W A A R D E R IN G V A N V A S T E A C T IV A IN D E G E C O N S O L I D E E R D E JA A R R E K E N IN G
door A . R. Overbeek
H e t is een v erh eu g en d verschijnsel, d a t vooral de g rote m aatsch ap pijen er in de laatste jare n v o o rtd u re n d n a a r strev e n om h a a r v ersla g leggingen te v erb eteren . M a a r daarbij blijkt nog dikwijls, w elk een verschil van op v attin g en er b estaa t t.a.v. b epaalde problem en.
H e t is n a a r aanleiding v an een door de R edactie on tv an g en schrijven v an een collega, d a t wij hier één v an deze problem en aa n de orde stellen.
W a t is nam elijk h et geval?
In het jaarv erslag v a n U nilever over 1953 (blz. 8) lezen wij:
,,Bij de opstelling der geconsolideerde b alansen zijn de in de b alansen v an buitenlandse onderhorige m aatschappijen voorkom en de v lo tte n d e activ a en schulden in de m eeste gevallen tegen de op de b alansdatum geldende koersen herleid. D e d aarin voorkom ende v aste ac tiv a hebben wij, zoals wij hierboven reeds hebben opge m erkt, to t dusv er herleid tegen de koersen in het ja a r v an a a n schaffing of herw aardering. N u de economische ontw ikkeling er toe heeft geleid d at wij ook in N e d erlan d en E n g elan d to t h e r w a ard erin g onzer v a ste ac tiv a zijn overgegaan, zou het n iet logisch zijn de v aste activ a v a n buitenlandse o n derhorige m aatschappijen in de consolidatie te blijven opnem en met een v aste w a a rd e op basis v a n de koersen in het ja a r v a n aanschaffing of h e rw a a rd e ring. H ierbij kom t nog, d at de v aste activ a en in belangrijke m ate ook de netto v lo tte n d e ac tiv a v an buitenlandse o nderhorige m aat schappijen deel uitm aken v an het door die m aatschappijen p erm a nen t g eïnvesteerde verm ogen. H e t kom t ons daarom vo o r d at er geen g rond is om deze tw ee categorieën v an activ a in de consoli datie op verschillende wijze te behandelen. D aarom hebben wij be sloten alle activ a en passiv a v an buitenlandse o n derhorige m aat schappijen zonder onderscheid in onze geconsolideerde balansen op te nem en tegen de op de b alansdatum geldende koersen. U ite r a a rd zal dit systeem bij v eran d erin g in de om standigheden zo nodig w o rd en gew ijzigd.”
D a aren te g en w o rd t in het v erslag v a n de Koninklijke over 1953 (blz. 53) verm eld:
„Z o als hierboven reed s is aangegeven, zijn G roepsm aatschap pijen w erkzaam in de m eeste landen v a n de w ereld en in v erb an d hierm ede w o rd t de adm in istratie v a n vele individuele m aatsch ap pijen in a n d e re m untsoorten d an S terling gevoerd. V ó ó r 1950 w er den de jaarstu k k e n v an deze m aatschappijen n iet in Sterling om gerekend. T o e n vo o r de eerste m aal financiële G roepsoverzichten w erd en sam engesteld, bleek h et d erh alv e n iet w el doenlijk de be drag en der v aste eigendom m en om te rekenen tegen de w isselkoer sen geldende ten tijde v an de aan schaffing v a n deze v aste eigen dommen. D eze om rekening heeft nu grotendeels p laats gevonden en de teg e n w a a rd e in Sterling der v aste eigendom m en alsook de hierm ede v e rb a n d houdende afschrijvingsrekeningen zijn p er 1 Ja n u ari 1953 herzien."
W e zien hier dus het m erk w aard ig e verschijnsel, d a t het systeem , hetw elk door U n ilev er v erla ten w ordt, juist v erkozen w o rd t door de
Koninklijke, terw ijl het door laatstgenoem de m aatschappij v erla ten sy steem juist door U nilev er w o rd t a a n v a a rd . T e m erk w aard ig er is dit nog voor ons, om dat dezelfde acco u n tan ts (P rice W a te rh o u s e & C o) bij beide m aatschappijen m eetekenen, zij het in verschillende com binaties met an d ere kantoren.
W a n n e e r wij h ieronder een poging ondernem en om het verschijnsel te v erk laren , betek en t d at zeker niet, d a t d aarm ee het laatste w oord in deze kw estie is gezegd.
H et systeem v an consolidatie, zoals dat v ro e g er bij U nilev er in zw ang w as, en w aarbij d erh alv e de aan sch affin g sw aard e v an v aste activ a van buitenlandse d ochterondernem ingen w e rd om gerekend tegen de w is selkoers geldende ten tijde v an de aanschaffing zou men kunnen k en schetsen als een perfectie (of zelfs perfectionism e?) v an het systeem v an w a ard erin g op historische kostprijs. H et is echter duidelijk, d at h an d h av in g v an dit systeem steeds g ro ter bezw aren zal opleveren. In de eerste plaats adm inistratief-technisch, voo ral als er veel m utaties zijn in deze activa. B ovendien w orden in dit systeem de afschrijvingen b ere kend tegen de koers in het betreffen d e jaar. V oeg daarbij d at in v e r schillende landen tot h e rw a a rd e rin g m oest w orden o vergegaan, hetzij om fiscale dan wel om economische redenen, dan w ordt het alleszins be grijpelijk, d at U nilever v an het oude systeem is afgestapt. W a a r wij hiervoren stelden, d at U nilev er is o v erg eg aan tot het oude systeem v an de Koninklijke, moet de k an ttek en in g gem aakt w orden, d a t dit niet hele m aal w a a r is, om dat tevens een zekere concessie is ged aan in de richting v an de v erv an g in g sw aa rd e. W e lis w a a r is de stap in deze richting zeer voorzichtig, w a a ra a n verm oedelijk niet vreem d zal zijn, d at men in E n g e land d a a r nogal afkerig teg en o v er staat. In het jaarv erslag w o rd t ten deze verm eld (blz. 8 ).
,,... wij hebben in ieder afzonderlijk geval gestreefd n aa r een redelijke w a ard erin g op basis v a n een efficiënt en econom isch v e r an tw o o rd gebruik v an het desbetreffen d e activum . De totale w a a r de, w aarteg e n de v aste ac tiv a n a deze h e rw a a rd e rin g te boek staan, blijft conservatief; ... ”
O ntegenzeggelijk blijkt hieruit, d at meer en m eer de overtuiging veld w int, dat het niet mogelijk is, door verm elding v an de historische kost prijs, hoe ook geperfectionneerd, bij te d ra g en tot een inzicht in de v e r m ogenspositie v an een bedrijf, zeker niet in die v an een zo gecom pliceerd concern als het onderhavige. B edriegen de voortek en en niet, dan zal U nilever eerlang zijn verslaglegging nog v e rd e r aan p assen aa n de beg in selen d er v erv an g in g sw aa rd e, hetgeen onzes inziens toejuiching verdient. B eschouw en wij nu het stan d p u n t v an de Koninklijke nad er, dan blijkt ons daaruit, d at deze zich min of m eer v ero n tsch u ld ig t t.a.v. het to t dus v erre gevolgde systeem . M en w enst blijkbaar v ast te houden aan de his torische kostprijs als g rondslag voor de w a ard erin g (dit in tegenstelling tot U nilev er) en beschouw t de aa n g eb ra ch te w ijziging als een nood zakelijke correctie in d at v erb an d . D a t het hier niet om geringe b edragen gaat, moge blijken uit de genoem de cijfers: de aan sch affin g sw aard e per 1 Januari 1953 w e rd £ 85.000.000.—■/— v erla ag d , op een to taal van £ 1.335.000.000.—/ — .
v lottende ac tiv a en passiva wel tegen d ag koers w o rd en om gerekend. W a n n e e r men consequent wil zijn hierin, zou men dan eigenlijk niet nog v e rd e r m oeten gaan en n a g a a n tegen w elke koers de v a lu ta zijn v e r kregen, die in de dochterondernem ing zijn g eïnvesteerd en v o o rts de geaccum uleerde w insten m oeten om rekenen tegen de koers v an het be treffende jaar? T e re c h t w o rd t immers in het jaarv erslag v an U nilev er opgem erkt, d at in belangrijke m ate ook de netto v lottende activ a v an buitenlandse o n derhorige m aatschappijen deel uitm aken v a n het door die m aatschappijen perm an en t geïnvesteerde verm ogen. N een, wij verm ogen niet in te zien, d a t de door de Koninklijke aan g eb ra ch te co rrectie bij d ra a g t to t verduidelijking v an het balansbeeld, ook al is ons bekend, d at deze m ethode met nam e in E ngeland opgeld doet. O nze conclusie is dan ook, d a t wij de nieuw e m ethode v an de Koninklijke niet bew onderen. V eeleer g a a t onze v o o rk eu r uit n a a r w a ard erin g op basis v an v e rv a n g ingsw aarde, om dat dan gelijksoortige w a ard en w orden sam engevat bij de consolidatie; dit systeem w o rd t bijv. bij Philips sinds enkele jaren toegepast.
In teressan t is hierbij nog de v ra ag , hoe de acco u n tan t m oet staan tegen o v er de verschillende m ethoden. T e in tere ssa n ter is dit aspect, om d a t de jaarrek en in g en v an U nilev er en Koninklijke zow el als v an P h i lips door acco u n tan ts w orden gecertificeerd.
H e t kom t ons voor, d a t in de overgangstijd, w a arin wij verm oedelijk verkeren, de ac co u n tan t geen jaarrek en in g , die is gebaseerd op histo rische kostprijs, kan afkeuren, mits de grondslagen v an de w a ard erin g duidelijk zijn verm eld. Hij blijve intussen er voor ijveren gezonder be- drijfs-econom ische principes ingang te doen vinden.
R E S U M E .
F a it curieux, deux grands concerns internationaux néerlandais ont modi fié leur systèm e d'évaluation de l’actif fixe.
Il semble que U nilever abandonne un systèm e que R oyal D utch applique m aintenant et inversem ent. L 'auteur est d ’avis que ce changem ent n ’a pas clarifié le bilan du fait, entre autres, que le prix de revient historique est retenu comme base d'évaluation. Il se déclare p artisan du principe de la valeur de rem placem ent, comme cela est p ar exemple le cas depuis quelques années chez Philips.
Enfin, l’auteur discute l’attitu d e de l’expert-com ptable à l’égard de di verses m éthodes.
S U M M A R Y .
T h e w riter discusses the curious phenom enon th a t tw o big D u tch -in ter national concerns have changed their system s of valuation of fixed assets and th a t in such a w a y th a t it looks like U nilever abandoning a system which is adopted by „R oyal D u tc h ” and conversely. H e points out th a t the picture presented b y the balance sheet has in no w ay become clearer, which is am ong other things caused by the adhering to the historical cost- price as the basis. H e declares himself in favour of taking the replacem ent value as a basis, as has been done for C oncern.
F in ally the attitu d e of the auditor tow ards the various m ethods is dis
cussed- R EG IS T ER AC d3 U *JTAN TS