• No results found

Beantwoording technische vragen D66 en VVD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Beantwoording technische vragen D66 en VVD"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Beantwoording technische vragen D66 en VVD

Agendapunt 5.2 Inzet couleur locale 2019 Algemene raadscommissie 9 oktober 2018

Vragen D66 mevrouw Broerse,

1. Heeft u een overzicht over de van de duurzame uitstroom die de inzet van couleur locale sinds 2015 heeft gehad, dit houdt voor ons in: Hoeveel mensen hebben er in totaal mee gedaan aan een traject die moet lijden naar een baan of hebben een opleiding gevolgd en hebben na 12-24 mnd. een betaalde baan?

Antwoord:

Wij hebben geen overzicht van duurzame uitstroom uit de uitkering door de inzet van de couleur locale.

U wilt graag een overzicht van het aantal mensen dat heeft deelgenomen aan een traject of opleiding gericht op participatie en/of re-integratie vanuit de extra inzet hier op. Deze extra inzet is niet alleen vanuit de couleur locale gerealiseerd maar ook vanuit het Investeringsbudget Werk. Dit is een ander budget.

Wij kunnen niet aangeven hoeveel mensen er vanaf 2015 na 12 tot 24 maanden een betaalde baan hebben na de start van hun traject of opleiding. Niet alle ingezette trajecten zijn/waren gericht op duurzame uitstroom via een betaalde baan. De verschillende trajecten zijn met verschillende doelen ingezet. Er zijn ook trajecten ingezet om instroom in de uitkering te voorkomen, ondernemerschap te stimuleren of om een stapje dichterbij re-integratiemogelijkheden te komen. De resultaten van de extra inzet kunt u vinden in de kwartaal/voortgangsrapportages.

Inzet couleur locale

De couleur locale wordt vanaf 2016 ingezet voor ondersteuning van hoogopgeleide vergunninghouders, participatie van laaggeletterden en de uitvoering van de Wet taaleis Particiaptiewet. In 2015 heeft Hoorn de couleur locale niet ingezet (net als de andere 6 Westfriese gemeenten). De couleur locale middelen zijn toen, volgens de toen geldende afspraken, toegevoegd aan het budget voor reguliere re-integratie van bijstandsgerechtigden.

Vanuit de couleur locale zijn tot en met 2017 in totaal 5 hoogopgeleide vergunninghouders begeleid en ondersteund en 75 laaggeletterden gestart met een traject gericht op taal- en digitale vaardigheden.

Daarnaast zijn er 240 dossiers geselecteerd voor de uitvoering van de Wet taaleis Participatiewet. Bij de mensen uit deze groep is een taalmeter en taaltoets afgenomen. In de eerste helft van 2018 zijn er nog 25 laaggeletterden gestart met taal- en digitale vaardigheden.

U bent per brief van 28 juli 2016 geinformeerd over de inzet vanuit de couleur locale. Vanaf 2017 verloopt deze informatie via onze kwartaalinformatie over de extra inzet op re-integratie.

Inzet vanuit Investeringsbudget Werk

In de kwartaalinformatie vanaf 2017 vindt u ook de resultaten van de extra inzet op re-integratie vanuit het Investeringsbudget Werk. In 2015 ontving u een voorstel over deze extra inzet. Deze inzet is gestart eind 2015. In 2016 vond er vervolgens een parallelle sessie plaats met deelnemers aan de verschillende trajecten. Op basis hiervan nam u besluiten over de inzet vanuit het Investeringsbudget Werk vanaf 2017. U besloot toen om een aantal trajecten voort te zetten tot en met 2018. Los hiervan besloot u in 2016 om vanuit dit budget ook tot en met 2018 in te zetten op banen in de horeca en in de bouw.

Ook besloot u om een deel van het budget te gebruiken voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen voor ondernemers met een laag inkomen. Daarnaast bleef een deel van het budget beschikbaar voor flexibele inzet voor andere trajecten gericht op participatie en re-integratie.

(2)

Werksessie inzet re-integratie en participatie

In het eerste kwartaal 2019 volgt een werksessie over de inzet op re-integratie en participatie vanaf 2020. Wij willen dan graag met u in gesprek over:

• ontwikkelingen op de arbeidsmarkt;

• voorkomen van instroom in de uitkering;

• stimuleren van (duurzame( uitstroom uit de uitkering;

• verbinding tussen overheid, ondernemers en onderwijs;

• extra inzet op participatie en re-integratie;

• specifieke aandacht voor doelgroepen of juist niet.

2. Hoeveel kosten de verschillende trajecten (zoals aangegeven soorten trajecten 1 t/m 11 in de bijlage Voortgangsrapportage extra inzet op re-integratie eerste helft 2018) per persoon.

Antwoord:

Niet alle trajecten kennen een kostenberekening per persoon. Dit geldt alleen voor de trajecten gericht op een baan in de horeca en in de bouw en voor de trajecten gericht op begeleiding van

(ex)gedetineerden. Bij de andere trajecten zijn de kosten afhankelijk van de groepsgrootte en/of specifieke inzet. Er wordt veel maatwerk geleverd. Daarbij zijn ook niet alle trajecten direct gericht op uitstroom uit de uitkering. Zie antwoord 1. Er zijn ook preventieve trajecten gericht op het voorkomen van instroom in de uitkering (denk aan Zowh@t en begeleiding van nuggers) en trajecten gericht op

participatie (bijvoorbeeld bij CLAS en Coach).

Onderstaand overzicht geeft een beeld van het aantal te realiseren trajecten en de hiervoor beschikbare budgetten:

Trajecten Afgesproken

aantal trajecten

Bijbehorend budget

Trajectprijs

1.Ondersteuning ZZP’ers

 Starters

 Buddy 30

25

70.000 Onbekend

2.Zowh@t voor jongeren 20 50.000 Onbekend

3.Begeleiding voor nuggers 30 50.000 Onbekend

4.Omscholing met baangarantie 50 180.000 Onbekend

5.Motiveringstrajecten voor ouderen 70 50.000 Onbekend

6.Activering CLAS (levensstijl en sport) 5-15 20.000 Onbekend

7.Activering Coach (vrijwilligerswerk) 31 41.800 Onbekend

8.Banen in horeca Frsh0229 max 32 192.000 6.000

9.Begeleiding (ex)gedetineerden Zuivere Koffie) 8 48.000 8.000 10.Hulp aan ondernemers met (dreigende)

financiële problemen MKB Doorgaan 20

24.020 Onbekend

11.Banen in de bouw Espeq 8 54.000 6.750

3. Hoeveel geld is er in 2015-2016 en 2017 overgebleven aan het eind van het jaar, en wat is de verwachting dat er overblijft in het jaar 2018.

Antwoord:

Couleur locale

middelen begroting Werkelijke uitgaven Restant

2015 187.547 - 187.547 2016 209.495 29.183 180.312 2017 242.976 121.793 121.183

(3)

Couleur locale

middelen begoting Prognose Restant

2018 267.666 117.850 149.816

4. Kunt u uitleggen wat het Investeringsbudget Werk inhoudt, hoeveel geld dit is en of dit geoormerkt geld is en door wie dit verstrekt wordt? Is dit bedrag al opgeteld binnen het staatje van punt 7. Financiële consequenties, onder de streep Couleur locale 10%?

Antwoord:

Het Investeringsbudget Werk komt uit het coalitieakkoord 2014-2018 en was gekoppeld aan programma 6 en aan de volgende uitgangspunten:

1. Het is onze ambitie om inwoners zoveel mogelijk hun talent en kracht te laten benutten. Wij zetten alle zeilen bij om mensen naar werk te begeleiden;

• Betere ondersteuning van zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers), bijvoorbeeld door een kwijtscheldingsregeling voor gemeentelijke belastingen in te voeren. Onder voorwaarden wordt het mogelijk om als zzp’er je bedrijf voort te zetten met behoud van uitkering. Wij willen de arbeidscapaciteit van zzp’ers niet verliezen als die er is. Wij onderzoeken of ervaren ondernemers als buddy aan de slag willen met starters en beginnende zzp’ers.

• Wij gaan jeugdwerkloosheid tegen met de inzet van startersvouchers.

• Samen met de arbeidsregio gaan we actief aan de slag met het optimaal inzetten van de Asscher-middelen.

• Wij faciliteren omscholing naar werk waar in de regio vraag naar is.

• Wij willen actief samenwerken met uitzendorganisaties.

2.De inzet op re-integratie moet een duidelijk effect hebben;

3.Wij onderzoeken op welke manier de re-integratie van inwoners die gebruik maken van bijstand versneld kan worden door het aanbieden van vrijwilligerswerk. Randvoorwaarde hiervoor is dat vrijwilligerswerk in de bijstand niet kan leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.

Beschikbaar vanuit het Investeringsbudget Werk: in 2015 incidenteel € 700.000 en vanaf 2016

structureel € 600.000. Dit is in 2017 gewijzigd waardoor er vanaf 2019 structureel € 110.000 beschikbaar is.

Het investeringsbudget Werk staat los van het budget voor de couleur locale. Onder punt 7 Financiële consequentie staan de bedragen couleur locale genoemd. Voor 2019 gaat het om een couleur locale bedrag van € 284.054.

Vragen VVD, de heer Droste:

1. Hoe verhouden de vier genoemde doelgroepen in het meningvormend voorstel zich tot de 11 lopende trajecten die genoemd staan in de voortgangsrapportage?

Antwoord:

In de voortgangsrapportage leest u over onze huidige extra inzet. Dit betreft extra inzet op re-integratie en participatie vanuit de couleur locale middelen en vanuit het Investeringsbudget Werk.

U wordt gevraagd om aan te geven hoe u de couleur locale wilt inzetten in 2019 zodat wij een voorstel kunnen maken over de inzet in 2019. De couleur locale middelen bieden onvoldoende ruimte om alle trajecten voort te blijven zetten. Wij hebben in onze suggesties rekening gehouden met de resultaten van de huidige inzet op trajecten en op ontwikkelingen binnen het bijstandsbestand. Wij zien de noodzaak

(4)

om vooral in te blijven zetten op kwetsbare jongeren, zorgklanten, nuggers, laaggeletterden en vergunninghouders.

Wij zien dat de realisatie van de huidige inzet op ZZP’ers om verschillende redenen achterblijft. Daarom hebben wij dit niet meegenomen in onze suggesties. Ondernemers met (dreigende) financiële problemen kunnen vanaf 2019 door MKB Doorgaan geholpen worden zonder financiële steun vanuit Hoorn. Daarom vindt u dit ook niet terug in onze suggesties. In de praktijk blijkt dat mensen die in de horeca of bouw willen werken hiervoor niet per se een traject nodig hebben om aan de slag te kunnen. Om deze reden hebben wij ook deze trajecten niet meegenomen.

Wij maken na de meningvormende bespreking een voorstel voor de inzet couleur locale 2019. Dit voorstel staat geagendeerd voor bespreking in de commissie van 4 december 2019.

2. De voortgangsrapportage spreekt over meerdere trajecten die achterlopen op de doelstelling, zou het nut van voortzetting van deze trajecten (beter) inzichtelijk kunnen worden gemaakt?

1. ZZP’ers

Starters/ondernemerstraining

Doelgroep: nuggers (niet uitkering gerechtigden) en bijstandsgerechtigden die een eigen bedrijf willen starten en hiertoe ook in staat zijn.

Doel: ondernemers in de dop voorbereiden op ondernemerschap, de kansen op een succesvolle onderneming vergroten en de kans op terugval in de uitkering verkleinen.

Buddytrajecten

Doelgroep: niet bijstandsgerechtigde ondernemers met een bedrijf van < 5 jaar.

Doel: door de “jonge” ondernemer te koppelen aan een ervaren ondernemer, meer vaardigheden bijbrengen zodat de onderneming meer rendement oplevert en een beroep op een ondernemerslening (BBZ) overbodig maken/voorkomen.

2. Jongeren

1. Voormalige praktijkschoolleerlingen

Doelgroep: voormalig leerlingen van de praktijkschool die zijn uitgevallen op hun vervolgopleiding of werk.

Doel: door extra inzet van het project van de Praktijkschool Westfriesland “ZoWh@t” meer jongeren van Hoorn begeleiden naar opleiding of werk. Dit project is een samenwerking van de gemeenten met de Praktijkschool. Er is behoefte aan meer plekken.

Door de inzet van extra middelen wil Hoorn voorkomen dat jongeren thuis komen te zitten en niks doen en voorkomen dat zij (nu of op termijn) een bijstandsuitkering nodig hebben.

2. Extra leerwerktrajecten voor jongeren tot 27 jaar

Doelgroep: jongeren die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben (door lichamelijke, sociale of psychische problematiek), nog niet in staat zijn om normale werkgeversvaardigheden te tonen.

Doel: jongeren voor wie de stap naar werk of re-integratie bij WerkSaam Westfriesland nog te groot is, activeren en begeleiden zodat zij daarna de stap naar de arbeidsmarkt wel kunnen maken.

3. Nuggers (niet-uitkeringsgerechtigden)

Doelgroep: werkzoekenden zonder uitkering (niet-uitkeringsgerechtigden) en zonder baan.

Doel: niet alleen inzetten op mensen met een uitkering, maar ook mensen zonder uitkering (omdat bijvoorbeeld hun partner wel inkomsten heeft) helpen bij het vinden van werk.

Het gaat om de doelgroep met een laag inkomen die geen recht heeft op bijstand maar wel behoefte heeft aan ondersteuning bij het vinden van werk.

(5)

4. Omscholing

Doelgroep: bijstandsgerechtigden die door middel van omscholing bij een werkgever aan de slag kunnen.

Doel: WerkSaam Westfriesland heeft een zeer beperkt budget voor omscholing. Door extra investering in omscholing kunnen meer mensen geplaatst worden op werk, waarbij de kans op duurzame uitstroom uit de uitkering vergroot wordt. Het gaat om omscholing in combinatie met een passende baan.

5. 45-plussers

Doelgroep: 45-plussers met een bijstandsuitkering die vanwege hun leeftijd minder kansrijk zijn op de arbeidsmarkt.

Doel: door begeleiding en motivatietraining de doelgroep weer positief aan het solliciteren krijgen. Veel 45-plussers hebben (al dan niet na een periode in een WW-uitkering) moeite met hun ontslag of moeite met het blijven solliciteren na vele vruchteloze pogingen. Het doel van dit traject is deze doelgroep extra te begeleiden hierop.

6. Zorgklanten

Doelgroep: bijstandsgerechtigden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt, die van WerkSaam wel een uitkering krijgen, maar (nog) niet in staat zijn de stap naar de arbeidsmarkt te maken en voor een participatieaanbod aangewezen zijn op het aanbod van de gemeente Hoorn. En zwaarlijvigheid/lifestyle een belangrijk verbeterpunt is.

Doel: participeren en stijging op de doelladder van de participatieladder.

7. Activering Coach

Doelgroep: bijstandsgerechtigden met een afstand tot de arbeidsmarkt die nog niet in staat zijn om op korte termijn betaald werk te doen maar wel vrijwilligerswerk kunnen doen.

Doel: participeren en stijging op de doelladder van de participatieladder.

8. Banen in de horeca

Doelgroep: bijstandsgerechtigden met een afstand tot de arbeidsmarkt die willen werken in de Horeca.

Doel: via een opleidingstraject (met erkend diploma) en stage van in totaal maximaal 6 maanden uitstromen uit de uitkering naar een betaalde baan in de horeca.

9. Begeleiding (ex-)gedetineerden

Doelgroep: gedetineerden met uitzicht op een bijstandsuitkering en ex-gedetineerden in de bijstand.

Doel: traject met begeleiding, opleiding en coaching dat kansen biedt op ervaringsplaats met baangarantie.

10. Hulp aan ondernemers met (dreigende) financiële problemen Doelgroep: ondernemers met (dreigende) financiële problemen.

Doel: hulp aan levensvatbare bedrijven via onafhankelijk advies, doorverwijzing en hulp.

11. Banen in de bouw

Doelgroep: bijstandsgerechtigden zonder startkwalificatie.

Doel: bijstandsgerechtigden zonder startkwalificatie opleiden voor een startkwalificatie MBO- niveau 2 (2-jarige BBL-opleiding) en met baangarantie duurzaam uit laten stromen uit de uitkering.

3. Wat zijn de financiële kosten en baten van de verschillende trajecten?

(6)

In het overzicht op pagina 6 staat informatie over de uitgaven aan de verschillende trajecten vanuit het Investeringsbudget Werk vanaf 2015 tot en met 2017. In de kwartaaloverzichten en

voortgangsrapportages kunt u lezen wat de resultaten zijn van de inzet. Wij kunnen u nog niet volledig informeren over 2018. Deze inzet loopt. Via de najaarsbijstelling wordt u geïnformeerd over de

actualisatie.

Re-integratietrajecten Begroot

2015 Werkelijke

uitgaven Restant Trajecten re-integratie WerkSaam 260.000 260.000 -

Re-integratietrajecten Begroot

2016 Werkelijke

uitgaven Restant

Frsh229 (2016) 192.000 72.000 120.000

Espeq (2016) 54.000 - 54.000 Trajecten re-integratie WerkSaam 260.000 260.000 -

Re-integratietrajecten Begroot

2017 Werkelijke

uitgaven Restant Voortzetting trajecten re-integratie WerkSaam 435.000 421.800 13.200 De Zomer Ondernemer (2016) 41.140 30.710 10.430 Frsh229 (2016) 145.200 145.200 - Espeq (2016) 65.340 4.084 61.256 (ex)gedetineerden 50.000 23.232 26.768

maatwerk technische sector 50.000 50.000

jeugdgzorgjongeren 25.000 25.000

ondernemers met (dreigende) financiële

problemen 25.000 980 24.020

Inzet horeca-banen 2017-2018 40.000 40.000

Totaal: 876.680 626.006 250.674

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de eerste tranche van uit te voeren projecten is zowel voor het project verpauperde panden als voor het project Hoogezand Noord elk 2 miljoen opgenomen. Er is een samenhang:

Je kunt wel zeggen dat mensen die gewoon werken ook gewoon loon moeten krijgen, maar deze kandidaten zijn nog geen gewone werk- nemers.. Ze komen soms opeens

en 67% van de leerlingen van deze opleidingen een diploma gehaald. Onder regulier werk verstaan we werkzaam binnen het MKB, grote organisaties, nonprofitorganisaties,

p7, 2.1.1, Er staat dat we kansen die zich tussentijds voordoen niet laten voorbijgaan, dat kan financiële gevolgen kunnen hebben, maar er staan geen financiële gevolgen voor

Antwoord De vraagstelling is onvoldoende helder om tot een concrete beantwoording te komen. Graag een verduidelijking van de vraag tijdens de Auditcommissie van 4 oktober a.s.

De domi- nante veronderstelling in deze schaarse literatuur is dat een hogere graad van arbeidsmobiliteit ge- paard gaat met een hoger niveau van werkzaam- heid en een lager niveau

Dat is logisch, maar er gaat relatief weinig aandacht uit naar toeleiding naar een baan of naar de rol van andere stakeholders en de (ontvangende) samenleving als geheel. In

Deze kennissynthese heeft als doel om gemeenten een overzicht te geven van ‘wat werkt’ bij de re-integratie van vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt, op basis van literatuur