• No results found

Vaststelling van smartengeld Verburg, G.J.M.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vaststelling van smartengeld Verburg, G.J.M."

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vaststelling van smartengeld

Verburg, G.J.M.

Citation

Verburg, G. J. M. (2009, March 26). Vaststelling van smartengeld. Meijers-reeks. Kluwer, Deventer. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/14224

Version: Not Applicable (or Unknown)

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/14224

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

Abas 2007

P. Abas, ‘Aantasting in een persoonlijkheidsrecht als verondersteld in art. 6: 106 lid 1 onder b BW’, NTBR 2007, p. 194-198.

Abel 2005

R. Abel, ‘General Damages Are Incoherent, Incalculable, Incommensurable, and Inegalitarian (but Otherwise a Great Idea)’, 55 DePaul L. Rev. 253 (2005-2006).

Ady 2004

J. Ady, Ersatzansprüche wegen Immaterieller Einbußen, Möhr Siebeck: Tübingen 2004.

Akkermans & Van Wees 2007

A.J. Akkermans & K.A.P.C. Van Wees, ‘Het letselschadeproces in therapeutisch perspectief’, TVP 2007, p. 103-118.

Akkermans 2002

A.J. Akkermans, ‘Normering van schadevergoeding: een inleidend commentaar,’

TVP 2002, p. 101-102.

Akkermans 2008

A.J. Akkermans, ‘De emotionele kosten van het geschil’, in: De kosten van het geschil, inleidingen ‘LSA’-symposion 2008, Den Haag: Sdu uitgevers, p. 133-157.

Akkermans e.a. 2008

A.J. Akkermans e.a., Slachtoffers en aansprakelijkheid. Een onderzoek naar behoeften, verwachtingen en ervaringen van slachtoffers en hun naasten met betrekking tot het civiele aansprakelijkheidsrecht, Deel II, Affectieschade, WODC 2008.

Allen Bowley & Davies 2008

S. Allen, I. Bowley & H. Davies, APIL Guide to Damages, 2nd ed., Bristol: Jordans 2008.

American Psychiatric Association 2000

American Psychiatric Association, Diagnostic and statistical manual of mental disorders, fourth edition, text revision, Washington: American Psychiatric Publishing 2000.

Aristoteles, Ethica Nicomachea

Aristoteles, Ethica Nicomachea, vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door C. Pannier & J. Verhaeghe, Groningen: Historische Uitgeverij 1999.

Asser 2003

W.D.H. Asser, Civiele cassatie, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2003.

Asser-Van Goudoever 1913

H. van Goedoever, Mr. C. Asser’s handleiding tot de beoefening van het Nederlandsch Burgerlijk Recht, derde deel, verbintenissenrecht,eerste stuk, 2e druk, Zwolle: Tjeenk Willink 1913.

(3)

Asser/Hartkamp 4-I (2004)

A.S. Hartkamp, met medewerking van C.H. Sieburgh, Mr. C. Asser’s handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk recht, Verbintenissenrecht, Deel I, De verbintenis in het algemeen, twaalfde druk, Deventer: Kluwer 2004.

Asser/Hartkamp 4-II (2005)

A.S. Hartkamp, met medewerking van C.H. Sieburgh, Mr. C. Asser’s handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk recht, Verbintenissenrecht, Deel II, Alge- mene leer der overeenkomsten, twaalfde druk, Deventer: Kluwer 2005.

Asser/Hartkamp 4-III (2006)

A.S. Hartkamp, met medewerking van C.H. Sieburgh, Mr. C. Asser’s handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk recht, Verbintenissenrecht, Deel III, De verbintenis uit de wet, twaalfde druk, Deventer: Kluwer 2006.

Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-I* (2008)

A.S. Hartkamp en C.H. Sieburgh, Mr. C. Asser’s handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk recht, Verbintenissenrecht, Deel I, De verbintenis in het algemeen, eerste gedeelte,dertiende druk, Deventer: Kluwer 2008.

Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-II* (2009)

A.S. Hartkamp en C.H. Sieburgh, Mr. C. Asser’s handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk recht, Verbintenissenrecht, Deel II, De verbintenis in het algemeen, tweede gedeelte, dertiende druk, Deventer: Kluwer 2009.

Asser-Scholten 1940

P. Scholten, Mr. C. Asser’s handleiding tot de beoefening van het Nederlandsch burgerlijk recht, Vertegenwoordiging en rechtspersoon, 2estuk, Zwolle: Tjeenk Willink 1940.

Asser-Scholten* (1974)

P. Scholten, Mr. C. Asser’s handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk recht, Algemeen deel*, derde druk met feitelijke gegevens aangevuld door mr. G.J.

Scholten, Zwolle: Tjeenk Willink 1974.

Asser-Vranken ** (1995)

J.B.M. Vranken, Mr. C. Asser’s handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burger- lijk recht, Algemeen deel**, Zwolle: Tjeenk Willink 1995.

Baldus, MacQueen & Woothworth 1995

D. Baldus, J.C. MacQueen, G. Woodworth, ‘Improving Judicial Oversight of Jury Damages Assessments: A Proposal for the Comparative Additur/Remittitur Review of Awards for Nonpecuniary Harms and Punitive Damages,’ 80 Iowa L. Rev. 1109 (1994-95).

Barendrecht 1985

J.M. Barendrecht, ‘Schadeberekening en herstel van de schade’, WPNR 1985 (5764), p. 789-796.

Barendrecht 1999

J.M. Barendrecht, ‘Verenigbare en onverenigbare belangen: onderhandelingen in de letselschadepraktijk en de onvervulde behoefte aan normen’, in: Het belang van de dader, Lelystad: Koninklijke Vermande 1999, p. 77-83.

Barendrecht 2000

J.M. Barendrecht, ‘Rechtsvorming naar behoefte’, NJB 2000, p. 690-698.

Barendrecht 2000b

J.M. Barendrecht, ‘Aansprakelijkheid en welzijn’, NJB 2002, p. 605-617.

(4)

Barendrecht 2002a

J.M. Barendrecht, ‘Door muren kijken. Suggesties voor hervorming van de civiele cassatiepraktijk’, NJB 2002, p. 294-300.

Barendrecht 2003

J.M. Barendrecht, ‘Rechtvaardigheid en het welbevinden van slachtoffers’, NJB 2003, nr. 23.

Barendrecht 2005

J.M. Barendrecht, ‘Wat als de civiele kamer van de Hoge Raad er niet meer zou zijn?’, AA 2005, p. 336-343.

Barendrecht e.a.1995

J.M. Barendrecht, E.J Kars, E.J. Morée, ‘Schade en Schadeberekening in het alge- meen’, in J.M. Barendrecht e.a.: Berekening van schadevergoeding, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink 1995, p. 1-63.

Barendrecht, Van Zeeland, Kamminga & Tzankova 2004

J.M. Barendrecht, C.M.C Van Zeeland, Y.P. Kamminga, I.N. Tzankova, Schadeclaims:

kan het goedkoper en minder belastend? Opties om de transactiekosten van het aansprakelijk- heidsrecht te verlagen, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2004.

Barrie 2002

P. Barrie, Compensation for personal injuries, Oxford: Oxford University Press 2002.

Beekhuis 1952

J.H. Beekhuis, ‘Boekbespreking Mr R.J. Polak, Aanspraak en aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, Akad. Proefschrift Amsterdam – N.V. Uitg.-Mij W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1949’, RM Themis 1952, p. 279-286.

Beekhuis 1963

J.H. Beekhuis, ‘Boekbespreking J.M.M. Maeijer, Matiging van schadevergoeding, Acad. Proefschrift. Uitg. Dekker en Van de Vegt N.V., Utrecht-Nijmegen.’, RM Themis 1963, p. 582-588.

Van den Bergh 2000

R.J. van den Bergh, ‘Boekbeschouwing: W.C.T. Weterings, Vergoeding van letsel- schade en transactiekosten’, RM Themis 2000, p. 72 e.v.

Blaauw 1988

R.M. Blaauw, ‘De verstraffing van ons privaatrecht; 150 jaar sanctionering van rechtsplichten’, in: M.S. Bijleveld (red.), Recht Vooruit. Opstellen verzameld ter gelegen- heid van 150 jaar BW, Deventer: Kluwer 1988, p. 1-13.

Blaeij 2003

A. de Blaeij, The Value of a Statistical Life in Road Safety, Stated Preference Methodologies and Empirical Estimates for the Netherlands (diss. VU), Thela Thesis 2003.

Bloembergen 1965

Bloembergen, A.R., Schadevergoeding bij onrechtmatige daad (diss. Utrecht), Deventer:

Kluwer 1965.

Bloembergen 1977 (1992)

A.R. Bloembergen, ‘De eenheid van privaatrecht en administratief recht’ WPNR 1977, (5372) p. 1-5; (5373) p. 17-23; (5374), p. 33-36; (5375) p. 49-54, opgenomen in:

Bloembergens Werk, Deventer; Kluwer 1992, p. 305-355.

Bloembergen 1978

A.R. Bloembergen, ‘Het rapport over het verkeersongevallenrecht’, NJB 1978, p. 693- 708.

(5)

Bloembergen 1982

A.R. Bloembergen, Schadevergoeding: algemeen, deel 1, Deventer: Kluwer 1982.

Bloembergen 1989

A.R. Bloembergen, ‘Eenheid van rechtspraak’, in: Th.G. Drupsteen e.a. (red.), Rechtsvorming in de sociale rechtsstaat, Deventer: Kluwer 1989 p. 3-12.

Bloembergen 1990

A.R. Bloembergen, ‘De eenheid van recht. Compartimentering en eenheid in recht- spraak, wetgeving en wetenschap,’ (openingscollege Leiden) 1990.

Bloembergen & Van Wersch 1973

A.R. Bloembergen, P.J.M. van Wersch, Verkeersslachtoffers en hun schade, Deventer:

Kluwer 1973.

Bloembergen/Lindenbergh 2001

A.R. Bloembergen, S.D. Lindenbergh, Schadevergoeding: Algemeen, deel 1, Deventer:

Kluwer 2001.

Boagaert & Naveau 2004

J. Bogaert & A-M Naveau, ‘Tien jaar indicatieve tabel. Standpunt van de verzeke- raar’, in: W. Peeters en M. Van den Bossche, Tien jaar indicatieve tabel: een kritische evaluatie vanuit de praktijk, Brussel: Larcier 2004, p. 263-286.

Bolt 1992

A.T. Bolt, Loterij of Rechtspraak? Een rechtsvergelijkend onderzoek naar het Amerikaanse recht inzake schadevergoeding bij letsel en overlijden, Deventer: Kluwer 1992.

Bolt 1994

A.T. Bolt, ‘Kan een shock recht geven op schadevergoeding?’, in: Begroting van schade, verandering en verzekering, Lelystad: Koninklijk Vermande 1994, p. 21-37.

Bolt 2002

A.T. Bolt, ‘Van materieel naar immaterieel en weer terug’, in: J. Spier & W.A.M.

van Schendel (red.), Schadevergoeding: een eeuw later, Bundel opstellen aangeboden aan mr. A.R. Bloembergen, Deventer: Kluwer 2002.

Bolt en Lensing 1993

A.T. Bolt en J.A.W. Lensing, Privaatrechtelijke boete, Preadvies Nederlandse Vereni- ging voor Rechtsvergelijking, Kluwer: Deventer 1993.

Van Boom 2001a

W.H. van Boom, ‘Troostgeld voor naasten ondoordacht’, NJB 2001, p. 1301-1302.

Van Boom 2001b

W.H. van Boom, ‘Troostgeld voor naasten? Een ruimere blik is noodzakelijk’, AV&S 2001, p. 95-98.

Van Boom 2006

W.H. van Boom, Efficacious Enforcement in Contract and Tort, oratie EUR, Den Haag:

Boom Juridische uitgevers 2006.

Van Boom 2007

W.H. van Boom, ‘Effectuerend handhaven in het privaatrecht’, NJB 2007, p. 982-991.

Van Boom, Giesen & Verheij 2008

W.H. van Boom, I. Giesen en A.J. Verheij, ‘Gedrag en privaatrecht: inleiding en verantwoording’, in: W.H. van Boom, I. Giesen en A.J. Verheij (red.), Gedrag en privaatrecht. Over gedragspresumpties en gedragseffecten bij privaatrechtelijke leerstukken, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2008.

(6)

Van Boom & Jansen 2000

W.H. van Boom en C.E.C. Jansen, ‘McFarlane v. Tayside Health Board: aansprake- lijkheid van artsen voor ‘wrongful conception’’, NTBR 2000, p. 276-288.

Bouma 1995

H.Th. Bouma, ‘Psychische schade, smartengeld en verplichtingen tot schadebeper- king’, VR 1995, p. 207-210

Bouman & Tilanus – van Wassenaer 1998

H.A. Bouman en G.M. Tilanus-van Wassenaer, Schadevergoeding: personenschade, Monografieën Nieuw BW, Kluwer, Deventer 1998.

Bovbjerg, Sloan & Blumstein 1989

R.R. Bovbjerg, F.A. Sloan & J.F. Blumstein, ‘Valuing life and limb in tort: scheduling

“pain and suffering”’, Northwestern University Law Review 1989, p. 908-976.

Bovend’Eert 1999

P.P.T. Bovend’Eert, ‘De modernisering van de rechterlijke organisatie: integraal management als staatsrechtelijk probleem’, in: A.K. Koekkoek (red.), Organisatie van de rechtspraak, Deventer: Tjeenk Willink 1999, p. 3-23.

Bovend’Eert 2001

P.P.T. Bovend’Eert, ‘Raad voor de rechtspraak Het paard van Troje voor de poort van de rechterlijke macht’, RM Themis 2001 p. 39-41.

Boyen 2001

A. Boyen, De splitsingsmethode en de berekening van de interesten, in: M. Van den Bossche (ed.), De indicatieve tabel. Een praktisch werkinstrument voor de evaluatie van menselijke schade, Brussel: Larcier 2001.

Brenninkmeijer 1989

A.F.M. Brenninkmeijer, ‘De grenzen van de samenwerking tussen rechters’, NJB 1989, p. 1621-1634.

Brenninkmeijer 1998

A.F.M. Brenninkmeijer, ‘Rechtspraak bij de tijd’, NJB 1998, p. 389-397.

Brenninkmeijer 2001

A.F.M. Brenninkmeijer, ‘Rechtseenheid’, in: P.P.T. Bovend’Eert, J.W.A. Fleuren &

H.R.B.M. Kummeling (red.), Grensverleggend staatsrecht. Opstellen aangeboden aan prof. mr. C.A.J.M. Kortmann, Deventer: Kluwer 2001, p. 49-70.

Brenninkmeijer 2001b

A.F.M. Brenninkmeijer, ‘De rechtgever’, NJB 2001 p. 1191-1201.

Brenninkmeyer 1989

A.F.M. Brenninkmeyer, ‘De grenzen van samenwerking tussen rechters’, NJB 1989 p. 1621-1634.

Browne 2000

S.P. Browne, ‘Damages for personal injury: non pecuniary loss’, Journal of Personal Injury Litigation 2000, p. 47-50.

Bruins 1906

G.W.J. Bruins, Een onderzoek naar den rechtsgrond der schadevergoeding (diss. Leiden), Den Haag: Mouton 1906.

Bruinsma 1988

F. Bruinsma, Cassatierechtspraak in civiele zaken, Een rechtssociologisch verslag, tweede druk, W.E.J. Tjeenk Willink: Zwolle.

(7)

Brunner 1997

C.J.H. Brunner, ‘Het fundament van het Nederlandse schadevergoedingsrecht’, in:

A.L. Mohr, F.H.J. Mijnssen, R.H. Stutterheim (red.), J.L.P. Cahen bundel, Deventer:

Gouda Quint 1997, p. 63-70.

Buijs & Stronk 1997

D.J. Buijs & F.A.M. Stroink, ‘Landelijke kantonrechtersformule bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het nieuwe speeltje van de kantonrechters’, SR 1997, p.

32-37.

Buijsen 2005

M.A.J.M. Buijsen, ‘In overeenstemming met de aard van de schade? Over de toewij- zing van de wrongful life-vordering in de zaak Kelly’, NJB 2005 p. 835-840.

Van de Bunt 2003

J.E. van de Bunt, ‘Erkenning door fondsen van immateriële schade’, in: G.E. van Maanen (red.), De rol van het aansprakelijkheidsrecht bij de verwerking van persoonlijk leed, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003, p. 249-265.

Burdorf, Barendregt, Swuste & Heederik 1997

A. Burdorf, J. Barendregt, P. Swuste, D. Heederik, Schatting van asbest-gerelateerde ziekten in de periode 1996-2030 door beroepsmatige blootstelling in het verleden, Den Haag:

VUGA 1997.

Van der Burght & Doek 2002

G. van der Burght en J.E. Doek, Personen- en familierecht, 12e druk, Deventer: Kluwer 2002.

Cane 2006

P. Cane, Atiyah’s accidents, compensation and the law, 7th ed, Cambridge: Cambridge University Press 2006.

Chase 1995

O.G. Chase, ‘Helping jurors determine pain and suffering awards,’ Hofstra Law Review 1995, p. 763-790.

Clauwaert 2007

G.M.A. Clauwaert, ’De Europese schaal ter bepaling van de graad van lichamelijke en geestelijke invaliditeit’, L&S 2007, p. 10-12.

Commandé 2006

G. Commandé, ‘Towards a global model for adjudicating personal injury damages:

bridging Europe and the United States,’ Temple Int’l & Comp. L.J. 2006, p. 241-349.

Cousy 2002

H. Cousy, ‘Een ‘indicatieve tabel’ voor de evaluatie van menselijke schade,’ AV&S 2002, p. 156-159.

Croley & Hanson 1995

S.P. Croley & J.D. Hanson, ‘The non-pecuniary costs of accidents: pain-and-suffering damages in tort law’, Harvard Law Review 1995, p. 1785-1917.

Van Dam 1989

C.C. van Dam, Zorgvuldigheidsnorm en aansprakelijkheid (diss. Utrecht), Deventer:

Kluwer 1989.

Van Dam 1991

C.C.van Dam, ‘Smartegeld in Europees perspectief: het verdriet van Europa’, TvC 1991, p. 92-107.

(8)

Van Dam 2000

C.C. van Dam, Aansprakelijkheidsrecht. Een grensoverschrijdend handboek, Boom Juridi- sche uitgevers, Den Haag 2000.

Van Dam 2001

C.C.van Dam, ‘De ouders van Joost’, VR 2001, p.1-8.

Van Dam 2003

C.C. van Dam, ‘Smartengeld voor affectieschade en shockschade in: M. Jansen, Smartengeld uitspraken van de Nederlandse rechter over de vergoeding van immateriële schade, Den Haag: ANWB 2003, p. 6-16.

Den Ouden-Huygen 1985

S. Den Ouden-Huygen, ‘Normering van smartengeld. Hoe begrijpelijk voor het slachtoffer?’, VR 1985, p. 9-12.

Deutsch 1996

E. Deutsch 1996, Allgemeines Haftungsrecht, Köln/Berlin/Bonn/München: Carl Heymans Verlag 1996.

Dijkshoorn 2007

W. Dijkshoorn, ‘Keuzevrijheid op het grensvlak tussen vermogensschade en ander nadeel’, TVP 2007, p. 67-73.

Dijksterhuis 2008

B.M. Dijksterhuis, Rechters normeren de alimentatiehoogte. Een empirisch onderzoek naar rechterlijke samenwerking in de Werkgroep Alimentatienormen (1975-2007), Amsterdam:

Leiden University press 2008.

Dirix 1984

E. Dirix, Het begrip schade, Antwerpen: Maarten Kluwer’s Internationale Uitgevers- onderneming, 1984.

Dooyeweerd 1950

H. Dooyeweerd, ‘De modale structuur van het juridisch oorzakelijkheidsverband’, in: Medelingen der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, nieuwe reeks, deel 13, p. 93-141.

Van Dort 2007

R.M.J.T. van Dort, ‘De rol van de deskundige bij het berekenen of begroten van letselschades’, NTBR 2007, p. 453-456.

Dozy & Willink 2008

Dozy, R.A en J.M. Willink, ‘Lessen uit ‘letsels’ – een kijkje in de keuken van de rechter’, TVP 2008, p. 125-129.

Drion 1973

H. Drion, ‘Functies van rechtsregels in het privaatrecht’, in: J.F. Glastra van Loon e.a. (red.), Speculum Langemeijer, Zwolle: Tjeenk Willink 1973, p. 49-61.

Drion 1981

H. Drion, ‘Het rechtszekerheidargument’, in H. Drion e.a., De hanteerbaarheid van het recht. Bundel opstellen aangeboden aan mr. L.D. Pels Rijcken, Zwolle: Tjeenk Willink 1981, p. 1-13.

Drucker 1889

H.L. Drucker, ‘Bescherming van rechten die niet op geld waardeerbaar zijn’, RM 1889, p. 1-21, 369-411, RM 1890, p. 176-242.

Du Perron 2003a

C.E. du Perron, ‘Genoegdoening in het civiele aansprakelijkheidsrecht’, in: Het opstandige slachtoffer (preadvies NJV), Deventer: Kluwer 2003, p. 105-161.

(9)

Du Perron 2003b

C.E. du Perron, ‘Boekbespreking A.J. Verheij, Vergoeding van immateriële schade wegens aantasting in de persoon’, RM Themis 2003, p. 152-156.

Dubbink 1980

C.W. Dubbink 1980, ‘Nieuwe taken, nieuwe vragen’, Trema 1980, p. 92-94.

Duk 1988

Duk, W., ‘Beoordelingsvrijheid en beleidsvrijheid’, RM Themis 1988, p. 156-169.

Duk 2006

W. Duk, ‘Een man van wetenschap’ in: K.J. de Graaf, A.T. Marseille en H.B. Winter (red.), Op tegenspraak. Opstellen voor prof. mr. L.J.A. Damen, Den Haag: Boom Juri- dische uitgevers 2006, p. 3-11

Van Dunné 2001

J.M. van Dunné, Verbintenissenrecht, Deel 1, Contractenrecht, Deventer: Kluwer 2001.

Van Egmond 2004

J.J. van Egmond, ‘Oneigenlijk gebruik van de geestelijke gezondheidszorg voor de vaststelling van psychische schade’, TVP 2004, p. 83-86.

Elzas 2000

R.Ph. Elzas, ‘Normering en vergoeding van personenschade,’ TVP 2000 p. 70-73.

Van Emmerik 1997

M.L. van Emmerik, Schadevergoeding bij schending van mensenrechten. De rechtspraktijk onder het EVRM, vergeleken met die in Nederland (diss. Leiden), Leiden: Stichting NJCM-Boekerij 1997.

Emmering 1967

E. Emmering, ‘Smartegeld’, NJB 1967, p. 1179-1183.

Engelhard 2008

E.F.D. Engelhard, ‘Naar een nieuw criterium voor de vergoeding van derden: het voorontwerp Inkomensschade en het wetsvoorstel Re-integratiekosten’, VR 2008, p. 1-4.

Engelhard & Engelhard 2008

E.F.D. Engelhard en I.M. Engelhard, ‘Shockschade’, in: W.H. van Boom, I. Giesen en A.J. Verheij, Gedrag en privaatrecht. Over gedragspresumpties en gedragseffecten bij privaatrechtelijke leerstukken, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2008, p. 227-244.

Engelhard, Hartlief & Van Maanen (red.) 2003

E.F.D. Engelhard, T. Hartlief, G. van Maanen (red.), Aansprakelijkheid in gezinsverband, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003.

Engelhard & Van Maanen 2008

E.F.D Engelhard en G.E. van Maanen, Aansprakelijkheid voor schade: contractueel en buitencontractueel, Deventer: Kluwer 2008.

Van Erp e.a. 2002

J. van Erp e.a., Eenheid van rechtspraak. Een onderzoek naar de werking van coördinatie- mechanismen in het bestuursrecht, Amsterdam: Thela Thesis 2002.

Epstein 2000

R.A. Epstein, Cases and materials on torts, seventh edition, Gaithersburg/New York:

Aspen law & business, p. 851-925.

(10)

Esser/Schmidt 2000

J. Esser & E. Schmidt, Schuldrecht: ein Lehrbuch, Bd. 1: Allgemeiner Teil, Tlbd. 2:

Durchführungshindernisse und Vertragshaftung, Schadenausgleich und Mehrseitigkeit beim Schuldverhältnis, Heidelberg: Müller 2000.

Eykman 1981

L.G. Eykman, ‘Smart en geld’, WPNR 1981 (5572), p. 461-465.

Eykman 1984

L.G. Eykman, ‘De smartegeldformule, Voorlopige kanttekeningen’, VR 1984, p. 222- 228.

Faure 2000

M. Faure, ‘ Vergoeding van immateriële schade vanuit rechtseconomisch perspectief’, in: Pepita Kottenhagen-Edzes (red.), Immateriële schade, tendensen en wensen, Gronin- gen/Antwerpen: Intersentia 2000, p. 107-126.

Faure 2003

M. Faure, ‘Vergoeding van persoonlijk leed: een rechtseconomische benadering’, in: G.E. van Maanen (red.), De rol van het aansprakelijkheidsrecht bij de verwerking van persoonlijk leed, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003, p. 85-101.

Faure & Van den Bergh 1989

M. Faure en R. van den Bergh, Objectieve Aansprakelijkheid, Verplichte verzekering en Veiligheidsregulering, Antwerpen 1989.

Faure & Visscher 2008

M. Faure en L.T. Visscher, ‘De rol van de deskundige bij schadevaststelling vanuit rechtseconomisch perspectief’, in: G.G. Hesen, S.D. Lindenbergh, G.E. van Maanen (red.), Schadevaststelling en de rol van de deskundige, Deventer: Kluwer 2008, p. 215-243.

Flentrop-Turner 1999

C.F. Flentrop-Turner, ‘Kosten ter voorkoming of beperking van immateriële schade’, NbBW 1999, p. 61-64.

Franken 2002

H. Franken, ‘Zelfregulering door rechters’, RM Themis 2002, p. 305-306.

Frenk 2003a

N. Frenk, ‘Affectieschade: naar een wettelijke regeling’, NbBW 2003, p. 30-33.

Frenk 2003b

N. Frenk, ‘Boekbespreking: S.D. Lindenbergh, Smartengeld (diss. Leiden), Deventer 1998, 391 p. Over de genoegdoeningsfunctie, affectieschade, drempelbedragen en de overgang van en het beslag op de aanspraak van smartengeld’, WPNR 2003 (6523) p. 197-202.

Galand-Carval 2002

S. Galand-Carval, ‘Non-Pecuniary Loss Under French Law’, in: W.V.H. Rogers (ed.), Damages for Non-Pecuniary Loss in a Comparative Perspective, SpringerWienNewYork 2002.

Geistfeld 1995

M. Geistfeld, ‘Placing a price on pain and suffering: a method for helping juries determine tort damages for nonmonetary injuries’, California Law Review 1995, p. 773- 852.

(11)

Van Gerven & Covemaeker 2006

W. van Gerven, m.m.v. S. Covemaeker, Verbintenissenrecht, Leuven/Voorburg: Acco 2006.

Giesen 2001

I. Giesen, ‘Normering van schadevergoeding in Engeland: een les voor Nederland?’, NJB 2001 p. 120-123.

Giesen 2002

I. Giesen, ‘De “bindendheid” van normen bij normering van schadevergoeding’

TVP 2002, p. 127-129.

Giesen 2007

I. Giesen, Alternatieve regelgeving en privaatrecht, Deventer: Kluwer 2007.

Giesen & Tjittes 2004

S.C.P. Giesen en R.P.J.L. Tjittes, ‘De rekening van het kind – de begroting van arbeidsvermogensschade en smartengeld bij jonge kinderen met blijvend en ernstig letsel’, in: S.D. Lindenbergh e.a., Schade, vergoeden of beperken?, Den Haag 2004, p.

73-90.

Giesen, Kamminga & Barendrecht 2001

I. Giesen, P. Kamminga en J.M. Barendrecht, ‘Normering van schadevergoeding voor arbeidsongevallen en beroepsziekten: over draagvlak, differentiatie en smarten- geld’, in M. Faure en T. Hartlief (red.), Schade door arbeidsongevallen en nieuwe beroepsziekten, Boom Juridische uitgevers, Den Haag 2001, p. 131-161.

Van Goudoever 1938

H. van Goudoever, ‘De ontwikkeling van de verbintenis uit onrechtmatige daad van 1838 tot heden’, in P. Scholten en E.M. Meijers (red): Gedenkboek Burgerlijk Wetboek 1838-1938, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink 1938, p. 471-505.

Graulus 2004

P. Graulus, ‘De behandeling van lichamelijke schadedossiers en tien jaar Indicatieve tabel’, in: W. Peeters en M. Van den Bossche, Tien jaar indicatieve tabel: een kritische evaluatie vanuit de praktijk, Brussel: Larcier 2004, p. 213-226.

Greebe 1935

J.J.A.F. Greebe, Eenige rechtsvergelijkende beschouwingen over de vergoeding van onstoffe- lijke schade bij niet-nakoming van overeenkomsten en bij onrechtmatige daad (diss. UvA), Amsterdam: Noord-Hollandse Uitgeversmaatschappij 1935.

De Groot 1982

G.J. de Groot, Vergoeding van planschade (diss. Leiden), Deventer: Kluwer 1982.

De Groot & Akkermans 2008

G. de Groot en A.J. Akkermans, ‘Schadevaststelling, bewijslastverdeling en deskun- digenbericht’, in: G.G. Hesen, S.D. Lindenbergh, G.E. van Maanen (red.), Schadevast- stelling en de rol van de deskundige, Deventer: Kluwer 2008.

Hamaker 1980

G. Hamaker, ‘Schadeloosstelling en schadevergoeding. Enige overeenkomsten en verschillen’, in: Planschade en onteigening, Deventer: Kluwer 1980.

Hartkamp 2002

A.S. Hartkamp, Aard en opzet van het nieuwe vermogensrecht, Deventer: Kluwer 2002.

Hartlief & Tjittes 1999

T. Hartlief en R.P.J.L. Tjittes, Verzekering en aansprakelijkheid, tweede druk, Deventer:

Kluwer 1999.

(12)

Hartlief 1995

T. Hartlief, ‘Causaliteit. Over de grenzen aan de toerekening bij letselschade’, in:

Bijzonder letsel, Lelystad: Koninklijke Vermande 1995, p. 27-49.

Hartlief 1997

T. Hartlief, Ieder draagt zijn eigen schade, oratie Leiden, Kluwer: Deventer 1997.

Hartlief 2001

T. Hartlief, ‘Arbeidsre-integratie en resocialisatie’, TVP 2001, p. 58-61.

Hartlief 2003

T. Hartlief, ‘Het recht op smartengeld: burgerwacht of schaamlap? Enkele opmerkin- gen over smartengeld in het licht van de functies van het aansprakelijkheidsrecht’, in: E.M. Hoogervorst (ed.), Doel en effect van civielrechtelijke sancties, Deventer: Kluwer 2003, p. 119-137.

Hartlief 2003a

T. Hartlief, ‘Smartengeld bij bewusteloosheid?’, WPNR 6519 (2003), p. 111-112.

Hartlief 2003b

T. Hartlief, ‘Affectieschade: vergoeden of erkennen? De rol van het vermogensrecht bij het verwerken van leed van naasten,’ NTBR 2003, p. 72-82.

Hartlief 2004

T. Hartlief, ‘Keuzevrijheid in het personenschaderecht’, NJB 2004, p. 1832-1839.

Hartlief 2005a

T. Hartlief, ‘Hollandse toestanden: de Hoge Raad over ‘ wrongful life’, NTBR 2005 p. 232-248.

Hartlief 2005b

T. Hartlief, ‘Leven in een claimcultuur: wie is er bang voor Amerikaanse toestan- den?’, NJB 2005 p. 830-834.

Hartlief 2005c

T. Hartlief, ‘Keuzevrijheid in het personenschaderecht’, NJB 2004, p. 1832-1839.

Hartlief 2006

T. Hartlief, ‘Schadevergoedingsrecht’, in J. Spier e.a. Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding, Deventer: Kluwer 2006, p.212-292.

Hartlief 2008a

T. Hartlief, ‘Handhaving met smartengeld’, AV&S 2008, p. 237-247.

Hartlief 2008b

T. Hartlief, ‘Handhaving in het aansprakelijkheidsrecht. Op weg naar een betere samenleving’, WPNR 2008 (6772), p. 769-777.

Havers 2000

Ph. Havers, ‘General Damages raised up to one-third’, Journal of Personal Injury Law 2000, p. 123-128.

Van der Heijden 1984

P.F. van der Heijden, Een eerlijk proces in het sociaal recht? (diss. Leiden), Deventer:

Kluwer 1984.

Van der Heijden 2001

E.M. van der Heijden, ‘Punitive damages en de calculerende schadeveroorzaker’, NJB 2001, p. 1749-1756.

Hijma 1989

Jac. Hijma, Het constitutieve wijzigingsvonnis, oratie Leiden, Deventer: Kluwer 1989.

(13)

Hoekema 1980

A.J. Hoekema, Rechtssociologische aantekeningen bij het schadevergoedingsrecht;

in: M.J.P. Verburgh e.a., Schade lijden en schade dragen, Zwolle: Tjeenk Willink 1980, p. 175-230.

Hofmann-Drion-Wiersma 1959

L.C. Hofmann, H. Drion en K. Wiersma, Het Nederlands verbintenissenrecht, De algemene leer der verbintenissen, tweede gedeelte (artt. 1388-1492 B.W.), achtste druk, Groningen: J.B. Wolters 1959.

Hofmannn-Van Opstall 1976

L.C. Hofmann, S.N. van Opstall, Het Nederlands verbintenissenrecht, De algemene leer der verbintenissen, eerste gedeelte (artt. 1269-1387 B.W.), negende druk, Groningen:

H.D. Tjeenk Willink 1976.

Hol 1993

A.M. Hol, Gewogen recht, Billijkheid en efficiëntie bij onrechtmatige daad (diss. Leiden), Deventer: Kluwer 1993.

Den Hollander 2005

H.J. den Hollander, ‘Kwaliteitsverbetering in het schadeafwikkelingstraject: de scherpschutters van Tilburg’, TVP 2005, p. 130-132.

Hondius 2002

E.H. Hondius, ‘Schadenormering op Europees niveau’, in: J. Spier en W.A.M. van Schendel (red.): Schadevergoeding: een eeuw later, Bundel opstellen aangeboden aan mr.

A.R. Bloembergen, Deventer: Kluwer, p. 83-90.

Hovens 2005

F.J.H. Hovens, Het civiele hoger beroep. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de functie van het hoger beroep in burgerlijke zaken (diss. Tilburg), Deventer: Kluwer 2005.

Huver, Van Wees, Akkermans & Elbers 2007

R.M.E. Huver, K.A.P.C. van Wees, A.J. Akkermans, N.A. Elbers, Slachtoffers en aansprakelijkheid. Een onderzoek naar behoeften, verwachtingen en ervaringen van slacht- offers en hun naasten met betrekking tot het civiel aansprakelijkheidsrecht, Deel I, Terrein- verkenning, Den Haag, WODC 2007.

Ingber 1985

S. Ingber, ‘Rethinking intangible injuries: a focus on remedy’, California Law Review 1985, p. 772-856.

Indicatieve tabel 2008

Indicatieve tabel 2008, NJWb 2008, p. 709-721; <http://www.cmro-cmoj.be/pdf/

indicatieve_tabel2008NL.pdf>.

Jacob 1987

J.I.H. Jacob, The fabric of English civil justice, London: Stevens & Sons 1987, p. 210-245.

De Jager & Mok 1983

H. de Jager & A.L. Mok, Grondbeginselen der sociologie: gezichtspunten en begrippen, 8e druk, Leiden: Stenfert Kroese 1983.

Janssen 2007

J.F.M. Janssen, ‘De begroting van inkomensschade van baby’s en peuters als gevolg van aan hen toegebracht ernstig hersenletsel’, NTBR 2007, p. 99-113.

(14)

Judicial Studies Board 2008

The Judicial Studies Board, Guidelines for the Assessment of General Damages in Personal Injury Cases, Oxford: Oxford University Press.

Kamminga & Weterings 2003

P. Kaminga en W. Weterings, ‘Begroting van smartengeld (HR 17 november 2000, NJ 2001, 215, Druijff/B.C.E. Bouw)’, in: J.B.M. Vranken en I. Giesen (red.), De Hoge Raad binnenstebuiten. Verslag van een experiment, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003, p.111-121.

Keijzer-de Korver 2003

Keijzer-de Korver, M., ‘Het wetsvoorstel affectieschade. Een Verkenning’, TVP 2003, p. 66-72.

Keirse 2003

A.L.M. Keirse, Schadebeperkingsplicht. Over eigen schuld aan de omvang van de schade (diss. Groningen), Deventer: Kluwer 2003.

Kerkmeester 1998

H.O. Kerkmeester, ‘Punitive damages ter compensatie van een lage veroordelings- kans’, NJB 1998, p. 1807-1813.

De Kezel 2003

E. De Kezel, ‘Juridische bescherming van niet-vermogensrechtelijke belangen.

Onderzoek naar de rol van het aansprakelijkheidsrecht als instrument voor de bescherming van niet-vermogensrechtelijke belangen naar aanleiding van het ‘ Jeffrey-arrest” van de Nederlandse Hoge Raad’, TPR 2003, p. 501-555.

King 2003

J.H. King, ‘Counting angels and weighing anchors: per diem arguments for non- economic personal injury tort damages’, 71 Tenn. L .Rev., 1-50.

King 2004

J.H. King, ‘Pain and suffering, noneconomic damages, and the goals of tort law’, Southern Methodist University Law Review 2004, p. 163-209.

Knol 1986

P.C. Knol, Vergoeding van letselschade volgens huidig en komend recht, Zwolle: Tjeenk- Willink 1986.

Köhne 2000

M. Köhne, Coördinatie van rechtspraak (diss. Tilburg), Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2000.

Kokkini-Iatridou 1988

D. Kokkini-Iatridou, Een inleiding tot het rechtsvergelijkendonderzoek, Deventer: Kluwer 1988.

Kolder 2008

A. Kolder, ‘Het wetsvoorstel Deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade.

Een verkenning’, MvV 2008, p. 254-259.

Van Kooten & Wattendorff 2006

H.J. van Kooten, H.M. Wattendorff, ‘Het belang niet geboren te worden’, in: H.J.

van Kooten (red.), Hartkampvariaties, Opstellen aangeboden aan prof. mr. A.S. Hartkamp op 20 januari 2006, ter gelegenheid van zijn afscheid als procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, Deventer: Kluwer 2006.

Kortmann 2001

C.A.J.M. Kortmann, Constitutioneel recht, vierde druk, Deventer: Kluwer 2001.

(15)

Köster 1963

H.K. Köster, Causaliteit en voorzienbaarheid, oratie Amsterdam (VU), Zwolle: Tjeenk Willink 1963.

Kottenhagen 1988

R.J.P. Kottenhagen & P.A. Kottenhagen-Edzes, ‘Gebondenheid aan precedenten bij conflictbeslechting buiten de rechterlijke macht om’, in: H.J. Snijders e.a. (red.), Overheidsrechter gepasseerd: conflictbeslechting buiten de overheidsrechter om, Arnhem:

Gouda Quint 1988, p. 381-391.

Kottenhagen 1998

R.J.P. Kottenhagen, ‘Vergoeding van immateriële schade; een rechtsgebied in stroomversnelling?’, NTBR 1998 p. 137-138.

Kottenhagen 2002

R.J.P. Kottenhagen, ‘Smartengeldvergoeding voor comateuze slachtoffers’, L&S 2002, p. 3-4.

Kottenhagen 2003

R.J.P. Kottenhagen, ‘Smartengeld, HR 20 september 2002, RvdW 2002, 142’, TVP 2003 p. 20-24.

Kremer 2002

F. Th. Kremer, ‘Normen bij schade van jonge kinderen’, TVP 2002, p. 125-127.

Lambert-Faivre 2000

Y. Lambert-Faivre, Droit du dommage corporel: systeÌmes d’indemnisation, Paris: Dalloz 2000.

Lange & Schiemann 2003

H. Lange & G. Schiemann, Schadensersatz, Tübingen: Möhr Siebeck 2003.

Lange 1990

H. Lange, Schadensersatz, Tübingen; Mohr Siebeck 1990.

Lankhorst 1992

G.H. Lankhorst, De relativiteit van de onrechtmatige daad (diss. Leiden), Deventer:

Kluwer 1992.

Larenz/Canaris 1994

K. Larenz, C.-W. Canaris, Lehrbuch des Schuldrechts, Zweiter Band Besonderer Teil, 2. Halbband, München 1994.

Larenz 1987

K. Larenz, Lehrbuch des Schuldrechts, Erster Band Allgemeiner Teil, München 1987.

Larenz 1991

K. Larenz, Methodenlehre der Rechtswissenschaft, Sechste, neubearbeitete Auflage, Berling:

Springer-Verlag 1991.

Law Commission 257

The Law Commission, Report no. 257, Damages for Personal Injury: Non-pecuniary loss, 1999, <www.lawcom.gov.uk>.

Leebron 1989

D.W. Leebron, ‘Final moments: damages for pain and suffering prior to death’, 64 New York University Law Review 1989, p. 256-326.

Leijten 1999

J.C.M. Leijten, ‘Overpeinzingen over smartengeld’, in: De beleedigde molmvaarder.

Annotaties bij een uitspraak uit 1850, Bundel bij het tiende symposion van de Vereni- ging van Letselschade Advocaten, Lelystad 1999.

(16)

Van Leeuwen 1996

R.T. van Leeuwen, ‘recensie: J.M. Barendrecht en H.M. Storm, Berekening van schadevergoeding’, VR 1996, p. 101-102.

Lewis 2001

R. Lewis. ‘Increasing the Price of Pain, the Law Commissison and Heil v. Rankin’, 64 Mod. L. Rev. 100.

Lindenbergh 1998

S.D. Lindenbergh, Smartengeld (diss. Leiden), Deventer: Kluwer 1998.

Lindenbergh 1999b

S.D. Lindenbergh, ‘De positie en de handhaving van persoonlijkheidsrechten in het Nederlands privaatrecht’, TPR 1999, p. 1665-1707.

Lindenbergh 2000

S.D. Lindenbergh, ‘Smartengeld en wettelijke rente’, A&V 2000 p. 134-137.

Lindenbergh 2002

S.D. Lindenbergh, ‘Recensie: A.J. Verheij, Vergoeding van immateriële schade wegens aantasting in de persoon’, NTBR 2002, p. 478-482.

Lindenbergh 2002b

S.D. Lindenbergh, ‘Schade door geestelijk letsel als gevolg van een schokkende gebeurtenis’, AV&S 2002, p. 63-73.

Lindenbergh 2003b

S.D. Lindenbergh, ‘Doeleinden en effecten van civielrechtelijke sancties’, in: E.M.

Hoogervorst (e.a.), Doel en effect van civielrechtelijke sancties, Kluwer: Deventer 2003, p. 9-20.

Lindenbergh 2004

S.D. Lindenbergh, ‘Schadevergoeding, een kwestie van techniek en moraal’, in:

Schade: vergoeden of beperken, Den Haag 2004, p. 1-20.

Lindenbergh 2005

S.D. Lindenbergh, ‘Schending en schade. Over de aantasting van fundamentele rechten en eenheid in het schadevergoedingsrecht’, in: E.M. Hoogervorst e.a. (red.), Rechtseenheid en vermogensrecht, BWKJ 2005, Deventer: Kluwer, p. 305-327.

Lindenbergh 2005a

S.D. Lindenbergh, ‘Wetsvoorstel affectieschade kan veel simpeler’, NJB 2005, p. 841- 843.

Lindenbergh 2005b

S.D. Lindenbergh, ‘Schaderegelingsmanagement, Proefschrift van mr. W.C.T. Wete- rings’, MvV 2005 p. 18-21.

Lindenbergh 2006

S.D. Lindenbergh, Smartengeld: ontwikkeling en stilstand’, in: M. Jansen, Smartengeld uitspraken van de Nederlandse rechter over de vergoeding van immateriële schade, Den Haag: ANWB 2006, p. 6-11.

Lindenbergh 2007a

S.D. Lindenbergh, ‘Vaststelling van schade en de rol van de deskundige daarbij’, NTBR 2007, p. 428-434.

Lindenbergh 2007b

S.D. Lindenbergh, Alles is betrekkelijk, oratie Rotterdam, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2007.

(17)

Lindenbergh 2008a

S.D. Lindenbergh, ‘Vaststelling van letselschade. Veel aandacht voor een fictieve toekomst, weinig voor daadwerkelijke financiële zekerheid,’ MvV 2008, p. 118-124.

Lindenbergh 2008b

S.D. Lindenbergh, Schadevergoeding, Algemeen, Deel 1, Mon. BW B34, Deventer 2008.

Lindenbergh 2008c

S.D. Lindenbergh, Smartengeld, tien jaar later, Deventer: Kluwer 2008.

Lokin 1999

J.H.A. Lokin, ‘ Terug naar af’, in: De beleedigde molmvaarder. Annotaties bij een uit- spraak uit 1850, Bundel bij het tiende symposion van de Vereniging van Letselschade Advocaten, Lelystad 1999, p. 37-42.

Lokin, Jansen & Brandsma 1999

J.H.A. Lokin, C.J.H. Jansen en F. Brandsma, Het Rooms-Friese recht, De civiele rechts- praktijk van het Hof van Friesland in de 17e en 18e eeuw, Hilversum: Verloren, Leeuwar- den: Ryksargyf 1999.

Lord Donaldson of Lymington 1999 (2008)

Lord Donaldson of Lymington, ‘Foreword to the first edition’, in The Judicial Studies Board, Guidelines for the Assessment of General Damages in Personal Injury Cases, Oxford:

Oxford University Press 2008, p. ix-x.

Lünnemann & Piechocki 2001

K. Lünnemann en D. Piechocki, Seksueel geweld betaald gezet, Juridische gids civiel- en strafrechtelijke schadevergoedingsmogelijkheden, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2001.

Van Maanen (red.) 2003

G. van Maanen (red.), De rol van het aansprakelijkheidsrecht bij de verwerking van persoonlijk leed, Boom Juridische uitgevers: Den Haag 2003.

Maeijer 1962

J.M.M. Maeijer, Matiging van schadevergoeding (diss. Nijmegen), Breda: Vermijs 1962.

Martens 1997

S.K. Martens, ‘Mogelijkheden en grenzen van rechterlijke samenwerking’, Prinsen- grachtreeks 1997/4 p. 7-25.

Martens 2000

S.K. Martens, ‘De grenzen van de rechtvormende taak van de rechter’, NJB 2000 p. 747-758.

McGregor 2003

H. McGregor, on Damages, London: Sweet & Maxwell 2003.

McIntosh & Holmes 2003

D. McIntosh & M. Holmes, Personal Injury Awards in EU and EFTA Countries, Kluwer Law International 2003.

Meijers 1905

E.M. Meijers, ‘ Het collectieve arbeidscontract en de algemene rechtsbeginselen’, RM 1905, p. 397.

Van der Meulen 1997

B.M.J. van der Meulen, ‘Richtlijnen, Rechterlijk beleid, over de rug van het verdron- ken kalf?’ Trema 1997, p. 293-299.

Michiels van Kessenich 2002

M.A.I.M.V. Michiels van Kessenich, ‘Smartengeld bij bewusteloosheid?’, NbBW 2002, p. 141-144.

(18)

Mommsen 1855

F. Mommsen, Beiträge zum Obligationenrecht II, Zur Lehre von dem Interesse, Brunswijk 1855.

Müller 2000

P. Müller, Punitive damages und deutsches Schadensersatzrecht, Berlin: De Gruyter 2000.

Müller 2007

S. Müller, Überkompensatorische Schmerzensgeldbemessung? Ein Beitrag zu den Grund- lagen des § 253 Abs. 2 BGB n. F., Karlsruhe: Verlag Versicherungswirtschaft 2007.

Niemeyer 2004

P.V. Niemeyer, ‘Awards for pain and suffering: the irrational centerpiece of our tort system’, Virginia Law Review 2004, p. 1401-1421.

Nieskens-Isphording 1991

B.M.W. Nieskens-Isphording, Het fait accompli in het vermogensrecht (diss. Tilburg), Deventer: Kluwer 1991.

Nieuwenhuis 1997

J.H. Nieuwenhuis, Confrontatie & compromis. Recht, retoriek en burgerlijke moraal, tweede druk, Deventer: Kluwer 1997.

Nieuwenhuis 1997a

J.H. Nieuwenhuis, De ramp op het pikmeer, oratie Groningen, Deventer: Kluwer 1997.

Nieuwenhuis 2000 J.H. Nieuwenhuis 2000

J.H. Nieuwenhuis, ‘De Constitutie van het burgerlijk recht’, RM Themis 2000, p.

203-211.

Nieuwenhuis 2003b

J.H. Niewenhuis, Onrechtmatige daden, délits, Unerlaubte Handlungen, Torts, Deventer:

Kluwer 2003.

Nieuwenhuis 2006

J.H. Nieuwenhuis, ‘Hinkelspel rond de boom der kennis van goed en kwaad. Wat geldt in de wetenschap van het burgerlijk recht als vooruitgang?’, in: J.H Nieuwen- huis en C.J.J.M. Stolker (red.), Vooruit met het recht. Wat geldt in de rechtswetenschap als vooruitgang?, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2006.

Nieuwenhuis 2007

J.H. Nieuwenhuis, ‘Zelf doctor worden’, RM Themis 2007, p. 177-178.

Van Nispen 2003

C.J.J.C. van Nispen, Sancties in het vermogensrecht, Deventer: Kluwer 2003.

Ogus 1972

A.I. Ogus, ‘Damages for lost amenities: for a foot, a feeling or a function?’, The Modern Law Review 1972, p. 1-17.

Ott & Schäfer 1990

C. Ott. en H-B Schäfer, ‘Schmerzengeld bei Körperverletzungen, Eine ökonomische Analyse’, JZ 1990, p. 563-573.

Overeem 1979

R. Overeem, Smartegeld. Een rechtsvergelijkende beschouwing over de vergoeding van niet-economische schade, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink, 1979.

(19)

Overeem 1984

R. Overeem, ‘Notitie n.a.v. het rapport smartegeld van de verbondscommissie schaderegelingsbeleid’ VR 1984, p. 228-229.

Parl. Gesch. Boek 6

C.J. van Zeben, J.W. du Pon & M.M. Olthof, Parlementaire geschiedenis van het nieuwe burgerlijk wetboek, Boek 6, Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht, Deventer:

Kluwer 1981.

Parl. Gesch Boek 6 Inv.

W.H.M. Reehuis & E.E. Slob, Parlementaire geschiedenis van het nieuwe burgerlijk wetboek, Invoering boeken 3,5 en 6, Boek 6, Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht, Deventer: Kluwer 1990.

Peletier 1999

M.E.G.M. Peletier, Rechterlijke vrijheid en partij-autonomie (diss. VU), Den Haag: Boom Juridische uitgevers 1999.

Pels Reijcken 1979

L. D. Pels Reijcken 1979, ‘Rechtszekerheid, Assepoester van rechtsvindingstheorieën’, in: Non sine causa, Opstellen aangeboden aan Prof. Mr. G.J. Scholten, Zwolle: Tjeenk Willink 1979, p. 310-318.

Polak 1949

R.J. Polak, Aanspraak en aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad (diss. Amster- dam), Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink 1949.

Polak 1961

R.J. Polak, ‘De nieuwe ‘Hofmann’ en het systeem der verbintenissen,’ WPNR 1961 (4665). P. 83-88.

Price 2004

J. Price, ’Le barème’, TVP 2004, p. 102-104.

Radin 1993

M.J. Radin, ‘Compensation and commensurability’, 43 Duke Law Journal, 1993-1994, p. 56-86.

Rammeloo & Knapen 2006

L. Rammeloo en M. Knapen, ‘Rechtbanken op weg naar uniforme rechtspraak’, Adv.bl. 2006, p. 540-542.

Rapport Smartegeld 1984

Verbond van Verzekeraars, Rapport van de verbondscommissie schaderegelingsbeleid (november 1983), Onderdelen 5 tot en met 8, VR 1984, p. 229-232.

Reinecke 1968

H. Reinecke, Schaden und Interesseneinbuße. Beiträge zu einer Schadens- und Schadens- ersatzordnung, Berlijn: Duncker & Humblot 1968.

Rogers 2001

W.V.H. Rogers, ‘Comparative Report of a Project Carried Out By the European Centre for Tort and Insurance Law’, in: W.V.H. Rogers (red), Damages for Non- Pecuniary Loss in a Comparative Perspective, Springer/Wien/New York 2001.

Ronse 1954

J. Ronse, Aanspraak op schadeloosstelling uit onrechtmatige daad (diss. Leuven), Brussel:

Larcier 1954.

(20)

Rosenberg 1965

L. Rosenberg, Die Beweislast: auf der Grundlage des bürgerlichen Gesetzbuchs und der Zivilprozessordnung, München: Beck 1965.

Le Roy 2004

M. le Roy, L’évaluation du préjudice corporel, Paris 2004.

Ruers 1998

R.F. Ruers, ‘Normering van smartengeld, of: hoe een juridische lijdensweg kan worden bekort’, TMA 1998, p. 141-144.

Rümelin 1921

M. Rümelin, Die Billigkeit im Recht, Tübingen: Möhr 1921.

Salomons 1978

R.A. Salomons, ‘Verzekering voor schade van verkeersslachtoffers’, VR 1978, p.

125-131.

Sap 2008

J. Sap, ‘Procederend onderhandelen: de deelgeschilprocedure bij letsel en overlijdens- schade’, TVP 2008, p. 101-108.

Schirmeister 1996

F. Schirmeister, Amerikaanse toestanden in het schadevergoedingsrecht? De vergoeding van letselschade in de Verenigde Staten, Lelystad: Koninklijke Vermande, Lelystad 1996.

Schoep 2008

G.K. Schoep, Straftoemetingsrecht en strafvorming (diss. Leiden), Deventer: Kluwer 2008.

Scholten 1949

P. Scholten, ‘Kenmerken van Recht’, in: G.J. Scholten, Y. Scholten en M.H. Bregstein (samenstellers), Verzamelde geschriften van wijlen Prof. Mr. Paul Scholten deel I, Zwolle:

Tjeenk Willink 1949, p. 1 e.v.

Scholten 1954 (Verzamelde Geschriften IV)

P. Scholten, ‘Eggens’ Bewijsrecht’, in G.J. Scholten, Y. Scholten, M.H. Bregstein (samenstellers): Verzamelde Geschriften van wijlen Prof. Mr. Paul Scholten deel IV, Zwolle: Tjeenk Willink 1954, p. 154.

Schoordijk 1979

H.C.F. Schoordijk, Het algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht naar het Nieuw Burgerlijk Wetboek, Kluwer: Deventer 1979.

Schuck 1993

P.H. Schuck, ‘Mapping the Debate on Jury Reform’, in R.E. Litan (ed.): Verdict:

assessing the civil jury system, Washington: Brookings Institution Press 1993, p. 306- 340.

Schut 1963

G.H.A. Schut, Rechtelijke verantwoordelijkheid en wettelijke aansprakelijkheid (diss. VU), W.E.J. Tjeenk Willink: Zwolle 1963.

Schuurmans-Stekhoven 1967

W. Schuurmans-Stekhoven, ‘Over onstoffelijke schademeting’, adv.bl. 1967, p. 231 e.v.

Shavell 2004

S. Shavell, Foundations of economic analysis of law, Cambridge, MA: Belknap Press of Harvard University Press 2004.

(21)

Sieburgh 2000

C.H. Sieburgh, Toerekening van een onrechtmatige daad (diss. Groningen), Kluwer:

Deventer 2000.

Sieburgh 2005

C.H. Sieburgh, ‘Schadevergoeding en leven. Compositie met rood blauw en geel’, WPNR 2005 (6637), p. 755-762.

Simoens 1999

D. Simoens, Beginselen van Belgisch privaatrecht, Buitencontractuele aansprakelijkheid, Deel 2: Schade en schadeloosstelling, Antwerpen: Story-Scientia 1999.

Simoens 2001

D. Simoens, ‘Beschouwingen over de schadeloosstelling voor welzijnsverlies, tevens aanleiding tot de vraagstelling: integrale, genormeerde of forfaitaire schadeloosstel- ling?’, in: M. Van den Bossche (ed.), De indicatieve tabel. Een praktisch werkinstrument voor de evaluatie van menselijke schade, Brussel: Larcier 2001.

Simsa 1995

C.E. Simsa, Die gerichtliche und außergerichtliche Regulierung von Verkehrsunfällen in Deutschland und den Niederlanden, Keulen 1995.

Slagter 1952

W.J. Slagter, De rechtsgrond van de schadevergoeding bij onrechtmatige daad (diss.

Leiden), Leiden: Luctor et Embargo 1952.

Smith 2007

C.E. Smith, Regels van rechtsvinding, tweede druk, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2007.

Smits 2003

J.M. Smits, Constitutionalisering van het vermogensrecht, preadvies Nederlandse Vereniging voor Rechtsvergelijking, Deventer: Kluwer 2003.

Snijders 1978

H.J. Snijders, Rechtsvinding door de burgerlijke rechter (diss. Leiden), Deventer 1978.

Snijders 1997

H.J. Snijders, ‘Wordt de samenwerkende rechter tot bestuurder en/of wetgever’, NJB 1997 p. 1793-1797.

Snijders 1997b

H.J. Snijders, ‘Rechtsvinding door de burgerlijke rechter in (dood)gewone zaken’, Trema 1997 p. 43-50.

Snijders 1997c

H.J. Snijders, ‘Enige vragen bij schadevergoeding naar draagkracht ex art. 6: 109 BW’, in: L. Betten e.a. (red.), Ongelijkheidscompensatie als roode draad in het recht. Liber amicorum voor prof. Mr. M.G. Rood, Deventer: Kluwer 1997, p. 263-274.

Snijders 2001b

H.J. Snijders, ‘Rechterlijke samenwerking in het burgerlijk recht; een tussenstand en voorzichtige vooruitblik’, in: C.P.M. Cleiren & G.K. Schoep (red.), Rechterlijke samenwerking, Deventer: Gouda Quint 2001, p. 15-31.

Snijders 2002

H.J. Snijders, ‘Enige opmerkingen bij rechtsonzekerheid en schade, in: J. Spier en W.A.M. van Schendel (red.): Schadevergoeding: een eeuw later, Bundel opstellen aangebo- den aan mr. A.R. Bloembergen, Deventer: Kluwer 2002, p. 117-123.

(22)

Snijders 2005

H.J. Snijders, ‘Inleiding: vermogensrecht en rechtsoneenheid in verscheidenheid’, in: E.M. Hoogervorst (red.), Rechteenheid en vermogensrecht, Deventer: Kluwer 2005, p. 1-22.

Snijders & Wendels 2003

H.J. Snijders, A. Wendels, Civiel appel, Deventer: Kluwer 2003.

Snijders, Klaassen & Meijer 2007

H.J. Snijders, C.J.M. Klaassen & G.J. Meijer, Nederlands burgerlijk procesrecht (vierde druk), Deventer: Kluwer 2007.

Soergel Mertens 1990

Th. Soergel, H.J.Mertens, Bürgerliches Gesetzbuch mit Einführungsgesetz und Nebengeset- zen, Band 2, Schuldrecht I (par. 241-432), Stuttgart 1990.

Spier 1990

J. Spier, Sluipende schade, oratie Tilburg, Deventer: Kluwer 1990.

Spier 1998

J. Spier, Schade en loss occurence-verzekeringen, Deventer: Kluwer 1998.

Spruit 2001

J.E. Spruit e.a., Corpus juris civilis: tekst en vertaling / Deel: VI: Digesten 43-50

= Digesta XLIII-L, Zutphen: Walburg Pers 2001.

Starren 2001

T. Starren, ‘HR 27 April 2001, RvdW 2001, 95’, NTBR 2001, p. 388-389.

Staudinger/Schiemann 2004

G. Schiemann, J. von Staudingers Kommentar zum Bu¨rgerlichen Gesetzbuch, mit Ein- führungsgesetz und Nebengesetzen, 2. Buch: Recht der Schuldverhältnisse, Berlin: Sellier- de Gruyter 2005.

Van Steenberge 2001

J. Van Steenberge, ‘Kritische bedenkingen bij de Indicatieve Tabel’, in: Van den Bossche, M. (ed.) De indicatieve tabel. Een praktisch werkinstrument voor de evaluatie van menselijke schade, Brussel: Larcier. 2001.

Stolker 1993

C.J.J.M. Stolker, ‘De politieke rol van de rechter in het burgerlijk recht’, in: M.G.

Rood (red.), Rechters en politiek, Zwolle: Tjeenk Willink 1993, p. 53-83.

Stolker 2003

C.J.J.M. Stolker, ‘Smartengeld: willen we niet teveel?’, RM Themis 2003, p. 307-308.

Stolker & Poletiek 1998

C.J.J.M. Stolker en F.H. Poletiek, ‘Smartengeld – wat zijn we eigenlijk aan het doen?

Naar een juridische en psychologische evaluatie’, in: Bewijs en letselschade, Lelystad:

Koninklijke Vermande 1998, p. 71-86.

Stolp 2007

M.M. Stolp, Ontbinding, schadevergoeding en nakoming. De remedies voor wanprestatie in het licht van de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit (diss. Nijmegen), Deventer: Kluwer 2007.

Storm, Kamp, Schön 1995

H.M. Storm, H.P.A.J. Kamp, E.W. Schön, ‘Personenschade’ in: J.M. Barendrecht e.a., Berekening van schadevergoeding, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Wilink 1995, p. 256-306.

Sugarman 2005

S.D. Sugarman, ‘A Comparative Law Look at Pain and Suffering Awards’, 55 DePaul L. Rev. 399.

(23)

Sunstein 1994

C.R. Sunstein, ‘Incommensurability and Valuation’, Michigan Law Review, Vol. 92, 1994.

Sunstein 1997

C.R. Sunstein, Free markets and social justice, Oxford: Oxford University Press 1997.

Suurmond & Van Velthoven 2005

G. Suurmond en B.C.J. van Velthoven, ‘Vergoeding van affectieschade: te weinig met het oog op de dader te veel met het oog op de slachtoffers’, NJB 2005, p. 1934- 1936.

Teeuwissen 1994

J.G Teeuwissen, ‘Smartegeld in de praktijk – het onweegbare gewogen’, Smartegeld- gids 1994, p. 6-12.

De Temmerman 2000

B. De Temmerman, ‘Recensies, S.D. Lindenbergh, Smartengeld’, NTBR 2000, p. 326- 332.

De Temmerman & de Kezel 2002

B. De Temmerman, E. de Kezel, ‘Normering in België. De indicatieve tabel’, TVP 2002, p. 103-114.

Terlouw 2003

A. Terlouw, Uitspraak en afspraak, Samenwerking tussen vreemdelingenrechters bij ontbreken van hoger geroep (diss. Nijmegen), Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003.

Teuben 2004

K. Teuben, Rechtersregelingen in het burgerlijk (proces)recht (diss. Leiden), Deventer:

Kluwer 2004.

Thieme e.a. 1999

M.L. Thieme e.a., Rechtseenheid in de vreemdelingenrechtspraak. Verslag van een onderzoek naar de mate van rechtseenheid in uitspraken van vreemdelingenrechters en naar het functioneren van de mechanismen ter bevordering van rechtseenheid, Utrecht: Thela thesis 1999.

Van Tilburg 2004

W. van Tilburg, ‘Affectieschade, shockschade en compensatie: de visie van een psychiater’, VR 2004, p. 7-12.

Van Tilburg 2008

W. van Tilburg, ‘Moeten slachtoffers met een psychische predispositie schadevergoe- ding krijgen’, in: W.H. van Boom, I. Giesen en A.J. Verheij (red.), Gedrag en privaat- recht. Over gedragspresumpties en gedragseffecten bij privaatrechtelijke leerstukken, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2008, p. 209-226.

Tjittes & Giesen 2004

S.C.P. Giesen en R.P.J.L. Tjittes, ‘De rekening van het kind – de begroting van arbeidsvermogensschade en smartengeld bij jonge kinderen met blijvend ernstig letsel’, in: Schade: vergoeden of beperken?, Den Haag: Sdu Uitgevers. 2004, p. 73-90.

Tjittes 2003a

R.P.J.L. Tjittes, ‘Op de bres voor erkenningsgeld’, RM Themis 2003, p. 309-310.

Tjittes 2003b

R.P.J.L. Tjittes, ‘Smartengeld voor bewustelozen’, NTBR 2003, p. 49-55.

(24)

Tjittes 2003c

R.P.J.L. Tjittes, ‘Wat niet weet, deert een beetje – Smartengeld voor bewustelozen na HR 20 september 2002, RvdW, 142. De comateuze timmerman’, in: G.E. van Maanen (red.), De rol van het aansprakelijkheidsrecht bij verwerking van persoonlijk leed, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003, p. 147-162.

Tjong Tjin Tai 2008

T.F.E. Tjong Tjin Tai, ‘De schade van het aroma’, AA 2008, p. 334-335.

Totaro 2006

M.V. Totaro, ‘Modernizing the critique of per diem pain and suffering damages’, 92 Va. L. Rev. 289, 289-325.

Tromp 2005

M. Tromp, ‘Kwaliteitsverbetering begint met betere communicatie’, TVP 2005, p. 128- 129.

Tzankova 2007

I.N. Tzankova, ‘De deelgeschilregeling: een regeling voor een deelterrein’, TVP 2007, p.54-56.

Tzankova & Weterings 2003

I.N. Tzankova en W.C.T. Weterings, Preprocessuele afwikkeling van personenschade- claims: een rechtsvergelijkende studie naar de mogelijkheden tot structurering van het proces van buitengerechtelijke afwikkeling van personenschadeclaims in Nederland aan de hand van procedurele normen en andere instrumenten, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003.

Uzman & Stolker 2009

J. Uzman en C.J.J.M. Stolker, ‘De politieke rol van de (burgerlijke) rechter revisited.

Over de grenzen van de rechtsvormende taak en Alkema’s institutionele moment in de rechterlijke beslissing’, in: T. Barkhuysen, M. van Emmerik, J.-P. Loof (red.):

Geschakeld recht. Verdere studies over Europese grondrechten ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van prof.mr. E.A. Alkema, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2009, p.

475-497

Van & Reijnen 2002

A.J. Van en F.B. Reijnen, ‘De begroting van affectieschade’, VR 2002, p. 37-41.

Vandeweerdt 2001

M. Vandeweerdt, ‘Arbeidsongeschiktheid en hulp van derden’, in: M. Van den Bossche (ed.), De indicatieve tabel. Een praktisch werkinstrument voor de evaluatie van menselijke schade, Brussel: Larcier 2001.

Vandeweerdt 2004

M. Vandeweerdt, ‘De Indicatieve Tabel: een commentaar op basis van de schadeleer in: W. Peeters en M. Van den Bossche, Tien jaar indicatieve tabel. Een kritische evaluatie vanuit de praktijk, Brussel: Larcier 2004, p. 287-308.

Vandeweerdt & Viaene 2001

M. Vandeweerdt & J. Viaene, ‘Beknopte inleiding tot de schadeleer’, in: M. Van den Bossche (ed.) De indicatieve tabel Een praktisch werkinstrument voor de evaluatie van menselijke schade, Brussel: Larcier 2001.

Veegens/Korthals Altes & Groen 2005

D.J. Veegens, E. Korthals Altes en H.A. Groen, Cassatie in burgerlijke zaken, Deventer:

Kluwer 2005.

(25)

Van der Veen 1959

Th.L. van der Veen, ‘Uitspraken van Nederlandse rechters over vergoeding van immateriële schade (smartegeld)’, VR 1959, p. 101-104.

Van der Veen 1976

Th.L. van der Veen, ‘Ruim 100 nieuwe smartegeld-uitspraken’, VR 1976, p. 120 e.v.

Van der Veen 1992

Th.L. van der Veen, ‘Rechtsoverwegingen over immateriële schade’, Prg. 1992, p.

35 e.v.

Van der Veen 1993

Th.L. van der Veen, ‘Hoeveel smartengeld?’ Een blik achterom en naar de toekomst, VR 1993, p. 200-201.

Vegter 2005

M. Vegter, Vergoeding van psychisch letsel door de werkgever (diss. UvA), Den Haag:

Sdu Uitgevers 2005.

Veldmaat-Wansink 1983

A.P. Veldmaat-Wansink, ‘De verhouding tussen smart en geld’, VR 1983, p. 2-5.

Van Velthoven 2008

B. van Velthoven, ‘Rechtseconomie tussen instrumentaliteit en normativiteit’, R&R 2008, p. 29-48.

Verburg 2001

G.J.M. Verburg, ‘Toekenning smartengeld; discretionaire bevoegdheid rechter’, TVP 2001, p. 109-110.

Verheij 2002

A.J. Verheij, Vergoeding van immateriële schade wegens aantasting in de persoon (diss.

VU), Ars Aequi Libri, Nijmegen 2002.

Verheij 2004

A.J. Verheij, ‘Psychisch letsel wegens ontstaan en voortduren van een geschil’, AV&S 2004, p. 77-81.

Verheij 2005a

A.J. Verheij, ‘Onevenwichtige schadevergoeding m.b.t. de positie van derden, Oproep aan de minister van Justitie voor een meer systematische en empirisch onderbouwde aanpak’, VR 2005, p. 205-211.

Verheij 2005b

A.J. Verheij, Onrechtmatige daad, Deventer: Kluwer 2005 Verkade 1985

F. Verkade, noot bij Ciba Geigy v Ote Optics, HR, 13 januari 1995; NJ 1995, 391, BIE 1995, nr. 85, p. 333.

Viaene 1976

J. Viaene, Schade aan de mens, Deel III, Evaluatie van de gezondheidschade, Berchem/

Antwerpen-Amsterdam: Kluwer 1976.

Viney & Jourdain 2001

G.Viney en P. Jourdain, Les effets de la responsabilité: exécution et réparation en nature, dommages et intérêts, aménagements légaux et conventionnels de la responsabilité, assurance de responsabilité, Paris: L.G.D.J, 2001

Viscusi 1996

W. K. Viscusi, ‘Pain and suffering: damages in search of a sounder rationale’, Michigan Law & Policy Review 1996, p. 141-177.

(26)

Visscher 2005

L.T. Visscher, Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatige- daadsrecht (diss. Rotterdam), 2005.

Visscher 2005a

L.T. Visscher, ‘W.C.T. Weterings, Efficiëntere en effectievere afwikkeling van letselschadeclaims. Een studie naar schikkingsonderhandelingen in de letselschade- praktijk, normering en geschiloplossing door derden’, RM Themis 2005, p. 318-325.

Visscher 2008

L.T. Visscher, ‘De omvang van het smartengeld vanuit rechts- en gezondheidsecono- misch perspectief’, AV&S 2008, p. 247-254.

Vollbehr 1989

W. Vollbehr, ‘Smartegeld en willekeur’, VR 1989, p. 146-150.

Vranken 2000

J.B.M. Vranken, ‘Toeval of beleid? Over rechtsvorming door de hoogste rechter’, NJB 2000 p. 1-5.

Vranken 2001

J.B.M. Vranken, ‘Contractuele breekijzers of de koninklijke weg?, Schadevergoeding voor naaste verwanten van een gewonde’, WPNR 2001 (6460), p. 835-840.

Vranken 2003

J.B.M. Vranken, ‘Het paard en de dierenarts (HR 27 april 2001, NJ 2002, 54)’ in:

J.B.M. Vranken en I. Giesen (red.), De Hoge Raad binnenstebuiten. Verslag van een experiment, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003, p. 31-40.

Vranken 2006

J.B.M. Vranken, ‘Wat geldt in de rechtswetenschap als vooruitgang?’, in: J.H.

Nieuwenhuis, C.J.J.M. Stolker (red.)Vooruit met het recht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2006

Vranken & Weterings 2000

J.B.M. Vranken en W.C.T. Weterings, ‘Organisatie van massaliteit’, TVP 2000 p. 54- 62.

De Waard 1987

B.W.N. de Waard, Algemene beginselen van een behoorlijke rechtspleging (diss. Utrecht), Zwolle: Tjeenk Willink 1987.

Warnink 1995

M. Warnink, Schadevergoeding bij seksueel misbruik, Nijmegen 1995.

Van Wassenaer 2008

M. van Wassenaer, Schadevergoeding: personenschade, mon. BW B37, Deventer: Kluwer 2008.

De Werd 1997

F.J.M. de Werd, ‘Geen rechterlijke samenwerking buiten de wet om’, Prinsengracht- reeks 1997/4, p. 37-46.

De Werd 1998

M. de Werd, ‘De trias politica van Montignac’, NJB 1998 p. 660-661.

Wertheim 1930

W.F. Wertheim, Aansprakelijkheid voor schade buiten overeenkomst (diss. Leiden), Leiden: Eduard IJdo 1930.

(27)

Weterings 1999

W.C.T. Weterings, Vergoeding van letselschade en transactiekosten, Deventer: W.E.J.

Tjeenk Willink 1999.

Weterings 2004

W.C.T. Weterings, Efficiëntere en effectievere afwikkeling van letselschadeclaims. Een studie naar schikkingsonderhandelingen in de letselschadepraktijk, normering en geschiloplossing door derden (diss. Tilburg), 2004.

Weterings 2008

W.C.T. Weterings, ‘De (kosten van) afwikkeling van letselschadeclaims op macro- niveau,’ in: De kosten van het geschil, inleidingen ‘LSA’-symposion 2008, Den Haag:

Sdu uitgevers. p. 133-157.

Wiarda 1988

G.J. Wiarda, Drie typen van rechtsvinding, derde druk, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink, 1988 .

Wiarda/Koopmans 1999

G.J. Wiarda, Drie typen van rechtsvinding, vierde druk, bewerkt en van een na- beschouwing voorzien door Mr. T. Koopmans, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 1999.

Van der Wiel 2004

B.T.M. van der Wiel, De rechtsverhouding tussen procespartijen (diss. Leiden), Deventer:

Kluwer 2004.

Van Wingerden 2008

Van Wingerden, S., ‘Gebrek eenheid bij beslissingen rechters op vorderingen van benadeelde partij’, Trema 2008, p. 62-68.

Van Wingerden Moerings & Van Wilsem 2007

S.G.C. van Wingerden, J.A. van Wilsem en M. Moerings, De praktijk van schadevergoe- ding voor slachtoffers van misdrijven, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2007.

Wolfsbergen 1946

A. Wolfsbergen, Onrechtmatige daad, Leiden: Universitaire pers Leiden 1946.

Woordkramer 2000

Woordkramer, ‘Is smartengeld aan herijking toe?’ VR 2000, p. 293.

Zelermyer 1955

W. Zelermyer, ‘Damages for Pain and Suffering’, 6 Syracuse L. Rev. 27 (1954-1955).

Zippro 2008

E-J Zippro, Privaatrechtelijke handhaving van mededingingsrecht (diss. Leiden), Deventer:

Kluwer 2008.

Zweigert/Kötz 1996

K. Zweigert en H. Kötz, Einführung in die Rechtsvergleichung auf dem Gebiete des Privatrechts, Tübingen 1996.

Zwitser 1980

R. Zwitser, ‘Abstracte of concrete schadeberekening: een verwarrend onderscheid’, WPNR 1980 (5517), p. 322-331.

Zwitser 2005

R. Zwitser, ‘Immateriële schadevergoeding bij opzet en daarmee gelijk te stellen bewuste roekeloosheid in het contractenrecht’, RM Themis 2005, p. 72-79.

(28)

Hoge Raad

· HR 2 december 1904, W 8150 2.6.1

· HR 31 januari 1919, NJ 1919, p. 161 (Lindenbaum/Cohen) 2.6.1

· HR 29 januari 1937, NJ 1937, 570 m.nt. EMM (Voortse Stroom) 2.3.1

· HR 31 december 1937, NJ 1938, 517 m.nt. EEM (Unitas) 2.3.1

· HR 21 mei 1943, NJ 1943, 455 (Van Kreuningen/Bessem) 3.4.3; 5.5

· HR 14 november 1958, NJ 1959, 15 m.nt. LEHR (Clifford Kocq van Breugel/Van Romunde) 2.3.1

· HR 20 maart 1970, NJ 1970, 251 m.nt. GJS (Doorenbos/ Intercommunale Water- leidinggebied Leeuwarden) 2.8.3

· HR 28 januari 1977, NJ 1978, 174 m.nt. ARB (Van de Weijgert/Nieuwkoop) 3.6.4

· HR 1 juli 1977, NJ 1978, 73 m.nt. GJS (Van Doorn/Van Blokland) 3.6.4

· HR 8 januari 1982, NJ 1982, 614 m.nt. CJHB (De Rijk/Dorpshuis Kamerik) 4.8.3

· HR 1 juli 1982, NJ 1983, 45 (Van den Brink/Thalen) 3.6.4

· HR 4 februari 1983, NJ 1984, 631 (Franke/Van den Boom c.s.) 1.9.2.3; 3.4.2.1

· HR 16 november 1984, NJ 1985, 270 (Miletec/Gem. Amsterdam) 3.4.1

· HR 8 februari 1985, NJ 1986, 137 m.nt. CJHB (Henderson/Gibbs) 2.8.1

· HR 20 september 1985, NJ 1986, 211 (Meerstoel) 2.4.3

· HR 18 april 1986, NJ 1985, 567 m.nt. G. (ENCI/Lindelauf) 2.9

· HR 27 februari 1987, NJ 1987, 584 (Van der Peijl/Erasmus College) 3.4.2.1

· HR 30 oktober 1987, NJ 1988, 277 m.nt. LWH (Naturistengids) 1.9.2.4; 2.3.1; 2.11.6;

3.15

· HR 19 februari 1988, NJ 1988, 469 (X/Y) 3.4.2.1

· HR 30 juni 1989, NJ 1989, 505 (Knook/Melchers und Co.) 3.4.1

· HR 28 juni 1991, NJ 1991, 746 (P./Gemeente Amsterdam) 3.4.1; 3.4.3; 3.6.4

· HR 28 februari 1992, NJ 1993, 566 m.nt. CJHB (IZA/Vrerink) 4.8.3

· HR 8 juli 1992, NJ 1992, 714 (AMC/O) 1.3.1; 1.3.3; 1.9.2.3; 2.3.1; 2.9; 2.11.4; 3.1;

3.3; 3.5.2; 3.6.2; 3.6.3; 3.7.2; 3.7.4; 3.7.5

· HR 10 september 1993, NJ 1996, 3 m.nt. MS (Den Dulk/Curaçao) 3.5.6

· HR 6 juli 1994, JAR 1994, 155 1.9.2.2

· HR 13 januari 1995, NJ 1997, 366 m.nt. CJHB (Ontvanger/Bos) 3.4.1; 3.4.2.1

· HR 24 maart 1995, NJ 1997, 569 m.nt. CJHB (Beliën/Provincie Noord-Brabant I) 2.8;

3.4.2.3

· HR 26 januari 1996, NJ 1996, 377 (V. en H./Raad) 2.11.6

· HR 1 november 1996, NJ 1997, 134 (Blaauwbroek/Van Loon) 3.4.2.1

· HR 13 december 1996, NJ 1997, 682 (W./Staat) 2.11.6; 3.11

· HR 21 februari 1997, NJ 1999, 145 m.nt. CJHB (Wrongful birth I) 2.8.1; 3.4.2.3; 4.8.3

· HR 2 mei 1997, NJ 1997, 662 m.nt. Ma (Kip en Sloetjes/Rabobank) 3.4.2.1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De onderwerpen die aan bod komen zijn de aard en de inhoud van het begrip ‘nadeel dat niet in vermogensschade bestaat’, de functies van smartengeld, de (rechterlijke vrijheid bij

2.6.1 Van Goudoever: schade is juridieke schade 45 2.6.2 Polak: slechts juridische schade is relevant 47 2.6.3 Hoekema: rechtens niet te dulden aantasting van belangen 50 2.6.4

Gepleit wordt voor een rechtersregeling voor letselschadegevallen. Een rech- tersregeling kan het hoofd bieden aan het hiervoor geschetste gevaar van rechtsoneenheid en

Smartengeld is schadevergoeding. 1 De figuur wordt beheerst door het schade- begrip, met alle bijzonderheden van dien. 2 Maar wat is schade? 3 En wat is nadeel dat niet

Bij de vaststelling van smartengeld geniet de rechter nog wat meer vrijheid dan bij de vaststelling van de vergoeding voor vermogensschade. 14 De rechter heeft een

De vrijheid die de rechter nodig heeft bij de vaststelling van smartengeld ter verwezenlijking van het beginsel van volledige vergoeding alsmede zijn beoordelings- en

De rechter die zich geconfronteerd ziet met de taak smartengeld vast te stellen kan zich op de hierna volgende aanknopingspunten richten. Opgemerkt dient te worden dat deze aanpak

Four questions have been researched, namely: (i) what is the damage that does not consist of financial loss, (ii) what is the court’s leeway in determining non-economic damages,