Welkomstwoord van Kardinaal Jozef De Kesel bij de viering van 100 jaar Mechelse Gesprekken te Rome 11 juni 2021
Het is mij een eer en een genoegen om bij het begin van deze viering van 100 jaar Mechelse Gesprekken het woord tot u te mogen richten. Ik verontschuldig mij dat ik niet bij u kan zijn omwille van mijn gezondheidstoestand en mijn convalescentie na een langdurige ziekte.
Later zullen we deze 100 jaar ook uitvoerig in Mechelen vieren. Maar ik ben beide ambassadeurs heel dankbaar om dit ook nu al te doen in Rome.
Your Eminence Cardinal Koch, Your Grace Lord Williams of Oystermouth, Your Excellency Archbishop Gallagher, Your Grace Archbishop Ernest, Your Excellency Archbishop Mathieu, Your Excellency Bishop Farrell, Excellencies and Members of the Diplomatic Corps, reverend Canon Hawkey, Dear Professors, Ladies and Gentlemen, Dear Friends,
Er zijn voor mij twee redenen waarom we de Mechelse Gesprekken niet mogen vergeten.
Het initiatief van Lord Halifax, van Kardinaal Mercier en l’abbé Portal was pionierswerk. En dat in een tijd en op een moment dat het alles behalve evident was. Wel had de Lambeth Conferentie in juli 1920 een ‘Appeal to all Christian people for unity’ gedaan. Het heef Kardinaal Mercier zeker gemotiveerd om op de vraag van Lord Halifax in te gaan. Maar van officieel kerkelijke zijde bleef men toen toch zeer gereserveerd, al zeker van katholieke zijde.
Pas het Tweede Vaticaans Concilie heef de deur echt geopend en heef geleid tot een officiële dialoog. Ik kan alleen de hoogste waardering en dankbaarheid uitspreken voor wat ARCIC gedaan heef en nog altijd doet. Men kan wel zeggen dat de dialoog nu echt ver gevorderd is. Men is het ook over fundamentele aangelegenheden eens. Of althans een convergentie waar datgene wat we gemeenschappelijk delen zoveel groter is dan wat ons verdeeld. Maar goede teksten zijn één zaak; een andere hoe ze door de betrokken kerken aanvaard worden, van hoog tot laag. En juist op dat punt blijf het toch nog altijd heel stil.
Sommigen hebben gesproken van een ‘wintertijd’. Om deze stilte te doorbreken is het zo belangrijk in herinnering te brengen wat 100 jaar geleden is gebeurd.
Maar er is nog een reden waarom het zo belangrijk is deze pionierstijd niet te vergeten. We zijn hier in de westerse samenleving geëvolueerd van een religieuze en christelijke samenleving naar een seculiere cultuur. Het betekent niet het einde van Kerk en christendom maar wel het einde van een homogeen christelijke beschaving. Een pluralistische cultuur waarin het geloof in God geen evidentie meer is. Juist in deze situatie hebben we nood aan eenheid in ons getuigenis tegenover de wereld. Want de Kerk is in haar wezen een teken en sacrament van eenheid, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de hele mensenfamilie. Het gebeurt mij meer dan eens, ook op officiële plechtigheden, dat men de verschillende christelijke confessies beschouwt als verschillende godsdiensten. Ik moet eerlijk zeggen dat het mij altijd echt pijn doet. Niet alleen zijn we nog verdeeld, maar we etaleren het ook nog.
De oecumenische dialoog kan noch mag verward worden met de interreligieuze dialoog. De herinnering aan de Mechelse Gesprekken drukken ons opnieuw op het hart hoe urgent de zaak is van de eenheid, met name juist de zichtbare eenheid van de Kerk. Eenheid in verscheidenheid, ‘united not absorbed’, zeer zeker, maar wel degelijk eenheid. Het moet ons allen uitnodigen tot een tijd van echte onderscheiding, discernement zoals Paus Franciscus het zo graag noemt. Discernement niet alleen door de hoogste instanties in de Kerk maar ook door de geloofsgemeenschappen zelf. Het is niet goed als elke kerkgemeenschap zich op
zichzelf terugtrekt in een identitaire reflex. Ook daarom is het zo belangrijk dat we de pioniersperiode van de oecumenische dialoog niet vergeten. De wintertijd mag niet blijven duren! Dat is de hoop en het gebed dat ik met u allen vandaag deel.
Vol dankbaarheid voor de initiatiefnemers van deze ontmoeting groet ik u allen zeer en wens u een rijke en vruchtbare dialoog en een broederlijke ontmoeting.
+ Jozef kardinaal De Kesel
Aartsbisschop van Mechelen-Brussel