• No results found

Analyse Algemene Uitkering Leusden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Analyse Algemene Uitkering Leusden"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Analyse Algemene Uitkering Leusden

Onderzoek in opdracht van de gemeente Leusden

Johan Vonk, Dirk Jans

Februari 2021

(2)

1

Inhoud

1. Inleiding ... 2

1.1 Aanleiding ... 2

1.2 Onderzoekvragen ... 2

1.3 Leeswijzer ... 2

2.Selectie referentiegemeenten ... 3

2.1 Inleiding ... 3

2.2 Groslijst referentiegemeenten ... 3

2.3 Van groslijst naar selectie ... 3

3.Afwijking gemiddelde AU gemeentefonds ... 4

3.1 Inleiding ... 4

3.2 Afwijking gemiddelde AU per inwoner ... 4

4.Benchmark maatstaven gemeentefonds ... 7

4.1 Inleiding ... 7

4.2 Benchmark maatstaven uitgavenclusters ... 7

4.3 Benchmark maatstaven inkomstenclusters ... 8

5.Vergelijking met gemeentefondscluster ... 10

5.1 Inleiding ... 10

5.2 begroting 2020 en inkomsten per gemeentefondscluster ... 10

5.3 Jaarrekening 2019 en inkomsten uit de gemeentefondsclusters ... 13

6.Conclusies ... 16

6.1 Omvang AU in Leusden ... 16

6.2 Vergelijking met gemeentefonds clusters ... 16

Bijlage A: Overzicht analyse maatstaven ... 17

(3)

2

1. Inleiding

1.1 Achtergrond en aanleiding

De gemeente Leusden kampt met financiële tekorten. De gemeente wil in een prioriteitendiscussie bekijken binnen welke thema’s bezuinigd kan worden of waar baten te verhogen. Als input hiervoor wil de gemeente een analyse uitvoeren van de inkomsten per gemeentefondslusters en de

bijbehorende uitgaven. Het gaat hierbij om een cijfermatige analyse die richting kan geven aan waar men “het kan gaan zoeken”. De beleidsinhoudelijke analyse op taakveldniveau voert de gemeente zelf uit. Daarnaast wil de gemeente ook meer inzicht in de omvang van de Algemene Uitkering. Het idee bestaat dat deze voor Leusden aan de lage kant is. De gemeente wil deze stelling laten

onderzoeken. De gemeente Leusden heeft LIAS PAUW gevraagd om dit onderzoek uit te voeren. In deze rapportage worden de resultaten van het onderzoek uitgewerkt.

1.2 Onderzoekvragen

Ten behoeven van het gewenste onderzoek heeft de gemeente Leusden een aantal onderzoekvragen geformuleerd. Deze zijn weergegeven in de onderstaande tekst box.

1.3 Leeswijzer

Het vervolg van deze rapportage is als volgt ingedeeld:

 Hoofdstuk 2 bevat een uitwerking van de keuze van objectieve referentiegemeenten;

 In hoofdstuk 3 wordt de omvang van de Algemene Uitkering in Leusden bekeken in relatie tot de benchmarkgemeenten;

 Hoofdstuk 4 toont de bevindingen van de vergelijking met de gemeentefondsmaatstaven;

 Hoofdstuk 5 toont de bevindingen van de vergelijking van de begrootte netto lasten in 2020 ten opzichten van de gemeentefondsclusters . Het zelfde voor de gerealiseerde netto lasten in de jaarrekening 2019. Een zogenaamde ‘vergelijking met jezelf’;

 Hoofdstuk 6 bevat de conclusies.

1. Het Coelo onderzoek is uit 2013 en 2017. Kan een dergelijke lijst ook worden gemaakt op basis van de gegevens 2020?

2. Is er een analyse te geven waarom Leusden zo’n lage algemene uitkering ontvangt? Kan hierbij een vergelijk worden gemaakt met andere gemeenten die qua structuur overeenkomsten hebben met Leusden?

3. Bij een vergelijk in groottegroep valt Leusden in de groep 30.001-40.000 inwoners. Leusden heeft 30.030 inwoners waarbij we dus echt de onderkant van de groep vormen. Is een vergelijk met 25.000-35.000 inwoners ook te maken?

4. Zijn er opvallende verschillen in eenheden van verdeelmaatstaven? Voorbeeld: voor een gemeente met een dergelijke structuur is het aantal uitkeringsgerechtigden laag, is het aantal één-

oudergezinnen hoog of is het klantenpotentieel laag enz. Waar ‘scoren’ we wel op en waar niet.

5. De algemene uitkering is kosten georiënteerd. Hoe ziet de clusterverdeling van de algemene uitkering van Leusden eruit op basis van de begroting 2020 en de jaarrekening 2019?

6. Wat zijn de uitgaven van Leusden op de verschillende clusters (begroting 2020 en jaarrekening 2019)?

7. Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen 5 en 6?

8. Hoe zit het met de Inkomstenmaatstaven? Wijkt de inkomstenmaatstaf bij Leusden af van

vergelijkbare gemeenten? En hoe verhoudt de inkomstenmaatstaf zich met de inkomensclusters van Leusden?

(4)

3

2. Selectie referentiegemeenten

2.1 Inleiding

Voor het benchmarkonderzoek maken we gebruik van een selectie van objectieve

referentiegemeenten. In dit hoofdstuk lichten we de selectiemethode toe en presenteren we de lijst met referentiegemeenten die in het onderzoek gebruikt zijn (onderzoekvraag 3).

2.2 Groslijst referentiegemeenten

Voor de selectie van de referentiegemeenten is eerst een groslijst van mogelijke gemeenten opgesteld. Vervolgens is samen met de gemeente Leusden de uiteindelijke selectie gemaakt. De groslijst van objectieve referentiegemeenten is geselecteerd op basis van een kwantitatieve analyse van de verdeelmaatstaven die worden gebruikt in het gemeentefonds. De selectie van de groslijst heeft plaatsgevonden op basis van de volgende stappen:

1. Gemeentegrootte: We selecteren gemeenten van vergelijkbare omvang van de gemeente Leusden. Hierbij hanteren we een marge van grofweg 5.000 inwoners hoger en lager. Dat betekent dat we kijken naar gemeenten tussen 25.000 – 35.000 inwoners.

2. Correlaties: Op basis van de maatstaven in het gemeentefonds analyseren we de statistische correlatie tussen de scores van Leusden en de scores van alle andere gemeenten. Hierdoor krijgen we voor iedere gemeente een correlatiescore. De correlatie score kan een waarde aannemen tussen [-1, 1]. Een score van 1 betekent de grootste correlatie met Leusden. We kijken hierbij naar de rangscores1 van alle gemeenten op de gemeentefondsmaatstaven.

3. Validatie: De derde stap is een nadere validatie van de uitkomsten. We kijken naar de gevoeligheid van de uitkomsten voor de bandbreedte van het inwonertal en we kijken naar de gevoeligheid voor de selectie van maatstaven.

2.3 Van groslijst naar selectie

Op basis van de bovenstaande analyse hebben we een groslijst samengesteld. Samen met de gemeente Leusden is vervolgens een definitieve selectie gemaakt van acht gemeenten. Deze zijn weergegeven in de onderstaande tabel. In overleg met de gemeente Leusden is gemeente Putten toegevoegd aan de groep referentiegemeenten. Putten viel buiten de selectie aangezien het aantal inwoners buiten de bandbreedte van 25.000 – 35.000 inwoners valt (24.198 inwoners).

Tabel 1: Geselecteerde referentiegemeenten

Gemeente

Sociale structuur

Centrum-

functie Inwoners

AU per inwoner

VO/

(V)SO Slechte Bodem

Aandeel woon- kernen in opp. land Leusden Goed Weinig 30.030 € 1.099 Nee bodemfactor 1

0% - 20%

woonkernen Albrandswaard Goed Zonder 25.271 € 1.087 Nee

bodemfactor van 1,2 tot 1,3

21% - 40%

woonkernen Beuningen Goed Weinig 25.882 € 1.213 Ja

bodemfactor van 1,01 tot 1,2

21% - 40%

woonkernen Putten Goed Redelijk 24.198 € 1.221 Ja bodemfactor 1

0% - 20%

woonkernen Nunspeet Goed Redelijk 27.481 € 1.298 Ja bodemfactor 1

0% - 20%

woonkernen Bodegraven-

Reeuwijk Goed Weinig 34.462 € 1.175 Nee

bodemfactor vanaf 1,4

0% - 20%

woonkernen

1 We sorteren de maatstaven naar omvang en nemen voor iedere gemeente de rang die de gemeente op die maatstaf scoort.

(5)

4

Hendrik-Ido-

Ambacht Goed Weinig 30.966 € 1.175 Nee

bodemfactor van 1,3 tot 1,4

61% - 80%

woonkernen IJsselstein Goed Redelijk 34.160 € 1.317 Ja

bodemfactor van 1,01 tot 1,2

21% - 40%

woonkernen

Aalsmeer Goed Weinig 31.728 € 1.058 Nee

bodemfactor van 1,2 tot 1,3

61% - 80%

woonkernen

3. Afwijking gemiddelde AU gemeentefonds

3.1 Inleiding

Naar aanleiding van eerder gepubliceerde cijfers van het COELO naar de afwijking van de gemiddelde Algemene Uitkering (hierna: AU) per inwoner valt het op dat de AU in de gemeente Leusden relatief laag is. Sterker nog, in 2013 stond Leusden in de top 10 gemeenten met de laagste AU per inwoner. In latere cijfers over het jaar 2017 staat Leusden weliswaar niet in de top-10, maar de gemeente had nog steeds een afwijking van de gemiddelde AU per inwoner van -44% ten opzichte van het landelijk gemiddelde.

De uitkering die gemeenten ontvangen is erop gericht dat alle gemeenten bij een gelijke lastendruk hetzelfde voorzieningenniveau kunnen aanbieden. Om dit te bereiken is de verdeelsystematiek gebaseerd op een aantal uitganspunten:

 Kostenoriëntatie: De verdeling van het gemeentefonds moet aansluiten bij de noodzakelijke kosten die gemeenten maken en de inkomsten die zij zelf kunnen genereren.

 Rekening houden met structuurkenmerken: Bij de verdeling wordt rekening gehouden met de objectieve structuurkenmerken van de gemeenten. Gemeenten ontvangen een bedrag wat ze op basis van structuurkenmerken nodig hebben.

 Inkomstenverevening: Bij de verdeling wordt rekening gehouden met de inkomsten die gemeenten kunnen genereren. Eigen inkomsten worden (voor een deel) verevend. Dit betekent dat eigen inkomsten een aftrekpost zijn in de AU.

 Globaliteit: De middelen uit het gemeentefonds zijn globaal. Dat wil zeggen dat de gemeente autonoom kan bepalen hoe deze besteed worden. Het is geen geoormerkt budget.

Verschillen in de uitkering per inwoner tussen gemeenten kunnen dus voor een groot deel verklaard worden door verschillen in de structuurkenmerken en verschillen in de inkomstenspositie van de gemeente. In deze paragraaf updaten we de analyse van COELO voor 2020 en geven een nadere duiding of de afwijking inderdaad zo groot is voor een gemeente met het profiel van gemeente Leusden (onderzoekvragen 1 en 2).

3.2 Afwijking gemiddelde AU per inwoner

In 2020 ontvangt Leusden een AU van € 33,0 miljoen. Dit is € 1.100 per inwoner. De gemiddelde AU per inwoner in heel Nederland is € 1.525 per inwoner (stand: meicirculaire 2019). In de

onderstaande tabel staan de top-10 gemeenten met de grootste positieve en negatieve afwijking ten opzichten van de gemiddelde AU per inwoner. Net zoals in 2017 staat Leusden niet in de top-10 gemeenten met de grootste negatieve afwijking. De gemeente staat op de twintigste plek met een afwijking van -28%.

(6)

5

Tabel 2: top 10 gemeenten met de grootste afwijking ten opzichten van de gemiddelde AU per inwoner (2019)

Gemeente Laagste 10 Gemeente Hoogste 10

1 Bloemendaal -41% Schiermonnikoog 109%

2 Blaricum -37% Vlieland 79%

3 Bunnik -33% Rotterdam 47%

4 Midden-Delfland -33% Amsterdam 42%

5 Wijdemeren -31% 's-Gravenhage 41%

6 Waalre -31% Heerlen 32%

7 Wassenaar -31% Appingedam 28%

8 Aalsmeer -31% Ameland 26%

9 Renswoude -30% Oldambt 23%

10 Laren -30% Delfzijl 21%

20 Leusden -28%

Van de top-10 gemeenten met de laagste uitkering wordt dat bij allen veroorzaakt door een hoge inkomstenverevening. Ofwel een hoge aftrekpost voor de OZB door gemiddeld hogere WOZ- waarden.

De AU per inwoner in Leusden is dus relatief laag ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Is het daarmee ook afwijkend voor een gemeente met het profiel van Leusden? Tabel 3 geeft de afwijking weer van de geselecteerde referentiegemeenten. De gemiddelde afwijking van de

referentiegemeenten is -22%. De afwijking in de gemeente Leusden (-28%) is dus relatief groter.

Slechts twee van de zeven geselecteerde gemeenten hebben een grotere afwijking van de AU per inwoner (Aalsmeer -31% en Albrandswaard -29%). Dit zijn beiden ook gemeenten zonder voortgezet onderwijs. De gemiddelde AU per inwoner in de referentiegemeenten is € 1.193. Dit is € 93 per inwoner hoger dan in Leusden.

Tabel 3: Gemiddelde afwijking AU per inwoner referentiegemeenten

Referentiegemeenten Gemiddelde

afwijking AU per inwoner

Leusden -28%

Putten -20%

Aalsmeer -31%

Albrandswaard -29%

Bodegraven-Reeuwijk -23%

Hendrik-Ido-Ambacht -23%

Beuningen -20%

IJsselstein -14%

Nunspeet -15%

Gemiddelde -22%

Ook ten opzichte van de gemeenten in dezelfde grootteklasse in heel Nederland (25.000 – 35.000 inwoner) heeft de gemeente Leusden een relatief laag budget per inwoner. Het gemiddelde voor de grootteklasse is -13%. De gemiddelde AU per inwoner in deze grootteklasse is € 1.327 per inwoner, oftewel € 227 per inwoner hoger dan in Leusden.

(7)

6

Tabel 4: Gemiddelde AU per vergelijkingsgroep

Gemiddelde AU Verschil

Leusden € 1.100 -

Referentiegemeenten € 1.193 € 93

Grootteklasse 25.000-35.000 inw. € 1.327 € 227

Heel Nederland € 1.525 € 425

Het verschil ten opzichte van de referentiegemeenten (totaal € 93) wordt in het hoofdstuk hierna verklaard aan de hand van maatstaven die van invloed zijn op de AU.

(8)

7

4. Vergelijking maatstaven gemeentefonds

4.1 Inleiding

In het voorgaande hoofdstuk hebben we gezien dat de AU per inwoner in Leusden relatief laag is ten opzichten van het landelijke gemiddelde, de grootteklasse en de objectief gekozen

referentiegemeenten. In dit hoofdstuk bekijken we of er in de Leusden afwijkingen zijn in de maatstaven die dit verschil verklaren. We vergelijken de inkomsten per inwoner per maatstaf in de AU tussen Leusden en het gemiddelde van de referentiegemeenten (onderzoekvraag 4).

We doen dit eerst bij de uitgavenclusters en daarna bij de inkomstenclusters

4.2 Benchmark maatstaven uitgavenclusters

Om te onderzoek of er maatstaven zijn waar Leusden afwijkend scoort ten opzichte van de referentiegroep bekijken we de AU per maatstaf per inwoner. Dit is een indicator waarmee we op gelijke basis kunnen vergelijken hoeveel verschillende gemeenten voor een specifieke maatstaf uit de AU ontvangen.2 We hebben deze analyse uitgevoerd voor alle maatstaven in de AU. Het volledige overzicht van de uitkomsten van de analyse is opgenomen in Bijlage A. In 5 hebben we alle

maatstaven opgenomen waarvoor de afwijking voor Leusden groter is dan € 100.000 (wanneer het verschil wordt vermenigvuldigd met het aantal inwoners in Leusden). Aan de negatieve kant dragen de volgende maatstaven het meest bij aan dit verschil:

 Inwoners jonger dan 18 jaar: Voor deze maatstaf ontvangt Leusden € 14 per inwoner minder dan het gemiddelde van de referentiegemeenten;

 Maatstaven gerelateerd aan de bodemfactor: Voor deze maatstaven ontvangt de gemeente Leusden tussen € 7- € 14 per inwoner minder dan de referentiegemeenten;

 Minderheden: Voor minderheden ontvangt Leusden € 12 per inwoner minder dan de referentiegemeenten;

 Medicijngebruik: Voor deze maatstaf ontvangt de gemeente € 12 per inwoner minder dan het gemiddelde van de referentiegemeenten.

Er zijn ook maatstaven waar de gemeente juist meer ontvangt dan de referentiegemeenten. De belangrijkste zijn:

 Basisonderwijsleerlingen met leerlingengewicht 0.3: voor deze maatstaf ontvangt de gemeente Leusden € 6 per inwoner meer dan de referentiegemeenten;

 Inwoners ouderen 65 jaar en ouder: voor deze maatstaf ontvangt de gemeente Leusden

€ 5 per inwoner meer dan de referentiegemeenten.

Voor de totale uitgavenclusters (uitkeringsbasis na uitkeringsfactor) is de afwijking tussen Leusden en de referentiegemeenten € -82. Wanneer ook rekening wordt gehouden met de inkomstenclusters is het verschil € 93 per inwoner.

Tabel 5: AU per maatstaf per inwoner, Leusden en referentiegemeenten

Maatstaf AU per inwoner

per maatstaf Leusden

Gemiddelde AU per inwoner per maatstaf

referentiegemeenten

Verschil

2 Deze indicator wordt berekend door de score op de maatstaf voor een gemeente te vermenigvuldigen met het geldende gewicht (b.p.e.) en de uitkeringsfactor. Het resulterende bedrag delen we door het aantal inwoner.

(9)

8

inwoners jongeren jonger dan 18 jaar € 241 € 255 -€ 14

(oeverlengte+2*veen/kleiveengebied)*bf.gemeente*

dh.factor

€ 1 € 15 -€ 14

minderheden € 14 € 26 -€ 12

medicijngebruik met drempel € 77 € 88 -€ 12

gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (particuliere hh) -€ 71 -€ 61 -€ 10 oppervlakte bebouwing woonkernen * bodemfactor

woonkernen

€ 21 € 30 -€ 9

lage inkomens met drempel € 56 € 63 -€ 8

woonruimten * bodemfactor woonkernen € 36 € 42 -€ 7

inwoners ouderen 65 jaar en ouder € 35 € 30 € 5

basisonderwijsleerlingen met leerlingengewicht 0.3 -€ 4 -€ 10 € 6

Overige per saldo - - -€ 3

Totaal € 82

4.3 Vergelijking maatstaven inkomstenclusters

We hebben de bovenstaande analyse ook uitgevoerd voor de inkomstenclusters. In de AU wordt rekening gehouden met de OZB capaciteit van de gemeenten. De OZB inkomsten worden in de AU verevend tot aan het geldende rekentarief (het gemiddelde percentage van heel Nederland). De OZB verevening vormt een aftrekpost in de AU. Op deze wijze kunnen bij een gelijkwaardige lastendruk gelijkwaardige voorzieningen worden gerealiseerd.

We kijken hier naar de omvang van de aftrekpost per inwoner. De resultaten zijn weergegeven in de onderstaande figuur. Voor de posten OZB niet-woningen is het verschil met de referentiegemeenten klein, + € 1,5 per inwoner. Voor de post OZB woningen is er echter een vrij groot verschil van -€ -13 per inwoner tussen Leusden en de referentiegemeenten. De aftrekpost OZB in Leusden is hierdoor groter dan in de referentiegemeenten. Voor een deel kan de lagere AU per inwoner van de

gemeente Leusden dus ook worden verklaard door de meer gunstige inkomsenspositie.

Figuur 4-1: Vergelijking aftrekpost OZB binnen AU per inwoner tussen Leusden en de referentiegemeenten

-€ 13

€ 0,6

€ 0,9

-€ 120,0-€ 100,0 -€ 80,0 -€ 60,0 -€ 40,0 -€ 20,0 € 0,0 onroerendezaakbelasting waarde

woningen eigenaren onroerendezaakbelasting waarde niet-

woningen gebruikers onroerendezaakbelasting waarde niet-

woningen eigenaren

Gemiddelde referentiegemeenten Leusden

(10)

9 De aftrekpost voor de OZB in de AU wordt berekend op basis van de WOZ waarden vermenigvuldigd met het geldende rekentarief. De totale WOZ waarde is de enige variabele die kan verschillen tussen de referentiegemeenten. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de WOZ waarde, gemiddeld

genomen, in Leusden hoger is dan de gemiddelde WOZ waarde bij de referentie gemeenten.

Door de hoge WOZ waarde is de korting op de AU voor gemeente Leusden per saldo € 345.000 (30.000 * € -11,50) hoger ten opzichte van de referentiegemeenten. Het Rijk ervaart deze hoge WOZ waarden als een gunstige inkomenspositie en gaat er hierbij vanuit dat een dergelijke gemeente deze middelen zelf kan genereren.

(11)

10

5. Vergelijking met gemeentefondscluster

5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk tonen we de resultaten van de analyse op niveau van de gemeentefondsclusters, de zogenaamde ‘vergelijking met jezelf’ (onderzoekvragen 5 t/m 8). Voor de analyse zijn de IV3

taakvelden toebedeeld aan de gemeentefondsclusters. Binnen de gemeentefondsclusters bestaat geen cluster voor overhead. De overheadkosten uit de begroting van de gemeente Leusden zijn door ons toegerekend aan de uitgavenclusters op basis van de vaste salarislasten per taakveld (de

verdeelsleutel). In bijlage B zijn de toegerekende bedragen per taakveld en per cluster weergegeven.

Het gemeentefonds is afgestemd op de netto lasten van de gemeenten. Dit betekent dat de uitgaven worden gesaldeerd met taak-gerelateerde baten (denk aan het abonnementstarief van de WMO of specifieke uitkeringen zoals de BUIG).

5.2 Begroting 2020 en inkomsten per gemeentefondscluster

Uitgavenclusters

Tabel 6 toont de uitkomsten van de vergelijking van de begrootte netto lasten 2020 van de

gemeente Leusden met de uitgavencluster in het gemeentefonds 2020. Figuur 5-1 toont tevens een grafische weergave van de verschillen tussen Leusden en de gemeentefondsclusters.

Tabel 6 laat redelijk grote afwijkingen zien en figuur 5-1 geeft hierdoor een grillig beeld. Dit ontstaat enerzijds doordat de verdeling van het gemeentefonds gebaseerd is op kostenoriëntatie. Kosten oriëntatie sluit aan bij wat een gemeente nodig heeft voor de noodzakelijke kosten per cluster.

Anderzijds gaat het gemeentefonds ook uit van globaliteit. De middelen zijn niet geoormerkt en de gemeente kan autonoom bepalen hoe zij de middelen besteed. Dit komt niet altijd exact overeen.

Tabel 6: Vergelijking met de eigen gemeente’ – Netto lasten en de inkomsten uit de uitgavenclusters, x € 1.000 (begroting 2020)

Cluster Netto lasten

(begroting 2020)

Gemeentefonds- uitkering (meicirculaire 2020)

Verschil Verschil per inwoner

Bestuur en algemene ondersteuning € -7.376 € 3.398 € -3.978 € -132 Openbare orde en veiligheid € -2.435 € 2.282 € -153 € -5 Infrastructuur en gebiedsontwikkeling € -7.803 € 6.478 € -1.325 € -44 Educatie € -1.899 € 2.565 € 666 € 22 Cultuur en ontspanning € -4.699 € 5.819 € 1.120 € 37 Inkomen en participatie € -3.429 € 3.785 € 356 € 12 Samenkracht en burgerparticipatie € -4.775 € 757 € -4.018 € -134 Jeugd € -5.766 € 6.888 € 1.122 € 37 Maatschappelijke ondersteuning € -4.980 € 9.443 € 4.463 € 149 Volksgezondheid € -1.172 € 239 € -933 € -31 Riolering en reiniging € 715 € -1.126 € -411 € -14

(12)

11

Figuur 5-1: ‘Vergelijking met de eigen gemeente’ – Netto lasten en de inkomsten uit de uitgavenclusters, x € 1.000 (begroting 2020)

Bij de vijf clusters met betrekking tot het sociaal domein is zichtbaar dat het toewijzen van de activiteiten niet altijd overeenkomt met de clusters. Het overschot van het ene cluster vangt het tekort bij een ander cluster weer op.

Wanneer we deze vijf clusters m.b.t. het sociaal domein samenvoegen ontstaat er een ander beeld zichtbaar in tabel 7.

Door de samenvoeging ontstaat er een rustiger beeld en laat zien dat voor de begroting 2020 de AU en de verwachte lasten redelijk in evenwicht zijn. Deze vijf clusters bakenen het sociaal domein vrij goed af.

Voor het fysiek domein zijn in tabel 7 twee clusters samengevoegd, zodat ook hier een reëler beeld ontstaat. Het cluster riolering en reiniging hoort eigenlijk ook bij het fysiek domein, echter staat dit cluster meer op zichzelf qua kostendekkendheid en heeft dit meer een relatie met het

inkomstencluster OZB in het kader van de totale woonlasten.

Het cluster Bestuur en algemene ondersteuning laat een sterke afwijking zien. Dit komt onder andere doordat bij de toerekening van de overhead € 4,5 miljoen van de € 7,1 miljoen overhead is verdeeld over de andere clusters en de resterende € 2,6 miljoen is achtergebleven op het cluster Bestuur en algemene ondersteuning (zie bijlage B).

-€ 411 -€ 933

€ 4.463

€ 1.122 -€ 4.018

€ 356

€ 1.120

€ 666 -€ 1.325

-€ 153 -€ 3.978

-€ 6.000-€ 4.000-€ 2.000 € 0 € 2.000 € 4.000 € 6.000 Riolering en reiniging

Volksgezondheid Maatschappelijke ondersteuning Jeugd Samenkracht en burgerparticipatie Inkomen en participatie Cultuur en ontspanning Educatie Infrastructuur en gebiedsontwikkeling Openbare orde en veiligheid Bestuur en algemene ondersteuning

(13)

12

Tabel 7: Vergelijking met de eigen gemeente’ – Netto lasten en de inkomsten uit de samengevoegde uitgavenclusters, x € 1.000 (begroting 2020)

In de tabel is zichtbaar dat er sprake is van een korting op de algemene uitkering binnen het cluster Riolering & Reiniging van € 1,1 miljoen. De uitkering uit het gemeentefonds op dit cluster is

gebaseerd op kostendekkende tarieven, waarbij gemeenten alleen worden gecompenseerd voor kostenverhogende effecten van een slechte bodem (riolering). Aangezien gemeenten de relevante btw op dit cluster kunnen declareren bij het BTW-compensatiefonds, is voor de meeste gemeenten per saldo sprake van een negatief ijkpunt. Ofwel een aftrekpost.

Inkomstencluster

De onderstaande tabel 8 toont de inkomstenclusters uit het gemeentefonds, met de bijbehorende begrootte netto lasten voor de gemeente Leusden. Hierin is de korting op de OZB zichtbaar, zijnde -

€ 4,6 miljoen voor 2020. Het cluster OEM is een samenstel van allerlei taakvelden. Deze zijn terug te vinden in bijlage B.

Tabel 8: ‘Vergelijking met de eigen gemeente’. Inkomenscluster op basis van begroting 2020.

Een verdere cijfermatige- en beleidsinhoudelijke analyse binnen de inkomstenclusters voert de gemeente Leusden zelf uit.

Lasten Baten Saldo AU 2020 Verschil % Verschil

Per inwoner Soci a a l Domei n

- Inkomen en pa rticpa tie

- Sa menkra cht en burgerpa rtici pa tie - Jeugd

- Ma a ts cha ppel i jke onders teuni ng

- Vol ks gezondhei d € 25.118 € 4.996 -€ 20.122 € 21.112 € 990 5% € 33

Fys i ek Domei n

- Infra s tructuur en gebi eds ontwi kkl i ng

- Cul tuur en onts pa nni ng € 15.488 € 2.987 -€ 12.501 € 12.297 -€ 204 -2% -€ 7 Openba re orde en vei l i ghei d € 2.452 € 17 -€ 2.435 € 2.282 -€ 153 -7% -€ 5 Bes tuur en a l gemene onders teuni ng € 7.018 -€ 358 -€ 7.376 € 3.398 -€ 3.978 -117% -€ 133

Educa tie € 2.211 € 312 -€ 1.899 € 2.565 € 666 26% € 22

Ri ol eri ng en rei ni gi ng € 4.862 € 5.577 € 715 -€ 1.126 -€ 411 37% -€ 14

Totaal uitgaven clusters € 57.149 € 13.531 -€ 43.618 € 40.528 -€ 3.090 -8% -€ 103

Lasten Baten Saldo AU 2020 Verschil % Verschil

Per inwoner

Overi ge ei gen mi ddel en € 2.440 € 3.235 € 795 € 0 € 795 € 27

OZB € 337 € 7.538 € 7.201 -€ 4.613 € 2.588 56% € 86

Mutati es res erves € 1.979 € 2.366 € 387 € 0 € 387 € 13

Ui tkeri ng gemeentefonds -€ 203 € 35.022 € 35.225 -€ 35.913 -€ 688 -€ 23

€ 4.553 € 48.161 € 43.608 -€ 40.526 € 3.082 8% € 103

(14)

13

5.3 Jaarrekening 2019 en inkomsten uit de gemeentefondsclusters

Uitgavenclusters

Tabel 4 toont de uitkomsten van de vergelijking van de gerealiseerde netto lasten bij de jaarrekening 2019 van de gemeente Leusden met de uitgavencluster in het gemeentefonds 2019 (onderzoekvraag 7). Figuur 5-2 toont weer grafisch het verschil tussen netto lasten en inkomsten per cluster. De resultaten voor de begroting 2019 laten op onderdelen een ander patroon zien dan de

bovenstaande uitkomsten voor de begroting 2020. De verschillen zijn weergegeven in Tabel 5. Het grootste verschil is in het cluster infrastructuur en milieu. Bij de jaarrekening 2019 waren de inkomsten uit het gemeentefondscluster groter dan de uitgaven (saldo: € 1.9 miljoen). Voor de begroting 2020 waren de begrootte nettolasten juist hoger dan de inkomsten uit het cluster (saldo:

€ -1,3 miljoen).

Tabel 4: Vergelijking met de eigen gemeente’ – Netto lasten en de inkomsten uit de uitgavenclusters, x € 1.000 (jaarrekening 2019)

Cluster Netto lasten

(jaarrekening 2019)

Gemeentefonds- uitkering

(septembercirculair e 2019)

Verschil Verschil per inwoner

Bestuur en algemene ondersteuning -€ 6.997 € 3.268 -€ 3.729 -€ 124

Openbare orde en veiligheid -€ 2.486 € 2.182 -€ 304 -€ 10

Infrastructuur en gebiedsontwikkeling -€ 4.255 € 6.217 € 1.962 € 65

Educatie -€ 2.266 € 2.226 -€ 40 -€ 1

Cultuur en ontspanning -€ 4.890 € 5.574 € 684 € 23

Inkomen en participatie -€ 3.287 € 3.803 € 516 € 17

Samenkracht en burgerparticipatie -€ 4.850 € 712 -€ 4.138 -€ 138

Jeugd -€ 6.338 € 6.484 € 146 € 5

Maatschappelijke ondersteuning -€ 4.819 € 8.839 € 4.020 € 134

Volksgezondheid -€ 1.100 244 -€ 856 -€ 28

Riolering en reiniging -€ 158 -€ 1.077 -€ 1.235 -€ 41

(15)

14

Figuur 5-2: ‘Vergelijking met de eigen gemeente’ – Netto lasten en de inkomsten uit de uitgavenclusters, x € 1.000 (jaarrekening 2019)

Tabel 5: Verschil tussen begroting 2020 en jaarrekening 2019 (uitgavenclusters) -€ 1.235

-€ 856

€ 4.020

€ 146 -€ 4.138

€ 516

€ 684 -€ 40

€ 1.962 -€ 304

-€ 3.729

-€ 5.000 -€ 3.000 -€ 1.000 € 1.000 € 3.000 € 5.000 Riolering en reiniging

Volksgezondheid Maatschappelijke ondersteuning Jeugd Samenkracht en burgerparticipatie Inkomen en participatie Cultuur en ontspanning Educatie Infrastructuur en gebiedsontwikkeling Openbare orde en veiligheid Bestuur en algemene ondersteuning

Verschil netto lasten en inkomsten

algemene uitkering Begroting 2020 Jaarrekening 2019 Verschil Soci a a l Domei n

- Inkomen en pa rticpa tie

- Sa menkra cht en burgerpa rtici pa tie - Jeugd

- Ma a ts cha ppel i jke onders teuni ng

- Vol ks gezondhei d € 990 -€ 312 -€ 1.302

Fys i ek Domei n

- Infra s tructuur en gebi eds ontwi kkl i ng

- Cul tuur en onts pa nni ng -€ 204 € 2.646 € 2.850

Openba re orde en vei l i ghei d -€ 153 -€ 304 -€ 151

Bes tuur en a l gemene onders teuni ng -€ 3.978 -€ 3.729 € 249

Educa tie € 666 -€ 40 -€ 706

Ri ol eri ng en rei ni gi ng -€ 411 -€ 1.235 -€ 824

Totaal uitgaven clusters -€ 3.090 -€ 2.974 € 116

(16)

15 Inkomstencluster

De onderstaande tabel toont de inkomstenclusters uit het gemeentefonds, met de bijbehorende gerealiseerde netto lasten voor de gemeente Leusden. Tabel 9 toont de verschillen tussen de begroting 2020 en de jaarrekening 2019.

Tabel 6: ‘Vergelijking met de eigen gemeente’. Inkomenscluster op basis van jaarrekening 2019.

netto baten (jaarrekening 2019)

Gemeentefonds (septembercirculaire 2019)

Verschil Verschil per inwoner

Onroerendezaakbelastingen € 6.269 -4.789 € 1.480 € 49

Overige eigen middelen (OEM) -€ 3.137 0 -€ 3.137 -€ 104

Mutaties reserves € 4.346 0 € 4.346 € 145

Gemeentefondsuitkering € 33.963 -33.681 € 282 € 9

Tabel 7: Verschil tussen begroting 2020 en jaarrekening 2019 (inkomensclusters)

Verschil netto lasten en inkomsten

algemene uitkering Begroting 2020 Jaarrekening 2019 Verschil

Overi ge ei gen mi ddel en € 795 -€ 3.137 -€ 3.932

OZB € 2.588 € 1.480 -€ 1.108

Mutati es res erves € 387 € 4.346 € 3.959

Ui tkeri ng gemeentefonds -€ 688 € 282 € 970

Totaal inkomsten clusters € 3.082 € 2.971 -€ 111

(17)

16

6. Conclusies

6.1 Omvang AU in Leusden

 De AU in Leusden is relatief laag ten opzichte van het landelijke gemiddelde, de grootteklasse en de objectief gekozen referentiegemeenten. Ten opzichte van de referentiegemeenten is de AU per inwoner in Leusden € 93 per lager. Leusden is de

twintigste gemeenten op de lijst met de grootste afwijking van de AU per inwoner, met een afwijking van -28%. De gemiddelde afwijking in de referentiegemeenten is -22%.

 Belangrijke maatstaven die het verschil tussen Leusden en de referentiegemeenten verklaren zijn:

o Minder Jongeren;

o Gunstiger factoren gerateerd aan de bodemfactor;

o Lager medicijngebruik;

o Minder minderheden.

o Meer basisonderwijsleerlingen met leerlingengewicht 0.3 o Meer ouderen ouder dan 65 jaar

 De aftrekpost in het inkomstencluster voor de OZB woningen en niet-woningen is in Leusden

€ 11,50 per inwoner groter dan in de referentiegemeenten.

Per saldo kan worden geconcludeerd dat gemeente Leusden een gemeente is met een goede sociale structuur, een goede bodem en met hoge woningwaarden. Ofwel een gemeente zonder grote problemen wat minder lasten en meer baten veroorzaakt dan bij de referentie gemeenten. En als gevolg daarvan een lagere algemene uitkering ontvangt.

6.2 Vergelijking met gemeentefonds clusters

Uit de vergelijking valt op:

 Dat voor het sociaal domein € 1,0 miljoen minder is begroot in 2020 dan beschikbaar is uit de inkomsten per cluster. Bij de jaarrekening 2019 is een tegengesteld beeld te zien van

€ -0,3 miljoen.

 Het cluster riolering en reiniging is beoogd kostendekkend te zijn. Zowel bij de begroting 2020 als de jaarrekening 2019 is sprake van een tekort.

 Het cluster bestuur en algemene ondersteuning valt ook op met een tekort, zowel in de begroting als in de jaarrekening van € -4,0 miljoen. Hierbinnen resteert echter nog een deel overhead van € 2,6 miljoen wat desgewenst nog verder toegerekend kan worden aan de andere clusters.

(18)

17

Bijlage A: Overzicht analyse maatstaven

Tabel 8: AU per maatstaf per inwoner, Leusden en referentiegemeenten

Maatstaf Leusden Gemiddelde

referentiegemeenten

Verschil

inwoners jongeren jonger dan 18 jaar € 241 € 255 -€ 14

(oeverlengte+2*veen/kleiveengebied)*bf.gemeente*dh.factor € 1 € 15 -€ 14

minderheden € 14 € 26 -€ 12

medicijngebruik met drempel € 77 € 88 -€ 12

gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (particuliere hh) -€ 71 -€ 61 -€ 10

oppervlakte bebouwing woonkernen * bodemfactor woonkernen € 21 € 30 -€ 9

lage inkomens met drempel € 56 € 63 -€ 8

woonruimten * bodemfactor woonkernen € 36 € 42 -€ 7

re-integratie klassiek € 3 € 6 -€ 3

meerkernigheid * bodemfactor buitengebied € 3 € 7 -€ 3

oppervlakte bebouwing woonkernen € 16 € 19 -€ 3

eenouderhuishoudens die bijstand ontvangen € 5 € 8 -€ 2

jeugdigen in gezinnen met armoederisico € 4 € 7 -€ 2

wajongeren € 13 € 14 -€ 2

eenouderhuishoudens met 2 of meer kinderen € 20 € 22 -€ 1

oeverlengte * bodemfactor gemeente € 1 € 2 -€ 1

meerkernigheid € 2 € 3 -€ 1

loonkostensubsidie € 1 € 2 -€ 1

eenouderhuishoudens € 36 € 37 -€ 1

bijstandshuishoudens met minderjarige kinderen € 3 € 4 -€ 1

bewoonde oorden € 0 € 1 -€ 1

kernen met 500 of meer adressen € 6 € 7 -€ 1

gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (hh met kinderen) -€ 68 -€ 67 -€ 1

binnenwater € 0 € 1 -€ 1

extra groei leerlingen VO € 0 € 1 -€ 1

oppervlakte bebouwing € 5 € 6 -€ 1

gemiddeld gestandaardiseerd inkomen 85 jaar en ouder € 7 € 7 -€ 1

bewoonde oorden met historische kernen € 0 € 0 € 0

bijstandsontvangers € 36 € 36 € 0

vast bedrag voor iedere gemeente € 13 € 14 € 0

ozb-waarde van de niet-woningen gedeeld door 1.000.000 € 8 € 8 € 0

huishoudens met laag inkomen € 5 € 5 € 0

historische waterwegen € 0 € 0 € 0

gemiddeld gestandaardiseerd inkomen 75 t/m 84 jaar € 11 € 11 € 0

opp. historische kernen, <40 ha € 0 € 0 € 0

inwoners jonger dan 65 jaar € 5 € 5 € 0

huishoudens met laag inkomen 85 jaar en ouder € 3 € 3 € 0

extra groei jongeren € 0 € 0 € 0

oppervlakte bebouwing buitengebied*bodemfactor buitengebied € 4 € 4 € 0

land *bodemfactor gemeente € 8 € 9 € 0

investeringsbudget stedelijke vernieuwing (a) € 0 € 0 € 0

investeringsbudget stedelijke vernieuwing (b) € 0 € 0 € 0

(19)

18

inwoners € 258 € 258 € 0

minderheden met drempel € 0 € 0 € 0

achterstandsleerlingen met drempel € 0 € 0 € 0

inwoners jongeren jongeren dan 18 jaar, jaar 2010 € 0 € 0 € 0

leerlingen VO, jaar 2010 € 0 € 0 € 0

buitenwater € 0 € 0 € 0

opp. historische kernen, 40-64 ha € 0 € 0 € 0

opp. historische kernen, >64 ha € 0 € 0 € 0

omgevingsadressendichtheid met drempel € 0 € 0 € 0

vast bedrag voor Utrecht € 0 € 0 € 0

vast bedrag voor Den Haag € 0 € 0 € 0

vast bedrag voor Rotterdam € 0 € 0 € 0

vast bedrag voor Amsterdam € 0 € 0 € 0

vast bedrag voor Baarle-Nassau € 0 € 0 € 0

vast bedrag Waddengemeenten € 0 € 0 € 0

wadden, t/m 2500 inwoners € 0 € 0 € 0

wadden, van 2501 t/m 7500 inwoners € 0 € 0 € 0

wadden, vanaf 7501 inwoners € 0 € 0 € 0

inwoners ouderen 85 jaar en ouder € 0 € 0 € 0

huishoudens met laag inkomen 75 t/m 84 jaar € 4 € 4 € 0

inwoners ouderen 65 t/m 74 jaar € 0 € 0 € 0

huishoudens met laag inkomen 65 t/m 74 jaar € 2 € 2 € 0

gemiddeld gestandaardiseerd inkomen 65 t/m 74 jaar € 4 € 4 € 0

uitkeringsontvangers € 7 € 7 € 0

eenpersoonshuishoudens 65 t/m 74 jaar € 1 € 1 € 0

bedden € 1 € 1 € 0

eenpersoonshuishoudens 85 jaar en ouder € 2 € 2 € 0

inwoners ouderen 75 t/m 84 jaar € 3 € 2 € 0

woonruimten € 40 € 40 € 0

oppervlakte bebouwing buitengebied € 5 € 4 € 0

eenpersoonshuishoudens 75 t/m 84 jaar € 2 € 2 € 0

bedrijven € 16 € 14 € 1

klantenpotentieel lokaal € 66 € 65 € 1

eenpersoonshuishoudens € 11 € 9 € 1

land € 13 € 11 € 1

ouders met langdurig psychisch medicijngebruik € 50 € 48 € 2

uitkeringsontvangers minus bijstandsontvangers € 66 € 64 € 2

klantenpotentieel regionaal € 14 € 12 € 2

omgevingsadressendichtheid (oad) € 51 € 49 € 2

huishoudens € 64 € 61 € 3

basisonderwijsleerlingen met leerlingengewicht 1.2 -€ 5 -€ 9 € 3

inwoners ouderen 65 jaar en ouder € 35 € 30 € 5

basisonderwijsleerlingen met leerlingengewicht 0.3 -€ 4 -€ 10 € 6

(20)

19

Bijlage B: Toedeling IV3 naar gemeentefondscluster

In de onderstaande tabel is voor de begroting 2020 de toerekening van de IV3 taakvelden naar de uitgavenclusters van het gemeentefonds uitgewerkt. De overhead (taakveld 0.4) is toebedeeld op basis van de vaste loonkosten per taakveld (Lastenpost 1.1). In het cluster bestuur en algemene ondersteuning komt taakveld 0.4 in de tabel terug als ondersteuning organisatie. Dit betreft enkel het deel van de overhead dat aan de hand van de op die post geboekte loonkosten aan dat taakveld is toegerekend.

Uitgavenclusters Taakveld Naam Lasten Baten Toerekening

overhead

Netto lasten

Bestuur en algemene ondersteuning € 3.254 -€ 358 € 3.764 -€ 7.376

0.1 Bestuur € 1.458 € 0 € 590 -€ 2.048

0.2 Burgerzaken € 1.083 € 422 € 479 -€ 1.140

0.4 Ondersteuning organisatie € 0 € 0 € 2.695 -€ 2.695

0.8 Overige baten en lasten € 713 -€ 780 € 0 -€ 1.493

Openbare orde en veiligheid € 2.186 € 17 € 266 -€ 2.435

1.1 Crisisbeheersing en

brandweer

€ 1.708 € 0 € 26 -€ 1.734

1.2 Openbare orde en

veiligheid

€ 478 € 17 € 240 -€ 701

Infrastructuur en gebiedsontwikkeling € 8.316 € 2.043 € 1.530 -€ 7.803

0.63 Parkeerbelasting € 0 € 0 € 0 € 0

2.1 Verkeer en vervoer € 4.626 € 415 € 543 -€ 4.754

2.2 Parkeren € 79 € 10 € 27 -€ 96

2.4 Economische havens en

waterwegen

€ 0 € 0 € 0 € 0

2.5 Openbaar vervoer € 27 € 0 € 16 -€ 43

5.5 Cultureel erfgoed € 92 € 0 € 27 -€ 119

7.4 Milieubeheer € 1.103 € 0 € 193 -€ 1.296

8.1 Ruimtelijke ordening € 1.720 € 1.092 € 386 -€ 1.014

8.3 Wonen en bouwen € 669 € 526 € 336 -€ 479

Educatie € 2.054 € 312 € 157 -€ 1.899

4.1 Openbaar basisonderwijs € 0 € 0 € 0 € 0

4.2 Onderwijshuisvesting € 1.026 € 205 € 26 -€ 847

4.3 Onderwijsbeleid en

leerlingzaken

€ 1.028 € 107 € 131 -€ 1.052

Cultuur en ontspanning € 5.267 € 944 € 376 -€ 4.699

2.3 Recreatieve havens € 0 € 0 € 0 € 0

5.1 Sportbeleid en activering € 336 € 0 € 29 -€ 365

5.2 Sportaccommodaties € 2.143 € 762 € 25 -€ 1.406

5.3 Cultuurpresentatie,

cultuurproductie en cultuurparticipatie

€ 331 € 29 € 11 -€ 313

5.4 Musea € 20 € 0 € 0 -€ 20

5.6 Media € 458 € 0 € 7 -€ 465

5.7 Openbaar groen en

(openlucht) recreatie

€ 1.885 € 109 € 292 -€ 2.068

7.5 Begraafplaatsen € 94 € 44 € 13 -€ 63

Inkomen en participatie € 8.166 € 4.793 € 56 -€ 3.429

6.3 Inkomensregelingen € 6.258 € 4.741 € 15 -€ 1.532

6.4 Begeleide participatie € 1.624 € 0 € 29 -€ 1.653

(21)

20

6.5 Arbeidsparticipatie € 284 € 52 € 13 -€ 245

Samenkracht en burgerparticipatie € 4.468 € 59 € 366 -€ 4.775

6.1 Samenkracht en

burgerparticipatie

€ 1.523 € 59 € 315 -€ 1.779

6.2 Wijkteams € 2.945 € 0 € 51 -€ 2.996

Jeugd € 5.725 € 0 € 41 -€ 5.766

6.72 Maatwerkdienstverlening

18-

€ 4.815 € 0 € 27 -€ 4.842

6.82 Geëscaleerde zorg 18- € 910 € 0 € 13 -€ 923

Maatschappelijke ondersteuning € 5.055 € 144 € 69 -€ 4.980

6.6 Maatwerk-voorzieningen

(WMO)

€ 847 € 86 € 30 -€ 791

6.71 Maatwerkdienstverlening

18+

€ 4.198 € 58 € 39 -€ 4.179

6.81 Geëscaleerde zorg 18+ € 10 € 0 € 0 -€ 10

Volksgezondheid € 1.117 € 0 € 55 -€ 1.172

7.1 Volksgezondheid € 1.117 € 0 € 55 -€ 1.172

Riolering en reiniging € 4.545 € 5.577 € 317 € 715

7.2 Riolering € 1.439 € 1.614 € 167 € 8

7.3 Afval € 3.106 € 3.963 € 150 € 707

Inkomstenclusters Lasten Baten

Toerekening overhead

Netto lasten

Overige eigen middelen (OEM) € 2.311 € 3.235 € 128 € 796

0.3

Beheer overige gebouwen

en gronden € 261 € 954 € 58 € 635

0.5 Treasury € 214 € 297 € 0 € 83

0.64 Belastingen Overig € 0 € 210 € 0 € 210

0.9

Vennootschapsbelasting

(Vpb) € 67 € 0 € 0 -€ 67

0.11

Resultaat van rekening van

baten en lasten € 0 € 0 € 0 € 0

3.1 Economische ontwikkeling € 19 € 0 € 12 -€ 31

3.2

Fysieke

bedrijfsinfrastructuur € 550 € 888 € 12 € 326

3.3

Bedrijvenloket en

bedrijfsregelingen € 81 € 7 € 35 -€ 109

3.4 Economische promotie € 88 € 241 € 12 € 141

8.2

Grondexploitatie (niet

bedrijventerreinen) € 1.031 € 638 € 0 -€ 393

Onroerende zaakbelasting (OZB) € 337 € 7.538 € 0 € 7.201

0.61 OZB woningen € 337 € 4.754 € 0 € 4.417

0.62 OZB niet-woningen € 0 € 2.784 € 0 € 2.784

Mutaties reserves € 1.979 € 2.366 € 0 € 387

0.10 Mutaties reserves € 1.979 € 2.366 € 0 € 387

Uitkering gemeentefonds -€ 203 € 35.022 € 0 € 35.225

0.7

Algemene uitkering en overige uitkeringen

gemeentefonds -€ 203 € 35.022 € 0 € 35.225

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook wij kunnen op dit moment nog niet goed inschatten wat de gevolgen zullen zijn voor onze werkzaamheden ten behoeve van de controle van de jaarrekening 2020.. Het risico bestaat

• concept antwoordbrief conform bijgaand voorstel vast te stellen en de verzenden, waarin elke referentie naar (de plannen van) DeRecreatie als argument voor het raadsbesluit is

toegestaan. Een kleinschalige camping past binnen de omgevingsvisie Landelijk gebied en de visie Recreatie &amp; Toerisme.. Gelet hierop is de raad vooralsnog niet voornemens een

 Voor een organisatie met de omvang van de gemeente Leusden zou in onze optiek de norm moeten zijn dat de processen in opzet, bestaan en werking (inclusief IT) goed werken

Graag zien wij de gemeente een inventarisatie van mogelijke locaties voor zonnepanelen maken en de afschuwelijke windmolens afwijzen, zeker voor wat betreft locaties in

Het college heeft gemotiveerd aangegeven waarom zij deze verschillen niet heeft verwerkt en dat zij van oordeel is dat deze posten zowel individueel als gezamenlijk niet

a-een grote impact op flora en fauna en bederving van de cultuurhistorische waarde van ons buitengebied b-hinder en gezondheidsproblemen bij de inwoners door

Deze kwaliteit en capaci- teit zijn nodig om de monitoringsinformatie vanuit Amersfoort goed te kunnen analyseren en dui- den en hierover het college en de raad (tijdig) te