• No results found

aantal aanvragen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "aantal aanvragen"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 379 van 9 juli 1998

van mevrouw MARIJKE DILLEN Loopbaanonderbreking – Evaluatie

In het besluit van de Vlaamse regering van 1 febru-ari 1995 houdende de aanmoediging in het Vlaam-se gewest van de wedertewerkstelling van uitke-ringsgerechtigde volledig werklozen of van de daarmee gelijkgestelde personen door middel van herverdeling van de arbeid, zijn maatregelen opge-nomen om het ingevoerde systeem van aanmoedi-gingspremies bij verminderde duur en bij loop-baanonderbreking te evalueren.

Er is een opvolgingscommissie aangesteld die de maatregelen zesmaandelijks evalueert en die mogelijke uitbreidingen onderzoekt.

1. Wat zijn de resultaten van de evaluaties van de voorbije twee jaar ?

Werden de maatregelen van bovenvermeld besluit op een gunstige wijze geëvalueerd ? Zo ja, wat is de concrete inhoud zesmaandelijks van deze evaluatie ?

Zo neen, wat is de inhoud van een eventuele negatieve evaluatie ?

2. De opvolgingscommissie heeft ook tot opdracht mogelijke uitbreidingen van het besluit te onderzoeken.

Wat zijn hiervan de resultaten ?

Zijn er reeds concrete voorstellen van uitbrei-ding voorgesteld ? Zo ja, welke ?

3. Elke subregionaal tewerkstellingscomité dient eveneens zesmaandelijks advies uit te brengen over de toepassing en de effecten van de maat-regelen van bovenvermeld besluit op sectoraal niveau.

Werden deze adviezen inderdaad gegeven ? Kan de inhoud hiervan globaal bekeken als positief worden geëvalueerd ?

Antwoord

1. De opvolgingscommissie, opgericht krachtens artikel 14 van het besluit van de Vlaamse rege-ring van 1 februari 1995, heeft het stelsel van de aanmoedigingspremies bij verminderde arbeids-duur en bij loopbaanonderbreking inderdaad op geregelde tijdstippen geëvalueerd. De belangrijkste resultaten van deze periodieke

evaluaties kunnen als volgt worden samengevat. Wat het aantal aanvragen betreft, kan men stel-len dat de premies het beoogde doel hebben bereikt. Sedert de invoering van de maatregel is het aantal aanvragen en toegekende premies steeds in stijgende lijn gegaan ; tot op heden werden reeds meer dan 26.000 aanvragen goed-gekeurd. Gelet op de recente uitbreiding van de regelgeving (zie punt 2) ligt het in de verwach-ting dat het aantal aanvragen in de nabije toe-komst nog zal stijgen.

Qua doelgroep blijft de vaststelling dat vooral vrouwelijke werknemers in aanmerking komen voor de aanmoedigingspremie : in 1997 werden 93 % van de premies toegekend aan vrouwen en slechts 7 % aan mannen. Verwacht wordt dat na de recente afschaffing van de vereiste motie-ven bij loopbaanonderbreking, het aandeel van de mannen in het stelsel zal toenemen.

Wat het tewerkstellingseffect betreft, is er bij loopbaanonderbreking een concreet meetbaar effect vermits er in dit geval, ook op federaal niveau, een vervangingsplicht geldt. Bij arbeids-duurvermindering kan de werknemer slechts aanspraak maken op de premie indien zijn werkgever beschikt over een CAO of document inzake arbeidsverdeling, die omwille van het substantieel effect op de werkgelegenheid werd erkend door de Vlaamse minister van Tewerk-stelling. Bijgevolg kan ook hier van een gunstig effect op de werkgelegenheid worden gespro-ken. Een door de administratie uitgevoerde eva-luatie van de erkende CAO's wijst in die rich-ting.

2. Deze positieve evaluaties hebben mede tot vol-gende aanpassingen en wijzigingen van de betrokken reglementering geleid.

Bij besluit van de Vlaamse regering van 22 oktober 1996 kwamen niet alleen de volledige en de halftijdse, doch ook de 1/3-, 1/4- en 1/5-loopbaanonderbreking in aanmerking voor een aanmoedigingspremie. Bovendien werden de redenen waarvoor de loopbaan moest worden onderbroken, uitgebreid.

Bij besluit van 26 mei 1998 heeft de Vlaamse regering beslist om, met ingang van 1 april 1998, de toepassingsmogelijkheden van de maatregel nog verder uit te breiden.

(2)

aangemoe-digd indien de loopbaan werd onderbroken voor een reeks specifieke redenen, zoals de opvang van kinderen ten laste tot de leeftijd van acht jaar, het starten als zelfstandige of het opnemen van palliatief verlof. Voortaan moeten de aanvragen voor de premie niet meer met dergelijke motiveringen worden ingediend, het-geen de procedure nog zal vereenvoudigen en het aantal personen (onder meer mannelijke werknemers) dat in aanmerking komt, zal doen toenemen. Mede in het licht van de Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren en het belang dat daarin wordt gehecht aan opleiding, wordt de aanmoedigingspremie bovendien verdubbeld indien de loopbaanonderbreking of arbeids-duurvermindering gepaard gaat met het volgen van een (beroeps)opleiding.

Tot slot hebben de Vlaamse sociale partners binnen Vesoc (Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité) onlangs een akkoord bereikt om, onder bepaalde voorwaarden, reeds een aanmoedigingspremie toe te kennen bij een arbeidsduurvermindering tussen de 10 en de 20 % van de voltijdse arbeidsregeling te worden ingeleverd).

3. De subregionale tewerkstellingscomités bren-gen systematisch een gemotiveerd advies uit over het substantieel effect op de werkgelegen-heid van de CAO's of documenten inzake arbeidsherverdeling die hun worden voorgelegd door bedrijven of ondernemingen uit hun wer-kingsgebied.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wil de werkgever na 2 jaar arbeidsongeschiktheid van de werknemer het dienstverband beëindigen, dan is toestemming nodig van UWV als dit niet met wederzijds goedvinden of

Als iemand die valt onder de doelgroep van de cao Aan de slag direct in dienst treedt bij een publieke werkgever (provincie, waterschap of de rijksoverheid) of bij een

Zulks maakt dat de beslissing het instrument, dat ‘slechts’ aan- spraak op het liquidatiesaldo omvat, niet als BV-aandeel aan te merken, zijn doel in ieder geval gedeeltelijk

Uit juridisch advies (zie www.ponprimair.nl ) blijkt dat de gemaakte afspraken over werkgelegenheids- en ontslagbeleid voor wat betreft de effectuering van een formatief ontslag

Het voornemen tot weigering van twee aanvragen drank- en horecavergunningen op grond van slecht levensgedrag, niet effectueren in definitieve weigeringen, naar aanleiding van

Zoals in het algemeen deel van deze toelichting uiteengezet zal daarbij – in het kader van de beperking van de administratieve lasten - voor kleine werkgevers voor de

De werkgever is verplicht alle informatie te verstrekken die de raad nodig heeft om zijn taken goed te kunnen

Wanneer bij een overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 e.v. BW geen ondernemingsactiviteiten achterblijven bij de vervreemder gaan alle werknemers van rechtswege over