• No results found

University of Groningen Type VII collagen in the intraocular environment Wullink, Bart

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "University of Groningen Type VII collagen in the intraocular environment Wullink, Bart"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

University of Groningen

Type VII collagen in the intraocular environment

Wullink, Bart

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from

it. Please check the document version below.

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Publication date:

2019

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):

Wullink, B. (2019). Type VII collagen in the intraocular environment. Rijksuniversiteit Groningen.

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

(2)
(3)

Chapter 8

(4)
(5)

199

Samenvatting (Nederlands)

8

Hoofdstuk 1 (algemene introductie) beschrijft de rationale achter dit proefschrift.

Dit proefschrift probeert de eigenschappen van Col VII, zoals het in het intraoculaire milieu voorkomt, verder in kaart te brengen met behulp van immunohistochemie, -fluorescentie, -blotting en -electron microscopie. Collageen type VII (Col VII) is een ankereiwit, dat normaliter de basaalmembranen van dermale weefsels vasthecht aan de stromale onderlaag. Deze verankering komt tot stand door ankerfibrillen. Dit zijn structuren die ontstaan door laterale aggregatie van de Col VII moleculen, waarbij beide uiteinden van de aggregaten vastgrijpen in de bovenliggende basaalmembraan. De lussen die zo ontstaan ‘vangen’ stromale vezels, waardoor het epitheliale basaalmembraan aan het stroma wordt vastgehecht. Er bestaan ook directe verbindingen tussen ankerfibrillen en de stromale vezels, die bijdragen aan het vasthechten. Recent onderzoek wees uit dat de retina Col VII tot expressie brengt. Het is alleen onduidelijk of Col VII ankerfibrillen vormt in het intraoculaire milieu, of anderszins een hechtende functie heeft. Het voornaamste doel is om meer eigenschappen van intraoculair Col VII te achterhalen, en -indien mogelijk- een uitspraak te kunnen doen over de functie van Col VII in het intraoculaire milieu.

Hoofdstuk 2 beschrijft het onderzoek naar Col VII op de grenslaag van retina naar

glasvocht. Eerdere onderzoeken van onze groep hebben aangetoond dat Col VII in bepaalde structuren in de oppervlakkige lagen van de retina voorkomt, als ook in retinale Müller celculturen. De retinale structuren lijken in twee verschillende varianten voor te komen, namelijk als corpora amylacea en als kleine, geclusterde vesikels. Beide varianten komen vooral voor in de ganglioncellaag, en in de binnenste plexiforme laag daaronder. Omdat corpora amylacea een astrocytaire oosprong hebben, en ook de vesikels aankleuren met antilichamen tegen astrocyten, associëren we dit celtype met het produceren en opslaan van het retinale Col VII. Met elektronenmicroscopie tonen we aan dat Col VII in kleine hoeveelheden aanwezig is onder het basaalmembraan van de vitreoretinale grenslaag. Deze bevindingen werden gevalideerd door middel van Western blots. In de huid wordt Col VII normaliter ook op een dergelijke overgang van epitheel naar mesenchym gevonden. Onze bevindingen komen in die zin overeen met de literatuur. Ankerfibrillen werden echter niet gezien, dus kon er geen vasthechtende functie aan het Col VII worden toegekend.

Hoofdstuk 3 behandelt de aanwezigheid van Col VII in de weefsels van het

accommodatiesysteem. In de huid lijkt het aantal ankerfibrillen per lichaamsregio te verschillen. Hun aantallen hangen samen met de hoeveelheid mechanische belasting die een lichaamsregio van buitenaf ontvangt. Hoe meer een regio belast wordt, hoe meer ankerfibrillen er aanwezig zijn om die belasting te verwerken. Omdat Col VII het

(6)

200

08

hoofdbestandsdeel is van de ankerfibrillen, verwachtten we dat áls Col VII voorkomt in intraoculaire weefsels (buiten de retina), dat hoogstwaarschijnlijk zal zijn in weefsels die mechanisch worden belast. De aanwezigheid van Col VII werd daarom onderzocht in het accommodatiesysteem, met behulp van verscheidene immunohistochemische technieken. Col VII werd aangetoond in de epitheliale basaalmembranen van het corpus ciliare, rondom bloedvaten, in de zonula en in het lenskapsel. Maar, alhoewel deze structuren theoretisch baat zouden hebben bij ondersteuning van ankerfibrillen, werd Col VII niet gezien in deze typische conformatie. Dit hoofdstuk beschrijft ook de validatie van het voornaamste antilichaam uit onze studies.

Hoofdstuk 4 gaat verder in op de verdeling en eigenschappen van Col VII, dat eerder

werd gezien bij intraoculaire bloedvaten. Retinale en uveale weefsels worden nu onderzocht en vergeleken met extraoculaire bloedvaten, middels verschillende immunohistochemische technieken. Col VII wordt aangetoond in de bloedvaten van de meeste van deze weefsels, behalve in die van de huid. Retina’s werden in hun volledige dikte onderzocht middels immunofluorescentie microscopie met dubbel-labeling. Hieruit blijkt dat retinale pericyten mogelijk betrokken zijn bij de aanwezigheid van het perivasculaire Col VII.

Hoofdstuk 5 beschrijft het onderzoek naar eventuele intraoculaire afwijkingen in Col

VII deficiënte patiënten, waarbij ook de beschikbare literatuur wordt betrokken. De locaties waarin Col VII eerder werd gevonden worden verder onderzocht; klinisch in een viertal Col VII deficiënte patiënten, en immunohistochemisch in één donorpatiënt. Er worden geen belangrijke intraoculaire afwijkingen gevonden. De littekenvorming die in deze groep patiënten de uitwendige weefsels van het oog aantast, blijkt voor (refractieve) multifocaliteit te zorgen, waardoor de metingen door geautomatiseerde diagnostische apparatuur niet betrouwbaar zijn.

Hoofdstuk 6 (Algemene discussie) vergelijkt onze bevindingen met de bestaande

literatuur. Ons belangrijkste antilichaam ondergaat een verdere kritische beoordeling, betreffende de kans op eventuele vals-positieve aankleuringen en betrouwbaarheid. In ogenschouw blijken verscheidene intraoculaire weefsels (zoals het basaalmembraan van het gepigmenteerde ciliaire epitheel, retinale bloedvaten en het vitreoretinale basaalmembraan) doorgaans aan te kleuren volgens het bekende dermale patroon: lineair. Andere weefsels (zoals zonula, de intraretinale structuurtjes, en het gebied rondom ciliaire bloedvaten) kleuren niet volgens dit patroon aan, maar als vesikels of diffuus. De intraoculaire omstandigheden lijken verder te verschillen van die in de huid, omdat er geen ankerfibrillen worden gezien. Andere onderzoekers beschreven al dat ankerfibrillen in het algemeen moeilijk waar te nemen kunnen zijn; daarnaast

(7)

201

Samenvatting (Nederlands)

8

veronderstellen wij ook dat de ankerfibrillen niet goed zichtbaar zijn omdat zij wellicht niet lateraal aggregeren. Indien zou blijken dat er -ondanks de aanwezigheid van Col VII- daadwerkelijk geen ankerfibrillen aanwezig zijn (terecht-negatief), worden de mogelijke verklaringen daarvoor (uit de literatuur) besproken. Zo zou de afwezigheid van intraoculaire afwijkingen in Col VII deficiënte patiënten verklaard kunnen worden met een functionele compensatie door Col VII-ondersteunende eiwitten, en de afwezige ankerfibrillen door een immunologische-gemedieerde functie van Col VII, een biologische signaalfunctie in angiogenese of tumorgenese, of als een bijkomende factor in sclerose.

(8)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Oppervlakte dat wordt bereikt door de bloedvaten.. Snelheid van het bloed door

At various intraocular tissues (BM of pigmented epithelium, retinal blood vessels, inner limiting membrane, lens capsule) our Col VII labeling has shown some resemblance to that

Daarnaast vond ik klussen, repareren en ontwerpen (elektra, hout, hutten) ook geweldig. Het doen van een wet-lab onderzoek, zoals die nu afgerond is, bleek een goede mengvorm

At first, he followed the current collagen research line of that time, but was allowed to pursue his interests: the characteristics of Type VII collagen. His internships were

In de huid lijkt Type VII collageen te vergelijken met een biologisch klittenband, waarbij een flexibele laag van visueel herkenbare ankerfibrillen de weefsellagen aan elkaar

Op basis van deze resultaten wordt de conclusie getrokken dat de aanwezigheid van VEGFR-3 een remmend effect heeft op bloedvatvorming in het hoornvlies. Over de functie van de

• door de overgang van lucht naar vloeistof (in de voorste oogkamer) / door de bolle vorm van de voorste oogkamer (die door het hoornvlies. begrensd wordt)

Wanneer als antwoord gegeven wordt dat het zeer onwaarschijnlijk is dat bij alle mensen tijdens de embryonale ontwikkeling alleen op twee plaatsen (waar de hoornvliezen