• No results found

(Volgen van) ontwikkeling van leerlingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "(Volgen van) ontwikkeling van leerlingen "

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2 september 2020, 10.00 uur

COVID-19-monitor Inspectie van het Onderwijs meting 2:

Hoe hebben scholen en instellingen het onderwijs vormgegeven in de periode vanaf begin mei tot aan de zomervakantie 2020?

Het onderzoek

Door telefonisch of via videoverbinding in gesprek te gaan met besturen, scholen en instellingen uit de sectoren po, vo, so, mbo en ho verzamelde de inspectie informatie over hoe besturen, scholen en instellingen in de periode van (gedeeltelijke) schoolsluiting tijdens de COVID-19-crisis het onderwijs hebben vormgegeven. Op die manier geven we voor het gehele onderwijsstelsel op sectorniveau, en dus niet op school- of

instellingsniveau, een beeld van de huidige situatie. Het onderzoek betreft een vervolg op de resultaten van de monitor die eerder (13 mei 2020) werden uitgebracht. De eerste ronde interviews is in de loop van april afgenomen. De focus lag toen op het opstarten van het afstandsonderwijs. De tweede (en hier gerapporteerde) ronde interviews vond plaats vlak voor de zomervakantie. Tevens is een zeer beperkt aantal scholen fysiek bezocht, daar is ook gesproken met leraren/docenten en leerlingen/studenten. De inspectie is van plan om begin oktober de besturen, scholen en instellingen opnieuw te benaderen over de situatie op dat moment. In het voorjaar van 2021 zullen we over ons onderzoek ook rapporteren in de jaarlijkse Staat van het Onderwijs.

Samenvatting orthopedagogisch-didactische centra

Inspecteurs hebben, tussen 22 juni en 3 juli 2020, 35 samenwerkingsverbanden met één of meer orthopedagogisch-didactische centra (opdc’s; in totaal 44) telefonisch benaderd over het onderwijs tijdens COVID-19 op de opdc’s sinds de vorige belronde eind april 2020. Behalve met enkele bestuurders is in deze ronde voornamelijk gesproken met verantwoordelijken op het opdc zelf. Hierdoor is meer specifieke informatie over het reilen en zeilen op het opdc opgehaald dan in de eerste belronde in april 2020 waar we voornamelijk bestuurders van samenwerkingsverbanden spraken. In zowel de eerste als de tweede belronde benaderden we alle samenwerkingsverbanden met een opdc. In de eerste belronde verkregen we informatie over 36 van de 44 opdc’s. In de tweede belronde was de respons 100%.

De hoofdbevindingen en bijzonderheden op een rij:

Allereerst noemden de opdc’s positieve aspecten over de afgelopen periode. Zo prezen zij de flexibiliteit en inzet van het personeel, het contact met ouders en de bereidwilligheid van leerlingen om zich aan de maatregelen te houden.

 Voor bijna de helft van de opdc’s (45%) schatten de geïnterviewden in dat er sinds de volledige heropening van het po (8 juni 2020) en de heropening van het vo (2 juni 2020) minder leerlingen naar het opdc kwamen dan tijdens de volledige schoolsluiting (gemeten eind april 2020). Voor een klein deel (18%) was het aantal leerlingen nagenoeg gelijk. Voor het overige deel (36%) was het aantal leerlingen juist groter.

Deze gegevens blijken, bij doorvragen, ook te maken te hebben met het feit dat examenkandidaten niet meer naar het opdc komen en dat er al weer leerlingen in- en uitstromen (respectievelijk 70% en 75%) van en naar de eigen school. Het aantal leerlingen dat in de onderzochte periode naar het opdc kwam was niet echt veel anders dan het aantal in andere jaren in deze periode, zo gaf men aan.

(2)

 Bij ruim een op de vijf opdc’s kwamen enkele leerlingen helemaal niet meer (14%) of minder vaak (7%) naar school omdat zij geen gebruik mochten maken van het openbaar vervoer, zo gaven de geïnterviewden aan. Voor ruim driekwart van de opdc’s gold dat alle leerlingen naar het opdc konden komen waarbij één opdc expliciet aangaf dat leerlingen normaal gesproken ook niet met het openbaar vervoer reisden.

 Een groot deel van de opdc’s heeft onderwijs en begeleiding aangeboden terwijl de reguliere scholen nog niet (volledig) waren heropend. Deze opdc’s gaven aan de begeleiding met betrekking tot de ontwikkelingsperspectieven (opp’s) conform planning uit te voeren en niet apart de beginsituatie weer in kaart te hebben

gebracht. De overige opdc’s (55%) brachten bij de hervatting van het onderwijs de beginsituatie van de leerlingen in kaart, aldus de geïnterviewden. Doorgaans gebeurde dit aan de hand van een mondelinge peiling tijdens lessen, het evalueren van ontwikkelingsperspectieven of het in gesprek gaan met leerlingen en/of de school van herkomst. Iets minder dan de helft van de opdc’s gaf aan dat niet alle leerlingen zich zoals gepland ontwikkelden. In de regel reageerden opdc’s hierop door (meer) maatwerk of intensievere begeleiding te bieden, of bijvoorbeeld door leerstof in te halen of (extra) huiswerk aan te bieden. Een klein aantal opdc’s (16%) gaf aan te kiezen voor onderwijsaanbod in de zomervakantie om zo leerlingen een goede start in het nieuwe schooljaar op de eigen school te kunnen bieden.

 Voor de meeste opdc’s gold volgens de geïnterviewden dat het afstandsonderwijs voor de minderheid geschikt was (67% van de opdc’s) of voor vrijwel geen van de leerlingen (16% van de opdc’s) geschikt was. Bij een kleine meerderheid van de opdc’s werden aanpassingen gedaan voor die leerlingen die vooral baat hadden bij het afstandsonderwijs, zodat zij deze vorm van onderwijs konden continueren. Dit betrof dan vaak leerlingen die eindexamen moesten doen of specifiek voor didactische toetsen wilden slagen om naar het volgende schooljaar over te kunnen gaan. Voor een minderheid van de opdc’s (19%) gold dat er geen leerlingen waren die vooral baat hadden bij afstandsonderwijs en dat aanpassingen uitbleven. Voor een andere minderheid (24%) gold dat aanpassingen in het onderwijs niet werden gedaan vanwege (sociale) leerdoelen die onlosmakelijk verbonden zijn met onderwijs en contact op het opdc.

 Op een grote meerderheid van de opdc’s (85%) werd de cognitieve ontwikkeling van leerlingen gevolgd op dezelfde wijze als voor COVID-19, veelal met mondelinge gesprekken over de volbrachte taken of door middel van methodegebonden toetsen, zo merkten de geïnterviewden op. Dit gebeurde overigens vaak, zoals gebruikelijk bij het opdc, georganiseerd door de po- of vo-school zelf en gefaciliteerd door het opdc.

Bijna één op de vijf opdc’s gaf aan dit anders aan te pakken dan voor COVID-19.Deze opdc’s kozen vaak voor mondelinge gesprekken over de volbrachte taken of voor toetsen, al dan niet gebonden aan een specifieke methode. Deze andere aanpak werd dan door de school van herkomst geïnitieerd. De geïnterviewden vonden het voor de helft van de opdc’s te vroeg om zich uit te spreken over de gevolgen van COVID-19 voor de leerresultaten van de leerlingen. Bij een deel (28%) van de leerlingen merkten zij achteruitgang op, bij een kleiner deel vooruitgang (15%) of stagnatie (8%) ten opzichte van wat verwacht had mogen worden.

 Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen werd volgens de

geïnterviewden veelal (84%) op dezelfde manier gevolgd als voor COVID-19, in de regel door middel van mondelinge gesprekken over de volbrachte taken of via portfolio’s. Een kwart van de opdc’s koos voor een andere aanpak dan voor COVID- 19, door vaker mondelinge gesprekken te voeren over de volbrachte taken of door intensiever contact te zoeken met de school van herkomst, de leerling, ouders en/of hulpverlening. Bij een aanzienlijk deel van de opdc’s (41%) zagen de geïnterviewden bij (een aantal leerlingen) een achteruitgang. Bij een kleiner deel zagen zij

(3)

vooruitgang (13%) of stagnatie (10%). Bij ruim een op de drie opdc’s (36%) vonden de geïnterviewden het te vroeg om hier iets over te zeggen.

 Als voornaamste belemmeringen in relatie tot het organiseren en uitvoeren van (aangepast) onderwijs op de locatie van het opdc noemden de geïnterviewden het houden van 1,5 meter afstand tussen leerlingen onderling (in het vo) en tussen leerlingen en leraar (in het vo). Daarnaast werd vaak als belemmering genoemd het gebrek aan persoonlijk contact met de leerlingen in combinatie met het gebrek aan goed zicht op de thuissituatie en het gebrek aan zelfstandigheid van sommige leerlingen.

 Als het gaat om de grootste uitdagingen of zorgen voor de start van het nieuwe schooljaar, dan werd geregeld gewezen op het inrichten van de 1,5 meter school, het inhalen van opgelopen achterstanden, en de psychische gesteldheid van leerlingen en/of leraren met betrekking tot de ontwikkelingen rondom COVID-19 en de invloed die dit heeft op de privé-situatie. Ook de afstemming met de scholen van herkomst wordt als uitdagend ervaren. Deze scholen lopen sterk uiteen in beleid en aanbod.

Met de opstart van contactonderwijs zal het digitale aanbod mogelijk minder worden en daarmee voorzien de opdc’s dat het continue onderwijsaanbod voor de leerlingen op het opdc weer minder vanzelfsprekend zal zijn.

 De geïnterviewden gaven aan dat ze verwachten dat pas in de loop van het nieuwe schooljaar duidelijk zal worden voor welke leerlingen het afstandsonderwijs en de schoolsluiting tot problemen zal leiden. Het merendeel van de geïnterviewden hield daarom al rekening met een mogelijke toename van het aantal aanmeldingen bij het opdc vanaf de herfstvakantie.

Overzicht van de data in grafiekvorm

De volgende pagina’s tonen de onderzoeksresultaten in grafiekvorm. Onder elke grafiek noemen we het aantal respondenten dat antwoord gaf op de bijbehorende vraag. De getoonde percentages per antwoordoptie reflecteren het aantal respondenten dat het betreffende antwoord gaf ten opzichte van het aantal respondenten dat de vraag

beantwoordde. Wilt u de exacte onderliggende cijfers weten? Of ervaart u problemen met de digitale toegankelijkheid van de informatie? Neem dan contact op via het

contactformulier.

(4)

DEELNAME

Deelname

Hoeveel leerlingen bezoeken het opdc normaal gesproken (voor de schoolsluiting)?

0 5 10 15

0 50 100 150

Aantal leerlingen

Aantal

n = 44

(5)

DEELNAME

Hoeveel van de leerlingen die normaal gesproken het opdc bezoeken komen sinds resp. 2 juni (vo) en 8 juni (po) naar het opdc?

0 2 4 6 8 10

0 50 100 150

Aantal leerlingen

Aantal

n = 43

(6)

DEELNAME

Welk percentage van de leerlingen die normaal gesproken het opdc bezoeken komen sinds resp. 2 juni (vo) en 8 juni (po) naar het opdc?

0 5 10 15

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage

Aantal

n = 43

Is het aantal leerlingen dat naar het opdc komt sinds resp. 2 juni (vo) en 8 juni (po) meer dan tijdens de vorige belronde in april 2020?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen

Ja, meer Nee, hetzelfde

Nee, minder

n = 44

(7)

DEELNAME

Zijn er leerlingen voor wie het naar school gaan bemoeilijkt wordt omdat ze geen gebruik mogen maken van het openbaar vervoer om naar het opdc te komen?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen Ja, sommige leerlingen komen

helemaal niet

Ja, sommige leerlingen komen gedeeltelijk / minder dan de geplande uren

Nee, alle leerlingen kunnen naar het opdc komen

Niet van toepassing

n = 43

Hoeveel leerlingen komen helemaal niet naar school omdat leerlingen geen gebruik mogen maken van het openbaar vervoer om naar het opdc te komen en daarom het naar school gaan bemoeilijkt wordt?

0 1 2 3 4

0 5 10 15

Aantal leerlingen

Aantal

n = 4

(8)

DEELNAME

Hoeveel leerlingen komen gedeeltelijk / minder dan de geplande uren naar school omdat leerlingen geen gebruik mogen maken van het openbaar vervoer om naar het opdc te komen en daarom het naar school gaan bemoeilijkt wordt?

0 0 0 0 0 1 1

0 5 10 15 20 25 30

Aantal leerlingen

Aantal

n = 3

(9)

DEELNAME

Hoeveel leerlingen komen niet naar het opdc?

0 5 10 15

0 10 20 30 40 50

Aantal leerlingen

Aantal

n = 29

Als leerlingen niet naar het opdc komen, waarom is dit?

Leerling leert makkelijker/liever via afstandsonderwijs Angst voor besmetting/kwetsbare huisgenoten Geen motivatie Anders

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen Meerdere antwoorden mogelijk

n = 14

(10)

CONNECTIES MET REGULIER ONDERWIJS

Connecties met regulier onderwijs

Hoe vindt, vergeleken met het begin van de COVID­19­crisis, de afstemming plaats met de reguliere scholen van de leerlingen op het opdc over het (leerstof)aanbod?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen

Dit is niet veranderd sinds de Covid-19-crisis

De afstemming is intensiever

dan aan het begin van de COVID-19- crisis

De afstemming is minder intensief dan aan het begin van de COVID-19- crisis

n = 42

Hoe vindt, vergeleken met het begin van de COVID­19­crisis, de afstemming plaats met de reguliere scholen van de leerlingen op het opdc over de begeleiding (ontwikkelingsperspectief)?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen

Dit is niet veranderd sinds de Covid-19-crisis

De afstemming is intensiever

dan aan het begin van de COVID-19- crisis

De afstemming is minder intensief dan aan het begin van de COVID-19- crisis

n = 42

(11)

CONNECTIES MET REGULIER ONDERWIJS

Hoe vindt, vergeleken met het begin van de COVID­19­crisis, de afstemming plaats met de reguliere scholen van de leerlingen op het opdc over de instroom?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen

Dit is niet veranderd sinds de Covid-19-crisis

De afstemming is intensiever

dan aan het begin van de COVID-19- crisis

De afstemming is minder intensief dan aan het begin van de COVID-19- crisis

n = 39

Hoe vindt, vergeleken met het begin van de COVID­19­crisis, de afstemming plaats met de reguliere scholen van de leerlingen op het opdc over de uitstroom?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen

Dit is niet veranderd sinds de Covid-19-crisis

De afstemming is intensiever

dan aan het begin van de COVID-19- crisis

De afstemming is minder intensief dan aan het begin van de COVID-19- crisis

n = 39

(12)

CONNECTIES MET REGULIER ONDERWIJS

Stromen er sinds het begin van de COVID­19­crisis nieuwe leerlingen vanuit het reguliere onderwijs in?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen

Ja Nee

n = 42

Stromen leerlingen uit?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen

Ja, naar de eigen school Ja, anders

Nee

n = 44

(13)

(VOLGEN VAN) ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN

(Volgen van) ontwikkeling van leerlingen

Op welke wijze wordt de cognitieve ontwikkeling van de leerling gevolgd sinds 2 juni?

Weet de respondent niet De school volgt de ontwikkeling van de leerling op dit moment niet Anders dan de gebruikelijk wijze voor de COVID-19- crisis Zoals de gebruikelijke wijze voor de COVID-19-crisis

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen Meerdere antwoorden mogelijk

n = 44

(14)

(VOLGEN VAN) ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN

Op welke gebruikelijke wijze wordt de cognitieve ontwikkeling van de leerling gevolgd sinds 2 juni?

Online oefensystemen Zelf ontwikkelde toetsen Nagekeken werk in de werkboeken Volbrachte taken/portfolio’s Methodeonafhankelijke toetsen Methodegebonden toetsen Mondelinge gesprekken over de volbrachte taken Anders

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen Meerdere antwoorden mogelijk

n = 39

(15)

(VOLGEN VAN) ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN

Op welke nieuwe wijze wordt de cognitieve ontwikkeling van de leerling gevolgd sinds 2 juni?

Nagekeken werk in de werkboeken Zelf ontwikkelde toetsen Online oefensystemen Volbrachte taken/portfolio’s Methodegebonden toetsen Methodeonafhankelijke toetsen Mondelinge gesprekken over de volbrachte taken Anders

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen Meerdere antwoorden mogelijk

n = 11

(16)

(VOLGEN VAN) ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN

Welke gevolgen ziet u op het gebied van de cognitieve ontwikkeling (leerresultaten) van de leerlingen?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen (Een aantal) leerlingen laat

achteruitgang zien op dit gebied (Een aantal) leerlingen laat stagnatie zien op dit gebied

(Een aantal) leerlingen laat progressie zien op dit gebied (Nog) geen zicht op

n = 40

Op welke wijze wordt de sociale en emotionele ontwikkeling van de leerling gevolgd sinds 2 juni?

De school volgt de ontwikkeling van de leerling op dit moment niet Weet de respondent niet Anders dan de gebruikelijk wijze voor de COVID-19- crisis Zoals de gebruikelijke wijze voor de COVID-19-crisis

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen Meerdere antwoorden mogelijk

n = 43

(17)

(VOLGEN VAN) ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN

Op welke gebruikelijke wijze wordt de sociale en emotionele ontwikkeling van de leerling gevolgd sinds 2 juni?

Nagekeken werk in de werkboeken Zelf ontwikkelde toetsen Methodeonafhankelijke toetsen Online oefensystemen Methodegebonden toetsen Volbrachte taken/portfolio’s Anders Mondelinge gesprekken over de volbrachte taken

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen Meerdere antwoorden mogelijk

n = 37

(18)

(VOLGEN VAN) ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN

Op welke nieuwe wijze wordt de sociale en emotionele ontwikkeling van de leerling gevolgd sinds 2 juni?

Methodegebonden toetsen Methodeonafhankelijke toetsen Nagekeken werk in de werkboeken Zelf ontwikkelde toetsen Online oefensystemen Volbrachte taken/portfolio’s Mondelinge gesprekken over de volbrachte taken Anders

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen Meerdere antwoorden mogelijk

n = 17

(19)

(VOLGEN VAN) ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN

Welke gevolgen ziet u op het gebied van de sociaal­emotionele ontwikkeling van de leerlingen?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen (Een aantal) leerlingen laat

achteruitgang zien op dit gebied (Een aantal) leerlingen laat stagnatie zien op dit gebied

(Een aantal) leerlingen laat progressie zien op dit gebied (Nog) geen zicht op

n = 39

Heeft de school de beginsituatie van de leerlingen bij hervatting van het onderwijs op school in kaart gebracht ?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen

Ja Nee

n = 44

(20)

(VOLGEN VAN) ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN

Bij welk deel van de leerlingen heeft de school de beginsituatie van de leerlingen bij hervatting van het onderwijs op school in kaart gebracht?

0 5 10 15 20

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage

Aantal

n = 24

(21)

(VOLGEN VAN) ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN

Hoe heeft de school de beginsituatie van de leerlingen bij hervatting van het onderwijs op school in kaart gebracht?

Toetsen afnemen Schriftelijke peiling tijdens lessen Mondelinge peiling tijdens lessen Ontwikkelingsperspectieven evalueren Anders

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen Meerdere antwoorden mogelijk

n = 33

Ontwikkelen alle leerlingen zich conform hun ontwikkelingsperspectief?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen

Ja

Ja, sneller dan gepland

Nee

(Nog) geen zicht op

n = 44

(22)

(VOLGEN VAN) ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN

Onderneemt de school acties om eventuele ontwikkelingsachterstand in te halen?

Extra leerstof aan te bieden Nee Onderwijsaanbod in de zomervakantie Te differentiëren in onderwijstijd afgestemd op de situatie van de groep (extra) huiswerk aan te bieden Leerstof in te halen Te differentiëren in instructie en verwerking afgestemd op de situatie van de groep Te differentiëren in aanbod afgestemd op de situatie van de groep Anders

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen Meerdere antwoorden mogelijk

n = 43

(23)

VOORDEEL VAN AFSTANDSONDERWIJS?

Voordeel van afstandsonderwijs?

Voor welk deel van de leerlingen van het opdc acht u het afstandsonderwijs geschikt?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen

Vrijwel alle leerlingen

Een meerderheid van de leerlingen

Een minderheid van de leerlingen Vrijwel geen van de leerlingen

n = 43

Voor welk deel van de vakken op het opdc acht u het afstandsonderwijs geschikt?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen

Vrijwel alle vakken

Een meerderheid van de vakken

Een minderheid van de vakken Vrijwel geen van de vakken

n = 43

(24)

VOORDEEL VAN AFSTANDSONDERWIJS?

Heeft u voor de leerlingen die vooral baat hadden bij afstandsonderwijs aanpassingen in het onderwijs gemaakt zodat ze verder kunnen met afstandsonderwijs?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen Nee, geen leerlingen die dit

betreft

Nee, geen mogelijkheden voor afstandsonderwijs

Nee, anders Ja

n = 42

(25)

ONDERWIJS OP SCHOOL

Onderwijs op school

Welke onderwijsactiviteiten worden fysiek aangeboden op school?

Praktijkvakken De kernvakken Mentorlessen Alle vakken Anders

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen Meerdere antwoorden mogelijk

n = 44

(26)

SOCIALE VEILIGHEID

Sociale veiligheid

Heeft het opdc nu meer zicht op de sociale veiligheid van de thuissituatie van studenten dan eind april, tijdens de vorige vragenronde?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen

Ja Nee

n = 44

(27)

DILEMMA’S

Dilemma’s

Wat zijn nu de drie voornaamste dilemma’s en belemmeringen in relatie tot het organiseren en uitvoeren van (aangepast) onderwijs op de locatie van het opdc?

Weet de respondent niet Ziekte leerlingen Gebrek aan motivatie leerlingen Uitval docenten Werkdruk docenten Stress vanwege COVID-19 bij leerlingen Gedragsproblemen leerlingen (verstoren les, concentratieproblemen etc.) Nee, geen knelpunten Zelfstandigheid leerlingen Gebrek aan persoonlijk contact met leerlingen Thuissituatie leerlingen 1,5 meter afstand houden tussen leerling en leraar 1,5 meter afstand houden tussen leerlingen onderling (in het vo) Anders

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen Meerdere antwoorden mogelijk

n = 44

(28)

SCHOOLJAAR 2020­2021

Schooljaar 2020­2021

Wat zijn de grootste uitdagingen/zorgen voor de start van het nieuwe studiejaar?

Reisbewegingen leerlingen Beschikbaarheid stageplaatsen De roostering Mogelijkheid tot voldoende praktijklessen Onzekerheid over de toekomst a.g.v. de verspreiding van het virus en de hieraan gekoppelde maatregelen De psychische gesteldheid van leerlingen en/of leraren Inhalen van opgelopen achterstanden bij studenten Inrichten van de 1,5 meter school Anders

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen Meerdere antwoorden mogelijk

n = 43

(29)

TERUGKOPPELING COVID­19­MONITOR

Terugkoppeling COVID­19­monitor

Herkent u zich in de factsheet aan de hand van de opgehaalde informatie in de periode april 2020?

0% 25% 50% 75% 100%

Percentage antwoord gekozen

Ja Nee

Weet de respondent niet

n = 43

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Het weglaten van indicatoren van het strafverleden van werkgestraften en ondertoezichtgestelden uit het model, leidt ertoe dat sommige factoren een sterker verband met recidive

8. De juf/meester zegt duidelijk welk gedrag ze van ons verwacht 9. Ik heb veel contact met mijn klasgenoten 11. Ik zou liever in een andere klas zitten 12.. Ik kan goed met

Een groot deel van de gemeenten kent een hondenbelasting (zie kaart 43). Het is niet bekend voor hoeveel honden hondenbelasting wordt betaald. Daarom is de

De scholen hebben een divers onderwijsaanbod zodat ouders in Hilversum een bewuste keuze kunnen maken voor een school die past bij hun kind.. Het onderwijs op de Stip-scholen

We zien dat vóór COVID-19 leerlingen zonder een migratieachtergrond op uw school op geen enkel domein lager dan het landelijk gemiddelde scoorden. Sinds COVID-19 zien we dat

- mentale modellen zijn simpel (grof en ongenuanceerd). Het zal duidelijk zijn, dat de persoonlijke modellen die voldoen aan alle hierboven genoemde kenmerken, nog ver af staan van

5 De interviewagenda’s voor de interviews over de vragenlijst zijn op te vragen bij de auteur.. van ELAN de vragenlijst zal invullen om te onderzoeken welke onderzoekscompetenties