• No results found

IIIII ii ii iii

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "IIIII ii ii iii"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

G E M E E N T E B E U N I N G E N

Raadsvoorstel

Onderwerp Herziening Verordening Leerlingenvervoer gemeente Beuningen

Raadsvergadering 1 juli 2014

Numraer(agenda) Commissie 1 Samenleving

Registratienummer BW14.00412 Datum 16 juni 2014

Registratiecode iniiii IIIII ii ii iii iiiy Commissie 2

Auteur Hans Vincken Datum

Status Openbaar B&W-vergadering 27 mei 2014

Publicatiedatum 28 mei 2014 Portefeuillehouder J.J. Driessen Samenvatting

In de Verordening Leerlingenvervoer is vastgelegd welke leerlingen in het primair onderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs en het voortgezet onderwijs in aanmerking kunnen komen voor een vergoeding voor schoolvervoer. De huidige verordening dateert van 2008 en behoeft een aantal (technische) aanpassingen.

Daarnaast dient de verordening te worden aangepast in verband met de invoering van de Wet Passend Onderwijs en de toenemende eigen verantwoordelijkheid van ouders.

Besluit om

1. de Verordening Leerlingenvervoer 2014 gemeente Beuningen met inbegrip van de toelichting vast te stellen met ingang van 1 augustus 2014;

2. de Verordening Leerlingenvervoer 2008 in te trekken.

Inleiding

Het passend onderwijs gaat op 1 augustus 2014 van start. Dit heeft ook gevolgen voor het leerlingenvervoer. De voornaamste wijzigingen in de verordening bestaan eruit dat in de nieuwe verordening nadrukkelijk gesproken wordt over de redelijkerwijs te vergen inzet van ouders.

Daarnaast hebben leerlingen uit het Voortgezet Speciaal Onderwijs alleen nog recht op leerlingenvervoer als zij door hun handicap op ander vervoer dan het openbaar vervoer zijn aangewezen.

Tevens maken wij van de gelegenheid gebruik de verordening te vereenvoudigen. Waar in de vorige verordening nog sprake was van een indeling naar drie onderwijswetten, wordt in de nieuwe verordening volstaan met de tweedeling primair onderwijs en voortgezet onderwijs.

Beoogd effect

Een goede en juiste uitvoering van het leerlingenvervoer.

Argumenten

1.1 Als de wet is aangepast, moet ook de verordening worden aangepast.

De wet passend onderwijs treedt op 1 augustus 2014 in werking. In deze wet staat een wijziging van artikel 4 van de Wet Primair Onderwijs en de Wet op de expertisecentra die het leerlingenvervoer regelen. In dit artikel staat dat de gemeente een regeling moet treffen voor de uitvoering van het leerlingenvervoer en onder welke voorwaarden. In deze voorwaarden is een wijziging opgetreden, waardoor ook de verordening moet worden aangepast, (zie 1.4)

1.2 De structuur van de modelverordening VNG is fors gewijzigd.

Bij het opstellen van onze verordening volgen wij de modelverordening van de VNG. Deze is dermate ingrijpend aangepast dat wij voorstellen om de oude verordening niet slechts te wijzigen maar volledig in te trekken.

1.3 De verantwoordelijkheid van ouders/verzorgers wordt duidelijk geregeld.

Uitgangspunt van beleid is dat vervoer/begeleiding een zaak van de ouders/verzorgers is. Zij hoeven dit niet zelf te doen maar dienen het wel te organiseren. Deze verantwoordelijkheid is in artikel 12 c van de verordening nadrukkelijk vastgelegd. Dit sluit ook beter aan bij de eigen inzet van de burger.

(2)

1.4 Leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso) hebben niet meer automatisch recht op leerlingenvervoer.

In artikel 4 van de Wet op de expertisecentra, waarin het leerlingenvervoer voor het vso is geregeld, staat voortaan dat alleen recht op een vervoersvoorziening bestaat als een leerling is aangewezen op ander dan openbaar vervoer. Dit betekent dat als een leerling met openbaar vervoer kan reizen, er geen recht meer is op leerlingenvervoer.

De verdeling van vso-leerlingen naar soort vervoer in onze gemeente is nu als volgt:

taxi i.v.m. handicap 23 eigen vervoer auto 2 openbaar vervoer 5

Aangezien de toekenningen van een vervoersvoorziening voor het schooljaar 2014/2015 nog onder de huidige verordening zijn beschikt, verandert er volgend schooljaar voor deze leerlingen nog niets. Alleen voor leerlingen waarvoor na 1 augustus 2014 een aanvraag wordt ingediend - en die met het openbaar vervoer kunnen reizen - vervalt het recht.

Financiën

Wij verwachten dat deze nieuwe verordening beperkt invloed zal hebben op het budget voor het leerlingenvervoer. De grootste 'besparing' zal zitten in de strikte toepassing van de eigen inzet en

mogelijkheden van de ouders/verzorgers bij de organisatie van het vervoer. Het jaarlijks budget voor het leerlingenvervoer bedraagt de laatste jaren gemiddeld C 465.000. Het aantal leerlingen dat gebruik maakt van het leerlingenvervoer bedraagt dit schooljaar 134.

Communicatie Ouders

In de begeleidende brief bij het aanvraagformulier hebben wij bij ouders waarvan het kind naar het vso gaat al aangegeven dat de regeling gaat veranderen, maar nog niet voor het komende schooljaar. Na het vaststellen van de nieuwe verordening zullen wij de ouders informeren over de voortgang.

Scholen

In het voorjaar hebben wij samen met de gemeente Nijmegen en Wijchen overleg gehad met de directeuren van de meest betrokken scholen voor Voortgezet Speciaal Onderwijs om hen over de komende wijziging van het leerlingenvervoer te informeren. De directeuren hebben ons verzocht om zorgvuldig met deze doelgroep om te gaan. Uiteraard nemen wij deze bemerking ter harte.

Overig

Per 1 januari 2015 wordt de gemeente naast het leerlingen- en het WMO vervoer ook verantwoordelijk voor het AWBZ-vervoer. In dit kader onderzoekt de Stadsregio de mogelijkheden van het combineren van de diverse vormen van doelgroepenvervoer. De resultaten hiervan worden in het najaar verwacht. Het huidige contract voor het leerlingenvervoer, in gezamenlijkheid afgesloten met Nijmegen en Wijchen, loopt tot 1 september 2015.

Bijlage

Verordening Leerlingenvervoer gemeente Beuningen 2014 AT14001610.

Routingformulier AT14001609.

Burgemeester en wethouders,

A.H.W.M. Koeken RA drs. CF. van Eert

secretaris burgemeester Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 0ļjulį2O14.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Artikel 6 lid 3 van de Habitatrichtlijn bepaalt dat voor elk plan of project dat niet direct verband houdt of nodig is voor het beheer van het relevante gebied, maar afzonderlijk of

De meest voor de hand liggende optie is de tweede optie, waarbij Zeeweringen voldoet aan het op sterkte brengen van de primaire waterkering, de huidige cultuurhistorische waardes

Vol-en-zat gepenetreerde breuksteen: Voor een bekleding bestaande uit vol-en-zat gepenetreerde breuksteen wordt de minimaal benodigde laagdikte in de golfklapzone bepaald op basis

Eindscore bekleding per tafel, inclusief beheerdersoordeel Bijlage 13. tio

Verder wordt in het dwarsprofiel de ligging van het (figuur) maaiveld aangegeven. In de bijbe-horende tabel is een aantal kenmerken van de tafels opgenomen. Voor de onzichtbare

Met deze wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 (hierna: Bp2000) wordt het mogelijk gemaakt om na ingecheckt te hebben met een uitsluitend daarvoor door of namens

Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (het Centrum) heeft een reeks van 10 brochures (praktische steekkaarten) ontwikkeld over redelijke aanpassingen

De (voorlopige) resultaten van al deze beleidsprocessen werken we in de periode 2019-2023 uit; zij vormen de basis voor de activiteitenplanning in dit uitvoeringsprogramma OV..