• No results found

Geschillenkamer Beslissing ten gronde 61/2021 van 19 mei 2021

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Geschillenkamer Beslissing ten gronde 61/2021 van 19 mei 2021"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1/2

Geschillenkamer Beslissing ten gronde 61/2021 van 19 mei 2021

Dossiernummer : DOS-2019-04867

Betreft : intrekking beslissing 5/2021 van 22 januari 2021

De Geschillenkamer van de Gegevensbeschermingsautoriteit, samengesteld uit de heer Hielke Hijmans, voorzitter en de heren Jelle Stassijns en Frank De Smet, leden;

Gelet op Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming);

Gelet op de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit ;

Overwegende dat het Marktenhof in zijn uitspraken 2020/AR/813 van 18 november 2020 en 2021/AR/1159 van 24 februari 2021 gewezen heeft op het belang om betrokkenen voorafgaand aan de behandeling van het dossier in te lichten over de exacte aantijgingen en/of inbreuken waaraan hij zich schuldig zou kunnen maken;

Overwegende dat Y tijdens het beroep bij het Marktenhof tegen de beslissing ten gronde 5/2021 van 22 januari 2021 heeft gesteld dat zij in de aan deze beslissing voorafgaande procedure onvoldoende is ingelicht omtrent de exacte aantijgingen en/of inbreuken;

Heeft beslist om:

• de beslissing ten gronde 5/2021 van 22 januari 2021 gericht tegen Y middels onderhavige beslissing in te trekken.

• de procedure voor de Geschillenkamer te heropenen en de partijen met inachtneming van het bepaalde in artikel 98 van de GBA-Wet te verzoeken nieuwe verweermiddelen in te dienen.

(2)

Beslissing ten gronde 61/2021 - 2/2

De partijen zullen per separate brief worden ingelicht over de nieuwe termijnen waarbinnen zij worden geacht hun verweermiddelen neer te leggen bij de Geschillenkamer.

Tegen deze beslissing kan op grond van artikel 108, §1 WOG, beroep worden aangetekend binnen een termijn van dertig dagen, vanaf de kennisgeving, bij het Marktenhof, met de Gegevensbeschermingsautoriteit als verweerder.

(Get).Hielke Hijmans

Voorzitter van de Geschillenkamer

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

clausule moeten ondertekenen waarmee zij - volgens de bewoordingen van het formulier - zowel verweerder als het RIZIV en hun regionale reïntegratiepartners zoals het FOREM of de

Uit de feiten en de in het kader van deze zaak overgelegde stukken volgt dat de door de Geschillenkamer (punt 14 hierboven) ter ondersteuning van de vaststelling

35 Arrest Nowak, randnr.. verwerkt en dat de gegevensbeschermingswetgeving niet als doel heeft om de juistheid van een besluitvormingsproces te garanderen. De

Persoonsgegevens mogen alleen worden verwerkt indien het doel van de verwerking niet redelijkerwijs op een andere wijze kan worden verwezenlijkt.. Voor wat betreft klager 1 stelt

Zoals de verweerder terecht stelt, is de rechtsgrond voor de doorgifte aan verwerkers (dewelke evenwel geen derden zijn in de zin van artikel 4, 10) AVG) dezelfde als

Hij moet eveneens, overeenkomstig artikel 25 van de AVG (gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen) de noodzakelijke naleving van de AVG-regels vooraf

- Beide partijen zijn het erover eens dat het gebruik van gegevens uit het Y1-dossier door de moeder van het kind in de procedure voor de familierechtbank een schending

in het Rijksregister gericht te doen in de tijd. De Geschillenkamer is hier niet ongevoelig voor en verwijst op dit punt naar de corrigerende maatregelen die zij besluit te