• No results found

BEDRIJFSECONOMIE EN BEDRIJFSADMINISTRATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BEDRIJFSECONOMIE EN BEDRIJFSADMINISTRATIE"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bespreking van enige bedrijfseconomische begrippen; Beginselen van de administratieve organisatie en techniek van G. H. Rigter ... (Comments on some business economie concepts; Principles of accounting organization and technique by G. H. Rigter)

biz. 81

door J. H. Textor Ingekomen boeken (Books Received)

Repertorium van tijdschriftliteratuur op het gebied van accountancy en bedrijfshuishoudkunde ... (Literature abstracts from periodicals in the field of accountancy and business economics)

biz. 82

biz. 83

B E D R IJ F S E C O N O M IE E N B E D R IJ F S A D M IN IS T R A T IE door P rof. D r J. L. M e y Jr

1. Inleiding,

H oew el het m eer en meer in onze kringen gew oonte w o rd t het onder­ deel der accountancy, d a t voorheen als inrichtingsleer w erd aangeduid, toegepaste bedrijfshuishoudkunde te noem en, schijnt het toch niet geheel duidelijk hoe de verhouding tussen inrichtingsleer en bedrijfshuishoud­ kunde nu moet w orden gezien. *■) In zijn prae-advies u itgebracht voor de op 6 O ctober j.1. gehouden accountantsdag van het N e d erlan d s Instituut van A ccountants stelt mijn collega van der S c h ro e ff de eis: d at de inrichtingsleer in sterk er m ate op de bedrijfseconom ie zal dienen te w o r­ den g e b o u w d .* 2) M eer gepreciseerd kom t die eis hierop neer, d at het adm inistratieve a p p a ra a t als een integ reren d deel van de organisatie moet w orden beschouw d. ,,D e inrichtingsleer zal daarbij zodanig m oeten w orden ontw ikkeld, d a t zij over het gehele gebied van het vak een toe­ passing vorm t van de uitkom sten der bedrijfseconom ie en d aarvan inzon­ derheid van de leerstukken van de w aard e, van de kostprijs en van de o rg anisatie”. 3 ) O p die punten nu m eent van der S c h ro e ff een ach ter­ stan d te m oeten constateren, die hem er toe b re n g t de inrichtingsleer als het minst ontw ikkelde deel der accountancy te bestem pelen. 4 )

D e juistheid van dit verw ijt kan niet w orden ontkend. D e adm inistra­ tieve inrichtingsleer zoals deze zich in ons lan d als onderdeel van de accountancy heeft ontw ikkeld, heeft h aa r probleem voornam elijk gezocht in een zodanige opbouw van de adm inistratieve organisatie, d at een doel­ treffen d e controle van de adm inistratie mogelijk is. D e wijze, w aaro p de inrichtingsleer w e rd gedoceerd, en m eer nog w ellicht w aaro p zij in con­ creto w o rd t toegepast, v e rra a d t h aa r b an d met de controle en de controle­ techniek meer d an duidelijk.

H oew el bedrijfseconom ische doelstellingen en hun verw ezenlijking h a a r niet vreem d zijn gew eest, mag toch wel w orden gesteld, d a t zij niet in de eerste plaats de aa n d ach t van h a a r beoefenaren hebben gehad. D e m oderne bedrijfsadm inistratie moge voor de beoefenaren der accoun­ tancy op zichzelf weinig nieuw s hebben geboden, erkend moet toch wel, d a t de stoot to t vervanging van verouderde adm inistratie-system en en

1) Hoe men die verhoudingen ook zou willen zien, ik geloof niet dat de begrippen toegepaste bedrijfshuishoudkunde en inrichtingsleer elkaar ooit zullen kunnen dekken zonder de inhoud daarvan geweld aan te doen.

2) Prae-advies pag. 4. 3) Prae-advies pag. 6. 4) Prae-advies pag. 3.

(2)

-technieken door meer m oderne aan bepaalde bedrijfseconom ische eisen beantw oordende niet van hen is uitgegaan, m aar van bedrijfseconom en en bedrijfseconom isch geschoolde adm inistrateurs.

M et van der S c h ro e ff ben ik van mening, d a t de wijze w aarop de adm inistratieve inrichtingsleer zich als onderdeel van de accountancy, of wil m en rekeningw etenschap, heeft ontw ikkeld van het stan d p u n t der bedrijfseconom ie uit gezien niet geheel bevredigend is. V a n h aa r ja re n ­ lange echtvereniging met de contröle-leer d ra a g t zij zonder enige twijfel het stempel. D a t zij voornamelijk door en voor accountants w erd beoefend heeft h aar een grote m ate van eenzijdigheid bezorgd. N iettem in zie ik h aar tekortkom ingen enigszins anders dan zij door mijn collega in zijn refera at w erd en n a a r voren gebracht.

H e t komt mij daarom van belang voor nu van der S c h ro e ff de taak van de adm inistratieve inrichtingsleer in verband m et de eisen, die het economisch bedrijfsbeheer aan de adm inistratie stelt of alth an s zou m oeten stellen, aan de o rde heeft gesteld en daarbij ongetw ijfeld de bedoeling heeft gehad gedachtenw isseling over dit uiterst belangrijke onderw erp uit te lokken, aan te geven w at n a a r mijn mening niet en wel van de adm inistratie en bijgevolg van de leer der adm inistratieve inrichting moet w orden verlangd.

Ik wil mij daarbij voorlopig beperken tot h et tw eede gedeelte van zijn betoog en th an s niet stilstaan bij de eis van continuele w aarderegistratie, die door de schrijver in het eerste gedeelte van zijn opstel w erd uitgew erkt. N iet om dat dit gedeelte m inder belangrijk zou zijn, m aar om dat de dis­ cussie over deze eis n a a r het mij voorkom t uitsluitend op bedrijfsecono­ misch terrein ligt. E erst in zijn uitw erking kom en adm inistratieve proble­ men n aa r voren. H e t betoog van van der S ch ro e ff geeft v an deze proble­ m atiek echter nog slechts een aanduiding. Hij m eent hier „niet verder te kunnen gaan dan een aantal algem ene opm erkingen” . 5)

V ru c h tb a a rd e r dan m et de schrijver over die algem ene opm erkingen van gedachten te w isselen komt het mij voor op het tw eede gedeelte van zijn betoog enige aanvullende en ten dele ook critische opm erkingen te m aken.

In hoofdzaak aanvullend zal mijn beschouw ing dienen te zijn. In zijn algem eenheid kan ik, zoals gezegd, het bezw aar d a t de inrichtingsleer onvoldoende gezocht heeft n a a r aanpassing van de adm inistratie aan bedrijfseconom ische eisen zonder enige reserve onderschrijven.

2. D e verw erking van bedrijfseconom ische standaards in de adm ini­ stratie.

E venals van der S ch ro e ff ben ik van mening d a t de consequenties, die d e aanvaard in g van de bedrijfseconom ische eis van het gebruik van sta n ­ d aard s voor de inrichting der adm inistratie heeft, door de inrichtingsleer onvoldoende zijn doordacht. O o k moet toegegeven w orden, d a t als gevolg hiervan de wijze w aarop de adm inistratie w o rd t gevoerd van bedrijfs­ economisch stan d p u n t uit onbevredigend is.

M en kan intussen de adm inistratie zoals zij w o rd t gevoerd niet v er­ w ijten d a t zij geschiedenis schrijft.

5) De lezer vindt bovendien een nadere bespreking en poging tot motivering van deze eis in de in het nummer van December 1951 van dit blad begonnen artikelenreeks van A. Mey: W aardeverantwoording, winstcalculatie en waarderingsmoment.

Kunnen zijn beschouwingen wellicht als de reeks eenmaal is afgesloten nopen tot com­ mentaar, thans lijkt dit praematuur.

(3)

D e adm inistratie is ook als „tooi of m anagem ent” nim mer iets an ders d an re g istra tie en reg istratie is alleen m aar mogelijk m et betrekking tot hetgeen heeft plaats gehad. H e t toekom stige of zelfs het heden leent zich alleen m aar voor reg istratie zodra het verleden is gew orden.

M en mag en moet van d e adm inistratie echter wel verlangen, d at zij reg istreert op een wijze, die voor de bedrijfshuishouding en h a a r leiding interessan t is.

In d erd aad is de adm inistratie zoals zij in de m eeste bedrijven w ordt gevoerd niet interessant voor de bedrijfsleiding.

D a t is dun k t me echter geen gevolg van het feit, d at nog n iet overal d e techniek, die men tegenw oordig m oderne bedrijfsadm inistratie pleegt te noem en, ingang gevonden heeft. E r ligt dus ongetw ijfeld voor de adm inistratieve inrichtingsleer een taak, een taak die h aa r beoefenaren, in h et bijzonder de accountants, w ellicht te lang hebben verw aarloosd. T e lang reeds w o rd t gew acht op critische beschouw ing en afbakening van d e grenzen voor de to epasbaarheid van de bovenbedoelde techniek. H e t m oet dan ook aan de te geringe aa n d ach t voor h a a r grondslagen en het o ntbreken bij h aa r beoefenaren van bezinning op h aa r grondslagen w or­ den gew eten, d a t de techniek van de zgn. m oderne bedrijfsadm inistratie min of m eer klakkeloos is geaccepteerd en „schlabonenm assig” w ordt toegepast als een universeel m iddel de adm inistratie aan bedrijfsecono­ m ische eisen te doen beantw oorden.

D e gebreken van de adm inistratie moet men zoeken in het feit, d at zij niet is ontw ikkeld tot een instrum ent, d at n iet alleen een scherp inzicht geeft in mogelijke, verw achte en bereikte resultaten, m aar bovendien zichtbaar m aakt de mate, w aarin degenen die in de bedrijfshuishouding sam enw erken voor de verschillende hierboven genoem de resultaten v er­ antw oordelijk zijn.

W a n n e e r men de interne organisatie kan om schrijven als de wijze, w aaro p functies, de d aaru it resulterende tak en en d e d aaru it voort­ vloeiende verantw oordelijkheid over de organ en der bedrijfshuishouding

zijn verdeeld, d an zal de adm inistratie als „tooi of m anagem ent” zo vol­ ledig mogelijk op die organisatie dienen aan te sluiten. Zij zal m oeten zichtbaar m aken in hoeverre die organ en in hun taak m et betrekking to t de verw ezenlijking van de doeleinden d er bedrijfshuishouding zijn geslaagd en in hoeverre zij daarin hebben gefaald.

O p dit p u n t nu m een ik, d at ook in de adm inistraties, die op de leest der zgn. m oderne bedrijfsadm inistratie zijn geschoeid, nog w el iets o n t­ breekt. D e oorzaken hiervoor liggen n a a r mijn m ening voornam elijk in h et feit, d a t m en in de m eeste bedrijven n iet beschikt over een voldoende ontw ikkeld systeem van stan d aa rd s en budgetten.

(4)

d at dezelfde stan d aa rd s gebezigd kunnen w orden voor kostprijsbereke­ ning, b u dgettering en planning.

R eeds jaren geleden heeft Lim perg er op gewezen, d at de stan d aa rd s w aaru it een budget is opgebouw d niet mogen w orden geïdentificeerd met die w aarop de kostprijscalculatie is gebaseerd.

W a n n e e r nu van der S ch ro e ff in zijn prae-advies opm erkt 6): „ d a t de stan d aa rd s een toets vorm en op efficiëntie, om dat een vergelijking van de op basis van de sta n d a a rd s berekende kosten met de w erkelijk gebrachte offers opgetreden verspillingen of behaalde efficientievoordelen doet ken­ n e n ” dan moet w orden geconstateerd, d a t hier een gevaar voor v erw ar­ ring en m isverstand bij de lezers dreigt. Immers die stan d aard s, die voor de kostprijsberekening w erden opgesteld, kunnen niet w orden vergeleken met d e w erkelijkheid teneinde verspillingen of efficientievoordelen te leren kennen. D aarv o o r zijn and ere stan d aa rd s noodzakelijk, stan d aa rd s nl. die niet gebaseerd zijn, niet gebaseerd kunnen zijn, op een norm ale productie- om vang.

W e zullen bovendien verschillende stan d aa rd s behoeven voor de be­ oordeling van de w erkdadigheid op verschillend niveau. In de eerste plaats hebben w e sta n d a a rd s nodig om de quantitatieve verspillingen te constateren, w elke bij de uitvoerende arbeid optreden. U it deze sta n ­ d aa rd s m oeten zowel de invloed van prijsfluctuaties als die van variaties in de bedrijfsdrukte geheel geëlim ineerd zijn. O p dit niveau b estaat alleen verantw oordelijkheid voor verspillingen van tijd en m ateriaal gedurende de uitvoering van het productieproces. H e t zullen gewoonlijk de bazen zijn, die op deze „supervisory level of m anagem ent” verantw oordelijkheid d r a g e n .7) A fw ijkingen tussen werkelijke en norm ale bedrijfsdrukte als ook afw ijkingen tussen standaardprijzen en w erkelijk b etaalde prijzen behoren echter tot een an d e r en hoger niveau van verantw oordelijk­ heid. 8) W a t deze laatste betreft, men is veelal geneigd de invloed van prijsveranderingen geheel buiten iedere verantw oordelijkheid te laten door het fixeren van betrekkelijk willekeurig bepaalde vaste verreken- prijzen. D e afw ijkingen tussen deze laatste en de b etaalde prijzen w orden in de adm inistratie wel verzam eld, men doet er echter gew oonlijk niets mee. E r v alt ook weinig mee aan te vangen, aangezien deze afw ijkingen in geen enkel opzicht interessan t zijn. D e v aste verrekenprijs heeft slechts de betekenis de quantitatieve verantw oording in een geldverantw oording om te zetten en aldus opnam e d aarv an in de boekhouding mogelijk te maken.

H e t is echter mogelijk deze v aste verrekenprijs om te zetten in een sta n d a a rd voor de inkooppolitiek of als men de v aste verrekenprijs wil behouden een norm atieve inkoopprijs d a a rn a a st te bezigen. N iet altijd toch zal het mogelijk zijn aa n de vaste verrekenprijs een norm atieve inhoud te geven, zeker niet bij sterk fluctuerende inkoopprijzen. N iettem in m oeten w e ook in d a t geval trac h ten te kom en tot een s ta n d a a rd of norm voor de beoordeling van het inkoopbeleid. H ier hebben w e d an een stan ­ d aa rd voor de beoordeling van de bedrijfspolitiek op hoger niveau.

V erantw oordelijkheid voor de geconstateerde afw ijkingen tussen norm en w erkelijkheid d rag en hier de leiders van de inkoopafdelingen of in het algem een, zij, die m et de inkoopfunctie zijn belast. H e t zal zonder meer

6) Prae-advies pag. 20.

7) Vgl. Petersen and Plowman: Business Organization and Management, Chicago 1948 pag. 171 e.v.

8) Men zou hier het niveau kunnen aanduiden als: executive level of management. Vgl. Petersen and Plowman t.a.p. pag. 138 e.v.

(5)

duidelijk zijn, d at deze stan d aa rd s in de m eeste gevallen soepeler zullen m oeten w orden gehanteerd dan de quantitatieve verbruiksstandaards, soepeler naarm ate de bedrijfshuishouding m inder invloed op de prijzen van de door h aa r aangetrokken productiem iddelen kan uitoefenen.

N iettem in met w elke g ra ad van soepelheid deze sta n d a a rd s ook w or­ den toegepast, nutteloos als middel tot controle van de inkooppolitiek zullen zij niet zijn. D e met de inkoop belaste functionarissen zullen n aar mag w orden verw acht toch met groter zorgvuldigheid te w erk gaan als zij w eten gehouden te zijn voor de afw ijkingen van de stan d aa rd s ver­ antw oording te m oeten afleggen dan w anneer dit n iet het geval is. Is deze sta n d a a rd eenmaal vastgesteld, dan heeft de adm inistratie to t taak zichtbaar te m aken, in hoeverre het genoem de inkoopbeleid tot afw ijkingen van de gestelde norm heeft geleid, terw ijl tevens d aaruit zal m oeten w orden afgeleid wie voor deze afw ijkingen verantw oordelijk is. O f deze afw ijkingen in- of extra-com ptabel zichtbaar zullen w orden gem aakt is hier uiteraard van secundaire betekenis.

D e stan d aa rd voor de te bereiken productie-om vang of bedrijfsdrukte is eveneens een sta n d a a rd op hoger niveau. In de m eeste gevallen zal hij m oeten dienen om het verkoopbeleid te toetsen. H e t g aa t hier niet om afw ijkingen in de eerste plaats van de norm ale, als grondslag van de calculatie gebezigde, bedrijfsdrukte en de w erkelijk bereikte. D eze afw ij­ kingen en de gevolgen, die zij voor het bedrijf hebben gehad, zijn in hun totaliteit althans evenmin bijzonder interessant. D e vele moeite die men zich in de zich als m odern aandienende bedrijfsadm inistratie geeft om deze verschillen to t uitdrukking te brengen is voor een groot deel als m onnikenw erk te qualificeren.

D e afw ijking tussen de aanvankelijk mogelijk geachte en de later be­ reikte productie-om vang is echter wel en zelfs in hoge m ate interessant, in het bijzonder om dat ook hiervoor w eer een bepaalde instantie of be­ p aalde instanties verantw oordelijkheid dragen. H e t is daarom niet alleen noodzakelijk, d a t geconstateerd w o rd t d at de mogelijk geachte productie- om vang niet w erd behaald, bovendien m ag van de adm inistratie w orden verlangd, d at zij de gevolgen d aarv an zichtbaar m aakt op zodanige wijze, d at zij gesplitst w orden in overeenstem m ing met de verantw oordelijkheid van degenen, die het verkoopbeleid hebben gevoerd. D e adm inistratie zal dus uiteindelijk dienen aan te geven, alth an s zoveel mogelijk, w a t het falen van het verkoopbeleid van onderscheiden functionarissen respec­ tievelijk aan het bedrijf heeft gekost. D a t dit verlangen in het bijzonder aan de adm inistratie hoge eisen zal stellen behoeft geen betoog. H e t valt echter niet te ontkennen, d at het redelijke eisen zijn, die hier gesteld w orden. O p deze wijze zou de adm inistratie kunnen w o rd en tot een op redelijke wijze geperfectioneerd „tooi of m anagem ent” .

H e t voldoen aan de hier geform uleerde eisen zal dus betekenen, d at a f­ w ijkingen m oeten w orden zichtbaar gem aakt zowel in het verbruik van grondstoffen, hulpm aterialen, m an-uren als m achine-uren, die door het niet-bereiken van de gestelde en mogelijk geachte norm en veroorzaakt w orden, terwijl ook de bed rag en aan „overhead expenses” , die niet ten laste van het productie-proces kunnen w orden gebracht door de hier­ genoem de oorzaken benevens de afw ijkingen tussen de prijsnorm en en de voor de verw orven productiem iddelen betaalde prijzen afzonderlijk tot uitdrukking zullen m oeten komen.

(6)

bedrijfshuishouding dus de hoogste leiding verantw oordelijkheid kan d ra­ gen. H iertoe behoren allereerst de gevolgen van de afw ijkingen tussen de bedrijfsdrukte, w aarop het bedrijf is ingesteld, dus de norm ale bedrijfs- drukte en die w elke kan w orden bereikt.

Is hier een perm anente afwijking te constateren, dan kan met reden de vraag w orden gesteld of hier geen sprake is van een te grote opzet van het bedrijf. D e invloed van die te grote opzet op de resultaten zal de adm inistratie eveneens zichtbaar dienen te m aken. V o o rts m oet hier w o r­ den gedacht aan de consequenties van het feit, d at in het betrokken bedrijf niet de voor d at bedrijf m eest doelm atige werkw ijze w o rd t ge­ volgd. O ok de gevolgen van deze afw ijkingen zullen voor de v erantw oor­ delijkheid komen van het bestuur, d at de gevolgde werkw ijze heeft geko­ zen of alth an s toelaat, d at daarin w ordt volhard. H e t zal m oeten ver­ antw o o rd en w aarom zulks geschiedde. D e gevolgen d aarvan zullen het bestuur en degenen aan wie het bestuur verantw oordelijk is echter niet m ogen w orden onthouden.

3. M ogelijkheid van beperking in adm inistratieve arbeid door het gebruik van standaards.

H ebben we in het bovenstaande eisen gesteld die wellicht een belan g ­ rijke uitbreiding aan de adm inistratie zullen geven, het gebruik van sta n ­ d a a rd s kan anderzijds ook tot belangrijke vereenvoudiging en d aardoor besparing van arbeid leiden. M en denke slechts aan de m ogelijkheid van het op korte termijn uitvoeren van voorcalculaties ook voor zeer inge­ w ikkelde productie-processen. 9)

Bovendien kan het gebruik van stan d aa rd s m et zich brengen d at veel registreren d w erk hetzij achterw ege kan blijven hetzij op eenvoudiger en m inder gedetailleerde wijze zal kunnen plaats vinden. In het opsporen van de m ogelijkheden en het aangeven van de w egen tot hun bereiking ligt eveneens een belangrijke ta a k voor de inrichtingsleer.

Ik wil hierop thans niet n ad e r ingaan, m aar mij beperken to t een vraag die ook in het prae-advies van van der S ch ro e ff aan de orde w erd gesteld n.1. de vraag of door het gebruik van stan d aa rd s de voorraadadm inistratie kan w orden vereenvoudigd of zelfs voor een belangrijk deel kan w orden gem ist.

D oor van der S c h ro e jf is in zijn prae-advies m eegedeeld, d a t vele grote bedrijven in de V erenigde S taten van voorraadadm inistratie heb­ ben afgezien en slechts met behulp van quantitatieve v erbruiksstandaards h et verbruik re tro g rad e bepalen en w aarschijnlijk periodiek de m ate van overeenstem m ing m et het langs de w eg der inventarisatie vastgestelde, feitelijke, verbruik constateren. H e t komt ons voor d at hieraan grote bezw aren verbonden zijn in verband met de verantw oordelijkheid voor het verbruik der opgeslagen goederen. Z ijn bijv. verschillende productie­ afdelingen op éen m agazijn of opslagplaats aangew ezen, dan is het onmogelijk v ast te stellen wie voor afw ijkingen tussen het uit de productie m et behulp van stan d aa rd s afgeleide en het werkelijke, door inventarisatie vastgestelde, verbruik verantw oordelijk is.

E r is nog een an d e r bezw aar aan het gebruik van deze stan d aa rd s verbonden. M en g aa t van de veronderstelling uit, d at v erbruiksstandaards v aste voor de productie noodzakelijke hoeveelheden voorstellen. D it is n a a r mijn mening niet het geval. O ok de verbru ik sstan d aard s kunnen

8) Hier zal men vanzelfsprekend de standaards der kostprijs-calculatie moeten be­ zigen.

(7)

en zullen veelal m oeten variëren met de bedrijfsdrukte. D it reeds m aakt hun toepassing als re tro g rad e m eetapparaat van het verbruik feitelijk onmogelijk. D e gedachte, d a t men de stan d aard s, bepaald voor het ver­ bruik bij norm ale productie, w elke de kostprijscalculatie hanteert, hier eveneens zou kunnen bezigen, is, het behoeft na het bovenstaande geen betoog, onjuist.

T en slo tte kom t het mij voor d a t dit probleem nog een derd e zijde heeft. H e t gaat hier om het feit, d at de stan d aa rd s feitelijk ook zullen wisselen en moeten w isselen met de prijzen d er te com bineren productiem iddelen. Stijgt het ene productiem iddel in prijs in verhouding to t het an d e re dan w ordt het doelm atig van het eerste minder, van h et laatste m eer te gebrui­ ken, m.a.w. het punt van d e gunstigste quantitatieve verhouding tussen de productiem iddelen v erp la atst zich. O ok deze betrekkelijkheid v an de stan d aa rd m aakt hem als vervanger van de progressieve m ateriaalverant- w oording onbruikbaar of alth an s doet bij zijn toepassing ingew ikkelde en moeilijk op te lossen problem en ontstaan. 10) H e t gevaar lijkt in ieder geval niet denkbeeldig, d at de stan d aa rd s, indien zij als middel to t re tro ­ g ra d e bepaling van het verbruik w orden gebezigd, aan, om de hierboven gereleveerde red en en noodzakelijke, flexibiliteit zullen inboeten.

M en zou deze opm erkingen en bezw aren als irrationeel perfectionism e kunnen aanduiden. O ok dit artikel heeft echter niet de bedoeling perfec­ tionisme te prediken. V a n geval tot geval zal moeten w orden nagegaan hoe ver men kan en moet gaan. D e berekenbare voordelen en nadelen n iet alleen, m aar ook de onvoorzienbare risico’s, die men bij beperking van de adm inistratieve arbeid heeft te aa n v aard en zullen p u n t van over­ w eging m oeten uitm aken.

H e t behoeft intussen geen n ad e r betoog, d at de huidige adm inistraties aan die hier gestelde eisen, ook al w orden ze als m oderne bedrijfsadm i­ nistraties aangeduid, niet kunnen voldoen. D e huidige adm inistratieve hulpm iddelen m aken een ontw ikkeling van de adm inistratieve organisatie echter zeer w aarschijnlijk wel mogelijk. N a arm ate deze la atste w orden verbeterd, zullen de w enselijkheden hier gesteld m eer to t de bereikbare m ogelijkheden gaan behoren.

H e t wil mij voorkom en, d a t de n aa ste ta a k van d e leer van de adm ini­ stratieve organisatie voornam elijk gelegen is in het n ag a an van de moge­ lijkheden tot uitbouw van het adm inistratieve a p p a ra a t in de hier a a n ­ gegeven richtingen en in het aangeven van de consequenties die b ep e r­ kingen in dit opzicht m et zich zullen brengen. E en taak, die zij in nauw e sam enhang m et de ontw ikkeling d er bedrijfseconom ie slechts zal kunnen vervullen. E en ta a k tenslotte w a arv an het niet-vervullen to t nu toe h aa r niet als een verzuim kan w orden aangew reven, alth an s n iet in die zin, d a t zij verzuim de zich van de resultaten der m oderne bedrijfseconom ie rekenschap te geven.

Immers tot nu toe heeft de bedrijfseconom ie hier nog geen k laar gefor­ m uleerde eisen gesteld.

D e hier gegeven beschouw ingen m ogen als poging daarto e w orden beschouw d.

1°) Vgl. mijn artikel: Over Kostenstandaard en hun bepaling in Mbl. v. Bedr.adm. 1947 nr. 1.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Plangebied Grens plangebied Enkelbestemmingen B Bedrijf VERKLARINGEN topografische gegevensbestaande bebouwing, kadastrale- en BGT / BRK augustus 2018. Dubbelbestemmingen WR-A5 Waarde

‘Omdat het kan’ zeggen we wanneer we dingen doen die niet zozeer goedgekeurd worden door anderen, maar die ons wél ongelofelijk blij en tevreden maken – dingen die we diep

[5] Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding.. Lied: Gezang 53 : 1

- Een opening van de voorziening voor luchtverversing moet zijn gelegen op een afstand van ten minste 2 m van de perceelsgrens, gemeten loodrecht op de uitwendige

Onderstaand model – ontwikkeld door the BIM practice – laat in zes overzichtelijke stappen zien op welke manier de datakwaliteit in uw organisatie op een gestructureerde manier

o deuren, ramen, kozijnen en daarmee gelijk te stellen construc e‐onderdelen in uitwendige scheidingsconstruc

Alle informatie door verkoper en Hoogervorst Makelaardij aan u verstrekt middels deze brochure, kunnen uitsluitend worden gezien als een uitnodiging tot nader overleg

Clinical and imaging features of Othello’s syndrome; Graff-Radford et al.; Eur J Neurol.. Dangerous passion: Othello syndrome and