1
Fixatie
Fixatie
Fixeren is met of zonder toestemming een patiënt beperken in zijn bewegingsvrijheid en gedrag. Fixatie is een maatregel die de individuele vrijheid van de patiënt beperkt. Dit doen we bijvoorbeeld door het plaatsen van bedhekken, een onrustband, pols- of enkelbanden, een tafelblad of een verpleegdeken.
Waarom fixeren?
Fixeren van uw familielid kan verschillende redenen hebben:
Veiligheid voor uw familielid zelf. Uw familielid kan een gevaar zijn voor zichzelf, bijvoorbeeld omdat hij of zij niet goed kan lopen en risico loopt om te vallen of omdat hij of zij steeds weg wil lopen.
Veiligheid voor de omgeving. Uw familielid gedraagt zich bijvoorbeeld agressief tegenover anderen.
Uw familielid is wilsonbekwaam en kan z’n eigen handelen niet overzien. Dit kan bijvoorbeeld komen door geheugenstoornissen, uw familielid kan gedesoriënteerd zijn en de gevolgen van het eigen handelen niet overzien.
Het gedrag van uw familielid belemmert het herstel. dit is bijvoorbeeld het geval als uw familielid zelf het infuus verwijdert of medicijnen niet op de juiste manier
inneemt.
Het besluit om uw familielid te fixeren nemen we zorgvuldig. We proberen fixatie altijd te
2
voorkomen door eerst alternatieve maatregelen toe te passen. Pas als dat niet lukt, overlegt de verpleegkundige met de arts. Wanneer de arts toestemming geeft voor fixatie,
overleggen we dit met de familie. Als zich een noodsituatie voordoet, vindt dit overleg tussen de verpleegkundige en de arts achteraf plaats. Ook de familie lichten we dan op een later tijdstip in. We spreken van een noodsituatie als een patiënt een direct gevaar vormt voor zichzelf of zijn omgeving. Het gevaar is dan niet op een andere wijze af te wenden.
Hoe fixeren?
Fixatie passen wij toe volgens een vaste procedure. De verpleegkundige vertelt uw
familielid waarom we fixeren. Ook als uw familielid dit niet lijkt te begrijpen, vertellen we dit. De verpleegkundige gebruikt hiervoor eenvoudige woorden en zinnen.
Risico’s en controle
Doordat uw familielid is beperkt in zijn of haar bewegingsmogelijkheden is het van belang een aantal risico’s zo klein mogelijk te houden. We besteden vooral extra aandacht aan:
voorkomen van verwondingen;
voorkomen van decubitus (doorligplekken);
voldoende opname van vocht en voeding;
voldoende aandacht voor uitscheiding van urine en ontlasting;
huidverzorging.
We helpen uw familielid, als dat nodig is, met eten, naar het toilet gaan, lopen en algemene dagelijkse activiteiten. De verpleegkundige inspecteert de huid op druk- en schaafplekken en zorgt ervoor dat uw familielid regelmatig een andere houding aanneemt. Dagelijks gaan wij na of de fixatie nog noodzakelijk is.
Familie
Fixatie van een familielid kan voor u een emotionele gebeurtenis zijn. Daarom is het belangrijk dat u weet waarom uw familielid is gefixeerd en wat dat inhoudt. De
verpleegkundige onderhoudt regelmatig contact over eventuele preventieve maatregelen en bespreekt of de fixatie onderbroken of gestopt kan worden. Het is belangrijk dat u observeert hoe uw familielid reageert op uw bezoek. Soms kan bezoek onrust veroorzaken, uw familielid kan bijvoorbeeld gaan roepen of onrustig bewegen. Uw familielid krijgt dan te veel prikkels. Het is goed om het bezoek dan te beperken tot maximaal twee personen per bezoek.
Vragen
Heeft u nog vragen? Stelt u ze dan gerust aan de verpleegkundige van de afdeling die uw familielid begeleidt.