HET NATIONALISME
p. 32-43
Instap/Actualiteit
Koppen reportage: Vlaams-nationalisme is weer hip (03/03/2011)
Vlaams-nationalisme is weer hip
postnationalisme? nationale staten verliezen bevoegdheden aan supranationale instellingen vb. EU
1
Oorsprong en verspreiding
• Verlichting ‘vrijheid van het volk’
• congres van Wenen beknot zelfbeschikking van de volkeren
• Franse revolutie en Napoleon bron1b en bron 2: interne cohesie vergroot o.i.v. een gemeenschappelijke vijand
Doel en middel
Vrije ontplooiing van een volk/natie
Volk en staat vallen samen
Via overleg of via een opstand
3
4
a. Welke kenmerken zijn typisch voor een volk?
Bron 4 en 5
• taal
• godsdienst
• gewoonten/tradities/cultuur
• gemeenschappelijk verleden/geschiedenis
• nationalisme: groep mensen die sterk het gevoel hebben samen te horen en eigen staat wensen
Concretisering van nationalisme
5
Concretisering nationalisme
‘ingebeelde gemeenschap’ Anderson: een nationale identiteit scheppen door te verwijzen naar een ver verleden, symbolen, rituelen, vlag, volkslied, nationale held, zangfeest.... bron 16
vb. H. Conscience: heroïsche interpretatie van de Guldensporenslag in de 19de eeuw
nationale imagebuilding door natiestaten in 19de eeuw
1. een nationaal verleden: bewijsmateriaal voor de noodzaak van nieuwe natiestaat:
historische romans, toneel, schilderijen, onderwijzen van de nationale geschiedenis 2. een nationale publieke ruimte : straatnamen,
pleinen, monumenten
3. een symbolische publieke ruimte: vlag, volkslied, nationale feestdag, postzegels,...
7
8
b. Wat is het verschil tussen een volk en een staat?
• volk = natie = groep mensen met dezelfde taal, tradities, geschiedenis
• natiestaat = het volk heeft een officiële, internationale erkenning gekregen van haar autonomie en leeft op haar grondgebied met duidelijke grenzen onder een soeverein gezag
c. Soorten nationalisme en gradaties
natiestaat-nationalisme, civiel of staatsnationalisme
iedereen binnen de grenzen van een land maakt deel uit van de natie
open vorm/inclusief
geen doorslaggevende rol voor etniciteit, ras of religie
Engeland, Frankrijk, Spanje, Zweden
etnisch nationalisme, etnonationalisme, volksnationalisme
doorslaggevende rol van etnische afkomst, gemeenschappelijke taal en geloof
exclusief
9
c. Soorten nationalisme en gradaties
middelpuntvliedend middelpuntzoekend
c. Soorten nationalisme en gradaties
middelpuntvliedend
wanneer een bepaalde groep zich losmaakt van een andere groep via overleg of strijd
vb: het Zuiden scheurt zich af van het VKN en roept in 1830 de onafhankelijkheid uit
vb: Tsjechië en Slowakije worden 2 autonome staten na wederzijds overleg in 1991
vb: bepaalde Catalanen streven naar een afscheuring van Spanje vandaag
bron 11 en 12
middelpuntzoekend
een volk verspreid over de landsgrenzen van verschillende staten streeft naar éénmaking vb: Duitse éénmaking o.l.v. Bismarck vb: Frankrijk, Engeland
vb: het streven van de Koerden naar een eigen staat
11
12
c. Soorten nationalisme en gradaties
patriottisme racisme, volkerenmoord
c. Voorbeelden etnische ontmenging
• Na WOII
• 1944-1945 het verdrijven van miljoenen etnische Duitsers uit niet-Duitse landen zoals Rusland, Hongarije, Polen, Joegoslavië enzovoort - etnische zuivering
• Joden verlaten midden-en Oost Europa en trekken naar de VSA of Israël
• 500 000 etnische Oekraïners verlaten Polen en trekken naar Oekraïne
• Na implosie Sovjet-Unie en Joegoslavië
13
voordelen nationalisme
• internationale en harmonie stabiliteit
• grote interne solidariteit : vergemakkelijkt inkomensherverdelingprogramma’s (sociale zekerheid)
• Natiestaat: dezelfde taal, culturele gebruiken, dezelfde normen en waarden
• Weinig conflicten
• Eensgezindheid over ethische grondprincipes waarop de staat moet berusten
falen van de multiculturele samenleving?
• discriminatie
• falend beleid van Europese regeringen
• etnische eilanden
• beperkte aanpassing van migranten aan de nieuwe cultuur en economie
• moslimmigranten plooien terug op eigen identiteit op religieuze basis
• heropleving etnonationalisme: toenemend belang van identiteit en eigenheidvan een volk in een multiculturele wereld (interview Mark Elchardus in Knack, oktober 2021)
15
16
De staat Het
staatsgezag Soorten staten
Bron 19-20-21
17
Soorten staten bron 21
• nationale staat
• unitaire staat/eenheidsstaat: natie bestaat uit één grondgebied waarop één homogene bevolking woont die één officiële taal spreekt en door één centraal gezag bestuurd wordt.
• federale staat/bondsstaat: natie bestaat uit een grondgebied met een heterogene bevolking. In deze staat krijgen deelstaten veel bevoegdheden. De deelstaten blijven aan elkaar verbonden (gefedereerd) door een sterk overkoepelde (federaal) bestuur. vb: België
• confederale staat/statenbond: er is geen sprake meer van één echte natie; verschillende onafhankelijke naties leggen in een verdrag vast dat ze een beperkt gemeenschappelijk beleid zullen voeren
e. Verruimde inhoud natie/nationalisme
• 19de eeuw: nationalisme als emanciperende en vredelievende kracht
• 2de helft 19de eeuw: nationalisme evolueert in agressieve en racistische richting
• 20 ste eeuw: illustratie van de uitwassen van etnonationalisme
• vandaag: een nieuwe drager van waarden en een gemeenschappelijke ideologie in een geseculariseerde samenleving
19
20
Reflectie
• het nationalisme als positieve kracht
• het nationalisme als negatieve kracht
• het nationalisme als abstract begrip
• het nationalisme als nieuwe religie in een geseculariseerde samenleving
• gesloten etnisch nationalisme leidt tot meer armoede, isolement, haat, oorlog, xenofobie voor de ander, terugplooien op de eigen groep?
• in de 19de eeuw bouwen nieuwe natiestaten een nationale identiteit op (nationaal verleden, nationale publieke ruimte en symbolische publieke ruimte creëren)
Enkele
uitspraken om over na te
denken...
‘De revival van wijkkermissen is te verklaren door de toenemende globalisering’
‘Natiestaten leiden tot internationale harmonie en interne solidariteit’
‘Enkel de leerlingen uit het centrum van Londerzeel mogen lid zijn van de leerlingenraad.’
‘Nationalisme is een neurotische afwijking van de moderne samenleving, het collectieve equivalent van infantilisme en bovendien ongeneeslijk’
21