• No results found

De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende vanaf 8 uur ’s morgens tot

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende vanaf 8 uur ’s morgens tot"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De raad van de gemeente Beuningen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 juli 2010 (BW10.01021),

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet,

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaats(en),

B E S L U I T :

de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Haaghove 2010 vast te stellen.

HOOFDSTUK I Inleidende bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. begraafplaats: begraafplaats Haaghove;

b. beheerder: een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar belast met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of diens gemachtigde;

c. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een

bovengrondse muur of wand;

d. graf: een particulier zandgraf of particulier grafkelder waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- het doen verstrooien van as;

e. gereserveerd graf: een graf als bedoeld in artikel 1, onder d, waarvoor een rechthebbende een reservering heeft;

f. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

g. kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begaven houden van lijken van kinderen tot 12 jaar;

h. urnengraf: een graf, daaronder begrepen grafkelder waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

- het doen verstrooien van as;

i. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

j. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

k. gedenkplaats: een door de gemeente aangewezen plaats om overledenen te gedenken;

l. verstrooiingsplaats: een door de gemeente aanwezen plaats waarop as wordt verstrooid.

m. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

(2)

n. gedenkteken: voorwerp op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen, hekwerken en andere voorwerpen, niet zijnde beplanting of tijdelijke versiering;

o. rechthebbende: een natuurlijk of rechtspersoon die het uitsluitend recht is verleend op een graf.

Artikel 2 Uitbreiding begrip graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze Verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder graf mede verstaan: urnengraf en kindergraf.

HOOFDSTUK II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats Artikel 3 Openstelling begraafplaats(en)

1. De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende vanaf 8 uur ’s morgens tot een half uur na zonsondergang.

2. Voor personen die werkzaamheden hebben te verrichten is de begraafplaats niet open gesteld op de zaterdag en niet op de zondag of een algemeen erkende feestdag.

3. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats of van het van gemeentewege verrichten van noodzakelijke werkzaamheden op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

4. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

5. Burgemeester en wethouders kunnen personen de toegang tot de begraafplaats voor maximaal 1 jaar ontzeggen, behoudens in het geval van bijwoning van een begraving of bijzetting van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

1. Het is aan anderen dan het dienstdoende personeel van de begraafplaats verboden gedurende een half uur voor en tijdens een begraving of het bijzetten van as op de begraafplaats

werkzaamheden te verrichten of materialen en dergelijke te vervoeren.

2. Het is aan steenhouwers, tuinlieden en daarmee gelijk te stellen personen verboden om werkzaamheden voor rechthebbende op de begraafplaats te verrichten anders dan met toestemming van de beheerder of diens gemachtigde.

3. Het is verboden met motorrijtuigen en (brom)fietsen op de begraafplaats te rijden.

Motorrijtuigen op de begraafplaats zijn slechts toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen.

4. Honden dienen op de begraafplaats te worden aangelijnd.

5. Kinderen onder de leeftijd van 10 jaar mogen alleen in aanwezigheid van een volwassene de begraafplaats betreden.

6. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats moeten verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

7. Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

(3)

Artikel 5 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden en het toezicht daarop zijn belast.

HOOFDSTUK III Graven

Artikel 6 Uitgifte graven

Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

a. graven;

b. urnengraven;

c. gedenkplaatsen;

d. kindergraven.

Artikel 7 Volgorde van uitgifte

1. De graven worden in volgorde van ligging uitgegeven.

2. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 1 afwijken, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 8 Categorieën

1. Op de begraafplaats worden de volgende categorieën onderscheiden:

a. algemeen;

b. katholiek;

c. protestants;

2. Burgemeester en wethouders kunnen de hierboven vermelde categorieën, aanvullen met andere categorieën.

3. Burgemeester en wethouders bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 9 Aantal overledenen in graven

1. In een graf wordt maximaal één lijk en maximaal 2 asbussen met of zonder urn tezamen begraven of maximaal 3 asbussen met of zonder urn.

2. In een urnengraf wordt maximaal 4 asbussen met of zonder urn begraven.

3. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 1 afwijken.

Artikel 10 Termijnen van graven

1. Burgemeester en wethouders verlenen op schriftelijke aanvraag voor de tijd van twintig jaar, het recht op een graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het graf is uitgegeven.

2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaren.

3. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 12, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 11 Grafkelder

Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een graf overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden toestaan dat daarin voor eigen rekening een grafkelder wordt aangebracht.

(4)

Artikel 12 Overschrijving graf.

2. Het recht op een graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende op naam van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

3. Na het overlijden van de rechthebbende kan het graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad. Het verzoek hiertoe moet schriftelijk worden gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving op naam van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

4. Indien na het overlijden van de rechthebbende het schriftelijk verzoek tot overschrijving van burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het graf te doen vervallen.

5. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen

burgemeester en wethouders het graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 13 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het graf. Burgemeester en wethouders sturen een bevestiging bij ontvangst van deze verklaring.

HOOFDSTUK IV Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 14 Kennisgeving begraving en asbezorging

1. Van het voornemen tot een begraving of het bijzetting van as dient minstens 24 uur en bij strenge vorst 48 uur te voren kennis te worden gegeven aan de beheerder of diens

gemachtigde onder overlegging van het schriftelijk verlof tot het begraven, afgegeven door de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand.

2. Voor elke begraving of bijzetting van as wordt door de beheerder of diens gemachtigde een schriftelijk bewijs waarin plaats en tijdstip zijn vermeld, aan de aangever ter hand gesteld.

3. Geen begraving of bijzetting van as mag plaats hebben dan na vertoon aan de terzake gemachtigde persoon of gemachtigd bedrijf van het schriftelijk bewijs, bedoeld in het tweede lid.

Artikel 15 Wijze van begraven

1. Een lijk wordt begraven in een kist.

2. Begraving mag geschieden zonder kist, mits het lijk zich bevindt in een ander omhulsel. Dit omhulsel moet op het doel van begraving zijn afgestemd, een en ander conform het Besluit op de Lijkbezorging (besluit van 4 december 1997, Staatsblad 1997, 647).

(5)

Artikel 16 Openen en sluiten van graven en het weghalen en terugplaatsen van grafbedekking.

Het openen van een graf ter begraving of bijzetting van as en het opnieuw begraven of bijzetten van as en het daarna sluiten van een graf in dezelfde of in een andere grafruimte, alsmede het in dit verband weghalen en zonodig terugplaatsen van grafbedekking, vindt uitsluitend plaats onder toezicht van de beheerder.

Artikel 17 Tijd van begraving of bijzetting van as

1. De begravingen en bijzettingen van as kunnen plaats vinden op maandag tot en met zaterdag tussen 8.00 uur en 17.00 uur.

1. Op hetzelfde tijdstip mag slechts één begraving of bijzetting van as geschieden. De volgorde wordt geregeld door de beheerder of diens gemachtigde.

3. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijkingen toestaan van het bepaalde in het eerste en het tweede lid eerste volzin.

Hoofdstuk V Grafbedekking

Artikel 18 Afmetingen en plaatsing van gedenktekens

1. Per graf mag één gedenkteken worden aangebracht met een maximale hoogte van 150 cm.

2. Voorts zijn de afmetingen van gedenktekens op:

a. een graf maximaal 100 x 200 cm.

b. een kindergraf maximaal 80 x 150 cm.

c. een grafkelder maximaal de afmeting van een gedenkteken op een graf of een veelvoud daarvan.

d. een urnengraf maximaal 70 x 70 cm.

e. een gedenkplaats maximaal de afmetingen van een gedenkteken op een graf of op een urnengraf.

Artikel 19 Afmetingen van grafbeplanting

Op elk graf of gedenkplaats mag beplanting worden aangebracht tot een maximale hoogte van 150 cm.

Artikel 20 Vergunning voor grafbedekking vereist

1. Voor het aanbrengen van een gedenkteken, niet zijnde beplanting of tijdelijke versiering is vergunning vereist van burgemeester en wethouders.

2. Burgemeester en wethouders kunnen in geval door de plaatsing van een gedenkteken de eerbaarheid naar hun oordeel in het gedrang komt, de plaatsing van zo’n gedenkteken weigeren.

Artikel 21 Plaatsen gedenkteken

1. De rechthebbende zorgt er voor dat voor het gedenkteken een behoorlijke fundering is aangebracht teneinde verzakking te voorkomen.

2. De plaatsing van een gedenkteken vindt plaats in overleg met de beheerder.

(6)

Artikel 22 Onderhoud grafbeplanting

1. Niet blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op

schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

2. Blijvende beplanting dient door de rechthebbende behoorlijk te worden onderhouden. Indien de rechthebbende dit nalaat wordt de beplanting op kosten van de rechthebbende van gemeentewege onderhouden.

3. De gemeente draagt zorg voor het onkruidvrij houden van een graf of gedenkplaats. Hiervoor worden de rechthebbenden leges in rekening gebracht.

Artikel 23 Onderhoud gedenkteken

1. De rechthebbende is verplicht het gedenkteken behoorlijk te onderhouden en in goede staat te houden.

2. Indien de rechthebbende nalaat het gedenkteken behoorlijk te onderhouden of in goede staat te houden, kan het college op kosten van de rechthebbende het gedenkteken doen verwijderen.

3. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

4. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende schriftelijk is geïnformeerd over de toestand van het gedenkteken. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is wordt de oproeping bekend gemaakt op het mededelingenbord op de begraafplaats. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

5. Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan het gedenkteken te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van het grafteken gevaar op levert voor derden.

Artikel 24 Direct maatregelen bij dreigend gevaar/schade

Ter voorkoming of beperking van gevaar voor mens dier of ander voorwerp kan het college direct maatregelen nemen door de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking te doen verwijderen. De kosten van het verwijderen kunnen op de rechthebbende worden verhaald.

HOOFDSTUK VI Ruiming van graven Artikel 25 Ruiming

1. Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van de ruiming bekend gemaakt. Het voornemen wordt schriftelijk bekend gemaakt aan de belanghebbende dan wel rechthebbende. Is het adres van de rechthebbende bij de gemeente niet bekend dan wordt het voornemen bekendgemaakt op het mededelingenbord op de begraafplaats.

2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaats.

(7)

4. Nabestaanden van een overledene die begraven is, kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn de beheerder schriftelijk verzoeken om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.

5. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus of urn is bijgezet, kunnen de beheerder vragen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

HOOFDSTUK VII Instandhouden historische graven en opvallende grafbedekking Artikel 26 Lijst

1. Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

2. Voordat een graf wordt geruimd, onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

3. Burgemeester en wethouders beslissen over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de lijst staan zoals genoemd in lid 1.

HOOFDSTUK VIII Slotbepalingen Artikel 27 Intrekking oude regeling

De Beheersverordening begraafplaats Haaghove 2008, vastgesteld op 11 december 2007, wordt ingetrokken op de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 28 Overgangsbepalingen

De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de in artikel 27 genoemde verordening worden geacht ingevolge deze Verordening te zijn ontstaan.

Artikel 29 Strafbepalingen

Overtreding of niet-nakoming van de verbods- en gebodsbepalingen in artikel 3 en 4 van deze Verordening kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste 12 dagen of geldboete van de eerste categorie.

Artikel 30 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

Artikel 31 Citeertitel

Deze Verordening kan worden aangehaald als: Beheersverordening begraafplaats Haaghove 2010.

Beuningen, 5 oktober 2010

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is

3 Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan Burgemeester en Wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel

Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is

Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is

Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid gestelde termijn,

Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van

Indien na het overlijden van de rechthebbende het schriftelijk verzoek tot overschrijving van burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit

Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van