• No results found

t⇒ x = x f⇒ x = t (a) Bewijs, met behulp van inductie, dat x ⇒ x = t voor alle booleans x

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "t⇒ x = x f⇒ x = t (a) Bewijs, met behulp van inductie, dat x ⇒ x = t voor alle booleans x"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1. Gegeven is de algebra¨ısche specificatie van de booleans Bool, met constructoren t en f en met gedefinieerd functiesymbool ⇒:

t⇒ x = x f⇒ x = t

(a) Bewijs, met behulp van inductie, dat x ⇒ x = t voor alle booleans x.

(b) Bewijs, met behulp van inductie, dat x ⇒ y = ¬y ⇒ ¬x voor alle booleans x en y.

2. Beschouw de volgende µCRL specificatie (we veronderstellen de data types Bool en Nat gegeven):

act a

proc X(n:Nat) = Pm:Nata·X(n + 3m) / m > 0 . δ

(a) Geef aan voor de volgende functies van Nat naar Bool of ze een invariant zijn voor X. Zoja, geef een bewijs. Zonee, geef een tegenvoorbeeld.

• even, met even(n) = t dan en slechts dan als n is even.

• div3, met div3 (n) = t dan en slechts dan als n deelbaar is door drie.

(b) Laat Y = a·Y . Bewijs, met behulp van CL-RSP, dat X(n) = Y voor getallen n die deelbaar zijn door drie.

3. Data elementen (van een collectie D) kunnen worden ontvangen door X via kanaal 1, waarna ze worden doorgestuurd naar Y via kanaal 2. Y kan het ontvangen datum ofwel doorsturen via kanaal 3, ofwel terugsturen naar X via kanaal 2.

1

1 2 3

X Y

X en Y zijn gedefinieerd door de volgende µCRL specificatie (we veronderstellen de data types Bool en D gegeven):

act r1, s2, r2, c2, s3 : D comm s2 | r2 = c2

proc X = Pd:D(r1(d) + r2(d))·s2(d)·X Y = Pd:Dr2(d)·(s3(d) + s2(d))·Y Laat t = ∂{r2(d),s2(d)|d∈D}(XkY ) en D = {d1, d2}.

(a) Teken de procesgraaf van t.

(b) Teken de procesgraaf van τ{c2(d1),c2(d2)}(t). Beargumenteer welke τ -transities in deze graaf stil zijn en welke niet.

Teken ook de procesgraaf van τ{c2(d1),c2(d2)}(t) na minimalisatie modulo branching bisimulatie equivalentie.

(c) Heeft ∂{s3(d1)}(t) een executietrace naar een state die geen uitgaande transities heeft? Zoja, geef dan zo’n executietrace.

Heeft ∂{s3(d1)}{c2(d1)}(t)) een executietrace naar een state die geen uitgaande transities heeft? Zoja, geef dan zo’n executietrace.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

aangenomen motie Borstonderzoek elke 2 jaar, gemeente Woensdrecht donderdag 23 september 2021 13:44:12.. image001.png image002.png image003.png

heeft de gemeenteraad van Nissewaard een motie aangenomen van de partijen ONS, PvdA, CDA en LOB waarin wordt opgeroepen tot een wetswijziging tot afschaffing van de 6

• Een veel gemaakte fout bij vraag 2 was, wanneer het functievoorschrift werd omgevormd naar de vorm y = f (x), de grenzen niet mee werden omgevormd in termen van x in plaats

Wat is de waarde van een variabele met een klasse als type, en wat is het verschil in de manier waarop zo’n waarde wordt opgeslagen vergeleken met de waarde van een variabele met

Op de grafiek van f liggen twee punten T en U zodanig, dat de oppervlakte van driehoek OST en van driehoek OSU gelijk zijn aan 6.. Rond in je antwoord getallen die niet geheel

[r]

[r]

Merk op dat ξ(x) een monotoon stijgende functie is van x en dat Q(x) continu is op [a, b] in het geval van een regulier S.L. Verder geven reguliere randvoorwaarden voor y aanleiding