Afwegingskader Pakket 1: Bijdragen aan Verbonden Partijen

(1)

Algemeen

Verbonden partijen kennen een eigen ambtelijke en bestuurlijke inhoudelijk verantwoordelijkheid. Dit geldt ook voor de wijze waarop zij inhoudelijk vormgeven aan bezuinigingstaakstellingen die zij opgelegd krijgen van hun bestuur.

Het bestuur van een verbonden partij heeft een beslissende rol op deze bezuinigingen. Zij stellen de begroting van een verbonden partij vast, waarin de gemeentelijke bijdragen zijn verwerkt. Individuele gemeenten volgen in hun Kadernota de begrotingen van de verbonden partijen.

In dit pakket doen wij voorstellen tot bepaalde bezuinigingsbedragen bij verbonden partijen. Vanuit het ambtelijk netwerk wordt getracht ook andere gemeenten die bijdragen aan de verbonden partij op dezelfde uitgangspunten als Dordrecht te krijgen. Overleg en afstemming op bestuurlijk niveau is echter essentieel om de bezuinigingen in dit pakket een realistische basis te geven.

De GRD is de verbonden partij die veruit de grootste bijdrage van Dordrecht ontvangt. Dit is vanzelfsprekend ook de verbonden partij waarbij het merendeel van de bezuinigingen van dit pakket neer zou slaan. Leidend voor de bezuinigingen op de GRD de opdracht die DSB aan de GRD heeft gegeven een “trap-af” notitie op te stellen, waarin beschreven wordt hoe de GRD (en daarmee de gemeentelijke bijdragen) “mee-ademen” met de bezuinigingstaakstelling voor de gemeenten. Hier zijn verder nog geen bestuurlijke kaders aan meegegeven.

Wij stellen voor dat het DSB als kader hanteert dat de gemeentelijke bijdragen aan de GRD vanaf 2016 4, 5%

lager moet zijn dan nu het geval is, met een oploop vanaf 2014. Dit % is ongeveer gelijk aan de rijkskorting op de Algemene Uitkering en zou voor Dordrecht betekenen dat de bijdragen aan de GRD van € 45 miljoen dalen met ruim € 2 miljoen.

Deze 4,5% is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

1. GRD draagt naar rato mee in de bezuinigingen vanuit het Lente-akkoord (junicirculaire 2012) én Rutte-II (decembercirculaire 2012);

2. We relateren de algemene korting op het accres én de korting vanuit het BCF aan de omvang van de Algemene Uitkering exclusief decentralisatie-uitkeringen;

3. De overige kortingen op de algemene uitkering die gekoppeld zijn aan specifieke beleidsvelden nemen we niet mee.

Het uitgangspunt is dat ook de overige verbonden partijen (buiten GRD-verband) deze taakstelling opgelegd krijgen. Dit betekent concreet dat ook de bestuurlijke inzet is dat ook de gemeentelijke bijdragen aan de Veiligheidsregio ZHZ, GR Publieke Gezondheid & Jeugd, Omgevingsdienst ZHZ, Drechtwerk, GR Parkschap en het Wegschap Tunnel Dordtse Kil verminderen.

Bij de GR Parkschap is het daarnaast denkbaar om delen in de recreatieve taak te schrappen. De natuurtaak (beheer/onderhoud) zou eventueel ook afgeslankt kunnen worden, maar de natuur (in casu De Biesbosch) ligt er en er wordt al minder aan natuurbeheer/-onderhoud gedaan. Tevens vormt de natuur het “gouden ei”

waaromheen recreatie mogelijk is gemaakt. Dit moeten we koesteren. Aan de recreatieknoppen zou, wat betreft intensiteit (en daarmee samenhangende kosten), gedraaid kunnen worden: van de huidige intensieve recreatie naar extensieve recreatie. Dit zou (vanaf 2015) maximaal € 417.000 aan lagere Dordtse bijdrage kunnen opleveren.

(2)

Format bezuinigingsopgave Kadernota 2014 Nr: 1.1

Titel voorstel: Bijdrage Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) Portefeuillehouder: A.A.M. Brok, P.H. Sleeking en E. van de Burgt

Indienende directeur: M.S van der Priem en K.J. van Hengel

Op welk programma heeft dit voorstel betrekking?

Alle begrotingsprogramma’s.

Op welke doelstelling van dit programma heeft dit voorstel betrekking ? Nagenoeg alle doelstellingen.

Welke activiteit wordt voorgesteld om te beëindigen en op basis van welke afweging(en)?

De gemeente Dordrecht draagt jaarlijks ongeveer € 45 miljoen aan gemeentelijke middelen (dus exclusief rijksbijdragen die worden doorgesluisd) bij aan de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD). Deze totale bijdrage bestaat voornamelijk uit de bijdrage aan de Sociale Dienst Drechtsteden van € 27 mln en aan het Servicecentrum Drechtsteden van € 14 mln. Daarnaast draagt Dordrecht bij aan de Gemeentelijke Belastingen Dordrecht (€ 2 mln), Bestuur en Staf ( € 0,9 mln), Bureau Drechtsteden (€ 0,8 mln) en het Onderzoekcentrum Drechtsteden (€ 0,3 mln).

Het Drechtstedenbestuur heeft de GRD opdracht gegeven een “trap-af” notitie op te stellen, waarin beschreven wordt hoe de GRD (en daarmee de gemeentelijke bijdragen) mee-ademen met de bezuinigingstaakstelling voor de gemeenten. Hier zijn verder nog geen kaders aan meegegeven.

Gezien de omvang van de GRD-bijdragen op de totale Dordtse begroting pakken wij als grootste gemeente binnen de Drechtsteden hier ambtelijk ook een rol in. Via het Regionaal Controllersoverleg en vervolgens het ONS-D wordt ingebracht dat de gemeentelijke bijdragen aan de GRD moeten dalen met 4,5% vanaf 2016. Dit is ongeveer gelijk aan de rijkskorting op de Algemene Uitkering en zou voor Dordrecht betekenen dat de bijdragen aan de GRD van € 45 miljoen dalen met ruim € 2 miljoen. De GRD-begroting 2014 is leidend voor de bezuinigingen op de gemeentelijke bijdrage aan de GRD die wij in onze Kadernota 2014 kunnen opnemen.

Wat zijn de gevolgen van het stoppen van de activiteit?

Het is aan de GRD te besluiten bij welke dochters de bezuinigingsopgave neerslaat, en waar dit tot het verminderen of beëindigen van bepaalde activiteiten leidt. Daar is op dit moment nog niets over te zeggen.

Bij de bezuinigingsopgave wordt in onderstaande reeks uitgegaan van een oplopende taakstelling voor de gemeentelijke bijdragen aan de GRD: 1,5% in 2014, 3% in 2015, en 4,5% vanaf 2016.

Financiële opbrengst

Wat levert het beëindigen van de activiteit op voor de gemeente als lagere bijdrage aan de verbonden partij?

2014 2015 2016 2017

€ 675.300 € 1.350.600 € 2.025.900 € 2.025.900

Bezuinigingsvoorstellen pakket 1 Pagina 2 van 15

(3)

Titel voorstel: Bijdrage Gemeenschappelijke Regeling Publieke Gezondheid en Jeugd (GR PG&J) Portefeuillehouder: H.P.A. Wagemakers

Indienende directeur: M.S. van der Priem

Programma 3: Onderwijs.

Programma 7: Maatschappelijke Voorzieningen.

Programma 14: Bestuur en Samenwerking.

Op welke doelstelling van dit programma heeft dit voorstel betrekking ?

Doelstelling 3.1: Realiseren doorgaande lijn 0-12 jaar en het bestrijden van taalachterstand.

Doelstelling 7.3: Gezondheidsbescherming, -bevordering en preventie door wijkgerichte aanpak en integrale benadering.

Economische bijdrage

De gemeente draagt jaarlijks bij aan de GR Publieke Gezondheid & Jeugd, met als basis een bijdrage per inwoner. De begrote inwonerbijdragen aan de verbonden partij zijn:

PG&J: Algemeen Bestuur en Samenwerking € 580.000

PG&J: GGD Maatschappelijke

Voorzieningen € 1.575.000

PG&J: Bureau Leerplicht en Vroegtijdig

Schoolverlaten Onderwijs € 325.000

Bedragen zijn exclusief de uitvoeringsprogramma’s GGD en inclusief de middelen voor de regiostaf van de Gemeenschappelijke Regeling Publieke Gezondheid en Jeugd.

Wettelijke taak

De GR Publieke Gezondheid & Jeugd heeft tot wettelijke taak de uitvoering van de:

• Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV).

• Leerplichtwet.

• Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Handhaving Leerplichtwet en op deze wijze kinderen stimuleren om een startkwalificatie te halen voor een goede start op de arbeidsmarkt. Daarnaast betreft het de verplichte wettelijke taak ten aanzien van de uitvoering van het basistakenpakket (jeugd)gezondheidszorg in de gemeente.

Ideologie en politiek

Dit zijn wettelijk verplichte onderdelen die elke gemeente moet uitvoeren. Binnen deze taken is geen ruimte voor een eigenstandige andere invulling. Een eventuele bezuiniging kan alleen gerealiseerd worden door minder middelen te beschikken en dezelfde uitvoering van taken op een meer sobere wijze voort te zetten.

Effectiviteit en efficiency

Bij de bezuinigingsronde vanuit de Begroting 2010 werd 10% bezuinigd op de inwonerbijdragen van de verbonden partijen. Deze bezuiniging moest ook worden gerealiseerd door de GGD en Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten, de voorlopers van de GR PG&J.

De Gemeenschappelijke Regeling Publieke Gezondheid en Jeugd heeft daarnaast op dit moment een forse taakstelling vanwege de uitplaatsing van de Jeugdgezondheidszorg. Er waren jarenlange tekorten en er wordt nu hard gewerkt om de begroting voor de komende jaren sluitend te krijgen. Het betreft wettelijke taken en we kunnen als Dordrecht geen eigenstandige besluiten nemen omdat we in een gemeenschappelijke regeling zitten met 17 andere gemeenten.

(4)

Gezien bovenstaande ontwikkelingen stellen wij voor niet aanvullend activiteiten te beëindigen of het uitvoeringsniveau te verlagen. Wel volgen wij de door de verbonden partij zelf aangekondigde

bezuinigingsmogelijkheid om vanaf 2016 € 1,1 miljoen te kunnen besparen. Het Dordtse aandeel hierin bedraagt € 270.000. Het al dan niet indexeren van budgetten staat los van deze bezuiniging.

Wat zijn de gevolgen van het stoppen van de activiteit ? Niet van toepassing.

2014 2015 2016 2017

- - € 270.000 € 270.000

(5)

Titel voorstel: Bijdrage Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Portefeuillehouder: P.H. Sleeking Indienende directeur: P.F.M. Kuenzli

Programma 6: Milieu & Duurzaamheid.

Programma 11: Ruimtelijke Ordening.

Op welke doelstelling van dit programma heeft dit voorstel betrekking ? Doelstelling 6.8: Milieubewust gedrag en handelen bevorderen.

Doelstelling 11.2: Duurzame ruimtelijke ontwikkeling van de stad.

De gemeente Dordrecht draagt jaarlijks ongeveer € 4,5 miljoen bij aan de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ). € 3 miljoen heeft betrekking op wettelijke taken inzake Bouwen/Wonen en APV, € 1,5 miljoen heeft betrekking op wettelijke milieutaken.

Bezuinigen op uitvoering van wettelijke taken lijkt niet aan de orde. Begin 2012 is een voorstel opgesteld voor het herijken van de bouwplantoetsing. De analyse toen was dat met name op dit onderdeel het

uitvoeringsniveau onder de maat is. Bij de Kadernota 2013 is hiervoor, vooralsnog éénmalig, € 340.000 toegekend. Het beleidskader bouwplantoetsing is in 2012 vastgesteld. De kosten zijn nu afhankelijk van het aantal en de soort bouwaanvragen. Structurele voortzetting van dit uitvoeringsniveau komt aan de orde bij de kadernota 2014.

De herijking van het bouwtoezicht is vrijwel afgerond. We volgen daar deels een landelijk toezichtprotocol dat ook recent is geactualiseerd. In die actualisatie is onderkend dat onvoldoende tijd voor een goede uitvoering van bouwcontroles werd toegekend. Het eindresultaat zal begin 2013 als voorstel voor beleidskader bouwtoezicht aan het college worden voorgelegd. De verwachte meerkosten kunnen vooralsnog in het jaarprogramma worden opgevangen, maar alleen omdat de aantallen bouwprojecten laag zijn. Mocht dat aantrekken dan zal er wel extra geld voor bouwtoezicht moeten komen. Bouwaanvragen en bouwtoezicht worden dus afhankelijk van het aantal en soort aanvragen en bouwprojecten (beide taken zijn legesgebonden).

In het jaarprogramma OZHZ voor 2013 ontstaat een knelpunt bij de reguliere controles in de gebruiksfase. We hebben daar niet de tijd beschikbaar zoals we die in 2010 bij het voorstel voor vernieuwend toezicht hadden voorzien. Die aanpak wordt nu (conform afspraak) geëvalueerd. De inzet is om te herijken, maar wel uit te gaan van beschikbaar budget. Dit lijkt redelijk verantwoord maar vraagt dus wel om een besluit om de taakuitvoering te verlagen.

Gezien bovenstaande ontwikkelingen stellen wij voor niet aanvullend activiteiten te beëindigen of het uitvoeringsniveau te verlagen. Wel wordt de GR-brede taakstelling van 1,5%, 3% 4,5% voor de jaren 2014, 2015 en 2016 gevolgd. In de komende jaarprogramma’s van de Omgevingsdienst zal dit nader worden ingevuld. Het al dan niet indexeren van budgetten staat los van deze taakstelling.

Verlaging van budget voor de uitvoering van wettelijke taken. en het daarmee samenhangende risico dat het uitvoeringsniveau van de wettelijke taken onder een adequaat niveau daalt.

(6)

2014 2015 2016 2017

€ 68.000 € 137.000 € 205.000 € 205.000

(7)

Titel voorstel: Bijdrage Gemeenschappelijke Regeling

Sociale Werkvoorziening Drechtsteden (GR Drechtsteden) Portefeuillehouder: E. van de Burgt

Programma 4: Werk en Inkomen.

Op welke doelstelling van dit programma heeft dit voorstel betrekking ? Doelstelling 1: Vergroten Arbeidsparticipatie.

Doelstelling 2: Verbeteren “matching” vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.

De gemeente Dordrecht draagt jaarlijks ongeveer € 2,5 miljoen bij aan de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening Drechtsteden.

De uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) is een wettelijke gemeentelijke taak.

Drechtwerk levert werkgelegenheid aan ongeveer 1.400 mensen in de Sociale Werkvoorziening en aan ongeveer 100 mensen met een ambtenarenstatus.

De gemeentelijke bijdrage is aanvullend op de rijksmiddelen die de gemeente doorsluist. De oorzaak van de eigen gemeentelijke bijdrage is op hoofdlijn:

• De gemiddelde loonkosten op basis van de CAO zijn (regelgeving laat niet toe dit te wijzigen);

• Eerdere rijksbezuinigingen per werkplek en stopzetten van instroom in de WSW;

• De huisvestingslasten zijn bijzonder hoog.

In het regeerakkoord opgenomen is de komst van de Participatiewet, die de WWB, WSW en een deel van de Wajong samenvoegt. Dit gaat gepaard met een korting oplopend in 2014 van € 60 miljoen tot structureel

€ 1,83 miljard (op nationaal niveau).

In theorie is het mogelijk Drechtwerk een taakstelling te geven ter hoogte van de gemeentelijke bijdrage van

€ 2,5 miljoen. Gezien het voorgaande is dit niet realistisch. Het heeft de voorkeur de ontwikkelingen in Drechtstedenverband af te waarbij door de Drechtsteden de ontwikkeling van Drechtwerk is verbonden aan de uitwerking van de participatiewet. Hierbij wordt de wens van de Drechtraad uitgewerkt om een fusie tussen Drechtwerk en SDD in beeld te brengen. Dit voorstel zal het perspectief voor Drechtwerk schetsen tegen de achtergrond van de komst van de nieuwe wet, waarbij we nu al weten dat het huidige kabinet de bezuinigingen op de WSW scherp doorzet, wat voor Drechtwerk extra financiële nadelen zal betekenen. De planning is de besluitvorming in de Drechtsteden voor 1 januari 2014 af te ronden.

De omzet van Drechtwerk is voor een deel afhankelijk van inbesteding van gemeenten. Door de bezuinigingsopgave is het daarom aannemelijk dat de omzet van Drechtwerk zal dalen.

Wettelijke taak

De Wet Sociale Werkvoorziening is een gemeentelijke taak.

Economische Bijdrage

Drechtwerk levert werkgelegenheid aan 1400 mensen in de SW en aan 94 mensen met een ambtenaren status.

Gezien bovenstaande ontwikkelingen stellen wij voor niet aanvullend activiteiten te beëindigen of het

uitvoeringsniveau te verlagen. Wel wordt de GR-brede taakstelling van 3% 4,5% voor de jaren 2015 en vanaf 2016 gevolgd. Het al dan niet indexeren van budgetten staat los van deze taakstelling.

(8)

• Stoppen van de activiteit is niet mogelijk door de wettelijke taak.

• Minder arbeidsparticipatie door de onderkant van de arbeidsmarkt.

• Eenzijdig besluit door de gemeente Dordrecht zal moeten worden besproken in de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD).

2014 2015 2016 2017

- € 41.000 € 62.000 € 62.000

(9)

Titel voorstel: Beëindiging Gemeenschappelijke Regeling Parkschap Recreatieonderdelen

Portefeuillehouder: H.P.A. Wagemakers Indienende directeur: M.S. van der Priem

Programma 9: Sport en Recreatie.

Op welke doelstelling van dit programma heeft dit voorstel betrekking ? Doelstelling 2: Garanderen voldoende gevarieerd en bereikbaar recreatief aanbod.

Stopzetten bijdrage aan Bezoekerscentrum.

De taken van het Parkschap worden gefinancierd uit bijdragen van de participanten en eigen inkomsten. Op een totaalbegroting van het Parkschap van circa € 3 mln komt de helft uit eigen inkomsten (pacht, verhuur boten, fietsen, rondvaarten, evenementen, educatie en dergelijke).

De efficiency en effectiviteit zijn vergroot door de totstandkoming van het Parkschap in 2011. Twee schappen, de Brabantse zijde en de Hollandse zijde, zijn toen samen gegaan in het Parkschap. Naast dat dit inhoudelijk veel voordelen heeft – de totale Biesbosch werd uitgangspunt voor ontwikkeling in plaats van de twee afzonderlijke delen – heeft dit ook aan de efficiency bijgedragen en is de bestuurlijke drukte sterk afgenomen.

De afgelopen periode heeft het Parkschap al diverse maatregelen doorgevoerd om inkomsten te verhogen en uitgaven te verlagen. Het Parkschap heeft circa 30 maatregelen benoemd teneinde invulling te gegeven aan de 10% taakstelling, voor een bedrag van € 330.000 die is opgelegd aan verbonden partijen vanaf 2011

(generieke maatregel om bij de Begroting 2011 een sluitend meerjarenperspectief te realiseren). Binnen de 30 maatregelen wordt onder andere scherper gekeken naar andere kostendragers: Biesboschfonds, onderzoek betaald parkeren, betaling voor deskundigheid, vaantjesregeling, en dergelijke. Naast de genoemde € 330.000 wordt het Parkschap ook door andere bezuinigingen ‘aangeslagen’, met name door Rijksbeleid. Deze

bezuiniging betref € 525.000 vanuit het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, met als ingangsdatum 2013, en een bezuiniging op Staatsbosbeheer € 200.000.

Op de begroting van het Parkschap (€ 3 mln) en Staatsbosbeheer (district Biesbosch; circa € 1,2 mln) moet derhalve € 1.055.000 worden bespaard, wat neerkomt op 25%. Gevoegd bij de aanstaande kortingen, het wegvallen bijdrage 3^e Merwedehaven € 120.000 en BCF-middelen circa € 300.000, is de opgave meer dan stevig.

Naast de reeds genoemde maatregelen, teneinde de 10% taakstelling te realiseren, wordt in overleg met Parkschappartners in 2013 een onderzoek verricht naar duurzame financiering(smogelijkheden) van de Biesbosch. Dit onderzoek richt zich op nieuwe verdienmodellen voor het Parkschap om daarmee de substantiële kortingen te kunnen opvangen.

Volledig stoppen

Het volledig stoppen van de gemeentelijke bijdrage wordt afgeraden, gezien de economische bijdrage, de politieke relevantie en de bijdrage van de Biesbosch aan een verhoogd vestigingsklimaat. Tevens staat het volledig stoppen met de gemeentelijke bijdrage gelijk aan uittreding als participant van de GR. De kosten hiervan worden, op basis van ervaringsgegevens, geraamd op 18 keer de jaarbijdrage (ergo: € 20 mln).

Denkbaar is wel om delen in de recreatieve taak van het Parkschap te schrappen. De natuurtaak

(beheer/onderhoud) zou eventueel ook afgeslankt kunnen worden, maar de natuur (in casu De Biesbosch) ligt er en er wordt al minder aan natuurbeheer/-onderhoud gedaan. Tevens vormt de natuur het gouden ei waaromheen recreatie mogelijk is gemaakt. Het gouden ei moeten we koesteren; aan de recreatieknoppen zou, wat betreft intensiteit (en daarmee samenhangende kosten), gedraaid kunnen worden: van de huidige intensieve recreatie naar extensieve recreatie (ook ten bate van kwalitatieve, extensieve reactie blijft natuurbeheer/-onderhoud nodig).

(10)

Schrappen in de recreatieve onderdelen leidt tot een meer extensief recreatieve invulling van de Biesboschbeleving.

Bezuiniging ter overweging

De begroting van het Parkschap bestaat uit 3 hoofdonderdelen: bestuursondersteuning, compartiment Hollandschap en compartiment Brabantschap. De focus ligt bij het Compartiment Hollandschap.

De bestuursondersteuning kost € 360.000 en betreft grotendeels personeelskosten, namelijk € 320.000. De baten komen grotendeels van de bijdrage van de participanten. Naarmate één van de inhoudelijke

compartimenten afslankt (bijvoorbeeld het compartiment Hollandschap) zal dit ook (moeten) leiden tot afslanking van de bestuursondersteuning.

Wat betreft het compartiment Hollandschap:

• Onderdeel Recreatie en Natuurgebieden

Recreatie en natuur zijn bij dit onderdeel vervlochten. Grotendeels natuur (onderhoud/beheer gebieden).

De totale lasten zijn € 950.000, de eigen baten zijn € 160.000 (met name pacht). De bijdrage van de participanten is € 790.000; voor Dordrecht is dit (65%) € 520.000. In beginsel laten we dit ongemoeid;

betreft vooral natuurbeheer.

• Onderdeel Toezicht en Handhaving

Dit betreft bijvoorbeeld de BOA’s en beheer/onderhoud betaald parkeren (i.o.). De lasten zijn € 266.000, de eigen baten zijn € 211.000. De bijdrage van de participanten is € 55.000; voor Dordrecht is dit

€ 36.000. Vooralsnog laten we dit ongemoeid omdat de kosten en baten betreffende dit

organisatieonderdeel nagenoeg gelijk zijn. Tevens is toezicht en handhaving nog eens extra nodig indien recreatieve voorzieningen worden afgebouwd (minder sociale controle).

• Onderdeel Recreatieobjecten

Dit betreft de skibaan en golfbaan. Hieraan zijn geen lasten verbonden, maar wel pachtinkomsten ad

€ 91.000. Dit kan derhalve gewoon doorlopen.

• Onderdeel Overige Lasten

Dit betreft onderhoud van gebouwen en woningen en diverse overige posten. De lasten bedragen

€ 242.000, waar € 124.000 inkomsten tegenover staan. De bijdrage van participanten bedraagt dus

€ 120.000. gezien de vaste lasten valt op dit onderdeel nauwelijks te besparen.

• Onderdeel Bezoekerscentrum

Hieronder valt het gebouw, personeelkosten, voorlichting, educatie, rondvaarten, wandeltochten, exploitatie pontje en verhuring. De lasten zijn € 1.314.000 en de baten zijn € 678.000 (verhuur ruimten, inkomsten uit rondvaarten). De bijdrage van de participanten is dan € 636.000; voor Dordrecht gaat het om € 417.000. In het financiële verdeelmodel betekent dit dat ook de andere partijen hun bijdrage in de exploitatie terugtrekken dus per saldo zal € 636.000 moeten worden bespaard.

Het enige onderdeel van het bezoekerscentrum dat kostendekkend is, mede dankzij de aanwezigheid van een bezoekerscentrum, vormt ‘het pontje en verhuring’, de lasten en baten zijn ongeveer € 120.000. Dit zou mogelijk door een marktpartij overgenomen kunnen worden. Bij de andere onderdelen wordt dit onwaarschijnlijk geacht, aangezien die verliesgevend zijn. Mogelijk dat wel delen overgenomen kunnen worden door de al aanwezige ondernemers in het gebied (Stay Okay, Golfbaan, Skihelling, horeca), zoals educatie en wandeltochten.

Het totale bezoekerscentrum vormt wel het hart van de recreatieve en educatieve Hollandse Biesbosch.

Sluiten van het bezoekerscentrum kan in potentie € 417.000 per jaar voor Dordrecht opleveren. Wel zullen zich frictiekosten voordoen.

Wettelijke taak

Het in standhouden van het Parkschap is geen wettelijke taak; in die zin zou de gemeentelijke bijdrage aan het schap kunnen worden geschrapt. De taken van het schap zijn grofweg recreatieontwikkeling en natuurbehoud binnen het werkgebied van het Parkschap.

Het Parkschap en de Biesbosch leveren een substantiële economische bijdrage aan de stad met een jaarlijks aantal bezoekers van 800.000.

Politieke relevantie

De politieke relevantie van de Biesbosch is eveneens substantieel. In ‘Oor voor de stad en oog voor de toekomst’ is het Nationaal Park de Biesbosch op piekniveau gepositioneerd (in zowel de Begroting 2012 als

(11)

toeristisch bezoek. De Biesbosch is tevens onderdeel van het Dordtse gezicht naar buiten in termen van imago (Stad aan de Biesbosch).

Wat zijn de gevolgen van het stoppen van de gemeentelijke bijdrage voor de recreatieve activiteit (i.c. het bezoekerscentrum)?

Het recreatie- en educatiehart van de Biesbosch, het bezoekerscentrum, zou worden stopgezet. Mogelijk dat andere organen in het gebied de taken van het bezoekerscentrum (deels) kunnen overnemen, maar dat is erg ongewis.

Het beëindigen van het bezoekerscentrum in de Hollandse Biesbosch moet ook in samenhang worden gezien met de rest van het gebied. Bezoekerscentra vormen recreatieve, herkenbare poorten naar het gebied. De poort vanuit de Dordtse zijde valt weg.

Het beëindigen van het bezoekerscentrum in de Hollandse Biesbosch moet ook in samenhang worden gezien met de natuur- en recreatieontwikkeling in de Nieuwe Dordtse Biesbosch (NDB). In de oorspronkelijke plannen was in de NDB ook een bezoekerscentrum voorzien. In de raadsvergadering over het bestemmingsplan is dat gesneuveld. Indien het bestaande bezoekerscentrum in de Hollandse Biesbosch wordt geschrapt, is er geen enkel centraal recreatief punt aan de Dordtse zijde in relatie tot de Biesbosch.

De aantrekkelijkheid van de stad (als trekker voor toeristen en als vestigingsvoorwaarde voor huidige en toekomstige inwoners) zal afnemen, doordat:

• huidig voorzieningenniveau niet kan worden gehandhaafd;

• beheer en onderhoud niet meer wordt uitgevoerd;

• minder toezicht en handhaving (afnemende sociale controle) met risico van verloedering en overlast.

Intensieve recreatie maakt plaats voor extensieve recreatie. Om de extensieve recreatie op het huidige kwaliteitsniveau te houden is niet gekort op de recreatie- en natuurgebieden.

Het aantal bezoekers zal naar verwachting afnemen, evenals de inkomsten; ook zal de verhouding met andere participanten mogelijk verslechteren.

Er ontstaat mogelijk een negatief multipliereffect. Doordat wij onze bijdrage beëindigen, zullen de andere participanten dat waarschijnlijk ook doen. Per saldo kan, door een bezuiniging van € 417.000 voor de gemeente Dordrecht, een totaalaanbod van € 1,3 mln. verdwijnen.

2014 2015 2016 2017

- € 417.000 € 417.000 € 417.000

(12)

Format bezuinigingsopgave Kadernota 2014 Nr: 1.6

Titel voorstel: Bijdrage Wegschap Tunnel Dordtse Kil Portefeuillehouder: J. Mos

Indienende directeur: R. Bosselaar

Programma 2: Leefbaarheid en Stedelijk Beheer.

Op welke doelstelling van dit programma heeft dit voorstel betrekking ? Doelstelling 4: Mensen zijn tevreden over de kwaliteit van de openbare ruimte.

De gemeente Dordrecht draagt jaarlijks ongeveer € 330.000 bij aan de Gemeenschappelijke Regeling Wegschap Tunnel Dordtse Kil.

Dit wegschap beheert en exploiteert de niet-openbare toltunnel onder de Dordtse Kil tussen Dordrecht en

’s Gravendeel en de aansluitende wegverbindingen.

Tot en met 2012 verzorgde afval- en energienutsbedrijf HVC de administratie en treasury-taken voor het Wegschap tegen een zeer voordelige prijs. Met ingang van 2013 is HVC daarmee gestopt.

Dit betekent dat deze werkzaamheden nu intern georganiseerd moet worden. De hogere kosten die dit met zich meebrengt, dient het Wegschap op te vangen binnen hun eigen begroting.

Gezien bovenstaande ontwikkelingen stellen wij voor niet aanvullend activiteiten te beëindigen of het uitvoeringsniveau te verlagen. Wel wordt de GR-brede taakstelling van 1,5%, 3% 4,5% voor de jaren 2014, 2015 en 2016 gevolgd. Het al dan niet indexeren van budgetten staat los van deze taakstelling.

Niet van toepassing.

2014 2015 2016 2017

€ 4.900 € 9.800 € 14.700 € 14.700

(13)

Titel voorstel: Bijdrage Gemeenschappelijke Regeling Parkschap Portefeuillehouder: H.P.A. Wagemakers