasen?

Er zijn geen directe aanwijzingen voor fasering in de aangetroffen sporen. Uit historische bronnen weten we dat de gracht rond de batterij aan het begin van de 20e eeuw is gerestaureerd. Hierbij is ongetwijfeld de bestaande gracht opnieuw uitgediept en zal de binnenwal opnieuw zijn opgehoogd. Op verschillende punten langs de gracht werden dikke houten palen gevonden waaromheen grote hoeveelheden prikkeldraad lag. Prikkeldraad werd aan het eind van de 19e eeuw uitgevonden en werd pas vanaf het begin van de 20e eeuw op grote schaal gebruikt. Er is hier dan ook sprake van een nieuwe fase in de levensloop van de batterij.

Op het overige terrein werden geen archeologisch antropogene sporen aangetroffen.

9. Is er een ensemblewaarde met vindplaatsen in de omgeving van het plangebied?

Buiten de greppel van de batterij werden geen andere archeologisch antropogene sporen aangetroffen. Van de batterij is bekend dat deze in de 19e eeuw werd aangelegd en deze is op kaarten vanaf 1881 weergegeven.

Binnen de directe omgeving van het plangebied zijn geen vindplaatsen aangetroffen. Wel zijn in Archis een karterend waarderend onderzoek en een bureauonderzoek bekend.

Er kan daarom niet gesproken worden over de ensemblewaarde met vindplaatsen in de omgeving.

10. Hoe ziet de bodemopbouw eruit en komt dit overeen met het beeld uit het vooronderzoek?

Door de aard van de werkzaamheden zijn er weinig mogelijkheden voor het vastleggen van de bodemopbouw geweest. In het noordelijke deel van het onderzoeksgebied is het mogelijk geweest om een profielkolom te documenteren. Hierin is een intacte podzolbodem

aangetroffen. Centraal op het onderzoeksgebied is tevens een dun veenpakket op het dekzand aangetroffen. In het uiterst zuidelijke deel, ter hoogte van de batterijgreppel zijn duidelijke sporen van het opbrengen van bagger in meer recente tijd. De opbouw van de bodem zoals deze is aangetroffen komt overeen met hetgeen in het bureauonderzoek over de bodemopbouw wordt vermeld.

(19)

Literatuur

Huisman, N., 2013: Programma van Eisen . Plangebied Gijzenveen te Hilversum. PvE-nummer 13- 040. Amersfoort.

Rooijen, E.J. van, 2012: Bureauonderzoek naar de archeologische waarde van het plangebied Gijzenveen te Hilversum, projectnummer 50822, Alkmaar.

Lijst van afbeeldingen

Afb. 1. Locatie van het onderzoeksgebied.

Afb. 2. Het gedocumenteerde bodemprofiel met podzol.

Afb. 3. Greppel van de voormalige batterij.

Afb. 4. Een stakenrijtje zoals deze zich aftekende tegen de bodem.

Afb. 5. De beschoeiing aan de binnenzijde van de greppel.

Afb. 6. Eén van de paalkuilen aangetroffen aan de noordzijde van de Meentweg.

Afb. 7. Verstoring door baggerslib.

Afb. 8. Kanonskogel.

Afb. 9 IJzeren draai as met slijpsteen.

Afb. 10. Gouden trouwring.

Afb. 11. Kinderzegelringetje met Maria en kind.

Lijst van tabellen

Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden.

Tabel 2. Overzicht metaalvondsten.

(20)

Bijlage 1 Stakenrijtjes aan de binnen- en buitenzijde van de gracht

000000000 50 m50 m50 m50 m50 m50 m50 m50 m50 m

© ADC 2014

© ADC 2014

© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014

138200 138200

138200138200138200138200138200138200138200 138300138300138300138300138300138300138300138300138300 138400138400138400138400138400138400138400138400138400 475700475700475700475700475700475700475700475700475700

475800475800475800475800475800475800475800475800475800 475900475900475900475900475900475900475900475900475900 476000476000476000476000476000476000476000476000476000 476100476100476100476100476100476100476100476100476100

2.5m 2.5m2.5m 2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m 2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m 2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m 0

00 0 00 000 0 0 00 000000000000000000000000000000000000

2.5m 2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m 2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m 2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m 2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m 0

0 00 00 0000000000000000000000000000000000000000000

2.5m 2.5m 2.5m2.5m 2.5m 2.5m2.5m 2.5m 2.5m 2.5m2.5m 2.5m 2.5m2.5m 2.5m 2.5m 2.5m2.5m 2.5m 2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m2.5m 0

0 00 0 000 0 00 0 000 0 00 0 000000000000000000000000000000

(21)

Bijlage 2 Locatie op de Bonnekaart

1881 (Het bastion is bewust gecensureerd, andere vestingwerken en militair belangrijke locaties zijn op deze kaart eveneens verwijderd.)

000000000 200 m200 m200 m200 m200 m200 m200 m200 m200 m

© ADC 2014

© ADC 2014

© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014 138000

138000

138000138000138000138000138000138000138000 138500138500138500138500138500138500138500138500138500 139000139000139000139000139000139000139000139000139000 496500496500496500496500496500496500496500496500496500

497000497000497000497000497000497000497000497000497000 497500497500497500497500497500497500497500497500497500

(22)

1900

000000000 200 m200 m200 m200 m200 m200 m200 m200 m200 m

© ADC 2014

© ADC 2014

© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014 138000

138000

138000138000138000138000138000138000138000 138500138500138500138500138500138500138500138500138500 139000139000139000139000139000139000139000139000139000 496500496500496500496500496500496500496500496500496500

497000497000497000497000497000497000497000497000497000 497500497500497500497500497500497500497500497500497500

(23)

1922

000000000 200 m200 m200 m200 m200 m200 m200 m200 m200 m

© ADC 2014

© ADC 2014

© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014 138000

138000

138000138000138000138000138000138000138000 138500138500138500138500138500138500138500138500138500 139000139000139000139000139000139000139000139000139000 496500496500496500496500496500496500496500496500496500

497000497000497000497000497000497000497000497000497000 497500497500497500497500497500497500497500497500497500

(24)

1926

000000000 200 m200 m200 m200 m200 m200 m200 m200 m200 m

© ADC 2014

© ADC 2014

© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014© ADC 2014 138000

138000

138000138000138000138000138000138000138000 138500138500138500138500138500138500138500138500138500 139000139000139000139000139000139000139000139000139000 496500496500496500496500496500496500496500496500496500

497000497000497000497000497000497000497000497000497000 497500497500497500497500497500497500497500497500497500

(25)

Bijlage 3 Sporenlijst

Putnr Vlaknr Spoornr Aardspoor Vorm_vlak Vullingnr Tint Neventint Nevenkleur Textuur Gevlekt Insluitsel Org_stof Opmerking

1 1 1 GR LIN 1 XXX GL ZS1 JA BASTIONGR

1 1 1 GR LIN 2 XXX XXX XXX JA BESCHOEIING

1 1 999 REC ONR 1 BR ZS3 JA

1 1 2000 LG ONR 1 DONKER XXX ZS2 NEE B HOR 1 1 3000 LG ONR 1 DONKER XXX ZS2 NEE

1 1 4000 LG ONR 1 VK1 NEE H3 veen

1 104 999 REC ONR 1 XXX BR ZS1 JA 1 104 1000 BV ONR 1 DONKER ZS1 NEE H3 1 104 2000 LG ONR 1 DONKER XXX ZS2 NEE B HOR 1 104 2100 LG ONR 1 LICHT BR ZS2 NEE E HOR 1 104 3000 LG ONR 1 DONKER XXX ZS2 NEE

1 104 4000 LG ONR 1 VK1 NEE H3 veen

2 1 1 REC RND 3 LICHT ZS3 NEE

2 1 2 REC RND 3 LICHT ZS3 NEE

2 1 3 REC RND 3 LICHT ZS3 NEE

2 1 4 REC RND 3 LICHT ZS3 NEE

2 1 5 REC RND 3 LICHT ZS3 NEE

2 1 6 REC VRK 3 ZS3 NEE

2 1 6 REC VRK 4 DONKER ZS3 NEE

2 1 999 REC ONR 3 BR ZS3 NEE

2 1 3000 LG ONR 3 ZS2 NEE

(26)

Verklarende woordenlijst

Antropogene sporen Alle immobiele sporen van menselijke oorsprong, variërend van paalgaten of fosfaatvlekken tot muurresten.

AMK Archeologische Monumentenkaart geeft een overzicht van gewaardeerde archeologische terreinen in vier categorieën: 1). Archeologische waarde, 2) Hoge archeologische waarde, 3) Zeer hoge archeologische waarde en 4) Zeer hoge archeologische waarde beschermd. De AMK is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de RCE en de provincies en wordt beheerd door de RCE.

Archeologische indicatoren Indicatief archeologisch materiaal dat bij (boor)onderzoek een aanwijzing kan zijn voor de aanwezigheid, ter plaatse of in de nabijheid, van een archeologische vindplaats.

Archis Archeologisch Informatie Systeem. Dit door de RCE beheerde systeem bevat informatie over o.a. onderzoeksmeldingen, vondstmeldingen, waarnemingen, complexen en monumenten.

14C Koolstof (radioactieve isotoop), gebruikt voor datering.

CIS Het landelijke registratienummer ten behoeve van archeologisch onderzoek, uitgegeven door het Centraal Informatiesysteem.

CMA Centraal Monumenten Archief.

Ex situ Niet ter plaatse. Aanduiding die wordt gebruikt om aan te geven of grondsporen en / of artefacten zich niet meer op de oorspronkelijke plaats in de bodem bevinden. Behoud ex situ is het bewaren van de archeologische informatie door definitief onderzoek (opgraven, documenteren en registreren).

IKAW Indicatieve kaart van archeologische waarden, een door de RCE geproduceerde kaart op landelijk niveau met de verwachte relatieve of absolute dichtheid van (bepaalde) archeologische verschijnselen in de bodem.

IVO Inventariserend Veld Onderzoek. Het verwerven van (extra) informatie over bekende of verwachte archeologische waarden binnen een onderzoeksgebied, als aanvulling op en toetsing van de archeologische verwachting, gebaseerd op het bureauonderzoek middels waarnemingen in het veld.

In situ Achtergebleven op exact de plaats waar de laatste gebruiker het heeft gedeponeerd, weggegooid of verloren. Behoud in situ is het behouden van archeologische waarden in de bodem.

KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.

PVA Plan van Aanpak. Een door de opdrachtnemer op te stellen plan voor de uit te voeren werken waarmee beoogd wordt aan de vereisten zoals geformuleerd in het Programma van Eisen en/of het ontwerp te voldoen. Ook wordt hierin een voorstel gedaan voor de werkwijze waarmee de in het Programma van Eisen en/of ontwerp geformuleerde resultaatsverwachtingen bereikt kunnen worden.

PVE Programma van Eisen. Het PvE is een door een bevoegde overheid opgesteld of bekrachtigd document dat de probleem- en doelstelling van de te verrichten werkzaamheden van de vindplaats geeft en de daaruit af te leiden eisen formuleert met betrekking tot het uit te voeren werk.

RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

RTS Robotic Total Station. Hiermee worden vlakken direct digitaal ingemeten.

Selectieadvies Archeologisch inhoudelijk advies over de behoudenswaardigheid van een vindplaats. Dit wordt opgesteld aan de hand van de waarderingscriteria.

(27)

Afkortingen in de database

REFERENTIELIJSTEN Versie 1.6

AARD SPOOR Aard van het spoor

Code Omschrijving AKR (oude) akkerlaag AWC aardewerkconcentratie

BA balk

BES beschoeiing

BG boorgat

BKS bekisting BOC botconcentratie BPA beschoeiing, palen BPL beschoeiing, planken BPT beerput/beerkelder BRL brandlaag

BU bustum

BUN visbun

BV bouwvoor

CR crematiegraf DIG dierbegraving DK drenkkuil

DLT doorlaat (door een muur) DP depressie

DR drain

EG erfgreppel

ES esdek

FU fuik

GA gracht

GE geul

GHE grafheuvel

GR greppel

GRK grafkuil

GT goot

HA haard

HAK haardkuil HG huisgreppel HKC houtskoolconcentratie HI hoefindruk

HO hout

HU hutkom

IN inhumatiegraf KEL kelder

KGO ovale kringgreppel KGR ronde kringgreppel KGV vierkante kringgreppel

KL kuil

KS karrenspoor LAK laklaag LAT latrine

LG laag

LO ophogingslaag LS stortlaag MI muurinsteek

MR muur

MSK mestkuil MST muursteen MU muuruitbraak NV natuurlijke verstoring NVD dierlijke verstoring NVP plantaardige verstoring

OV oven

PA houten paal PAK paal met paalkuil PG paalgat

PGK paalgat met paalkuil PK paalkuil

PL plank

PLW plaggenwand

PO poel

POE poer

POT potstal PS ploegspoor PSE ploegspoor, eergetouw PSK ploegspoor, keerploeg REC recent

RPA palenrij RPG rij paalgaten RPK rij paalkuilen RPL rij planken SG standgreppel

SI silo

SL sloot

SPB spaarboog SPG spitsgracht SS spitspoor

ST steen

STC steenconcentratie

VL vlek

VR vloer

VSC vuursteenconcentratie VW vlechtwerk

WA waterput

WG weg

WK waterkuil

WL wal

WOO woonlaag XXX onbekend

COUPEVORM

Vorm van de onderkant van het spoor in de coupe Code Omschrijving

ONR onregelmatig

PNT punt

RND rond

VLK vlak KOM komvormig REV revolvertas VRK vierkant RHK rechthoekig NG niet gecoupeerd

VLAKVORM

Vorm van het spoor op het horizontale vlak Code Omschrijving

LIN lineair ONR onregelmatig OVL ovaal RHK rechthoekig

RND rond

SIK sikkelvormig VRK vierkant

KLEUR

Duiding van de kleur

Code Referentie

BE beige

BL blauw

BR bruin

GL geel

GN groen

GR grijs

OR oranje

PA paars

RO rood

RZ roze

WI wit

ZW zwart

Daarnaast:

D donker

L licht

SCH schoon

VL vuil

ZR zeer

DBRGR = donkerbruingrijs (hoofdkleur is dan grijs)

(28)

INSLUITSEL

Aard van een insluitsel van een vulling

Code Referentie

AS as

AW aardewerk vaatwerk BOT bot (geen schelp)

BS baksteen

BW bouwaardewerk (baksteen, dakpan, tegel) FE ijzeroer

FF fosfaat

GL glas

HK houtskool HL huttenleem

HT hout

KI kiezel

LR leer

MET metaal

MN mangaan

NS natuursteen

OKR oker

SCH schelp

SL slak

VKL verbrande klei VST vuursteen

TEXTUUR

Textuur van een vulling met NEN-classificatie

Code NEN Referentie

K K klei

ZK Ks1 zware klei

MK Ks2 matig zware klei LK Ks3 lichte klei

Z-K zandige klei

Zl zavel

ZZl Kz1 zware zavel MZl Kz2 matig lichte zavel LZl Kz3 lichte zavel

L L leem

SL Lz1 siltige leem Z-L Lz3 zandige leem

V V veen

V1 Vk3 venige klei

V2 Vk1 kleiig veen

V3 VKM mineraalarm veen Z-V Vz1 zandig veen

Z Z zand

FZ Zs1 fijn zand

MZ Zs1 middelgrof zand

GZ Zs1 grof zand

ILZ Zs2 iets lemig zand

LZ Zs3 lemig zand

IGHZ g1 iets grindhoudend zand MGHZ g2 matig grindhoudend zand SGHZ g3 sterk grindhoudend zand

V-Z Vz3 venig zand

G G grind

FG fijn grind

GG grof grind

IZHG Gz1 iets zandhoudend grind MZHG Gz2 matig zandhoudend grind SZHG Gz3 sterk zandhoudend grind

ST steen

HT hout

H0 h1 humushoudend

H1 h2 matig humeus

H2 h3 humusrijk

INHOUD

Aard van het materiaal van een vondst

Code Referentie AW aardewerk vaatwerk AWG gedraaid aardewerk AWH handgevormd Aardewerk BAKSTN baksteen

DAKPAN dakpan OXB bot (geen schelp) OMB bot menselijk ODB bot dierlijk CREM crematieresten

BOUWMAT bouwaardewerk (keramisch, geen steen) COP coproliet

GLS glas (geen slak) HK houtskool

HT hout (geen houtskool, geen plantaardige resten) KER keramische objecten (weefgewichten e.d.) ODL leer

MXX metaal (geen slak) MCU koper/brons MFE ijzer

MPB lood

MIX gemengd

SXX natuursteen (geen vuursteen) PIJP pijpenkoppen en -stelen SCH schelp

SLAK slakken TEGEL tegel OTE textiel, touw

HUTTELM verbrande klei (geen lemen gewichten) SVU vuursteen

XXX overig

MONSTER Aard van een monster

Code Referentie MA monster algemeen MAR monster artropoden MBOT monster bot

MC14 monster voor14C-datering MCH chemisch monster MCR crematiemonster

MD monster voor dendrochronologisch onderzoek MDIA diatomeeënmonster

MDNA DNA-monster MFF fosfaatmonster MHK houtskoolmonster MHT houtmonster MP pollenmonster MSC schelpenmonster MSL monster slijpplaat

MZ zadenmonster voor botanisch onderzoek

VERZAMELWIJZE

Manier waarop een vondst of monster is verzameld.

Code Referentie

AAC aanleg coupe (handmatig schaven) AANV aanleg vlak of profiel (handmatig) BIGB bigbag

COUP couperen (handmatig) DETC detectorvondst

LICH lichten (vondst met omringende grond integraal verwijderd) MAA machinale aanleg

MAF machinale afwerking (of machinaal couperen) MSCH machinaal schaven

PUNT puntvondst (ingemeten) SCHA uitschaven (handmatig) SPIT uitspitten (handmatig) TROF troffelen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Anders as gewoonlik in hierdie retoriese styl, word geen verband word getrek tussen Bb en B nie. Die diagram dui aan dat daar 'n verskil is tussen wat volgens Parker

De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het opstellen van bestemmingsplannen. In het kader van de verdrogingbestrijding streven de waterbeheerders naar een betere communicatie

Het is echter de vraag of het mogelijk zal zijn om op dit niveau de (kosten)effectiviteit en de andere pakketcriteria (waaronder uitvoerbaarheid, dit is inclusief

Het is van groot belang om met betrokkenen bij het leertraject overeenstemming te bereiken over de vraag: Wanneer is er voldoende vertrouwen dat de studenten in deze situaties en

Onderzoek door PPO naar de kiemgetallen bij 7 bedrijven (2007) toonde aan dat de water- ontsmetting niet altijd naar behoren functio- neert (zie kader).. De oorzaak kan van geval

Deze VBNC cellen zou- den echter wel met behulp van RNA detectie aangetoond kunnen worden, omdat in vitale cellen RNA aanwezig is.. Voor verschillende micro-organis- men is

Dit zorgt er echter niet voor dat zijn mening veranderd, hij vindt dat de menselijke resten uit Aduard geluk hebben gehad.. ‘De begraafplaats van dit klooster was al geheel verlaten

Voor de berekening van de kortdurende blootstelling via de consumptie van aardbei is de consumptie van aardbeien voor kinderen gebruikt, omdat deze hoger is dan voor volwassenen..