Bouwenvelop Harderwijkerweg 8 Laag-Soeren

(1)

Bouwenvelop Harderwijkerweg 8 Laag-Soeren

Korenwatermolen

Oktober 2021

(2)

Bouwenvelop Harderwijkerweg 8 te Laag-Soeren 2

1. Wat is een bouwenvelop?

Het buitengebied van Laag-Soeren is een door het Rijk beschermd (dorps-)gezicht. De gemeente heeft, samen met inwoners en terrein- en bedrijfseigenaren uit het gebied, het Gebiedspaspoort opgesteld. Dit is een ruimtelijk kader voor het gebied. Eind 2020 is het Gebiedspaspoort door de gemeenteraad van Rheden vastgesteld.

Het Gebiedspaspoort omschrijft hoe we de bestaande waarden in het gebied kunnen

beschermen terwijl er tegelijkertijd ruimte is en blijft voor nieuwe ontwikkelingen. Het paspoort is naast een toetsingskader een inspiratiebron voor mensen die in het gebied een initiatief willen ontwikkelen.

Het Gebiedspaspoort gaat onder andere specifiek in op voormalige watermolenlocaties en watervallen langs de beken binnen het Beschermd Dorpsgezicht. In enkele gevallen is er de wens vanuit eigenaren en/of exploitanten om extra functies aan dit soort locaties toe te voegen.

Dit om nieuwe economische dragers te creëren voor de vaak monumentaal beschermde locaties.

Het Gebiedspaspoort geeft aan dat extra functies mogelijk moeten zijn, mits een plan gepaard gaat met elementen die de kwaliteiten van de locatie en de omgeving ervan kunnen versterken.

Het Gebiedspaspoort geeft aan dat er voor de watermolenlocaties en watervallen zogenaamde

‘bouwenveloppen’ kunnen worden opgesteld. De ‘bouwenvelop’ brengt de kwaliteiten van de locatie in kaart, en geeft randvoorwaarden waaronder een ontwikkeling kan plaatsvinden. Het brengt tevens de kansen in beeld die er zijn om de locatie te versterken, bijvoorbeeld op het gebied van landschap, natuur, cultuurhistorie en recreatie.

Voorliggende bouwenvelop gaat in op de locatie Harderwijkerweg 8 Laag-Soeren, waar voorheen een watermolen (voor het malen van graan) aanwezig was. Vanuit de eigenaar is er een concrete vraag ontvangen om enkele functies aan het perceel toe te voegen. Dit is dan ook de reden dat voor deze locatie als eerste een bouwenvelop is opgesteld.

Leeswijzer

Allereerst wordt ingezoomd op de locatie Harderwijkerweg 8: de huidige situatie, de

geschiedenis en de huidige kwaliteiten worden omschreven. Vervolgens wordt ingegaan op het geldende relevante beleid voor de locatie. Daarna worden uitgangspunten gegeven voor een eventuele ontwikkeling van de locatie. Veel van de opgenomen tekst is ontleend uit het Gebiedspaspoort.

(3)

2. Huidige situatie

In de huidige situatie bevindt zich op deze locatie aan de zuidzijde van de Soerense Beek een boerderijwoning met twee stenen bijgebouwen, voormalige veeschuren. Er zijn aan de buitenzijde nog duidelijke sporen van de watermolen aanwezig, zoals de asgaten van het waterrad, de plaats waar de goot zich bevond en de waterval. Aan de noordzijde van de beek bevinden zich nog twee vervallen schuren uit de 20ste eeuw. Alleen het woonhuis is aangewezen als (gemeentelijk) monument.

1.Watermolen / boederij,

gebouwd 1805

2.Oudste bijgebouw,

wagenschuur, gebouwd 1805

3.Bijgebouw ten behoeve

van pension Sprengenoord, 1867 gebouwd, later

omgebouwd en uitgebreid tot stal

4.Plaats van het vroegere

pension Sprengenoord, gebouwd 1867 voor

‘minvermogende’ badgasten van badhuis Bethesda, gesloopt 1987

5.Loods voor de opslag van

kunstmest, gebouwd 1939, uitgebreid 1952

6.Hangar, gebouwd 1952

7. Molenbeek

De voormalige watermolen is gelegen in het Sprengenlandschap, specifiek in de deelgebieden

“broekige kampontginningen (noord)” en “Beek begeleidende broeken”. Het Gebiedspaspoort geeft hierover het volgende aan (pagina 53): “Het karakter van het deelgebied van de Sprengen en omgeving wordt bepaald door de verschijning van cultuurhistorische elementen zoals de sprengbeken met bijbehorende wallen, bruggetjes en paden, het verval van het water en de bijbehorende bebouwing en bedrijvigheid. “

De boerderijwoning met bijgebouwen en de omliggende weilanden (ruim 4 hectare) zijn al enkele generaties eigendom van de familie Scholten.

(4)

Bouwenvelop Harderwijkerweg 8 te Laag-Soeren 4 Eigendom familie Scholten

De locatie ligt in bestemmingsplan ‘Landelijk Gebied’. De locatie heeft een woonbestemming. De omliggende weilanden hebben een agrarische bestemming, zonder bouwmogelijkheden. Een deel van de bijgebouwen vallen onder het overgangsrecht.

uitsnede bestemmingsplan Landelijk Gebied

(5)

3. Historie locatie

In de 2^e helft van de 18^e eeuw maakte Laag-Soeren, dat tot dan toe bestond uit enkele verspreid liggende boerderijen, een belangrijke transformatie door. De drijvende kracht achter de

veranderingen was de Arnhemse meestermetselaar Carel Otto van Kesteren (1721-1809), die in 1768 zes boerderijen in het dorp had aangekocht. Uit zijn activiteiten blijkt duidelijk dat het Van Kesteren voor de wind ging en dat hij dat graag wilde laten zien: hij legde lanen en een park met waterpartijen aan, en bouwde een landhuis: het Huis Laag-Soeren. Om het een en ander mogelijk te maken, verlegde Van Kesteren de beekloop en stuwde hij het water op. Aangezien de

veranderingen door de voortvarende grootgrondbezitter vaak niet werden afgestemd, bracht dit hem regelmatig in conflict met zijn omgeving. Dat gold ook voor de diverse aanpassingen die Van Kesteren deed om de woeste (heide)gronden van Laag-Soeren verder te ontginnen en benutten.

Een onderdeel van dat laatste was de bouw van een viertal watermolens aan de beeklopen, die hiervoor tussen nieuw opgeworpen wallen opgeleid moest worden. Van Kesteren liet

achtereenvolgens de papiermolens Welbedacht (1791), Nagedacht (1793) en Goedgedacht (1796) optrekken. In 1805 kwam de nog bestaande korenmolen aan de Harderwijkerweg gereed op grond die Van Kesteren drie jaar eerder had aangekocht. Typologisch gezien waren alle molens traditionele boerderijgebouwen met een mechaniek en waterrad. Dat geldt ook voor de korenmolen, die in feite een T-huisboerderij was met een maalwerk in het gebouwdeel dat anders de deel zou zijn geweest. De molen werd aangedreven door het water uit de Bovenbeek, maar het bekenstelsel was zodanig ingericht dat zo nodig ook het water uit de Soerense Beek daarvoor kon worden gebruikt. Een bijzonder landschapselement in de nabijheid en behorend bij de molen zijn de rond de bouwtijd gerealiseerde sloten en stuwdijken achter het voormalige pension Gerbrands aan de Boerhaavelaan. Hier kon water worden opgeslagen om de

korenmolen op te laten draaien.

Via diverse eigenaren kwam de molen in 1850 samen met veel ander vastgoed en land in eigendom van Jut van

Breukelerwaard (1786-1874), die de watertoevoer naar zijn nieuw gestichte kuuroord Bethesda in Laag-Soeren wilde veiligstellen. Van Breukelerwaard zou net als Van Kesteren voor hem een grote stempel drukken op de ontwikkeling van Laag-Soeren. 17 jaar na de aankoop liet hij onder andere tegen de molen het pension Sprengenoord met stalling en koetshuis bouwen. Dit pension met tien kamers en

een eetzaal was bedoeld voor minder bedeelden die wilden kuren op Bethesda, maar onvoldoende middelen hadden om daar ook te verblijven.

De bouw van het pension viel min of meer samen met één van de meest ingrijpende wijzigingen in de omgeving van de molen, de aanleg van het Apeldoorns Kanaal tussen 1858-’68. In 1887 kwam daar nog de parallel aan het kanaal en de Kanaalweg lopende spoorlijn tussen Apeldoorn en Dieren bij. Hierdoor werden de percelen rondom de molen die aan de oostzijde grensden aan de drassige grond van het Soerense Broek daarvan afgesneden. Voor de beek had het kanaal minder ingrijpende consequenties: met een duiker werd deze onder het kanaal doorgevoerd, zodat de watertoevoer oostelijk van het kanaal gewaarborgd bleef.

(6)

Bouwenvelop Harderwijkerweg 8 te Laag-Soeren 6 Vanaf 1909 is er op de

topografische kaart een weg over de beekloop naar het achterterrein zichtbaar.

Waarschijnlijk verklaart dat ook de positie de huidige opstallen aan de noordzijde van de beek, die aan deze weg zullen hebben gelegen.

Rechtsboven: Sprengenoord en de korenmolen in de jaren 1980.

Links: Topografische kaart, 1909.

In 1935 werd de molen bij de veiling van het gehele badhuiscomplex verkocht aan Willem Wijnen, die getrouwd was met een dochter van de pachter, molenaar Peter Gerbrands. De motorisering van de korenmolen was toen al gestart. In 1918 was er een elektromotor geplaatst voor de aandrijving van een tweede molenwerk en Wijnen installeerde in 1938 een dieselmotor. In de oorlogsjaren zorgde het waterrad ervoor dat er ondanks een schaarste aan brandstoffen toch nog kon worden gemalen, maar na 1945 raakte het rad in onbruik. Het rad-, goot- en maalwerk werden vijf jaar na de Tweede Wereldoorlog verwijderd.

De omgeving van de korenmolen in 1832; bruin is bouwland, lichtgroen is weiland, donkergroen is bosgebied. De schaapskooi aan de noordzijde is herkenbaar aan zijn ronde kopgevels.

De graanmaalderij werd vanaf het begin al gecombineerd met andere activiteiten door de pachters, zoals een boerenbedrijf. Op de kadastrale kaart uit 1832 is te zien dat de molen te midden van bouwland ligt, en dat zich aan de noordzijde een schaapskooi bevond. Twee jaar

(7)

Bouwenvelop Harderwijkerweg 8 te Laag-Soeren 7 later was pachtte P. Weezenaar de korenmolen en de ‘bijbehorende bakkerij’ (mogelijk

Boerhaavelaan 2). In de loop der tijd werd de molenfunctie uitgebreid met een handel in veevoer, zaaigoed en kunstmest. Sprengenoord deed onder andere nog dienst als kleuterschool en antiekhandel. Ondanks de vele bestemmingen sloeg het verval na de oorlog toe. In 1988 is het pension vanwege bouwvalligheid afgebroken, waarbij de korenmolen werd gerestaureerd en in gebruik genomen als woonhuis.

(8)

4. Kwaliteiten

Landschap

De door houtwallen en lanen omsingelde kleine kavels dragen bij aan de landschappelijke beleving van de Soerense korenmolen aan de Harderwijkerweg en het Sprengenlandschap. De verkaveling, houtwallen en de Bovenbeek in een houtwal vormen het landschappelijk en cultuurhistorisch ‘decor’ van de korenmolen en zijn samen al terug te vinden op kaarten van 1850.

Topografische kaart uit 1891

Cultuurhistorie

De huidige verschijningsvorm van Laag-Soeren is voor een belangrijk deel bepaald door de aanwezigheid van stromend water en de mogelijkheden die dat bood. De voormalige badinrichting Bethesda en Harderwijkerweg 8 – overigens beide monumenten – zijn hier tegenwoordig nog de belangrijkste zichtbare (gebouwde) herinneringen van. Dat maakt ze waardevol.

Een vergelijking van de situatie uit 1832 met de hedendaagse hoogtekaart toont dat de

omgeving van de molen nog grotendeels ongewijzigd is. De beeklopen ter weerszijden van het perceel waarop de molen staat, hebben nog nagenoeg dezelfde loop. De stuwdijken voor

wateropslag aan de Boerhaavelaan zijn heel herkenbaar. En de wallen die bij de aanleg langs de noordelijke beekloop zijn opgeworpen, worden slechts onderbroken door de bijgebouwen ten noorden van de beek. De kromming van de westelijke wal is vermoedelijk nog een spoor van naar de weg naar het achterterrein.

Het molenhoofd en de diverse sporen in de zijgevel vertellen het verhaal van het verleden van het gebouw als watermolen. Maar het vraagt wel een kenner om de steunpunten van de

molengoot en de dichtgemetselde doorvoeren van de as van het waterrad te herkennen aan een gebouw dat voor het overige prima kan doorgaan voor een boerderij.

(9)

Bouwenvelop Harderwijkerweg 8 te Laag-Soeren 9 De huidige gebouwen op de hoogtekaart. De stuwdijken zijn uiterst links zichtbaar.

Achter de watermolen staan nog enkele historische bijgebouwen die bij de boerderij en/of het pension hebben gehoord. Hoewel ze geen officiële bescherming genieten, vertegenwoordigen ze wel cultuurhistorische waarde als onderdeel van het historische ensemble dat de watermolen en zijn omgeving vormen.

Natuur

Naar verwachting zijn de natuurwaarden op de locatie hoog. De aanwezigheid van houtwallen en de beek geeft het vermoeden dat er verschillende beschermde soorten op en rond de locatie aanwezig zijn. De natuurwaarden zullen verder in kaart gebracht moeten worden in een ecologische Quick Scan, uitgevoerd door een erkend ecologisch adviesbureau.

(10)

5. Beleid

Omgevingsvisie Buitengebied

Vanuit de in 2019 vastgestelde Omgevingsvisie Buitengebied wordt terughoudend omgegaan met nieuwe bebouwing en de uitbreiding of vestiging van nieuwe functies (zoals bedrijven, recreatie of woningen)in het buitengebied. Er worden zeker ook kansen gezien, maar dan wel in het licht van een verbetering van de gebiedskwaliteiten. Met name bij stoppende agrarische bedrijven zijn er kansen om nieuwe functies toe te voegen, via de functieveranderingsregeling.

In ruil voor de sloop en sanering van het agrarische bedrijf en minimaal 50% reductie van de oppervlakte aan bebouwing, kunnen er hooguit enkele woningen worden toegestaan of

bedrijven die passend zijn in het buitengebied, zoals verblijfsrecreatie of agrarisch-gerelateerde bedrijven. Dit soort plannen moeten gepaard gaan met maatregelen die bijdragen aan de in de omgevingsvisie vastgelegde gebiedskwaliteiten.

Gebiedspaspoort Laag-Soeren

Het Gebiedspaspoort geeft de ruimte voor onder andere watermolenlocaties om passende functies toe te voegen. Ook als het gaat om een woonbestemming, zoals aan de Harderwijkerweg 8. De gedachte is dat door het toevoegen van economische dragers het behoud van deze

belangrijke monumenten beter is geborgd. In lijn met de Omgevingsvisie en het Gebiedspaspoort blijven de mogelijkheden beperkt en moet elk plan bijdragen aan de gebiedskwaliteiten.

Ontwikkelingen moeten zich verhouden tot de kleinschaligheid van de bebouwing en de kleinschaligheid van het landschap.

Gelders Natuurnetwerk

De agrarische gronden rond de watermolenlocatie maken onderdeel uit van het Gelders

Natuurnetwerk (GNN). Daar waar de bebouwing is gesitueerd (erf) zijn de gronden aangewezen als ‘Groene ontwikkelingszone’.

Begrenzing GO en GNN

(11)

Bouwenvelop Harderwijkerweg 8 te Laag-Soeren 11 Binnen het GGN maakt de planlocatie onderdeel uit van de het deelgebied ‘Soerense Poort overgangsgebied van de droge Veluwe naar de natte flanken en naar de IJsselvallei’, waarbinnen uitwisseling van planten en dieren mogelijk is.

Natuurambities en doelen t.a.v. het Gelders natuurnetwerk zijn omschreven in de vorm van kernkwaliteiten en de daarbij behorende ontwikkelingsdoelen. De Harderwijkerweg 8 te Laag Soeren maakt deel uit van ‘kernkwaliteiten deelgebied 129’. Ontwikkelingsdoelen zijn :

• Ontwikkelen van biotopen voor reptielen en amfibieën

• Ontwikkeling cultuurhistorische patronen en beheersvormen

• Ontwikkeling van het kleinschalig landschap door versterking met houtsingels en schrale graslanden, ook als onderdeel van ecologische verbindingszone met model das.

Economisch beleid / recreatie

Het gebied waarin de watermolen is gelegen is in trek bij toeristen en recreanten. Vanuit het economisch beleid wordt gestreefd naar meer verblijfsrecreatie in de gemeente. Langs de randen van het beschermd dorpsgezicht zijn grotere voorzieningen voor verblijfsrecreatie aanwezig. Als aanvulling daarop kunnen kleinschalige accommodaties voor verblijfstoerisme worden toegevoegd.

Verder wordt in het Gebiedspaspoort de wens uitgesproken om meer plekken in Laag-Soeren toegankelijk te maken voor recreanten.

(12)

6. Uitgangspunten bij een ontwikkeling

Het Gebiedspaspoort en de Omgevingsvisie Buitengebied geven algemene en meer specifieke criteria en uitgangspunten aan die gelden bij ontwikkelingen in het buitengebied. De

Omgevingsvisie Buitengebied geeft op pagina 105 en 107 criteria en ontwerpprincipes aan voor het behouden en bereiken van ruimtelijke kwaliteit bij ruimtelijke ontwikkelingen in het

buitengebied.

Vanuit dit beleid en na studie van de locatie aan de Harderwijkerweg 8 zijn de volgende uitgangspunten van belang.

Algemeen

1. Vanuit de Omgevingsvisie Buitengebied wordt bij alle ontwikkelingen een bijdrage aan het versterken van de in de gebiedskwaliteiten gevraagd. De specifieke kwaliteiten van de locatie Harderwijkerweg 8 op het gebied van cultuurhistorie, landschap en natuur zijn hiervoor beschreven.

2. Bij ontwikkelingen worden vanuit de Omgevingsvisie Buitengebied (pagina 58) een aantal niet-agrarische functies in het buitengebied uitgesloten. Toegepast op deze locatie is vanuit dit beleid het toevoegen van (verblijfs-) recreatie, in de breedste zin van het woord, het meest kansrijk. Bij voorkeur onder beheer van de bestaande bewoners.

3. Als compensatie voor het toevoegen van nieuwe functies is een reductie van de hoeveelheid bebouwing nodig.

Landschap

Elke ontwikkeling die plaatsvindt, moet bijdragen aan de landschappelijke karakteristiek en samenspel tussen korenmolen en houtwallen en akkertjes of graslandjes. Concreet voor deze locatie kan dat door:

1. het landbouwkundig gebruik te handhaven, maar waar mogelijk in een extensievere vorm.

2. de biodiversiteit te vergroten door verdere extensivering van de drie kavels rondom de Soerense korenmolen of door de randzones te extensiveren, bijvoorbeeld aansluitend aan de houtwallen.

3. de verhoogde karakteristieke beplante wallen langs de beek te behouden.

Op pagina 49 van het Gebiedspaspoort worden zes principes gegeven voor de erfinrichting van voormalige molenlocaties:

1. Het erf bestaat voornamelijk uit een clustering van meerdere gebouwen die in verschijningsvorm, materiaal en kleur bij elkaar passen.

2. Vanaf de straat is de spreng enigszins zichtbaar (verhoging in het landschap en waterverval).

3. Er is een nauwe relatie tussen het gebouw en de sprengenbeek, het gebouw ligt in de nabijheid van de waterstructuur.

4. Het complex staat in het groen, het landschap loopt door op het erf.

5. Eventuele erfafscheiding vanuit de straat geeft een vrije doorzicht op het erf (laag) en is groen.

6. Bij (her)ontwikkeling van deze locaties is het van belang dat landschap, inrichting van het erf en de gebouwen ten allen tijde op elkaar aansluiten en dat rekening wordt gehouden met de historische relatie tussen de sprengenbeken en de gebouwen. Deze relatie heeft een hoge cultuurhistorische waarde.

(13)

Bouwenvelop Harderwijkerweg 8 te Laag-Soeren 13 Specifiek voor de locatie Harderwijkerweg 8 gelden daarnaast de volgende 5 principes:

1. Behoud zandpad, het karrenspoor, dus geen extra (verharde) inrit aan de weg 2. Houd de bosrand/houtwal strak, liever geen ‘uitwaaierende tuinaanleg’ het veld in

(noordelijke kavel bij de schuur)

3. Bestaande noordelijke rooilijn te slopen schuur is uiterste bouwgrens nieuwbouw 4. Architectuur ingetogen en passend bij erf korenmolen, korenmolen blijft in één

oogopslag hoofdgebouw binnen het erf

5. Ontwerp de (beperkte) parkeerbehoefte op zo’n manier dat deze een minimale uitstraling heeft naar de Harderwijkerweg

Cultuurhistorie

Ontwikkelingen die het gebruik en de beleving van de monumentale korenmolen vergroten en daarmee het behoud ondersteunen worden in beginsel toegejuicht. Mogelijk kan daarbij worden teruggegrepen op het verleden: een stopplek voor fietsers bij een oude watermolen waar meel en andere lokale producten gekocht kunnen worden spreekt bijvoorbeeld tot de verbeelding.

Dat de molen dan ook voor niet-ingewijden als zodanig herkenbaar is (reconstructie van het waterrad) zou de uitstraling van het gebouw en zijn betekenis voor de omgeving sterk vergroten.

Het toevoegen van verblijfsrecreatie zou ook aansluiten bij het verleden van de plek door de herbergfunctie van de molen zelf en ook door het voormalige pension Sprengenoord. Als verblijfsrecreatie als nieuwe functie wordt gezien en in het kader van de Omgevingsvisie Buitengebied een reductie van de bebouwing noodzakelijk is, dan is het wel belangrijk de

bestaande bebouwing eerst te waarderen om mogelijk verlies van cultuurhistorische waarden te voorkomen.

Indien een van de bestaande schuren aan de noordzijde van de beekloop verbouwd of vervangen wordt ten behoeve van een recreatiefunctie, dan is het belangrijk bij de ontwikkeling de

samenhang met de molen te bewaren en te versterken. Dat kan met een erfinrichtingsplan en een dienstbare architectuur van de nieuwbouw die aansluit bij zijn omgeving en de molen niet overschaduwt als hoofdgebouw. Een zorgvuldig ontwerp door een architect met gevoel en ervaring voor erfgoed verdient de aanbeveling.

De wallen ter weerszijden van de beekloop zouden als gevolg van een ontwikkeling niet verder vergraven moeten worden.

Natuur

Algemeen uitgangspunt vanuit het natuurbeleid en vanuit natuurwetgeving is dat de (nog in kaart te brengen) natuurwaarden op het perceel niet mogen worden aangetast. Waar mogelijk moeten de waarden worden versterkt. Dit geldt zeker voor de locatie Harderwijkerweg 8, aangezien de gronden binnen het Gelders Natuurnetwerk liggen.

In het natuurbeheerplan van de Provincie Gelderland staat welke natuur waar moet komen. Op onderstaande kaart zijn de verschillende categorieën aangeduid. De gronden rond de locatie Harderwijkerweg 8 hebben een roze kleur (N00.01 om te vormen van landbouw naar natuur).

Voor de percelen met deze kleur geldt dat er niet van de ene op de andere dag natuurwaarden zijn te verkrijgen. Dit komt meestal door het intensieve agrarische gebruik uit het verleden. Voor deze gebieden is eerst een omvormingsbeheer nodig, zoals verschralingsbeheer van intensief gebruik naar bijvoorbeeld bloemrijk grasland of het afvoeren van de voedselrijke bouwvoor.

(14)

Bouwenvelop Harderwijkerweg 8 te Laag-Soeren 14 Recreatie

Een watermolen en de geschiedenis ervan spreken tot de verbeelding. Het gebiedspaspoort geeft dan ook aan dat de geschiedenis van de sprengen benadrukt mag worden. Op dit moment is de bijzondere geschiedenis van de locatie niet direct herkenbaar en zichtbaar.

Alhoewel de locatie Harderwijkerweg niet direct aangesloten is op het

fietsknooppuntennetwerk, ligt de locatie wel aan een belangrijke fietsroute voor recreanten. Ook liggen er meerdere wandelroutes in de nabije omgeving.

Het is een kans om op deze locatie een stopplek te creëren, met een picknickbank en eventueel kleinschalige voorzieningen voor de passerende fietsers en wandelaar. Het heeft de voorkeur om aan te sluiten bij bestaande initiatieven (zoals Rustpunt.nu). De geschiedenis van de watermolen kan worden uiteengezet op een informatiepaneel of andersoortige visualisatie.

(15)

7. Conclusie

Zoals hiervoor omschreven zijn er op de locatie Harderwijkerweg 8 behoorlijk wat kwaliteiten op het gebied van cultuurhistorie, landschap en natuur aanwezig. Er zijn volop kansen om de locatie verder te versterken. Daarmee zijn er voldoende aanknopingspunten om kleinschalig extra functies op de locatie toe te staan. Vanuit het beleid ligt het voor de hand daarbij te denken aan een logiesfunctie. Het is aan de eigenaar / initiatiefnemer om hiervoor een plan op te stellen.

Dit aan de hand van de uitgangspunten die in deze Bouwenvelop zijn aangegeven.