• No results found

Onderzoek, Informatie en Statistiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Onderzoek, Informatie en Statistiek"

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

-

Woningtoewijzing kwetsbare groepen in wijken: trends en ontwikkelingen 2016-2018

Onderzoek, Informatie en Statistiek

(2)

In opdracht van: afd. Wonen en stadsdelen Projectnummer: 19099

Auteru:

Hester Booi Titus Voorhoeve

Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020-2510474 Postbus 658, 1000 AR Amsterdam www.ois.amsterdam.nl

h.booi@amsterdam.nl

Amsterdam, juli 2019

Foto voorzijde: Westerdok, fotograaf onbekend (2008)

(3)

Inhoud

Samenvatting ... 4

Inleiding ... 5

1 Toewijzingen aan kwetsbare groepen ... 7

2 Trends per kwetsbare groep ... 19

2.1 Huishoudens met begeleiding op de woning ... 20

2.2 Huishoudens zonder begeleiding op de woning ... 23

2.3 Statushouders ... 26

3 Kwetsbaarheidsscore ... 29

(4)

Samenvatting

In totaal zijn er 4990 verhuringen geweest aan kwetsbare doelgroepen uit het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen in de periode 2016-2018. Dit is dus het totale aantal kwetsbare huishoudens dat sinds de start van het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen is

gehuisvest.

Welke groepen bediend werden verschuift door de jaren. In 2016 vormden statushouders de grootste groep (55%), in 2017 waren dit de huishoudens die begeleiding op de woning krijgen (51%) en in 2018 is het meer gelijk verdeeld over de categorieën. Deze verschuiving door de jaren is ook te zien op stadsdeelniveau. Stadsdeel Centrum wijkt hier wel iets vanaf. Hier worden (absoluut en relatief) weinig kwetsbare groepen gehuisvest en vormden statushouders in geen van de jaren een grote groep.

Er is geen eenduidig verband tussen de toewijzingen als aandeel van de verhuringen en de algemene kwetsbaarheid van een wijk, zoals deze gemeten worden in de kwetsbaarheidsscore.

Wel zijn er een aantal stadsdelen die opvallen. De wijken in stadsdeel West hebben vaak relatief weinig kwetsbare bewoners en hier worden relatief veel sociale corporatiewoningen verhuurd aan kwetsbare groepen. Ook de wijken in Centrum hebben vaak een weinig kwetsbare bewoners populatie. Maar hier worden juist weinig kwetsbare groepen gehuisvest. Wijken in Noord hebben vaak een relatief kwetsbare bewonerspopulatie en hier worden relatief veel kwetsbare groepen gehuisvest als aandeel van het totaal aantal verhuringen.

De verdeling van de toewijzingen als aandeel van de totale woningvoorraad is wel eenduidig: hoe kwetsbaarder een wijk in het algemeen is, hoe meer kwetsbare groepen hier gehuisvest worden.

Wijken waar dit sterk voor geldt zijn: Volewijck, IJplein/vogelbuurt, Tuindorp Nieuwendam en Banne Buiksloot in Noord; Slotermeer (Zuidwest en Noordoost), Geuzenveld en Osdorp-Oost in Nieuw-West; Betondorp en Transvaalbuurt in Oost; Zuid-Pijp in Zuid en Bijlmer-Centrum in Zuidoost. Dit heeft te maken met de beschikbare woningvoorraad: deze wijken hebben een grote corporatievoorraad.

(5)

Inleiding

Tussen 2016 en 2018 werd drie op de 10 nieuwe verhuringen van sociale corporatiewoningen toegewezen aan kwetsbare groepen uit het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen. Het gaat dan bijvoorbeeld om medische en sociale urgenten, uitstroom uit de maatschappelijke opvang, vrouwenopvang/huiselijk geweld en statushouders. Huurders die uitstromen uit de maatschappelijke opvang of andere sociale voorzieningen huren allereerst een woning van een begeleidende zorgaanbieder, daarna kan de woning eventueel rechtstreeks van de corporatie worden gehuurd. Voor huurders met een sociale of medische urgentie geldt deze tussenstap niet.

Er is behoefte aan meer inzicht in waar kwetsbare groepen terecht komen. Er is een zorg dat deze vaak kwetsbare huishoudens terecht komen in al kwetsbare wijken, wijken die weinig veerkracht hebben om kwetsbare huishoudens op te vangen. In 2018 is daarom in beeld

gebracht waar deze groepen gehuisvest worden in de stad. De resultaten zijn weergegeven in de rapportage ‘Woningtoewijzing kwetsbare groepen in wijken’ van januari 2018. Hierin zijn de gegevens opgenomen uit de jaren 2016 en de eerste helft van 2017.

Deze notitie geeft een overzicht van toewijzingen in de periode 2016 tot en met 2018. Er wordt ingegaan op de spreiding van kwetsbare huishoudens over de stad op verschillende

schaalniveaus (stadsdeel, gebied, wijk, buurt). Eerst wordt er een algeheel overzicht gepresenteerd op verschillende niveaus. Vervolgens worden drie kwetsbare doelgroepen vergeleken. Ten slotte wordt er onderzocht of kwetsbare huishoudens worden gehuisvest in reeds kwetsbare wijken.

Deze rapportage geeft enkel een beeld van de spreiding van de toewijzingen over wijken en buurten. De ontwikkeling van een huishouden nadat zij in de woning zijn komen wonen, valt buiten deze notitie. Kwetsbare huishoudens kunnen door de tijd heen minder kwetsbaar worden.

Ook kunnen huishoudens weer verhuizen. Dit wordt in deze notitie niet in beeld gebracht. De huishoudensamenstelling (alleenwonend, gezin, etc.) is in de huidige registratiesystemen van de toewijzingen niet direct beschikbaar. Ook dit gegeven valt buiten deze rapportage.

De cijfers over de toewijzingen aan kwetsbare groepen komen uit de registraties van afdeling Wonen van de gemeente Amsterdam. Het totaal aantal verhuringen van sociale

corporatiewoningen is geleverd door de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. De totale woningvoorraad is een gegeven afkomstig van OIS.

(6)

Definiëring kwetsbare groepen Met begeleiding op de woning:

Uitstroom maatschappelijke opvang en omslag maatschappelijke opvang/begeleid wonen, multi- probleem gezinnen, uittredende sekswerkers, slachtoffers van huiselijk geweld (codes: UMO; omslag MOBW; MPG;PenG292; OOV; gezinnen in de crisisopvang; huiselijk geweld/blijf, opvang; laatste kans).

Zonder begeleiding op de woning:

Sociaal en medisch urgenten, rolstoelgeschikte woningen (codes: Noodsituatie medisch, sociaal; Rowo- WMO).

Statushouders:

Statushouders die in reguliere corporatiewoningen worden gehuisvest (code: Statushouder regulier).

In de rapportage ‘woningtoewijzing kwetsbare groepen in wijken ‘ van januari 2018 zijn de

statushouders die in zogenoemde ‘tijdelijke huisvestingsprojecten’ samen met studenten/ jongerenzijn gehuisvest buiten beschouwing gelaten. Dit is huisvesting die recent voor deze doelgroep gebouwd is.

In deze update wordt deze groep wel meegenomen (statushouders projecten).

De statushouders die in de particuliere voorraad gehuisvest worden, blijven buiten beschouwing (code:

statushouders particulier).

N.B. Stadsvernieuwingsurgenten worden in dit onderzoek niet meegenomen.

1) Gezinnen uit de crisisopvang en slachtoffers van huiselijk geweld krijgen in de praktijk geen begeleiding en zijn per abuis in de categorie ‘met begeleiding’ meegenomen. Het gaat om kleine aantallen die het totaalbeeld niet veranderen wanneer zij in de juiste categorie zouden zijn geplaatst.

(7)

1 Toewijzingen aan kwetsbare groepen

In de monitor Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen wordt gerapporteerd over het totaal aantal toewijzingen aan kwetsbare groepen. Dit waren er 1648 in 2018. In deze rapportage over de spreiding van deze toewijzingen wijken de aantallen iets af van de monitor. Dit heeft de volgende redenen:

 Van enkele verhuringen ontbreekt de locatie van de woning in de registratie. In deze notitie over de spreiding zijn alleen de toewijzingen opgenomen waar de locatie van de woning van bekend is.

 Het peilmoment is niet gelijk. Tussentijdse wijzigingen in de registraties kunnen daardoor tot verschillen leiden.

In deze rapportage wordt uitgegaan van 1633 toewijzingen van sociale corporatiewoningen aan kwetsbare groepen in 2018. Dit is een vergelijkbaar aantal als in 2016 (1618), in 2017 lag het aantal hoger (1739). In totaal zijn er 4990 verhuringen geweest aan kwetsbare doelgroepen in de periode 2016-2018. Dit is dus het totale aantal kwetsbare huishoudens dat sinds de start van het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen is gehuisvest (en waarvan de locatie van de woning juist geregistreerd is).

De groepen die bediend worden, zijn door de tijd heen veranderd. In 2016 vormden

statushouders met 55% de grootste groep. In 2017 en 2018 lag hun aandeel rond de 30%. In 2017 en 2018 vormden de kwetsbare groepen die met begeleiding op de woning gehuisvest worden de grootste groep. In totaal bestond 40% van de gehuisveste kwetsbare groepen uit huishoudens die begeleiding krijgen op de woning, 22% zonder begeleiding op de woning en 37% uit statushouders.

Bij de vorige meting werden verhuringen in speciale projecten voor statushouders, zoals in de Riekerhaven en Startblok Elzenhagen in Noord, niet meegenomen. In 2016 werden 276

statushouders in zo’n project ondergebracht, in het eerste half jaar van 2017 waren dat er 129. In 2018 waren dit er 295.

Tabel 1.1 Toewijzingen aan kwetsbare huishoudens naar doelgroep, 2016 - 2018

2016 2017 2018

totaal 2016-

2018 2016 2017 2018

totaal 2016-

2018

abs. abs. abs. abs. % % % %

met begeleiding op de

woning 428 885 697 2010 26 51 43 40

zonder begeleiding op de

woning 300 318 492 1110 19 18 30 22

statushouders 890 536 444 1870 55 31 27 37

totaal 1618 1739 1633 4990 100 100 100 100

(8)

In de volgende paragrafen wordt gekeken hoe de toewijzingen verspreid zijn over de stad. Er wordt gekeken naar verschillende schaalniveaus:

 Stadsdeel

 Gebied

 Wijk

 Buurt

Naast dit rapport is er een tabellenbijlage beschikbaar met alle gegevens, op deze schaalniveaus.

De corporaties (via de leden van het netwerk wonen en zorg) geven aan dat de afweging om een kwetsbaar huishouden te plaatsen niet per buurt wordt gemaakt, maar op complex- of

portiekniveau. Dit wordt zorgvuldig matchen genoemd: per portiek wordt gekeken of er een kwetsbaar huishouden geplaatst kan worden. Of dit het geval is hangt af van de woning zelf (gehorigheid bijvoorbeeld), of er overlast geweest is op de betreffende woning en wat de kwetsbaarheid is van de andere bewoners. De corporaties schatten dus in wat de invloed zal zijn van deze plaatsing op het gehele portiek of complex, omdat zij juist kijken naar de leefbaarheid en de draagkracht van het betreffende portiek. Daarnaast zijn corporaties ook afhankelijk van de woningen die vrijkomen. Een deel van de huishoudens die gehuisvest worden via het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen zoekt zelf via WoningNet een woning. Het gaat dan

bijvoorbeeld om sociaal-medische urgenten.

Daarbij is het van belang te realiseren dat kwetsbare doelgroepen die gehuisvest worden via het programma alleen kwetsbaar zijn in hun woonbehoefte, zij zijn niet per definitie zorgbehoevend en/of blijvend kwetsbaar.

Toewijzingen per stadsdeel

In absolute aantallen vonden de meeste toewijzingen plaats in stadsdeel Nieuw-West (979) en West (964). Daarna volgen Noord (801) en Oost (750). In Zuid en Zuidoost ging het om ruim 600 toewijzingen. In Centrum lag het aantal toewijzingen beduidend lager (239).

Door de jaren heen zijn enkele ontwikkelingen zichtbaar. Het totale aantal toewijzingen steeg in 2017, maar daalde in 2018. In Nieuw-West en Oost geldt dit algemene patroon ook. De andere stadsdelen hadden een ander patroon. In West en Zuid nam het aantal toewijzingen door de jaren toe. In Noord en Zuidoost lag het aantal toewijzingen in 2018 juist lager dan in de jaren ervoor. In Centrum bleef het aantal nagenoeg gelijk.

Tabel 1.2 Woningtoewijzingen aan kwetsbare groepen naar gebied, 2018

stadsdeel 2016 2017 2018 2016-2018

Centrum 81 86 72 239

West 288 311 365 964

Nieuw-West 315 342 322 979

Zuid 154 234 240 628

Oost 256 275 219 750

Noord 289 285 227 801

Zuidoost 235 206 188 629

Amsterdam 1618 1739 1633 4990

(9)

Toewijzingen per gebied

Per gebied varieert het totale aantal toewijzingen aan kwetsbare huishoudens in de periode 2016-2018 van 43 in De Aker/Nieuw-Sloten tot 480 in Slotermeer/Geuzenveld. Deze verschillen zijn voor een deel te verklaren door het aanbod van corporatiewoningen; daar waar

corporatiewoningen vrij komen, worden ook meer woningen verhuurd aan kwetsbare groepen.

In veel gebieden is het aantal toewijzingen voor de kwetsbare doelgroepen door de jaren ongeveer gelijk gebleven. In enkele gebieden was sprake van een lichte toe- of afname. In Oud- West/De Baarsjes is in 2018 bijvoorbeeld een grote stijging zichtbaar ten opzichte van 2017. In Oud-Noord lag het aantal toewijzingen in 2018 juist lager dan in de voorgaande jaren. Gebieden met een lichte toename zijn Bos en Lommer, De Aker/Nieuw-Sloten, Buitenveldert/Zuidas en De Pijp/Rivierenbuurt.

Tabel 1.3 Toewijzingen kwetsbare doelgroepen per gebied, 2016 - 2018

gebied 2016 2017 2018

totaal 2016- 2018

C-Centrum West 45 48 45 138

C-Centrum Oost 36 38 27 101

W-Westerpark 112 97 113 322

W-Bos en Lommer 53 97 80 230

W-Oud-West/De Baarsjes 123 117 172 412

NW-Slotermeer/Geuzenveld 159 187 134 480

NW-Osdorp 92 89 88 269

NW-De Aker/Nieuw-Sloten 9 11 23 43

NW-Slotervaart 55 55 77 187

Z-Oud-Zuid 37 61 48 146

Z-Buitenveldert/Zuidas 18 38 52 108

Z-De Pijp/Rivierenbuurt 99 135 140 374

O-Oud-Oost 102 80 93 275

O-Indische Buurt/Oostelijk Havengebied 70 83 63 216

O-Watergraafsmeer 52 56 42 150

O-IJburg/Eiland Zeeburg 32 56 21 109

N-Noord-West 99 115 113 327

N-Oud-Noord 121 130 82 333

N-Noord-Oost 69 40 32 141

ZO-Bijlmer Centrum 88 86 82 256

ZO-Bijlmer Oost 69 43 43 155

ZO-Gaasperdam/Driemond 78 77 63 218

Amsterdam 1618 1739 1633 4990

Jaarlijks worden er ongeveer 6000 sociale corporatiewoningen verhuurd. Het aantal verhuringen van sociale corporatiewoningen fluctueert sterk per gebied per jaar (zie tabel 1.3). Ongeveer 28% van deze woningen worden toegewezen aan kwetsbare groepen. In 2018 ligt het aandeel iets lager (26%), dan in de jaren ervoor (2017: 28%; 2016: 29%).

(10)

In Centrum ligt het aandeel toewijzingen relatief laag, en dit is in de gehele periode het geval. In Bijlmer-Centrum is het aandeel toewijzingen het hoogst (40%) en dit is eveneens in alle drie de jaren een hoog aandeel. Ook in Oud-West/De Baarsjes is het aandeel toewijzingen hoog (38%), maar dit fluctueert meer door de jaren.

Tabel 1.4 Aantal verhuringen sociale corporatiewoningen en aandeel toewijzingen kwetsbare doelgroepen op het aantal verhuurde corporatiewoningen per gebied, 2016 – 2018 (%)

2016 2017 2018 2016 2017 2018

totaal 2016-

2018

gebied abs. abs. abs. % % % %

C-Centrum West 251 322 337 18 15 13 15

C-Centrum Oost 262 188 190 14 20 14 16

W-Westerpark 273 303 447 41 32 25 31

W-Bos en Lommer 185 386 303 29 25 26 26

W-Oud-West/De Baarsjes 272 352 451 45 33 38 38

NW-Slotermeer/Geuzenveld 357 502 504 45 37 27 35

NW-Osdorp 309 383 268 30 23 33 28

NW-De Aker/Nieuw-Sloten 39 53 61 23 21 38 28

NW-Slotervaart 321 243 366 17 23 21 20

Z-Oud-Zuid 146 149 191 25 41 25 30

Z-Buitenveldert/Zuidas 108 186 151 17 20 34 24

Z-De Pijp/Rivierenbuurt 353 402 445 28 34 31 31

O-Oud-Oost 248 217 386 41 37 24 32

O-Indische Buurt/Oostelijk

Havengebied 364 416 314 19 20 20 20

O-Watergraafsmeer 168 236 260 31 24 16 23

O-IJburg/Eiland Zeeburg 142 232 114 23 24 18 22

N-Noord-West 298 343 320 33 34 35 34

N-Oud-Noord 420 402 240 29 32 34 31

N-Noord-Oost 200 200 158 35 20 20 25

ZO-Bijlmer Centrum 211 219 217 42 39 38 40

ZO-Bijlmer Oost 271 194 264 25 22 16 21

ZO-Gaasperdam/Driemond 300 257 224 26 30 28 28

Amsterdam 5498 6232* 6212* 29 28 26 28

*incl. enkele onbekenden.

(11)

Toewijzingen per wijk

De volgende tabellen geven de toewijzingen weer op wijkniveau. Alleen de wijken worden weergegeven die absoluut, of relatief veel toewijzingen van kwetsbare groepen kennen. Het gaat steeds om 15-20 wijken, waarbij de ondergrens per tabel bepaald is, op basis van de

verdeling over het totaal. De ondergrens betreft geen norm en heeft geen waardeoordeel in zich.

In tabel 1.5 is voor de wijken met in totaal 100 of meer toewijzingen weergegeven hoe het aantal toewijzingen zich tussen 2016-2018 heeft ontwikkeld. In de wijken Bijlmer-Centrum,

Slotermeer-Zuidwest, Volewijck en Osdorp-Oost ligt het aantal toewijzingen het hoogst. In Slotermeer-Zuidwest was het aantal toewijzingen in 2016 nog zeer hoog (104) wat in de twee erop volgende jaren de helft bedroeg. Ook in Volewijck ligt het aantal toewijzingen in 2018 lager dan in de voorgaande jaren. In Bijlmer-Centrum en Osdorp-Oost was het aantal toewijzingen alle drie de jaren gelijk.

In de meeste wijken met veel verhuringen in absolute zin, is ook in relatieve zin het aantal toewijzingen hoog. Vaak ligt het aandeel toewijzingen op het totaal aantal verhuringen hier boven de 30%. In Bijlmer-Oost en de Jordaan is het absolute aantal toewijzingen wel hoog (155 en 104), maar afgezet tegen het aantal verhuringen is het aandeel lager dan gemiddeld (21% en 16%).

Tabel 1.5 Toewijzingen per wijk, meer dan 100 toewijzingen, 2016-2018

2016 2017 2018 2016-2018 2016-2018 2016-2018

abs. abs. abs. abs.

% verhu- ringen

% woning- voorraad

T93 Bijlmer-Centrum (D,F,H) 88 86 82 256 40 2,2

F77 Slotermeer-Zuidwest 104 53 43 200 40 2,5

N60 Volewijck 67 79 41 187 35 3,8

F81 Osdorp-Oost 57 60 58 175 35 2,2

F78 Geuzenveld 17 93 53 163 35 2,6

E37 Landlust 34 62 62 158 38 1,6

T94 Bijlmer-Oost (E,G,K) 69 43 43 155 21 1,2

T96 Holendrecht/Reigersbos 51 54 47 152 29 1,8

N70 Banne Buiksloot 38 39 46 123 35 2,1

F76 Slotermeer-Noordoost 38 41 37 116 29 2,8

M31 Indische Buurt West 38 42 35 115 26 1,8

K26 Zuid Pijp 28 40 45 113 41 2,5

N65 Tuindorp Oostzaan 37 41 34 112 30 2,2

E14 Staatsliedenbuurt 38 37 36 111 31 1,4

A06 Jordaan 33 33 38 104 16 0,8

M30 Transvaalbuurt 43 26 32 101 38 2,2

E16 Frederik Hendrikbuurt 44 26 30 100 51 2,0

(12)

In tabel 1.6 worden de wijken weergegeven waar 35% of meer van de vrijgekomen

corporatiewoningen aan kwetsbare huishoudens is toegewezen. Hierin vallen een aantal wijken in West op, zoals Chassébuurt, Geuzenbuurt en Frederik Hendrikbuurt. Verder gaat het om wijken verspreid over de stad. Het gaat deels om wijken die ook in de vorige tabel naar voren kwamen (> 100 toewijzingen). Bij de wijken met minder dan 100 toewijzingen fluctueert het aantal per jaar sterk. Hierin is geen trend te duiden.

Tabel 1.6 Toewijzingen per wijk, wijken met 35% of meer toewijzingen op het totaal aantal verhuringen, 2016- 2018 1)

2016 2017 2018 2016-2018 2016-2018 2016-2018

abs. abs. abs. abs.

% verhu- ringen

% woning- voorraad

E75 Chassébuurt 15 10 17 42 67 1,4

E40 Geuzenbuurt 19 9 21 49 60 1,3

E16 Frederik Hendrikbuurt 44 26 30 100 51 2,0

K91 Buitenveldert-Oost 10 18 33 61 44 1,4

N66 Oostzanerwerf 20 31 31 82 42 2,2

K54 Rijnbuurt 17 28 29 74 42 1,4

K26 Zuid Pijp 28 40 45 113 41 2,5

F77 Slotermeer-Zuidwest 104 53 43 200 40 2,5

N62 Tuindorp Nieuwendam 17 16 11 44 40 2,4

T93 Bijlmer-Centrum (D,F,H) 88 86 82 256 40 2,2

M30 Transvaalbuurt 43 26 32 101 38 2,2

E19 Van Lennepbuurt 13 20 27 60 38 1,4

E42 Hoofdweg e.o. 28 27 29 84 38 1,5

E37 Landlust 34 62 62 158 38 1,6

N61 IJplein/Vogelbuurt 33 29 25 87 38 2,1

E41 Van Galenbuurt 11 15 21 47 36 1,5

N60 Volewijck 67 79 41 187 35 3,8

F78 Geuzenveld 17 93 53 163 35 2,6

M57 Betondorp 18 15 17 50 35 2,6

F81 Osdorp-Oost 57 60 58 175 35 2,2

N70 Banne Buiksloot 38 39 46 123 35 2,1

1) minimaal 40 verhuringen in totaal.

In figuur 1.7 zijn de 15 wijken met een relatief hoog aandeel toewijzingen aan kwetsbare doelgroepen ten opzichte van de totale woningvoorraad (2,0% en meer). Het gaat voornamelijk om wijken met veel corporatiebezit, vaak in Noord en Nieuw-West. Maar het zijn ook allemaal wijken waar een relatief groot deel van de verhuringen naar kwetsbare groepen gaat.

Ook in de Houthavens en Zeeburgereiland is het aantal toewijzingen op de totale

woningvoorraad relatief groot. Het gaat echter om kleine aantallen, en de woningvoorraad zal hier de komende jaren nog sterk groeien met nieuwbouw. In de Houthavens zijn het 16

(13)

verhuringen in de periode 2016-2018 (16,5% van de woningvoorraad) en op het Zeeburgereiland 58 (6,6% van de woningvoorraad).1

Tabel 1.7 Toewijzingen per wijk, wijken met 2,0% en meer toewijzingen op de totale woningvoorraad, 2016- 2018 1)

2016 2017 2018 2016-2018 2016-2018 2016-2018

abs. abs. abs. abs.

% verhu- ringen

% woning- voorraad

N60 Volewijck 67 79 41 187 35 3,8

F76 Slotermeer-Noordoost 38 41 37 116 29 2,8

F78 Geuzenveld 17 93 53 163 35 2,6

M57 Betondorp 18 15 17 50 35 2,6

F77 Slotermeer-Zuidwest 104 53 43 200 40 2,5

K26 Zuid Pijp 28 40 45 113 41 2,5

N62 Tuindorp Nieuwendam 17 16 11 44 40 2,4

N66 Oostzanerwerf 20 31 31 82 42 2,2

F81 Osdorp-Oost 57 60 58 175 35 2,2

T93 Bijlmer-Centrum (D,F,H) 88 86 82 256 40 2,2

M30 Transvaalbuurt 43 26 32 101 38 2,2

N65 Tuindorp Oostzaan 37 41 34 112 30 2,2

N61 IJplein/Vogelbuurt 33 29 25 87 38 2,1

N70 Banne Buiksloot 38 39 46 123 35 2,1

E16 Frederik Hendrikbuurt 44 26 30 100 51 2,0

Onderstaande negen wijken komen in alle drie de tabellen terug:

 West: Frederik Hendrikbuurt

 Nieuw-West: Slotermeer-Zuidwest, Geuzenveld, Osdorp-Oost

 Zuid: Zuid-Pijp

 Oost: Transvaalbuurt

 Noord: Volewijck, Banne Buiksloot

 Zuidoost: Bijlmer-Centrum

Zij hebben meer dan 100 toewijzingen, dit is 35% of meer van het totaal aantal verhuurde corporatiewoningen en dit vormt 2,0% en meer van de totale woningvoorraad.

Onderstaande vier wijken hebben twee van deze eigenschappen:

 West: Landlust

 Noord: Tuindorp Oostzaan, Tuindorp Nieuwendam, IJplein/Vogelbuurt

Toewijzingen per buurt

De toewijzingen op buurtniveau worden weergegeven in verschillende kaarten. De

onderverdeling in deze kaarten verloopt van laag (lichtblauw) naar hoog (donkerblauw). De grenzen van de categorieën zijn zo gekozen dat de spreiding goed naar voren komt. De grenzen geven geen norm of waardeoordeel aan.

1 Ook zijn de nieuwbouwwoningen niet altijd al onderdeel van de woningvoorraad waarmee deze vergeleken wordt.

Hiermee komt het percentage ook relatief hoog uit.

(14)

Figuur 1.8 geeft de spreiding weer van de toewijzing aan kwetsbare groepen op buurtniveau. Dit is weergegeven als percentage van het totaal aantal verhuringen van sociale corporatiewoningen gedurende de periode waarin het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen loopt.

De verdeling van het aandeel van kwetsbare groepen in sociale corporatiewoningen die te zien is in figuur 1.8 is als volgt. Van de 481 buurten in Amsterdam zijn er 326 buurten waar in de periode 2016-2018 corporatiewoningen verhuurd zijn met een sociale huur. Er zijn 46 buurten waar het aandeel toewijzingen meer dan 50% is, een zeer hoog aandeel dus. Veel van deze buurten liggen in West en Zuidoost (met name gebied Oud-West/De Baarsjes, Watergraafsmeer en Bijlmer- Centrum) Er zijn 58 buurten waar het percentage ligt tussen 35%-50%, wat een relatief groot aandeel is. Veel van deze buurten liggen in Noord. Ook in Zuidoost en West zijn ze te vinden.

Verder zijn er 59 buurten waarin het percentage toewijzingen vrij gemiddeld is, namelijk tussen 25% en 35%. Deze buurten liggen dan ook tamelijk verspreid door Amsterdam, zoals te zien is in figuur 1.8. In 93 buurten ligt het aandeel tussen 10% en 25%. Veel buurten in het Centrum, Nieuw-West en Oost vallen in deze groep. In 70 buurten is minder dan 10% van deze verhuringen van sociale corporatiewoningen toegewezen aan kwetsbare groepen. Het gaat veelal om

buurten in het Centrum en Zuid, waar vaak weinig woningen verhuurd worden.

Een andere categorie opvallende buurten zijn buurten waar wel redelijk wat (meer dan 40) sociale corporatiewoningen zijn verhuurd, maar weinig kwetsbare groepen zijn gehuisvest (vaak minder dan 10, zie tabellenset voor de aantallen). Deze buurten zijn te vinden in:

 De Kolenkit (bijvoorbeeld Robert Scottbuurt-West),

 Delen van Nieuw-West (Meer en Oever, de Punt, Oostoever Sloterplas)

 Rond de Zuidas (Zuidas Zuid, Veluwebuurt, Buitenveldert Zuidwest )

 verspreid in Oost (Cruqiuisweg, Haveneiland Noordwest, Tuindorp Frankendael),

 De Bongerd en NDSM-terrein in Noord

 G-buurt-Oost en Kantershof in Zuidoost.

Voor een deel gaat het hier om buurten met woningen voor specifieke doelgroepen (studenten, ouderen) of bijvoorbeeld om buurten met relatief grote woningen die vaak weinig geschikt zijn voor de doelgroep.

(15)

Figuur 1.8 Toewijzingen kwetsbare doelgroepen op het totaal aantal verhuringen van sociale corporatiewoningen per buurt, 2016 -2018

De tweede kaart (figuur 1.9) laat de toewijzingen aan kwetsbare groepen zien als aandeel van de totale woningvoorraad op buurtniveau.

Van de 481 buurten is in de periode 2016-2018 in 44 buurten tussen 2,4% en 15,8% woningen toegewezen aan kwetsbare groepen. Dit hoge aandeel is er bijvoorbeeld in enkele buurten in Nieuw-West, Noord en Zuidoost (in Nieuw-West gaat het met name om gebied

Slotermeer/Geuzenveld). In deze hoogste categorie zijn enkele buurten waarin het aandeel toewijzingen aan kwetsbare groepen op de totale woningvoorraad opvallend hoog is. Deze grote aandelen zijn te vinden in de buurten Parooldriehoek (15,8%), Houthavens West (5,8%) en Amsterdamse Poort (5,3%). Er zijn 83 buurten waar het aandeel tussen 1,1% en 2,4% ligt. Ook deze buurten zijn vooral in Nieuw-West, Noord en Zuidoost te vinden, maar daarnaast ook in Oost (met name de wijken Transvaalbuurt en Indische Buurt West -Oost). In 96 buurten is het aandeel tussen 0,4% en 1,1%. Onder andere in buurten in delen van Centrum, West en Nieuw- West is dit het geval. In 46 buurten ligt het aandeel tussen 0,1% en 0,4%. Hieronder vallen buurten in het Centrum en Oost. In 186 buurten minder dan 0,1% van het totale woningaanbod toegewezen aan kwetsbare groepen, hierbij gaat het vooral om buurten in de stadsdelen Centrum en Zuid met weinig corporatiebezit.

(16)

Figuur 1.9 Toewijzingen kwetsbare doelgroepen op de totale woningvoorraad per buurt, 2016-2018

De volgende tabellen geven de buurten weer met de hoogste aantallen of aandelen toewijzingen (totaal, als aandeel van de verhuringen en als aandeel van de woningvoorraad). Net als bij de tabellen per wijk gaat het om 15-20 buurten, waarbij de ondergrens per tabel bepaald is, op basis van de verdeling over het totaal. De ondergrens betreft geen norm en heeft geen waardeoordeel in zich.

Er zijn twee buurten die zowel in absolute zin veel toewijzingen kennen als relatief (ten opzichte van het aantal verhuringen en ten opzichte van de woningvoorraad). Dit zijn de Wildemanbuurt en Buurt 9, beiden in Nieuw-West.

(17)

Tabel 1.10 Toewijzingen per buurt, 50 toewijzingen of meer, 2016-2018

2016-2018 2016-2018 2016-2018

abs. % verhuringen % woningvoorraad

F81a Wildeman 110 42,1 4,5

N60a Van der Pekbuurt 106 28,1 4,3

F78d Buurt 9 98 70 4,4

F77a Slotermeer Zuid 85 34,4 4,5

F76a Buurt 3 82 28,1 3

N66f Molenwijk 60 42,9 4,2

E16b Frederik Hendrikbuurt Zuidoost 59 53,6 2,9

M31a Noordwestkwadrant Indische Buurt Noord 58 26,9 2,7

M34f RI Oost terrein 58 30,4 3,8

M32a Noordoostkwadrant Indische Buurt 56 18,6 1,8

K26a Diamantbuurt 54 50 3,2

M30b Transvaalbuurt Oost 54 31,2 2,1

N65c Terrasdorp 54 34 2,7

T93h Hakfort/Huigenbos 52 32,5 4,6

T96b Reigersbos Noord 52 36,9 2,8

E37d Landlust Zuid 51 34,9 2,3

T93a Venserpolder West 51 26,4 1,8

M57a Betondorp 50 35,0 2,6

N60b Bloemenbuurt Zuid 50 43,5 4,2

Tabel 1.11 Toewijzingen per buurt, buurten met meer dan 60% toewijzingen op het totaal aantal verhuringen, 2016-2018 1)

2016-2018 2016-2018 2016-2018

abs. % verhuringen % woningvoorraad

E13a Zeeheldenbuurt 23 82,1 2,2

E20c Cremerbuurt Oost 14 77,8 1

K44c Aalsmeerwegbuurt West 10 76,9 0,7

F77c Buurt 4 Oost 32 76,2 2,1

E41b Jan Maijenbuurt 31 73,8 2,4

K91c Buitenveldert Zuidoost 19 73,1 0,9

N60c Bloemenbuurt Noord 31 72,1 2,5

F78d Buurt 9 98 70 4,4

E42a Balboaplein e.o. 26 68,4 1,6

M56c Middenmeer Zuid 17 68 0,7

T94n Bijlmermuseum Zuid 39 67,2 2,9

E42d Orteliusbuurt Zuid 18 66,7 1,7

N68f Werengouw Zuid 17 65,4 2,9

T97b Gein Zuidwest 28 63,6 3,7

E40c Pieter van der Doesbuurt 33 63,5 3,3

F87c Delflandpleinbuurt Oost 19 63,3 2,6

(18)

Tabel 1.12 Toewijzingen per buurt, buurten met 3,5% en meer toewijzingen op de totale woningvoorraad, 2016-2018 1)

2016-2018 2016-2018 2016-2018

abs. % verhuringen % woningvoorraad

M27c Parooldriehoek 19 27,9 15,8

E12a Houthavens West 16 23,2 5,8

T93e Amsterdamse Poort 36 56,3 5,3

T93h Hakfort/Huigenbos 52 32,5 4,6

M55f Tuindorp Amstelstation 22 41,5 4,5

F81a Wildeman 110 42,1 4,5

F77a Slotermeer Zuid 85 34,4 4,5

F78d Buurt 9 98 70 4,4

N60a Van der Pekbuurt 106 28,1 4,3

N60b Bloemenbuurt Zuid 50 43,5 4,2

F81d Calandlaan/Lelylaan 28 49,1 4,2

N66f Molenwijk 60 42,9 4,2

M34f RI Oost terrein 58 30,4 3,8

T97b Gein Zuidwest 28 63,6 3,7

K54d Rijnbuurt West 39 50,6 3,6

A06e Zaagpoortbuurt 25 17,2 3,5

E37g Landlust Noord 43 46,2 3,5

(19)

2 Trends per kwetsbare groep

In dit hoofdstuk worden voor de drie typen doelgroepen van het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen trends in de toewijzingen besproken. Dit wordt gedaan aan de hand van toewijzingen per stadsdeel door de jaren heen. Ook worden kaarten getoond op buurtniveau van het aandeel van toewijzingen per groep op de totale woningvoorraad en het aandeel op de verhuurde corporatiewoningen. Hierbij worden telkens de meest opvallende uitkomsten besproken. Er worden drie doelgroepen onderscheiden: huishoudens met begeleiding op de woning (paragraaf 2.1), huishoudens zonder begeleiding op de woning (paragraaf 2.2) en statushouders (paragraaf 2.3).

Welke groepen bediend werden verschuift door de jaren. In 2016 vormden statushouders de grootste groep, in 2017 waren dit de huishoudens die begeleiding op de woning krijgen en in 2018 is het meer gelijk verdeeld over de categorieën. Om de trend per groep weer te geven, wordt ingezoomd op stadsdeelniveau (een lager schaalniveau levert te weinig waarnemingen op om een trend te kunnen duiden, zie figuur 2.1, de aantallen zijn te vinden in de tabellenbijlage).

In Centrum zijn relatief weinig statushouders gehuisvest in 2016. De andere stadsdelen volgen meer de stedelijke trend: relatief veel statushouders in 2016, in 2017 vooral huishoudens met begeleiding op de woning en in 2018 meer huishoudens zonder begeleiding op de woning.

Figuur 2.1 Toewijzingen kwetsbare groepen naar categorie en stadsdeel, 2016-2018 (procenten) 32

42 52

33 5050

29 63

43

33 58

45

18 40

36 25

40 50

20 3638

26 43 51

37 26 23

16

1824

9 10

31

16 20

31

18 19

37 21

28 18

27

2937

19

3018

31 32 24

51

3227

62 27

26

51 23

24

64 41

26 54

3332

54

3328

55

3127

0 20 40 60 80 100

20162017 2018 2016 20182017

2016 20182017

2016 20182017

20162017 2018 20162017 2018 20162017 2018 2016 20182017

Cen trumWestNieuw -WestZuidOostNoordZuid oostA'dam %

met begeleiding zonder begeleiding statushouders

(20)

2.1 Huishoudens met begeleiding op de woning

In totaal zijn er in 2018 697 huishoudens met begeleiding op de woning gehuisvest. Dit is iets minder dan in 2017 (885), maar veel meer dan in 2016 (428). Stadsdeel West en Nieuw-West vallen op omdat hier de meeste toewijzingen werden gedaan in de periode 2016-2018

(respectievelijk 434 en 448). In West lag het aantal toewijzingen in 2018 ook hoger dan in 2017.

Bij alle andere stadsdelen nam het aantal toewijzingen in 2018 af ten opzichte van 2017. In het Centrum was het aantal toewijzingen voor deze groep het laagst, namelijk 101.

Figuur 2.2 Toewijzingen aan huishoudens met begeleiding op de woning, per stadsdeel, 2016 – 2018

Tabel 2.3 Toewijzingen huishoudens met begeleiding op de woning per stadsdeel, 2016 – 2018

2016 2017 2018 totaal 2016-2018

Centrum 26 45 30 101

West 95 157 182 434

Nieuw-West 92 217 139 448

Zuid 51 135 109 295

Oost 46 110 79 235

Noord 72 142 91 305

Zuidoost 46 79 67 192

Amsterdam 428 885 697 2010

0 50 100 150 200 250

Centrum West Nieuw-West Zuid Oost Noord Zuidoost

2016 2017 2018

(21)

In figuur 2.4 is het aandeel van toewijzingen aan huishoudens met begeleiding op het aantal verhuringen van corporatiewoningen per buurt weergegeven. Concentraties van buurten waar meer dan 20% van de corporatiewoningen is toegewezen liggen bijvoorbeeld in Oud-West/De Baarsjes, Geuzenveld/Slotermeer, Noord, Zuid en Zuidoost. Buurten waar dit aandeel laag is, zijn vooral te vinden in Centrum.

Figuur 2.4 Aandeel toewijzingen aan huishoudens met begeleiding op het aantal verhuringen van corporatiewoningen, per buurt, 2016 – 2018

In figuur 2.5 zijn de toewijzingen van huishoudens die met begeleiding wonen afgezet tegen de totale woningvoorraad per buurt voor de periode 2016-2018. In de buurt Parooldriehoek was het aandeel met 5% het hoogste. Enkele andere buurten die een groot aandeel huishoudens met begeleiding hebben zijn Buurt 9 (3,6%), Houthavens West en Tuindorp Amstelstation (beide 2,5%) en Planciusbuurt Zuid, Pieter van der Doesbuurt en Calandlaan/Lelylaan (alle drie 2,3%).

Opvallend zijn concentraties van buurten, onder andere in de gebieden Westerpark, Oud- West/De Baarsjes, Geuzenveld/Slotermeer. Ook in Noord-West, Oud-Noord en Noord-Oost zijn meerdere buurten met een relatief hoog aandeel toewijzingen. Op de kaart zijn ook

concentraties van buurten zichtbaar met een klein aandeel, zoals in het Centrum en Oud-Zuid.

Buurt 9 valt op omdat er relatief veel van deze doelgroep is gehuisvest ten opzichte van de andere kwetsbare groepen (80 van 98).

(22)

Buurten waar wel redelijk wat kwetsbare groepen zijn gehuisvest (>40), maar relatief weinig (<20%) van deze doelgroep met begeleiding zijn de Molenwijk in Noord en RI oost terrein in Oost.

Figuur 2.5 Aandeel toewijzingen aan huishoudens met begeleiding op de totale woningvoorraad, per buurt, 2016 – 2018

(23)

2.2 Huishoudens zonder begeleiding op de woning

Het aantal huishoudens dat gehuisvest wordt zonder begeleiding op de woning is in 2016 en 2017 meer constant gebleven en toegenomen in 2018. In 2016 waren dit er 300, in 2017 318 en in 2018 492. Zuidoost is het stadsdeel met de meeste toewijzingen (192) van huishoudens zonder begeleiding op de woning tussen 2016-2018. Wederom is het kleinste aantal toewijzingen in het Centrum zichtbaar (69). In West, Nieuw-West, Zuid en Oost is de trend zichtbaar dat het aantal toewijzingen ieder jaar stijgt. Het aantal toewijzingen in het Centrum is afgenomen en in Noord en Zuidoost weinig veranderd.

Figuur 2.6 Toewijzingen aan huishoudens zonder begeleiding, per stadsdeel, 2016 – 2018 (aantallen)

Tabel 2.7 Toewijzingen huishoudens zonder begeleiding op de woning per stadsdeel, 2016 – 2018

2016 2017 2018 totaal 2016-2018

Centrum 30 20 19 69

West 45 56 86 187

Nieuw-West 28 33 99 160

Zuid 25 46 74 145

Oost 47 53 82 182

Noord 62 50 63 175

Zuidoost 63 60 69 192

Amsterdam 300 318 492 1110

In figuur 2.8 wordt weergegeven hoe het aantal toewijzingen aan deze groep zich verhoudt tot het aantal verhuringen van corporatiewoningen. Enkele van de buurten met een hoog aandeel (meer dan 20%) liggen in Bijlmer-Centrum, maar verder tamelijk verspreid over de stad.

0 20 40 60 80 100 120

Centrum West Nieuw-West Zuid Oost Noord Zuidoost

2016 2017 2018

(24)

Figuur 2.8 Aandeel toewijzingen aan huishoudens zonder begeleiding op het aantal verhuringen van corporatiewoningen, per buurt, 2016 – 2018

De spreiding van huishoudens zonder begeleiding op de totale woningvoorraad over de buurten van Amsterdam wordt weergegeven in figuur 2.9. Wederom is in de buurt Parooldriehoek een hoog percentage toewijzingen aan deze doelgroep (6,7%) op de totale woningvoorraad. Andere buurten met een relatief groot aandeel zijn Amsterdamse Poort, Hakfort/Huigenbos (beide 1,6%), Van der Pekbuurt en Molenwijk (beide 1,3%) .

Als de buurten nader worden bekeken is er op grotere schaal te zien dat er vooral concentraties van buurten met een groot aandeel toewijzingen zijn in Bos en Lommer, Oud-West/De Baarsjes, Indische buurt/Oostelijk Havengebied, Watergraafsmeer, Oud-Noord, Noord-West, Bijlmer- Centrum, Bijlmer-Oost en Gaasperdam/Driemond.

Buurten waar wel redelijk wat kwetsbare groepen zijn gehuisvest (>40), maar relatief weinig (<10%) van deze doelgroep zonder begeleiding zijn Buurt 9, Slotermeer-Zuid, en Jacob Geelbuurt in Nieuw-West, Frederik Hendrikbuurt Zuidoost in West, RI Oost terrein in Oost (zie voor de aantallen de tabellenbijlage).

(25)

Figuur 2.9 Aandeel toewijzingen aan huishoudens zonder begeleiding op de totale woningvoorraad, per buurt, 2016 – 2018

(26)

2.3 Statushouders

In 2018 werden er 444 statushouders gehuisvest in reguliere sociale corporatiewoningen, minder dan in beide voorgaande jaren (2017: 536; 2016: 890). In de meeste stadsdelen is dit patroon terug te zien, behalve in Centrum en Zuid. Hier werden minder statushouders gehuisvest dan in de andere stadsdelen en het aantal bleef door de jaren heen redelijk gelijk.

Daarnaast zijn er in 2018 nog 295-toewijzingen geweest aan statushouders in speciale projecten, zoals Karmijn, Elzenhagen, van Lohuizenlaan, Set (IJburg), Stek Oost en Spark.

Figuur 2.10 Toewijzingen statushouders, per stadsdeel, 2016 – 2018 (aantallen)

Tabel 2.11 Toewijzingen statushouders per stadsdeel, 2016 – 2018

2016 2017 2018 totaal 2016-2018

Centrum 25 21 23 69

West 148 98 97 343

Nieuw-West 195 92 84 371

Zuid 78 53 57 188

Oost 163 112 58 333

Noord 155 93 73 321

Zuidoost 126 67 52 245

Amsterdam 890 536 444 1870

In figuur 2.12 wordt het aandeel toewijzingen aan statushouder ten opzichte van het aantal verhuringen van sociale corporatiewoningen weergegeven. Concentraties van buurten met 20%

0 50 100 150 200 250

Centrum West Nieuw-West Zuid Oost Noord Zuidoost

2016 2017 2018

(27)

of meer liggen in Bijlmer-Centrum, Bijlmer-Oost, Middenmeer, Frankendael, Oostzanerwerf, Landlust en Chassébuurt.

Figuur 2.12 Aandeel toewijzingen aan statushouders op het aantal verhuringen van corporatiewoningen, per buurt, 2016 – 2018

De verdeling over de stad van de toewijzingen aan deze doelgroep is afgebeeld in figuur 2.13 Wederom heeft de buurt Parooldriehoek het hoogte aandeel toewijzingen (4,2%). Enkele andere buurten, zoals Oost terrein (3,4%), Slotermeer Zuid (2,6%), Molenwijk en Houthavens West (beide 2,5%), Landlust Noord (2,2%) en Oosterpark (2,1%) hebben ook hoge aandelen van deze doelgroep.

RI Oost terrein valt op omdat bijna alle toewijzingen in deze buurt statushouders betroffen (53 van de 58). Voor Buurt 9 geldt het omgekeerde: van de 98 verhuringen aan kwetsbare groepen ging het slechts in 9 gevallen om statushouders.

(28)

Figuur 2.13 Aandeel toewijzingen aan statushouders op de totale woningvoorraad, per buurt, 2016 – 2018

(29)

3 Kwetsbaarheidsscore

Recent heeft OIS samen met de stadsdelen een kwetsbaarheidsscore ontwikkeld. Deze maat staat los van de kwetsbare groepen zoals gedefinieerd in het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen. De kwetsbaarheidsscore geeft aan in welke mate een buurt of wijk kwetsbare

bewoners kent. Het gaat dan om kwetsbaarheid op het gebied van werk, inkomen, opleiding en gezondheid. De score is gebaseerd op het hebben van een laag inkomen, ontbreken van werk of opleiding en bovengemiddeld hoge ziektekosten. De onderstaande kaart geeft weer welke buurten in Amsterdam relatief veel kwetsbare bewoners hebben. De buurten met een hoge score op kwetsbaarheid zijn vooral te vinden in Noord en delen van Nieuw-West en Zuidoost. In Centrum en Zuid is de kwetsbaarheid relatief klein.

Figuur 3.1 Aandeel bewoners met een hoge score op kwetsbaarheid

bron: OIS

Figuur 3.2 geeft de toewijzingen van kwetsbaren op het aantal verhuringen van

corporatiewoningen weer, afgezet tegen de kwetsbaarheidsscore. Elke stip is een wijk, in de tabellenbijlage zijn de namen van de wijken te vinden waar de codes aan referen.

De figuur laat zien dat er geen eenduidig verband is tussen de toewijzingen en de kwetsbaarheid van een wijk. Wijken met een hoge kwetsbaarheidsscore krijgen ten opzichte van het totaal

(30)

aantal verhuringen van corporatiewoningen niet relatief veel kwetsbare groepen gehuisvest.Wel zijn er een aantal stadsdelen die opvallen. De wijken in stadsdeel West (groen) hebben vaak relatief weinig kwetsbare bewoners, de meeste wijken bevinden zich aan de linkerkant van de grafiek. Wel worden er relatief veel sociale corporatiewoningen hier verhuurd aan kwetsbare groepen (kwadrant linksboven). Ook de wijken in Centrum (donkerblauw) hebben vaak een weinig kwetsbare bewonerspopulatie. Maar hier worden juist weinig kwetsbare groepen gehuisvest (kwadrant linksonder). Wijken in Noord (rood) hebben vaak een relatief kwetsbare bewonerspopulatie en hier worden relatief veel kwetsbare groepen gehuisvest (kwadrant rechtsboven). De wijken van Zuidoost, Nieuw-West en Oost zijn niet in één kwadrant geconcentreerd.

Figuur 3.2 Alle Wijken naar kwetsbaarheidsscore en aandeel toewijzingen van kwetsbaren op de verhuringen van sociale corporatiewoningen, 2016-2018

Figuur 3.3 geeft dezelfde wijken weer, maar nu met het aandeel toewijzingen van kwetsbaren op de totale woningvoorraad. Dan is er wel een duidelijk verband: kwetsbare groepen krijgen vaker woningen toegewezen in al kwetsbare wijken. Deze wijken hebben vaak een relatief grote corporatievoorraad, waardoor kwetsbare groepen hier vaker terecht komen. Wijken waar dit

(31)

Noord; Slotermeer (Zuidwest en Noordoost), Geuzenveld en Osdorp-Oost in Nieuw-West;

Betondorp en Transvaalbuurt in Oost; Zuid-Pijp in Zuid en Bijlmer-Centrum in Zuidoost.

Wijken met weinig kwetsbare bewoners zijn vaak ook wijken met weinig corporatiebezit. Of het zijn wijken waar wel wat corporatiebezit is, maar waar relatief weinig verhuisd wordt en dus weinig corporatiewoningen vrijkomen. Daarnaast zijn er nog wijken waar wel relatief veel corporatiebezit vrijkomt, maar waar het aandeel kwetsbare bewoners wat lager ligt en waar ook weinig toewijzingen zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om de Jordaan en de Oostelijke Eilanden in Centrum en de Oosterparkbuurt en Frankendael in Oost.

Er zijn een paar wijken die buiten dit verband vallen. In de Houthavens en op het Zeeburgeiland is de kwetsbaarheidsscore laag en het aandeel toewijzinge relatief hoog. Dit zijn beide

nieuwbouwgebieden, waar de woningvoorraad de komende jaren nog sterk zal groeien. Ook valt de Van Galenbuurt op. Deze komt hoog uit in de kwetsbaarheidsscore. Dit wordt deels

veroorzaakt door de aanwezigheid van stedelijke voorzieningen van Werk, Participatie en Inkomen. Mensen zonder vast woonadres kunnen hier een briefadres krijgen.

Figuur 3.3 Wijken naar kwetsbaarheidsscore en aandeel toewijzingen van kwetsbaren op de totale woningvoorraad, 2016-2018

(32)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Wonen en zorg: een gezamenlijke opgave - Wonen en zorg: waarom de provincie.. - Waarom een experiment met een nieuw

Gebieden met minimaal 1.000 inwoners worden gedefinieerd als kwetsbare wijk binnen la politique de la ville wanneer meer dan de helft van de huishou- dens een inkomen heeft onder

Hoe wordt in België, Duitsland en Denemarken op gemeentelijk niveau (het natio- nale) beleid voor de aanpak van kwetsbare wijken vormgegeven, tot welke gemeente- lijke aanpakken

Which national policies are in place in Belgium, Germany and Denmark to deal with vulnerable neighbourhoods, what are the goals, and which accompanying national policy measures

Maar waar veel meer oog voor moet komen, zijn de kansen, de parels en de kracht van de mensen in die kwetsbare wijken.. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat deze talenten, potenties en

Ook bij deze sub vraag waren er weinig synthetrons en was er weinig consensus over welk advies de deelnemers aan de toekomstige minister van kwetsbare buurten mee zou geven

‘argumenten’ op een rijtje gezet. Ook al leven deze- op bescheiden schaal- binnen politiek, bestuur en instellingen, je hoort ze maar zelden hardop uitspreken. 1) Bewoners

Leerlingen die door psychische problemen niet mee kunnen komen in het regulier onderwijs, krijgen een beschikking om (voortgezet) speciaal onderwijs ((V)SO) te volgen of