Aan Staatssecretaris
Van
TER BESLISSING
Datum 14 oktober 2021
Uiterlijk bij 18 oktober 2021 Bijlage(n) 0
Pagina 1 van 1
Nota van wijziging wetvoorstel niet-indexeren kinderbijslag
Aanleiding
Tijdens de Tweede Kamerbehandeling (13 oktober 2021) van het wetsvoorstel niet-indexeren kinderbijslag hebt u toegezegd met een nota van wijziging te komen. Hierbij treft de nota van wijziging aan. Het is van belang de nota van wijziging voor de stemming over het wetsvoorstel, die naar verwachting op 26 oktober 2021 zal plaatsvinden, in te dienen.
Geadviseerd besluit
Ik adviseer u in te stemmen met de nota van wijziging.
Ik adviseer u om de aanbiedingsbrief en de toelichting op de nota van wijziging zo spoedig mogelijk te tekenen, zodat de nota van wijziging ingediend kan worden ten behoeve van de stemming op, vermoedelijk, 26 oktober 2021.
Deze nota wordt openbaar gemaakt.
De nota van wijziging is afgestemd met FEZ, WBJA en IRF.
Kernpunten Nota van wijziging
Met de nota van wijziging wordt de indexering van de kinderbijslagbedragen over 2023 en 2024 afhankelijk gemaakt van de geraamde
dekkingsopbrengsten (€ 130 miljoen structureel vanaf 2025 als cumulatief
€ 400 miljoen over de toenmalige begrotingshorizon (2022-2025)) gebaseerd op de toename van de consumentenprijsindex.
Concreet wordt met de nota van wijziging de mogelijkheid gecreëerd om tot de benodigde dekking te komen door 1) in 2023 minder te indexeren in plaats van geheel niet-indexeren of 2) in 2024 met minder dan 0,1%-punt minder te indexeren, als één van de opties tot een te hoge opbrengst zou leiden.
Vervolgens worden, nadat de gewenste opbrengst is gerealiseerd, de
genoemde kinderbijslagbedragen met ingang van het eerste vaste moment (1 januari of 1 juli) geïndexeerd conform de wettelijke systematiek van de artikelen 13, tweede en derde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet.
Toezeggingen
Komende week wordt nog een brief opgesteld waarin de Kamer wordt
geïnformeerd over de appreciatie van de minister van BZK over de motie Kwint inzake niet-indexeren salarissen van bewindspersonen en wordt de toegezegde informatie de werkwijze en samenstelling van de commissie inzake de normen voor het bestaansminimum.