• No results found

VLUCHTIGE DENKBEELDEN OVER EENE REORGANISATIE DER VESTINGART1LLER1E.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VLUCHTIGE DENKBEELDEN OVER EENE REORGANISATIE DER VESTINGART1LLER1E."

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VESTINGART1LLER1E.

Op een oogenblik waarin , naar het schijnt, met kracht de hand zal ge- slagen worden aan de reorganisatie onzer strijdkrachten , kan het wellicht cenig nut hebben wanneer uit den boezem van het leger stemmen opgaan om de aandacht op beslaande leemten te helpen, vestigen. De schrijver van dit opstel, overtuigd van de juistheid der meermalen gemaakte opmerking dat wij , tot eene behoorlijke verdediging onzer talrijke vestingen en stellingen , meer vestingartillerie zullen behoeven , dan waarover kan beschikt worden , wenschl in de onderstaande regelen aan te loonen hoe, volgens zijne bescheiden meening , eene betrekkelijk geringe uitbreiding der vestingartillerie (1), tloor wijziging der beslaande organisatie , tevens dienstbaar zou kunnen gemaakt worden tot het verhoogeri van den graad harer geoefendheid , tot het op- wekken van den militairen geest, en wellicht tot bevordering der vrijwillige dienstneming.

Gelijk bekend is , bestaat onze vestingartillcrie tegenwoordig uit drie regi- menten, elk tellende 13 kompagniën en eene depötkompagnie; alzoo te zamcn:

59 kompagniën en 3 depolkompagniën. Die 42 kompagniën vestingarlillerie zijn over niet minder dan 17 garnizoenen (2) verspreid. In naam zijn bij den staf v i j f , bij de detachementen waar een hoofdofficier bevel v o e r t , drie kompagniën aanwezig (3); maar in de werkelijkheid is dit niet geheel j u i s t , want zoowel de staf als de gedetacheerde gedeelten moeten veelal kleine detache- menten verstrekken, en daar nu drie kompagniën al een heel gering effecliet

( 1 ) De uitbreiding, die voor de vestingartillerie verlangd w o r d t , bedraagt omstreeks het i/, van het tegenwoordig organiek cijfer; een eisch die, naar wij vertrouwen, niet te hoog zal bevonden worden. Het alsdan verkregen cijfer maakt den grondslag uit der ontworpen organisatie.

(2) 1ste Regiment vestingartillerio: D e l f t , 's-Hage, Helder, Amsterdam, N a a r d e n , Briellc, Hellevoetsluis; 2de reg.: Breda, 's Bosch, Bergen op-Zoom , Gorcurn, Zutphen; 3de reg. : Nij- megen, Venlo, Maastricht, Vlissingen , Groningen.

(3) Door de verplaatsing van twee kompagnign vestingartillerio van Gorcum naar Zutphcn is thans eone uitzondering op den regel ontstaan.

(2)

liubben, laai liet zich begrijpen dat, na aftrek der andermaal gcdulaeheerdcn, er maar weinig overschiet. Daarbij komt dan nog dat de school tol opleiding van onderofficieren en korporaals , die elk j a a r , van 1 Oclober tot l April , bij den staf des regiments gehouden w o r d t , nog weer een aantal korporaals en kanonniers tijdelijk aan den dienst o n t t r e k t , zoodat er Urn slotte gedurende de wintermaanden, in den regel, zoo weinig personeel overblijft, dat, wanneer men daarvan de op wacht trekkende manschappen — wier aantal nogtans zooveel mogelijk beperkt wordt — zoomede cenige geèmployeerden a f t r e k t , het nihil zeer benaderd w o r d t , waardoor alzoo gedurende de zes winter- maanden , de oefeningen , zoo van het kader als van de kanonniers , geheel onbeduidend zijn.

Met l April keeren de scholieren — de meesten met bevordering — weer bij hunne kompagniën terug, en die maand wordt dan gewoonlijk besteed tot het in orde brengen der exercitiebatterij. Van Mei tot October zijn de lotelingen onder de wapenen; hun recrutentijd duurt omstreeks drie maanden, waarna zij bij de geoefenden overgaan en , gedurende de twee overblijvende maanden , nog zooveel doenlijk bekend gemaakt worden met den practischen inwendigen- en garnizoensdienst en de werkzaamheden in arsenalen, geschut- én kogelparken. Men kan genist zeggen dal overal bij de veslingartillerie met den geheel ongenoegzamcn oefcningstijd der miliciens gewoekerd w o r d t , maar dil belet niet dat de lotelingen meestal huiswaarts keeren, zonder een flauw denkbeeld te hebben van den werkkring van den artillerist in oorlogs- tijd , want van praclische oefeningen is in de garnizoenen der vestingartillerie geen sprake m e e r , sedert hierin , zoogenaamd , door het k a m p van Waals- dorp wordt voorzien. Over dat kamp van Waalsdorp zou veel te zeggen zijn ; genoeg zij hel voor het oogenblik dat elke kompagnie veslingartillerie eens in de drie of vier jaren daar heengaat, en er omstreeks 20 dagen ver- blijft. In stede alzoo dat men als regel kan doen gelden dat de vesting- artillerie jaarlijks practische oefeningen uitvoert, terwijl de lotelingen onder de wapenen zijn, bepaalt alles zich tot een verblijf van 3 weken , om de drie of vier j a r e n , in een kamp dat wij, naar de door ons opgedane onder- vinding oordeelende, noch voor den officier, noch voor het k a d e r , noch voor den kanonnier als bijzonder leerzaam durven roemen.

In de vestingen hebben , gelijk wij zooeven opmerkten , zelden of nimmer oefeningen van practischen aard plaats. Van het opwerpen en wapenen van batterijen en hel vervaardigen van buskruidmagazijntjes, van het wapenen der vesting tegen een onverhoedschen aanval (t), van het schieten met scherp, het doen van bom- en granaatworpen uil de mortieren en het waarnemen der verkregen uilwerking , van het aanmaken der onderscheidene munitiën ,

(l) Do lezer weet dat de tegenwoordige Minister van Oorlog, door het uitvaardigen van den last tot het in elke vesting in staat van verdediging brengen van een gedeelte der werken, in eene sedert jaren ten eenenmale verwaarloosde oefening hooft voorzien op eene wijze, die algemeen en in meer clan een opzicht. op prijs wordt gesteld.

(3)

II

en het uitvoeren van zoovele andere nuttige zaken , welke men bepaaldelijk moet verricht hebben om er zich een denkbeeld van te kunnen vormen, is in de vestingen bijna nimmer quaeslie, en slechts bij zeer enkele gedeelten van liet w a p e n , heeft ook de vestingartillerie haar deel aan de gecombineerde zomerexercitiën.

Wij mogen niet verzuimen op Ie merken dat in vele van de tegenwoordige garnizoenen der vestingartillerie het houden van practische oefeningen be- paaldelijk door gemis aan daartoe geschikt terrein belet wordt; evenwel kan deze omstandigheid niet voor alle standplaatsen als verschooning worden aange- voerd, en het ware dan ook te wenschen dat daar waar de mogelijkheid beslaat, jaarlijks door de vestingartillerie werkdadige oefeningen wierden gehouden.

Ontbreekt de gelegenheid in het garnizoen, dan zende men zoodanig gedeelte van het w a p e n , even als de mineurs — en liefst met deze v e r e e n i g d — j a a r - lijks voor een niet te korten lijd naar het. kamp. Voorts wenschen wij in overweging te geven, in hoeverre samentrekking van meer personeel in een kleiner aantal garnizoenen, voor de veslingartillerie, die thans over 17 garni- zoenen verdeeld i s , zou kunnen plaats hebben. Wat dezen eisch betreft , erkennen wij gaarne dat het gemakkelijker is dien te stellen clan daaraan in alle opzichten te voldoen , rnaar toch hopen wij aan te loonen dat in deze richting een grooten stap kan gedaan worden, in verband met de straks be- doelde uitbreiding der veslingarlillcrie.

Wij hebben thans 42 kompagniën vestingartillerie, die in tijd van oorlog , gelijk men weet, kader verstrekken moeten aan 12 kompagniën artillerie- schutterij. Wij wenschen dal aantal kompagniën met 6 — waarvan 2 torpedo- kompagniën — Ie vermeerderen, en de dan te verkrijgen 48 kompagniën, met afschaffing der regimentslbrmatic, gelijkelijk te verdeelen over 6 bataljons veslingartillerie en 2 bataljons kustarlillerie, te zamen 8 bataljons, elk gefor- meerd als volgt:

Formatie van e.en bataljon vesting- of kustartillerie, beslaande uil den sta/' en zes kompagniën.

Staf. Officieren. Troepen.

Kolonel of L u i t . - k o l o n e l , kommandant 1 Majoor l Kapitein-adjudant 1 Luitenant-instructeur 1 Luitenant-kwartiermeester 1 Officier van gezondheid 1ste of 2de klasse l

Adjudant-onderofficier 1 Sergeant-majoor vuurwerker 1 Stafhoornblazer 1

Schrijver l

Transporteren. . . . C

(4)

Transport fi Mr. Kleermaker

Mr. Schoenmaker Kompayniën.

Kapiteins f>

1ste Luitenants 9 2de Luitenants 9 Sergeanten-majoor

Sergeanten

Fouriers , Korporaals

Iloornblazers

/ l sic klasse Richters. . . . Vrijwilligers ) » » Vuurwerkers..

Kanonniers / „ .

Miliciens , . . . .

6 48 C

%8 12 30 30 120 630 Sterkte van een bataljon vesting- of kustartillerie : 30 936 Dat het nieuw in toepassing te brengen verdedigingsmiddel, de lorpedo's, een eigen personeel vereischt, zoodra een of meerdere modellen definitief zullen zijn aangenomen , zal wel geene uiteenzetting behoeven. Met het oog op de vrij talrijke vaarwaters, die zullen moeten worden afgesloten, schijnen twee kompagniën wel noodig. Deze kompagniën behoorcn eigenaardig elk tot een der beide bataljons kustarlillerie, die alsdan maar 5 kompagniën eigen- lijke artilleristen tellen , eene sterkte die met de nader aan te geven bestem- ming dezer bataljons toereikend kan geacht worden.

Aan de balaljonsformatie wordt, voor de veslingartillerie, verreweg de voorkeur gegeven boven de regimentsformatie. Bij de tegenwoordige formatie toch voert wel is waar de kolonel het bevel over het geheele regiment, maar uit, den aard der zaak zijn het de kommandecrende officieren der detache- menten , d i e , als ter plaatse aanwezig, alleen volkomen bekend kunnen zijn met hel personeel van het gedetacheerde gedeelte, en op wier rapporten dus wordt afgegaan. Wij zijn uit dien hoofde van oordeel dat de regimentsfor- malie, bij eene verspreiding van het korps over vier of meer garnizoenen, zooals tegenwoordig plaats heeft, wel aanleiding geeft tot veel en aanhou- dend geschrijf, maar in geen enkel opzicht wezenlijke voordeelcn oplevert.

Te meer schijnt de formatie in bataljons aanbeveling (e verdienen wanneer elk bataljon zooveel mogelijk in zijn geheel vereenigd blijft, 't geen wij, in overeenstemming met het vroeger door ons aangevoerde , in bel belang der oefening zeer wenschelijk zouden achten. Voorts zou die formatie, gelijk uit het bieronder opgenomen vergelijkend overzicht blijkt, eene kleine bezuiniging op het personeel der administratie en der geneeskundige dienst

I I I . S. 11. D. N'. 9. 5

(5)

ten gevolge liebbeu. Vua de samentrekking der vestingartillerie in 8 , in stede van 17 garnizoenen , verwachten wij eindelijk nog andere voordeden:

de chef, die zijn geheele korps voortdurend onder de oogen heeft, kan meer tot in de kleinste bijzonderheden niet de behoeften van den troep be- kend zijn en kan in alle opzichten geheel aansprakelijk gesteld worden voor de oefening en den militairen geest zijner ondergeschikten , iels dat thans in billijkheid niet kan geschieden (1); door het samenzijn met andere wapens wordt de gelegenheid tot gemeenschappelijke oefeningen meer algemeen geopend, de band tusschen de onderscheidene wapens nauwer toegehaald , het garni- zoensleven , vooral ook voor de officieren , veraangenaamd en op het moreel van allen denkelijk een gunsligen invloed uitgeoefend. In garnizoenen, waar veel troepen van hetzelfde korps in ééne kazerne zijn gehuisvest, kan men bovendien de gezelligheid binnenshuis verhoogen , de wachtdiensten zijn er minder drukkend , en door dit een en ander kan men er almede toe bijdragen orn de vrijwillige dienstneming , in spijt van de zich steeds uitbreidende in- dustrie, te bevorderen.

Even als d i t , sedert een aantal jaren, met geheel hel leger het geval is, is ook de vestingartillerie onoordeelkundig over het land verspreid en zouden de tegenwoordige regimenten, bij een uilbrekenden oorlog, niet weinig uit hun verband moeten gerukt worden. Is de vestingartillerie eenmaal in bataljons ingedeeld, dan schijnt de mogelijkheid te bestaan, die bataljons, in den regel zonder detacheering van onderdeden, zoodanig te plaatsen dat, terwijl reeds in vredestijd elk onderdeel met zijne bestemming in lijd van oorlog bekend is , die bestemming in een kort lijdsverloop kan bereikt worden. De onder- staande emplacementen zouden b.v. aan de vestingartillerie kunnen gegeven worden :

l bataljon vestingart. voor de Amsterdamsche linie, standplaats Amsterdam;

\ id. id. voor de Ulrechlsche linie , standplaats Utrecht;

l id. id. voor de Ussel- en Grebbc-linie, standplaats Zutphcn of Deventer ;

1 id. id. voor de posilie Groningen-Delfzijl, standplaats Gro- ningen ;

2 id. id. voor het zuidelijk frontier, standplaatsen Nijmegen en 's-Bosch of Breda ;

i id. kustartillerie voor de positie van den Helder , standplaats Helder;

l id. id. voor de defensie der kusten van Zuid-Holland en Zeeland ; standplaats Vlissingen ;

Wij geven deze indceling voor hetgeen zij is : eerie proeve om aan te toonen hoe de bestaande toestand, naar onze zienswijze , te verbeteren is; geenszins

(1) Wij herinneren hier om der curiositeitswillo dat de kommandant van het 3de regiment

•vestingartillerie te Nijmegen gestationneerd is , terwijl zijne drie hoofdofficieren bevel voeren respectievelijk te Groningen, Maastricht en Vlissingen. De kolonel voert alzoo over zijn korps briefwisseling met vier Bevelhebbers !

(6)

als een ontwerp dat wij niet voor volmaking vatbaar achten (1). Wij merken hierbij nog op dal, wanneer de noodzakelijkheid mocht blijken dat sommige vestingen , ook in lijd van vrede, hetzij tijdelijk , hetzij p e r m a n e n t , eenig arlilleriegarnizoen behoefden, het nuttig zou kunnen zijn de bepaling te maken dat elk bataljon niet meer dan ecne kompagnie , en voor niet langer dan een half jaar , zou mogen detachecren. Op die wijze zouden nog altijd als minimum b kompagniën bij elkander gehouden worden, en zou, bijaldien delacheering noodig was, deze regelmatiger en zeer zeker ook billijker plaats hebben dan thans over het algemeen het geval is.

Als voorschrift, waaraan voorldurcnd de hand zou moeten gehouden worden, zou vaslgesleld kunnen worden dal de verschillende bataljons des winters op het papier, des zomers op het terrein, zooveel mogelijk wierden bekend gemaakt met de stelling, welke zij in oorlogstijd moeten helpen verdedigen. Bij de zomcroefeningen zou het wapenen en ontwapenen van vestingfronten, forlen en poslen eene voorname rol moeten spelen, terwijl die bataljons, welke in hunne garnizoenen geene belangrijke wcrkdadige exerciliën zouden kunnen uitvoeren, met dat doel, jaarlijks minstens voor eene maand, zouden moeten kampceren.

Het op de volgende bladzijde voorkomend overzicht geeft gelegenheid de tegenwoordige formatie met de voorgestelde te vergelijken :

(l) Zoo moet het b.v. oppervlakkig bevreemding wekken dat de positie Groningen-Delfaijl eeno even sterke artilleriebezetting ontvangt als de Utreohtsohe of de Amsterdamseho linie. Dit zal natuurlijk in oorlogstijd niet het geval zijn , en een gedeelte van het Groninger-bataljon zal dan overgebracht kunnen worden naar de reduitstellingen des lands. Wij hebben er naar gestreefd twee beginselen zooveel mogelijk te vereenigon: het bijeenhouden van geheele bataljons en het reeds in vredestijd bezetten der Ie verdedigen positie'n. Die beginselen geheel te rijmen is niet wel uitvoerbaar; en men moet dus trachten ze zooveel Mogelijk te doen overeenstemmen , met andere woorden, de volmaaktheid zooveel doenlijk op zijde te streven.

(7)

Sterkte der vestingartilkrie.

Rangen en graden.

Luitenant-kolonelB , ... .

1 Instructeur. . . . . . Kapiteins j Ma,eriee,

. ( Instructeur. . . , l.te Luitenant,. \ Kompagnii!a . . . ( Instructeur. . . . 2de Luitenants. \ Kompa{,niën , ] _ Kwartiermeesters. \ LuFtenanls' \ '.

Kapitein Admin. van Kleeding. . . ( 1ste klasse..

Officieren van gezondh. ï 2de id.

( 3de id.

Adjudanten-onderofficier

Sergeanten-majoor vuurwerker,. . . Schrijvers. , > . . . Mr. Kleermakers,

M r . Schoenmakers. . . . . Sergeanten-majoor

Sergeanten. . .

Korporaals * . . . Hoornblazers

( Vrijwilligers S '°te kl' ' Kanonniers.] ( 2de »

( Miliciens

Te zamen. , .

öij de thans bc- in 3 regimenten van 14 kompag- niën.

Officieren

3 8 g 3 3 9 42

B

63

63 3 8 3 8 3 3

213 Troepen.

3 3 3 9 3 3 42 887 42 327 84 378 696 4276

6195

Bij de voorgestelde taljoos van 6 kom- pagniün.

Officieren

4 4 8 8

» 48 4 72 4 72

» 8

» 4 4

240 Troepen.

Verschil.

Meer

,-~ ^Wfc- ' • — -™~— ~

Officieren

1 1 2

ï "

)

8 S 8 8 8 8 48 384 384 96 480 960 6040

7488 13 13

S

X

B

35

Troepen.

Minder

Officieren

;

»

1 , { ^ * j

»

»

3 v 3 i i ' S Ss

E

e

6 87g S7 12 109 264 708

1294 8

Troepen.

» u w

1

Bij den eersten oogopslag ziet men uit dit vergelijkend overzicht dat de voor- gestelde formatie, vooral met betrekking tot het aantal officieren, geene buiten- sporige eischen bevat. Want terwijl het personeel met C kompagnien, of liever met 1293 m a n , uitgebreid w o r d t , telt de nieuwe formatie niettemin 1 kapitein der artillerie, l officier der administratie en l officier van ge- zondheid minder, en slechts 4 hoofdofficieren, 13 eerste en 13 tweede luite- nants meer; alzoo eene vermeerdering van 27 officieren. De indeeling van twee hoofdofficieren per bataljon komt wenschelijk v o o r ; in vredestijd kan dan alles wat de instructie betreft meer in het bijzonder onder het onmid- dellijk toezk-.ht van den majoor gesteld worden, om welke reden dan ook geen kapitein- maar een luilenant-instructeur per bataljon is uitgetrokken , terwijl het geheele aantal hoofdofficieren geenszins te groot is tot het voeren van het bevel over de artillerie in de vestingen en stellingen (1).

(1) Men vergete niet dat het materieel der artillerie in de vestingen en positiën ook kommandanten vordert. Onzes inziens is de kommandant van hot bataljon als van zelf de aangewezen persoon om

(8)

551

Wat de 9 tlians bestaande kapiteins adjudanten voor hel materieel betreft, moeten wij gulweg — en op het gevaar af van voor een enfant terrible door te gaan — verklaren dat die formatie altijd op ons den indruk teweegbrengt alsof zij eenig en alleen in het leven is geroepen om het aantal kapiteins in vredestijd te vermeerderen. De betrekking van adjudant voor het materieel i s , inzonderheid in vredestijd, geene kapiteinsbelrekking, en zij wordt dan ook, overal waar artillerie garnizoen h o u d t , dooreen luitenant vervuld. Wordt een luitenant der artillerie, die de eene of andere speciale betrekking ver- v u l t , tot kapitein benoemd, ook dan wordt gewoonlijk, in zijne plaats, een ' l u i t e n a n t naar het Eldorado gezonden en de nieuw aangestelde kapitein is dik- wijls eerst reisvaardig juist als het tijdstip daar is waarop hij met het bevel over eene kompagnie wordt belast. Hieruit blijkt dan ook dat het krijgsbe- s t u u r de waarneming der betrekking van adjudant voor het materieel, terecht, geenszins als eene condilio sine qua non voor den kapiteinsrang beschouwt — trouwens de meeste oflicieren der artillerie hebben haar als luitenant reeds vervuld — en het is niet moeilijk uit dit alles tot de gevolgtrekking te komen dat de a d j u d a n t u u r voor het materieel overal en ten allen tijde door luite- nants kan worden waargenomen, en dat dit zelfs , wanneer hel beurtelings geschiedt, zeer nuttig voor de luitenants rnag genoemd worden (1)

Op het personeel der militaire administratie hebben w i j , in weerwil der uitbreiding van hel wapen , eene vermindering voorgedragen. Bij de regi- menten vestingartillerie zijn thans een kapitein- en een luilenant-kwartier- meester — deze laatste is geheel overbodig — en bovendien een kapitein administrateur van kleeding ingedeeld; bij een bataljon zal de administratieve dienst, met inbegrip der functiën van administrateur van klceding, zeer goed door een luitenaut-kwarliermecster k u n n e n worden waargenomen, te meer daar de bataljons, volgens onze v o o r s t e l l e n , in den regel vereenigd zijn in één garnizoen. Wij komen daardoor lol eene vermindering van G kapiteins (3 kwartiermeesters, 3 administrateurs van kleeding) en eene vermeerdering van S luitenanls-kwartiermeesler, eene niel Ie verwerpen bezuining aan Irac- temenlen opleverende.

Aangezien hel nut van rfepoikompagniën bij vestingartMcrie, bij eene wapen- soort alzoo, die in oorlogstijd in de vestingen achterblijfl, ons niet recht

het bevel te voeren over het materieel, behoorende tot de geheele positie. Is de chef van het personeel der artillerie tevens chef van het materieel, dan worden vele moeilijkheden voorkomen , die zich vroeger, o. a. bij het bestaan der plaatselijke artilleriekommandanten , voordeden, en zal de dienst in het algemeen het meest gebaat worden. De werkzaamheden van den bataljonskom- mandant zijn dan echter veelvuldig, en wel mag hem dus een hoofdofficier toegevoegd worden , die, al wat de instructie betreft, onder de leiding des chefs, tot in bijzonderheden regelt en onderzoekt

(1) Vergissen wij ons niet, dan zijn de 12 kapiteins-instructeur en adjudanten voor het materieel bij de vestingartillerie bestemd om, in oorlogstijd, te worden belast met het bevel over de I2kom- pagnien artillerieschutterij. Daarin ligt opgesloten dat in oorlogstijd geene kapiteins met het waar- nemen der betrekking van adjudant voor liet materieel worden belast.

(9)

hel oefenen der rekruten behoeft men overigens geene depotkompagnie; dit zal immers ullijd gevoegelijk bij den staf van het bataljon kunnen plaats hebben.

De formatie der kompagniën, die zeer doeltreffend schijnt, heeft als eenige verandering ondergaan eene vermeerdering van het aantal vrijwilligers van 23 op 30. De verhouding van het aantal kanonniers vrijwilligers Istc klasse tot dat der 2de klasse wordt dan van 9 en 16, gebracht op 10 en 20. Tevens zouden wij dan wenschen dat de bevordering tot kanonnier 1ste klasse, die voorzeker wel in het leven zal zijn geroepen tot emulatie, niet langer plaats' had naar ancicnnetcit, maar naar bekwaamheid. Men zou de kanonniers 1ste klasse k u n n e n onderverdeelen in Richters en Vuurwerkers, die als zoodanig behalve de strepen een klein distinctief zouden erlangen, b.v. de richters twee roode gekruiste kanonnen , de vuurwerkers een roode granaat op den linkcr- bovenarm. Bij liet ontstaan eener vacature zou de kanonnier invallen, die bij een vergelijkend onderzoek de meeste blijken kon geven van bekwaam- heid , hetzij in het richten der onderscheidene vuurmonden , of wel in de vervaardiging van ernslvuurwerken. Op die wijze zou de benoeming tot kanonnier 1ste klasse in waarheid eene onderscheiding zijn , de ijver zou daardoor meer opgewekt worden, en men zou ten allen tijde bij elke kom- pagnie eenige kanonniers bezitten , van welke men de zekerheid had dat zij bekwaam wareu in eene der beide hoofdverrichtingen van den vestingartillerist.

Een getal van 30 vrijwilligers per kompagnie , zoo als door ons is voor- gedragen, mag slechts als een m i n i m u m beschouwd worden. Vergelijkt men de tegenwoordige verhouding van 23 vrijwilligers op 105 miliciens per kom- pagnie vestingartillerie, met die bij ecnc kompagnie m i n e u r s , waar men 73 vrijwilligers op 100 miliciens aantreft, dan is de vestingartillerie, opvallend in het nadeel. Nu is het waar dat jaarlijks een zeker aantal mineurs bij werken , die onder het toezicht der genie uitgevoerd worden , gedetacheerd wordt; maar dit aantal is betrekkelijk zeer gering, terwijl voorts wel niemand beweren zal dat het gemakkelijker is een goed artillerist dan een goed mineur Ie vormen , zoodat ons die verhouding van slechts 23 vrijwilligers op 103 lolelingen alles behalve gerechtvaardigd toeschijnt.

Men zou ons hier de tegenwerping k u n n e n maken dat het weinig baat de cijfers op het papier te verhoogen , daar het nu reeds niet mogelijk is het verlangde aantal vrijwilligers te verkrijgen. Toegegeven , wanneer er namelijk niets meer gedaan wordt dan in de laatste jaren om de vrijwillige dienst- neming te bevorderen ( I ) . Wordt echter alles beproefd en aangewend wal mogelijk is , dan gclooven wij stellig dat de vermindering zal o p h o u d e n . Tot de eerste maatregelen brengen wij het werven naar verkiezing voor 3 , C en

(l) Vooral onder het bestuur van den vorigen Minister van Oorlog is het aanlal ontbrekende vrijwilligers aanmerkelijk toegenomen. Dat cijfer bedroeg namelijk m 18G3 4337, in 1861 <8H en in 180» 801)5.

(10)

12 jaren , rncl premie naar evenredigheid, en voorts het openen van vooruit- zichten voor militairen die 18 en 24 jaren hebben gediend; die vooruit- zichten kunnen voor eerslbedoelden bestaan in het toezeggen van eene rijks- belrekliing (b.v. aan de staatsspoorwegcn , wier exploitatie wellicht weder aan het Kijk zal komen , of wel als fortwachter, commies, enz), en voor hen die 24- jaren dienst hebben in het vcrleenen van een billijk pensioen.

Het bespreken der werving niet het onderwerp van dit opstel uitmakende, stappen wij daarvan af, n a , gelijk wij vermeenen , aangetoond te hebben dat er nog maatregelen tot aanmoediging van het vrijwillig dienstnemen be- staan , welke tot heden niet beproefd zijn. En toch geldt het hier waarlijk wel eene z a a k , waaromtrent alles verdient beproefd te worden , wat maar ecnigszins kans van welslagen belooft.

Door de bovenomschreven reorganisatie gelooven wij dat de vestingartillerie eene groote schrede voorwaarts zou doen en deze wapensoort, wier belang- rijkheid , vooral voor ons l a n d , door de omwenteling in het krijgswezen zoo- zeer is toegenomen , zeer in gehalte zou kunnen winnen. Wij hebben ons geheel onthouden van hel doen van voorstellen met opzicht tot de andere onderdeden van het wapen der artillerie, niet omdat die onderdeelen, naar onze overtuiging, geenc hervorming zouden moeten ondergaan, maar omdat aan deze aangelegenheid reeds in N". 8 van den vorigen jaargang van dit tijdschrift, door een onbekenden schrijver een uitvoerig betoog gewijd is, de hervorming der rijdende artillerie in veldartillerie tot onderwerp hebbende;

een betoog dat vele goede en nieuwe denkbeelden bevat en lot heden , voor zoover ons bekend i s , niet wederlegd is geworden. Daarheen nemen wij dan ook ten slotte de vrijheid den lezer, die ons tot hiertoe geduldig gevolgd heeft, Ie verwijzen.

l b September 18üfl.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bedrijven hebben binnen Europa teveel te maken met verschillende regels waardoor innovatie moeilijk van de grond komt.. Daarmee dreigt Europa op het gebied van innovatie de boot

Gerrit Krol, De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels.. Een goede roman is autobiografisch. Niet door de gebeurtenissen die erin beschreven worden, maar als verslag van de

Welnu, in dit opzicht heeft Tim zich getoond een karakteristieke vertegenwoordiger van wat de doorsnee-Nederlauder zich van de Groninger pleegt voor te

Statements of Generally Accepted Accounting Practice (GAAP): International Financial Reporting Standards for Small and Medium-sized Entities (IFRS for SME’s). August

lengte meestal goed maar vorm nogal variabel, soms sterk geschouderd, soms vrij buikig, het steeleind is vaak verdikt; hals vaak erg lang; kleur goed; vaak grof geribd; veel

’t Kan zijn op de middag of als reeds bij ’t dalen de zon ’t west verguldt met haar gloedrode stralen, dat Jezus Zijn grens stelt aan ’t zwoegen en dwalen Zijns volks, en

G eneric project management knowledge, skills and processes apply to all projects, albeit some to a larger and some to a lesser degree, depending on the characteristics of the

One of the most brilliant examples regarding a conception of knowledge and a comprehensive understanding of the place of knowledge and its dissemination in and