• No results found

Men schrijft ons:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Men schrijft ons: "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zaterdag 3 mei 1958 - No. '-!5G-

Men schrijft ons:

(Zie pag. 5)

•• •

Er ZIJD nog rechters lll Nederland

Er1 óók nog volksvertegenwoordigers

'

"IToensdag 23 april1958.

I f Een dag, die in de geschie- denis van ons Recht èn in die van ons parlementaire leven geboek- staafd zal blijven als een hernieuwd bewijs, dat er nog rechters zijn in Nederland èn dat er nog volksver- tegenwoordigers zijn, die deze naam in de volle zin des woords verdienen.

Op de ochtend van die dag werd majoor H. E. Koopman, overeen- komstig het glasheldere requisi- toir en de conclusie van de advo- caat-fiscaal mr. D. J. van Gilse, in hoger beroep door het Hoog Mili- tair Gerechtshof, onder vernieti- ging van het vonnis in eerste in- stantie, vrijgesproken omdat het- geen deze beklaagde was ten laste

~·ekgd, niet ·,vettig en overtuiten i!

was bewezen.

En enkele uren late;:·, op dezelfde dag en in dezelfde stad, klonk, in 's Lands vergaderzaal, het vernie- tigend requisitoir van een (libe- rale) afgevaardigde over dezelfde Dienst - het Directoraat Materi- eel Landmacht -- van welks ge- bleken incompetentie een der wei- nige c o m p e t e n t e dienaren bijna het slachtoffer was geworden.

Wij herinneren in dit verband nog eens aan hetgeen mr. Van Gilse vermeldde in zijn requisitoir van slechts 20 minuten, waarvan een oudere advocaat tegenover .een journalist van "Het Vaderland" als zijn mening te kennen gaf, dat die uiteenzetting "een meesterzet van juridische scherpzinnigheid was;

het meest bewonderenswaardige requisitoir, dat ik in mijn lange loopbaan heb gehoord".

Tegenover de verwarde verkla- ringen van de getuigen à charge en - zo mogen wij daar wel aan toe- voegen - tegenover de tijdens de verhoren duidelijk gebleken volsla- gen onwetendheid en ondeskundig- heid in zaken van aankoopbeleid van majoor K's vroegere superieu- ren, stelde de advocaat-fiscaal vast, dat majoor K. als een goed officier bekend staat, die een vertrouwens- positie bekleedde, waarin hij goede resultaten had behaald, en die in zijn uitvoerige en volkomen be- heerste verklaringen voor het hof

"een buitengewone gedocumen- teerdheid en exactheid aan de dag legde".

* * *

D

ezelfde dagbladen van som- migen onzer politieke te- genstanders, die minister Staf in zoverre nog meenden te kunnen prijzen, dat deze althans de fouten en misstanden ruiterlijk zou hebben toegegeven, hebben de interpellant, onze geestverwant de heer Rit-

meester, enigermate verweten, dat hij bij zijn interpellatie wel erg in details was afgedaald.

Dat verwijt is volkomen mis- plaatst.

Waarom kon minister Staf er eenvoudig niet onderuit, bepaalde fouten en misstanden te erkennen?

Juist o m d a t de heer Ritmeester geen algemeen betoog met onbe- wezen stellingen hield, maar een waar requisitoir, dat, beginnend in 1951, maand na maand en jaar na jaar de ontstellende gang van za- ken in de helmen-affaire schetste en de minister aldus met zijn neus op de feiten drukte.

Er was eenvoudig geen ontko- men aan. En wat de heer Ritmees- ter onthulde was een zo ontstel- lende reeks van mislukkingen en

mystificaties, dat hijzelf dan ook nauwelijks tevreden kon zijn over de nog te slappe reactie van de minister.

En dan zwijgen wij nog maar over de verregaande onhoffelijk- heid en luchthartigheid van de staatssecretaris, mr. Kranenburg, die o.a. meer in het bijzonder met het aankoopbeleid is belast en die enige dagen voordat de interpella- tie werd gehouden, zo dringend naar de Verenigde Staten moest vertrekken.

B

ij de replieken diende de heer Ritmeester een motie in, waarbij de Kamer, overwegende dat in brede kring ongerustheid be- staat omtrent de gang van zaken bij de Dienst Materieel Landmacht,

HELMEN -INTERPELLATIE

de minister uitnodigt, een com·

missie van "gezaghebbende buiten- staanders" te benoemen, teneinde een onderzoek omtrent deze gang van zaken in te stellen en het door die commissie uit te brengen rap- port, eventueel vergezeld van de op·

merkingen, waartoe het de minister aanleiding mocht geven, ter kennis van de Kamer te brengen.

Dat was een zeer reëel voorstel, waarvan iedere onbevooroordeelde beoordelaar zal moeten toegeven, dat het de enig juiste maatregel in- hield.

Niet aldus echter de socialisti·

sche woordvoerder, de heer E. A.

Vermeer, en de Kamermeerderheid, die hem vooralsnog schijnt te steunen.

I'ezc !;•,y:.~.r.-:, :.:c~ht, dr heer Rit.

meester zijn motie had ingediend, met een andere motie en wel een om een commissie uit de Kamer- zelf te benoemen, die de organisa- tie, enz. en in het bijzonder het aan.

koopbeleid, de efficiency en de ver- houding tot de particuliere in- dush·ie bij het Directoraat Mate- rieel Landmacht, het Directoraat Materieel Luchtmacht en de Hoofd- afdeling Materieel van het Ministe- rie van Marine zal moeten onder- zoeken.

. Het is niet moeilijk te veron·

derstellen, dat ook in de fractie van de V.V.D. is overwogen, hetzij een parlementaire enquête- commissie, hetzij een bijzondere Kamercommissie, als door de Ka- mermeerderheid beoogd, hiervoor in te stellen.

Het staat echter, zoals in het

"Algemeen Handelsblad" reeds werd opgemerkt, vast, dat een in deze materie, waar het de details betreft, grotendeels ondeskundige Kamercommissie op grote moei- lijkheden zou (zal) stuiten en dat dit haar onderzoek in ieder geval zeer langdurig en voor de indivi- duele leden uiterst tijdrovend zal maken.

Een onderzoek van gezagheb- bende deskundige buitenstaander~

(Vervolg op pag. 4)

I

ALGEMEEN SECRETARIAAT

V.V.D.

KoninCJinneCJracht 61 's-Gravenhage

Tel. 01700- 111768 • 114375 Giro 67880

(2)

VBIJIIEID EN DEMOCBA.TIE

Flitsen van Het Binnenhof (I)

- inzicht gegeven in de wijze waarop bij het DML werd gewerkt en de weinige kennis, die sommige der leidende perso- nen hadden van de voorschriften en van de hele gang van zaken.

Minister Staf erkent fouten in helmen-aHaire • Onze geestver- want Ritmeester had de zaak uitgepluisd • K.V.P. en P.v.d.A. be- twisten hem de eer • Partiipolitiek iegens de groeiende V.V.D.

Het was droevig, buitengewoon droe- vig.

Dit zal voor minister Staf ook wel een openbaring zijn geweest, evenals voor de staatssecretaris. Maar beiden hadden beter op de hoogte moeten zijn.

M

inister Staf heeft vorige week in de Tweede Kamer erkend, dat er in de affaire met de 400.000 onbetrouw- baar gebleken leg~rhelmen, die acht miljoen gulden hebben gekost, niet ge- noeg te laken fouten zijn gemaakt. Het is ontegenzeglijk de grote verdienste geweest van onze geestverwant, de heer G. Ritmeester, dat hij deze technisch in- gewikkelde zaak zó heeft uitgepluisd, dat geen ontkennen meer mogelijk was.

Reeds in oktober 1957 had de heer Koersen (KVP) er enkele eenvoudige vragen over gesteld, maar het antwoord op die vragen bracht geen opheldering.

De heer Ritmeester ging echter dieper op de zaak in en stelde op 21 januari van dit jaar 26 scherp gerichte vragen, waarmee hij blijk gaf de affaire tot in de finesses te kennen.

Voor die vragen betuigde staatssecre- taris mr. F. J. Kranenburg in februari in de Tweede Kamer zijn dankbaarheid, omdat hij daardoor óók op de hoogte was gekomen!

Met de antwoorden was de heer Rit- meester echter niet tevreden en hij vroeg verlof voor een interpellatie, die hij vorige week heeft gehouden, waarna hij nog eens 23 concrete vragen stelde.

Typisch de manier van Ritmeester. Hij houdt vol tot hij het naadje van de kous weet. Hij laat zich niet afschepen.

• •

B

ij de interpellatie was de staats- secretaris niet aanwezig, omdat hij op reis moest naar Amerika. Die afwe- zigheid wilde de heer Ritmeester niet zien als een vlucht uit de verantwoorde- lijkheid, maar hij vond het wel een be wijs van buitengewone onhoffelijkheid, tegenover de Kamer. Verontschuldigend heeft mr. Kranenburg gezegd, dat de Kamer hem niet gevraagd had te blijven.

Naar mijn mening, zei de heer Rit- meester, had het plichtsgevoel bij de staatssecretaris zo moeten werken, dat hij uit zichzelf gebleven was, al stel ik daar niet zo'n prijs op, dat hij moest worden uitgenodigd om te blijven. Een geluk bij een ongeluk is, dat thans de baas-zelf (minister Staf) op de inter- pellatie zal ingaan.

Een uur lang heeft de heer Ritmeester de zaak nog eens to<t op de draad uitge- rafeld. Hij toonde aan hoe er met de pro- duktie- en keuringseisen is gedraaid en hoe traag en moeizaam de produktie van de N.V. Verenigde Blikfabrieken op gang kwam, terwijl men op zeer korte termijn goede helmen had kunnen krij- gen van een Duitse fabriek. Daarvoor le- verde die fabriek monsters in.

Het valt wel erg op, dat de ingeleverde 111onsters niet werden terug,gezonden, terwijl korte tijd later werd geconsta- teerd, dat deze waren verzeild op het kantoor te Amsterdam van de Verenig- l!e Blikfahrieken. De handel waardeert dergelijke methoden bepaald niet.

• •

D

e Verenigde Blikfabrieken hebben de order gekregen terwijl bekend was, dat zij niet over de vereiste indu- striële uitrusting beschikten. De gunning was dus in strijd met de voorwaarden voor levering.

In de aanvraag tot offerte, punt 8, eerste en tweede alinea, was bepaald, dat een opdracht niet gegund zou worden vóór de opdrachtgever zich door een be- zoek aan de desbetreffende fabriek of fabrieken overtuigd had van de geschikt- heid der aanwezige installaties.

In de schriftelijk beantwoorde vragen wordt doodkalm meegedeeld, dat het niet is gelukt na te gaan wanneer het bedoelde bezoek aan de Verblifa is ge- brachit. Kan nu niemand van al die knappe koppen bij het Directoraat Ma- terieel Landmacht <DML) zich herinne- ren of er iemand naar de Verblifa is ge- weest om de installaties te beoordelen?

Zijn er geen agenda's, is er geen op- dracht, zijn er uit die tijd geen reisdecla- raties meer die licht kunnen brengen?

Wat een administratie! Wat een her- inneringsvermogen! Wel verwonderlijk bij een administratie waar men zelfs prentbriefkaarten in dossiers bewaa!'t (blijkens de zaak majoor-K.)

• •

N

at':urlijk wordt door de geschiede- nis met de helmen financiële scha- de geleden. Het is erg van het geld, m_aar veel erger is het nog, zei de heer Ritmeester, dat op zo lichtvaardige ma-

ni~z: is . omgesprongen met lichamelijke ve11Ighe1d van degenen, die ons land moeten verdedigen.

Wij eisen van onze mannen, dat zij ons land met kracht zullen verded~en,

maar dan hebben wij tot plicht hen te voorzien van alles om die verdediging

goed te voeren; wij hebben de plicht er zorg voor te dragen, dat de weermidde- len, die wij hun geven, aan de hoogste eisen voldoen.

Dit helmen-drama is vernie•tigend voor de gehele organisatie. Er is een groot wantrouwen in het leger over de gehele bewapening en over de grote technische ondeskundigheid. Dikwijls worden door bekwame techniCi voorschriften ontwor-- pen, waarvan men bij het DML afwijkt, waardoor het geheel een mislukking wordt.

• •

H

et proces van de majoor Koopman voor het Hoog Militair Gerechts- hof heeft ons enig - niet een volledig

G. RITMEESTER ... wat een administratie ...

Zij hadden veel eerder moeten en kun- nen ingrijpen, omdat er zeker sedert de- cember 1955 diverse rapporten van de Marine lagen over hetgeen aan de hel- men mankeerde.

Waarom is toen niet ingegrepen?

Waarom is toen de waarheid nog ver- doezeld? De vragen van de heer Koer- sen van 30 oktober 1957 hadden toch voldoende gelegenheid gegeven om de Kamer in te lichten? Men heeft moed- willig verzuimd de volksvertegenwoor- diging op de hoogte te brengen.

* * *

D

e oorzaak van het hele drama met de helmen onthulde minister Staf door de verklaring, da>t in de tijd van grote werkloosheid omstreeks 1951-1952 (toen de order voor de helmen werd voorbereid) er in he.t belang van de werkgelegenheid aan werd gehecht de order in Nederland te plaatsen.

Bovendien mochten wegens de devie- zenschaarste (na de Korea-crisis) voor de krijgsmacht geen dollars worden ge- bruikt. De grote moeilijkheid was toen, een helm van Amerikaans model te fa- briceren met Europees staal, dat bij walsen grotere afwijkingen vertoont dan het Amerikaanse staal, zodat bij ver.

werking eerder spanningen optreden, die tot breuk leiden.

Alle narigheid zou zijn uitgebleven, zei de minister, indien Amerikaans staal was gebruikt. Geprikkeld door hun be- roepseer hebben de technici van het DML in samenwerking met de Verblifa geprobeerd met Europees staal toch een goed Nederlands produkt te leveren, maar zij hebben de moeilijkheden onder- schat.

Daarna is de fout gemaakt, dat de con- trole op de keuring werd uitgeoefend door dezelfde ambtenaar, die ook be-

Cell.~phane

UITSLUITEND:

sI Di\ f ... uT RE c 11 T

FILMS - ROLLEN - ZAKKEN - PLASTICS • FLESSEN

Deze Burger

die. in de gr~te politiek nog slechts een aanvallig kind is en die de kleme kneepJes van het grote ambacht der politieke tinnegieterij niet

k~nt, laat staan beheerst, heeft met diep-verbaasde en totaal-onschul- dtge ogen gadegeslagen de gro~e :verwarring op het vaderlandse erf teweeg_9ebracht door Ouds provmcwle knuppel in het hoenderhok.

En zun oren de kost gevende, heeft hij zich ve1·wonderd ove1· het gekakel t'allen kant.

Om nu, zij het met moeite, deze dichterlijke beeldsp1·aak te laten varen: wat kan zo'n Statenoverwinning een wonderlijk ge1·oezemoes- met-bokkesprongen te weeg brengen!

Plotseling ~fta;kt de partijvoorzi~ter der K.V.P. zich ernstig bezorgd over de b~kltJ~mg van on z .e wms~. en over de plaats - links of rechts - dte giJ, lezers van dtt wekeh)kse blad, en ik die u hier even toespreek, innemen in 't vaderlands politiek bestel. '

Plotseling komt de hooggeleerde Romme tot ernstige en wetens-

waa~dige bezinn~!lg f!P wat zijt~; _hoogedelgestrenge vindt aan - of

sche~dt van - zun dterb're coaltttegenoten en dreigt hij hen met op- zeggmg van het aangenaam vertrouwen indien niet vóór 1960, en geen dag later, de bezitsvorming een veiligoasisje, op rood-wit-gele grond, gevonden heeft.

. Plotsel~ng, vrienden, partijgenoten, geestverwanten, gaan de andere JOngens m de arena ons interessant vinden; plotseling gaan zij zich afvragen wat w ij 1Jan alles vinden, hoe onze standpunten zijn en welke o n z e oogmerken.

't Is a;l n~~ als in de grote-mensen-maatschappij. Op het kleine, niet- zo aanztenh)ke mannetje wordt niet gelet, maar zodra hij zich een plaats in 't bestel verworven heeft, gaan de heren vriendelijk of lelijk tegen hem doen al naar het in hun kraam te pas komt. Ik heb dat altijd een ake!ig facet van ons maatschappelijk verkeer gevonden: het oppor- tumsme van de dikke jongens ten aanzien van het mager ventje dat dóór de gelederen naar voren komt.

, _Wel, dat verschijnsel zien mijn niet-zo-politiek-geoefende ogen nu ook op ons aller erf.

Ik vind het geen verheffend verschijnsel, maar het behoort er, ge- loof ik, bij.

Het is in ieder geval een complimenteus verschijnsel voor ons van de V.V.D.

En een aa1·dig, onthullend kijkje op de Homo Politicus voor

3 MEI 1958- PAG.~

trokken was geweest bij de technische voorbereiding ·van de produktie. Hij vul- de op de formulieren andere gewichten in dan zijn assistent voo.r hem had opge- tekend. De frauderende ambtenaar is door de rechtbank te Arnhem veroor- deeld tot gevangenisstraf. Het is een niet genoeg te laken geval, erkende minister Staf.

D

e minister heeft than.s aan een par.

ticulier adviesbureau opdracht gegeven de organisatie van het DML te bestuderen en bovendien heeft hij be- sloten enkele deskundigen uit het par- ticuliere bedrijfsleven te vragen overleg te plegen met het adviesbureau om al- dus met de ervaringen van grote parti- culiere inkoop-instanties rekening te kunnen houden. De bedoeleing is, dat bij de organisatie van het DML nu vooral ook zal worden gelet op een voldoende scheiding van bevoegdheden.

Van het resultaat van de bemoeiingen van het adviesbureau zal de Kamer op de hoogte worden gesteld.

Bij de heer Ritmeester bleef de vrees aanwezig, dat er meer zulke affaires als met de helmen zouden volgen. Er zijn immers reeds de geschiedenissen met de - gasmaskers, de veldflessen, de motor- helmen, de motorbrillen, de tankoveralls, de chaffeetanks enz. Dat ondermijnt hP<;

vertrouwen in de weermacht.

Daarom diende onze woordvoerder een motie in, waarin de minister wordt uitgenodigd een commissie van gezag-

hebbende buitenstaanders te benne- men teneinde een onderzoek omtrent de gang van zaken bij het DML in t-e stellen en het door de:r_.e commissie uit te brengen rapport ter kennis van de KamP-r t-P- brengen.

• •

Z

ijn motie noemde de heer Ritmees- ter "een tamme motie, ntaar goed". Iederf'Mn die kritiek had - ~n

die kritiek was algemeen in de Ka- mer - zou de motie kunnen steunen, omdat zij geen uiting is van wantrou- wen in de minister, want de bewinds- man za.l zelf de leden van de commis- sie lmnnen benoemen en tegen de in- menging van buitenstaanders heeft hij blijkens zijn eigen plannen geen ~

zwaar.

Staatssecretaris KRANENBURG ... naar Amerika . .•

Een tamme motie dus.

Maar van geen enkele zijde was men bereid de motie te steunen! Men be- twistte de heer Ritmeester de kroon op zijn werk. Men vond de motie over.

bodig, onjuist, men had er geen be- hoefte aan.

Het was duidelijk, dat men een motie van de groeiende VVD niet aangeno- men wenste te zien.

De heer Koersen van de KVP voerde als motief aan, dat de heer Ritmeester alleen een interpellatie had aangevraagd over de helmen. Een motie over de hele gang van zaken bij het DML vond hij dus buiten de grenzen liggen van de in- terpellatie.

Een dag voor de interpellatie had de heer Koersen trouwens gauw schrifte- lijk vragen gesteld aan de ministers van Justitie en Defensie over hetgeen in de zaak majoor K. voor het Hoog Mi- litair Gerechtshof inzake het beleid van het DML aan het licht was gekomen.

Het antwoord op die vragen wilde de heer Koersen eerst afwachten.

(Vervolg op pag. 4)

(3)

VRIJHEID EN DE~IOCRATIE 3 MEI 1958- PAG. 3

:! 1111 1111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111.!:

- -

- = -= - -- -

- - - - - - - -

= -

- - - - - -

- - - - - - - -

= =

= - - -

- - - -

=

- -

= - - -

- - - - - - - - - - - - - -

- - - - - = - - - - - - - -

- - - - - -

...

- -

- -

- - - - - -

= - - -

- - -- - - - - -

- =

AG NDA

VAN DE

JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING

VAN DE

Vereniging Volkspartij

van Staten- en Raadsleden van de voor Vrijheid en Democratie,.

TE HOUDEN OP ZATERDAG 17 MEI 1958. OM 11.30 UUR V.M ••

IN DE TERRASZAAL VAN HOTEL KURHAUS T~ SCHEVENINGEN.

1. Opening en Mededelingen door. de Voorzitter.

2. Notulen van de iaarliikse Algemene Vergadering van 19 oktober 1957.

3. Ingekomen Stukken

4. Jaarverslag van de secretaresse.

5. Jaarverslag van de penningmeesteresse

6. Verslag van de Kascommissie over het iaar 1957.

7. Benoeming van de Kascommissie voor het iaar 1958.

8. Verkiezing van bestuursleden.

Aan de beurt van periodieke aftreding zijn:

mevrouw mr. E. Veder-Smit te Huis ter Heide.

de heer S. B.reebaart te Middenmeer, de heer D. W. Dettmeijer te 's-Gravenhage, de heer H. Pols te Leeuwarden.

Alle aftredenden stellen zich herkiesbaar.

9. Rondvraag.

Circa 13 uur gezamenliike koffiemaaltiid.

Om 2 uur n.m. zal de vergadering worden heropend.

De middagvergadering zal worden gewijd aan een bespreking van een viertal onder·

werpen, welke voor de gemeenteraadsleden van groot belang zijn. Deze onderwerpen zullen in tien minuten-speeches worden ingeleid, waarna gelegenheid zal bestaan tot discussie.

Achtereenvolgens zullen spreken:

Mevr. G. DOORNBOS-OOSTING, lid van de gemeenteraad van Uithuizermeeden, over de taak van een raadslid in een plattelandsgemeente.

D. A. VAN HOUTE, lid van de gemeenteraad van Rotterdam, over de taak van een raadslid met betrekking tot de gezondheidszorg.

Mr. F. PORTHEINE, lid van de gemeenteraad van Leiden, over de taak van een raads~

lid ten aanzien van middenstandsaangelegenheden.

Mr. D. SCHUITEMAKER, lid van de gemeenteraad van Utrecht, over de taak van een raadslid in verband met woningproblemen.

Circa 4.30 uur sluiting door de Voorzitter.

N.B. Leden der Partii. die geen lid ziin van de Vereniging van Staten- en Raadsleden. ziin op de middag- vergadering van harte welkom. Met name wordt de aandacht van de nieuwe kandidaten voor de ge- meenteraden op deze biieenkomst gevestigd. De te behandelen onderwerpen ziin ook voor hen van groot belang!

=

- = - =

- -

= -

-

- -

- -- - - - - - -

= =

- - -

- - --

- - - - - - -

- -

- - - - -

- - - =

- - -

-- - - - --

- -

- -

- - - - - -

=

= -

- =

- - - - - --

= -

- =

- - -

- -

-

- -

- ---

- -· - - - -

- - -- - - -- - -

- -

- - - -

- - - - - -

--- -

:ÏIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll 1111111111111111111111111111Ï:

(4)

VJUJHEID EN U.KHOCUATIE

Flitsen van Het Binnenhof (11)

Beschouwingen van mr. F. G. van Diik over het visseriibeleid Positie in de E.E.G. en in de vriihandelszone- Nederlandse visserii moet een eerliike start kriigen - Zeerechtconferentie te Genève • Beter contact met het bedriifsleven.

D

e nieuwe minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, dr.

ir. A. Vondeling, is een specialist op het gebied van de landbouw, maar de visserij is voor hem een vrijwel onbekend terrein.

Daarom heeft onze geestverwant mr. F.

G. van Dijk vorige week in de Tweede Kamer de minister aangemoedigd het vis-

serijbeleid niet over te laten aan zijn ambtenaren, maar er toch vooral zijn persoonlijke interesse aan te schenken.

De visserij is een sterk kapitaalintensief bedrijf. De investeringen bedragen per opvarende 30.000 tot 100.000 gulden. Neder- land heeft een belangrijke export van vis

en de uitkomsten van het bedrijf worden dus voor een belangrijk deel beheerst door de situatie van de exportmarkt.

Men heeft dus te maken met buiten- landse concurrentie en dan rijst de vraag of de concurrentievoorwaarden gelijk zijn.

•••

I

n de Europese Economische Gemeen- schap (EEG) is Nederland een van de grootste exporteurs, zowel wat betreft kwantiteit als in relatieve verhouding.

Dit gehele EEG-gebied vertoont een ze-

(Vervolg van pag. 1)

zou in alle opzichten te prefereren zijn.

Niet ieder Kamerlid is in de ge- legenheid en heeft de energie, zich

zo in deze zaken in te werken als de heer Ritmeester op zo bewonde- renswaardige wijze heeft weten te doen.

"De Telegraaf", welk blad voor de instelling van een officiële enquêtecommissie had gepleit, maar zich met het voorstel van de heer Ritmeester ook wel kon ver- enigen, gaf eveneens als zijn me- ning te kennen, dat, nu het wel een

Kamercommissie zal worden als door de "Regeringsmeerderheid"

bedoeld, met de samenstelling van het rapport zeer lange tijd zal zijn gemoeid, terwijl de voordelen, ver- bonden aan een parlementaire enquêtecommissie (waarbij getui- gen onder ede kunnen worden ge- hoord) of van een commissie van gezaghebbende buitenstaanders ge-

heel komen te vervallen.

"Het Vaderland" acht het boven- dien ook politiek, tegenover de pu- blieke opinie, allerminst verstandig, aan de motie-Vermeer de voorkeur te geven boven de motie-Rit- Ritmeester.

* * *

O

ndertussen is er, door het be- sluit beide moties voor korte tijd aan te houden en deze geza- menlijk in een speciale vergade- ring te behandelen, nog tijd voor bezinning.

Mocht de Kamermeerderheid toch aan het voorstel-Vermeer wil- len vasthouden, dan is het te ho- pen, dat het in ieder geval nog zo zal worden gewijzigd of aangevuld, dat op enigerlei wijze van de hulp en de voorlichting van gezagheb- bende en in deze materie deskun- dige buitenstaanders zal worden gebruik gemaakt.

Zelden heeft een interpellatie de feiten zo ongenadig bloot gelegd als bij die van de heer Ritmeester is g·eschied. Hij verdient daarvoor alle dank en hij heeft ons volk daar- mede een belangrijke dienst be- wezen.

De Kamermeerderheid neemt wel een grote verantwoordelijkheid op zich, wanneer zij, door· politieke onwil, niet het meest effectieve middel aangrijpt om tot volledige opening van zaken te komen en daarmede tot reiniging van hetgeen zelfs "Trouw" als een "Augiasstal"

meende te kunnen aanduiden.

A.W. A.

ker evenwicht tussen consumptie en pro- duktie. Er is een klein tekort zelfs.

Daartegenover staat echter, dat het vrij- handelsgebied eventueel een bepaald overschot aan vis vertoont. Men heeft zich dus af te vragen: moeten wij aan de ene kant de produktie handhaven en trachten op te voeren - dit betekent de efficiëncy opvoeren - of moe~en wij de produktie verminderen ?

Op de buitenlandse markt zien wij in de landen, met wie wij moeten concurreren, zeer veel activiteit van overheidswege, die het vrije spel der economische krach- ten doorbreekt. België geeft zeer hoge

Mr. F. G. VAN DIJK ... haven voor Katwijk ...

subsidies op de bouwkosten (70 à 80 pro- cent). De afbetalings- en rentevoorwaar- den zijn uitermate gunstig.

In Frankrijk heeft men een soortgelijke regeling op dit gebied.

Duitsland heeft zeer belangrijke bouw- kredieten gegeven in het begin en kende speciale prijsverhoudingen ten aanzien van de brandstof.

Groot-Brittannië kent rechtstreekse toe- lagen op produkten van de Noordzeevis- serij, terwijl men in IJsland subsidie op de exporten kent.

Wanneer wij de situatie van de visserij bezien, komen wij voor de vraag te staan of wij, nu de visserij in verband met de situatie op de exportmarkt in moeilijk- heden komt, niet verplicht zijn een zekere steun te geven.

De vraag is: kan onze huidige vloot, die nog steeds niet op het gewenste peil van moderniteit is gekomen na de oorlog, con- curreren met de vloten die na de oorlog vrijwel alle zijn verbeterd met regerings- hulp?

• • •

E r wordt op het ogenblik heel wat werk verzet om de afzet van vis in Nederland te verruimen, omdat een sterke binnenlandse markt voor ieder nationaal produkt, als basis, uitermate belangrijk is.

De andere kant van het geval is echter, dat de visserij - de vissers, de reders, de handel, de exporteurs en ook het produkt- schap voor de visserij - een uitermate belangrijke exportmarkt heeft opgebouwd.

En deze exportmarkt is maatgevend en doorslaggevend voor de positie van het visserijbedrijf op dit .ogenblik.

Als wij er dus van uitgaan, dat alles moet gebeuren om deze visserij in haar concurrentiepositie te handhaven op de buitenlandse markt, in de vorm van on- derzoek en voorlichting omtrent scheeps- bouw, visserijsystemen enz., is het de grote vraag: hoe zullen wij de mogelijk- heid kunnen bereiken, dat inderdaad onze afzet zo gunstig mogelijk loopt ?

De vraag doet zich in dit verband het allereerst voor: hoe zal het in de toe- komst gaan op de EEG-markt?

•••

W

ij staan er op dit punt zo voor, dat de visserij onder een soortgelijke regeling komt te vallen als de landbouw;

dat er dus een visserijbeleid zal moeten worden ontwikkeld.

Wij hebben nu een overgangsperiode, waarin uiteindelijk deze verschillende EEG-landen, onze partners, de mogelijk- heid hebben om zich voor te bereiden.

Het eerste vraagstuk, dat zich dan voor- doet is: zal, indien eenmaal dat gemeen- schappelijke visserijbeleid tot stand zal zijn gekomen, emze visserij in T r geheel - voldoende efficiënt kunnen functioneren?

Zal haar startpunt gelijk zijn aan dat van de visserij in andere landen?

Achter de visserij in andere landen staat een sterkere regeringssteun. Daar- door is hier op het ogenblik nog niet ge- vonden het evenwichtspunt, waarbij wij zeggen: visserij, gij kunt er vrij zeker van zijn, dat gij inderdaad in een gelijke con- currentiepositie zult kunnen optreden met andere visserijen en in die grote markt een plaats kunt veroveren.

Het zal nodig zijn het vraagstuk van de opbouw van de vloot en van de afzet in het oog te houden. Zonder dat la:rlste kunnen wij heter geen vloot opbouwen.

M

inister Vondeling verklaarde zich met het standpunt van de heer Van Dijk te kunnen verenigen, dat, wan- neer de concurrentievet·houdingen zouden zijn bedorven, wanneer op een .,on29''lij- ke" wijze de concurrentie zou worden r:;e- voerd, er dan toch wel redenen zijn on~

na te gaan of er bijzondere maatregelen moeten worden.. getroffen.

De minister was met de heer Van Dijk de mening toegedaan, dat de ontwikke- ling in het nieuwe verband met de EEG nauwkeurig moet worden gevolgd om te zien of de Nederlandse visserij, niet als gevolg van eigen zwakte of g-ebreken, maar als gevolg van concurrentieverhou- dingen, extra hulp nodig heeft.

Overigens meende minister Vondeling, dat wanneer het blijft bij de EEG - en de vrijhandelszone op enige afstand zou blijven- de Nederlandse visserijbelangen eerder gediend dan geschaad worden door de inwerkingtreding van de EEG. Over de problemen van EEG en vrijhandels- zone valt verder nog weinig te zeggen. Er worden voortdurend besprekingen ge- voerd.

* * *

Z

oals bekend, heeft Nederland op de zeerecht-conferentie te Genève het Amerikaanse voorstel gesteund om de zone van de territoriale wateren uit te breiden van drie mijl tot zes mijl uit de kust en voor dè visserij tot twaalf mijl. -

Ofschoon het voorstel tenslotte, evenals alle andere voorstellen, is verworpen, hebben daarmee toch grote gevaren ge- dreigd voor onze visserij en mr. Van Dijk vroeg daarom of er wel voldoende con- tact was geweest met het bedrijfsleven.

,.Het had wel beter gekund", antwoord- de minister Vondeling, die daarom maat- regelen had getroffen om het contact te verinnigen.

Ik meen, zei hij, gegeven de ervaringen op het gebied van de landbouw met het Landbouwschap bij allerlei internationale besprekingen, dat het wenselijk is naar een inniger contact met het bedrijfsleven met name met de schappen te streven.

D

e heer Va11 Dijk heeft ook weer eens gepleit voor een eigen vissershaven voor Katwijk, althans voor een spoedige beslissing over dit probleem, waarvan het onderzoek al jaren duurt.

Met alle onderzoekingen leefde bij onze woordvoerder de vrees, dat IJmuiden ten- slotte tot een grote vissershaven zal uit- groeien - men is daar al druk mee be- zig, men maakt daar de outillage ook voor de zoute-haring-visserij - en dat men dan op een gegeven moment zal zeg- gen: voor Katwijk is een haven overbo- dig; Katwijk heeft al een behoorlijke voorziening.

Van de zijde van de regering is al de aandacht gevestigd op het geringere eco- nomische belang van de afstand tussen Katwijk en IJmuiden.

Hoe het ook zijn moge, aldus de heer Van Dijk, ik geloof, dat het tijd wordt, dat er een beslissing valt. Ik stel voorop, dat ik meen, dat een haven voor Katwijk van groot belang kan zijn.

Ik geloof echter, dat voor Katwijk een negatieve beslissing althans nog beter is dan het nemen van geen beslissing, waar- door Katwijk van jaar tot jaar op sleep- touw wordt gehouden.

Minister Vondeling verwees weer naar zijn ambtgenoot van Verkeer en Water- staat, die het probleem nog in . studie heeft. Zo gaat dat ieder jaar. V.v.D.

S MEI 1958 rAG. 4

Ministe1' VONDELING ... vraag het maar aan Algera ..•

(Vervolg van rag. 2)

M

:wr volkomen inconsequent steun- de de heer Koersen wel de mo- tie, die de heer Vermeer van de PvdA indiende, waarin de instelling werd uit- gesproken van een speciale commissic van onderzoek uit de Kamer naar de gang van zaken bij alle inkoopdiensten van landmacht, luchtmacht en marine!

Deze motie liep toch ook vooruit op hel gntwoord op de vragen van de heer Koersen!

Bovendien: indien de motie van de heer Ritmeester buiten de orde zou zijn geweest, zou de voorzitter haar zeker niet hebben toegelaten. En in antwoord op de interpellatie stelde minister Sta!

ook inlichtingen in het vooruitzicht over de hele gang van zaken bij het D.M.L.

Was de minister dan ook buiten de orde?

Het was wel heel duidelijk, dat de KVP de heer Ritmeester geen zichtbaar succes gunde met zijn interpellatie.

Bij de indiening van zijn motie ver- klaarde de heer Vermeer, dat hij er geen bezwaar tegen zou hebben, indien de be- handeling van de motie voor korte tijd zou worden uitgesteld. Tegen dat uitstel had prof. Oud geen bezwaar, indien dan ook de :notie-Ritmeester zou worden aangehouden en beide moties weer ge- lijktijdig aan de orde zouden worden gf'- steld.

Aldus werd besloten.

•••

D

e sneciale commissie van onderzoek the de heer Vermeer wenst, is geen parl-~mentaire enquêtecommissie, die iedereen kan oproepen en die onder ede verhoren kan afnemen. Zo'n specia- le commissie van Kamerleden bezit op zichzelf uiteraard niet de technische des·

kundigheid om de organisatie van in- koopdiensten te verbeteren. Daarvool' heeft het ad-vies van gezaghebbende, des- kundige buitenstaanders nodig,

Terecht klaagde de heer Vermcer, dat de Kamer zo weinig mogelijkheden van controle heeft op de onderdelen van het defensiebeleid, op de besteding van de honderden miljoenen voor aankoop van defensiematerieel. Daarop krijgen ondes- kundige Kamerleden echter ook geen kijk als zij bij hun onderzoek moeten steunen op de inlichtingen van degenen, die bij de zaak zijn betrokken.

In elke grote zaak steunt de directie in zulke gevallen op de adviezen van des- kundige buitenstaanders, van accountants en op grond van hun rapporten wordt het beleid gevoerd.

De weg, die de heer Ritmeester met zijn motie heeft gewezen, is de nuchter- zakelijke weg,

Het Algemeen Secretariaat van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie is gevestigd Konin- ginnegracht 61 te 's-Gravenhage, telefoon 111768 en 114375, giro 67880.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit een enquête ingevuld door 308 medewerkers in de brede jeugdhulp komt deze top tien naar voren. 10 ingrediënten

Het grootste verschil in de score tussen beoordeling van het belang van een ingrediënt en beoordeling van de organisatie zien we bij de ingrediënten ‘verminderen regels

Uit een enquête ingevuld door 308 medewerkers in de brede jeugdhulp komt deze top tien naar voren. 10 ingrediënten

Frits kwam met laarzen en pruik en steek - Maar niemand werd bang, zooals hem bleek. Zus eet wat ze eten kan, Daar groeit kleine

 De compensatieregeling van € 400,- per jaar voor alle huishoudens schiet ernstig te kort De maatregel is ongericht, terwijl de gasprijs voor minima een veel groter probleem is

Als wij den toestand van land en volk nagaan, dan gevoelen wij het, op zulk een land, op zulk een vulk, dat den God zijner vaderen zoo schandelijk vergeet, door te doen wat kwaad

Een nieuwe tijd met een brede blik Amersfoort, 24 november 2017 Erik Dannenberg.. Van exclusie

► 'Wim Distelmans, strijder van het recht op euthanasie, moet zich beperken tot de beoordeling van dossiers binnen de wet', stelt de auteur.. © Eric