Vraag nr. 19
van 26 oktober 1998
van de heer CHRISTIAN VAN EYKEN Faciliteiten – Franstalige verzoeken
Naar aanleiding van het betalingsverzoek voor het kijk- en luistergeld in maart laatstleden en in ant-woord op de omzendbrieven VR 97/29 van de Vlaamse regering en BA 97/22 van de minister van Binnenlandse Aangelegenheden betreffende het taalgebruik in de relaties tussen de besturen en particulieren, hebben een aantal Franstalige inwo-ners aan de diensten van de minister een brief ge-richt met het uitdrukkelijk verzoek om voortaan al hun administratieve stukken afkomstig van een dienst van de Vlaamse regering, in het Frans te ont-vangen.
1. Welk gevolg werd er aan deze vragen gegeven ? 2. Hoeveel gelijkaardige verzoeken zijn er in de
loop van 1998 reeds ontvangen ? Antwoord
Ik verwijs naar volgende passus uit de vermelde omzendbrief :
"Met betrekking tot de faciliteiten moet het vol-gende benadrukt worden :
1. De faciliteiten vormen de uitzondering op de eentaligheid van een taalgebied ; bijgevolg moe-ten zij strikt geïnterpreteerd worden. Dit impli-ceert dat deze interpretatie in ieder geval con-form de Grondwet moet zijn. De faciliteiten mogen dan ook niet dermate ruim geïnterpre-teerd worden dat zij afbreuk doen aan de voor-rang van de taal van het gebied en dat zij tot een veralgemeende tweetaligheid van het be-stuur in de faciliteitengemeenten zouden leiden. 2. In België bestaat het principe van de subnatio-naliteiten niet ; de talentelling werd door de wet van 8 november 1962 afgeschaft ; er bestaat bij-gevolg geen inventaris van de Franstaligen in het Nederlandse taalgebied.
3. De faciliteiten zijn bedoeld als integratiebevor-derende maatregel ; dit houdt in dat zij per de-finitie, voor de individuele betrokkenen, een uit-dovend karakter hebben. Bij de interpretatie van de faciliteiten moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat een Franstalige inwoner, die voorheen een beroep heeft gedaan op deze faciliteiten, inmiddels de taal van het gebied voldoende kent en bijgevolg zich niet meer op de faciliteiten wenst te beroepen.
Gelet op deze uitgangspunten, die aan de basis lagen van de SWT kunnen Franstaligen in het Ne-derlandse taalgebied, in de gemeenten met een specifieke taalregeling – in de gevallen waar de SWT hun de mogelijkheid biedt om het Frans te gebruiken – deze faciliteit slechts gebruiken, voor zover zij daar telkens uitdrukkelijk om verzoeken" (SWT : gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken – red.).